
De essentie
Werking Openen en s luit
en
P or
tieren Afb. 1
Sleutel met afstandsbediening: toet-
sen. Afb. 2
In het bestuurdersportier: drukknop
voor centr al
e vergrendeling. Ver- en ontgrendelen met de sleutel
● Vergrendelen: drukken op de knop
› ›
›
afb
. 1.
● De wagen vergrendelen zonder alarmsys-
teem: een tweede maal
drukken op de knop
››› afb. 1 gedurende de volgende 2 secon-
den.
● Ontgrendelen: drukken op de knop
››› afb
. 1.
● Achterklep ontgrendelen: de knop
››› afb
. 1 gedurende minstens 1 seconde in-
gedrukt houden.
Ver- en ontgrendelen met de schakelaar van
de centrale vergrendeling
● Vergrendelen: drukken op de knop
››› afb
. 2. Geen enkel portier wordt geopend
van buitenaf. U kunt de portieren van binnen ontgrendelen door tweemaal aan de slot-
greep te trekk
en.
● Ontgrendelen: drukken op de knop
››› afb
. 2.
››› in Inleiding tot thema op pag. 117
››› pag. 115
››› pag. 8, ››› pag. 9 Ontgrendelen of vergrendelen van het
be
s
tuur
dersportier Afb. 3
Portiergreep aan bestuurderzijde: ver-
bor gen por
tier
slotcilinder. Bij het handmatig vergrendelen van het por-
tier
z
u l
len alle andere portieren automatisch8

De essentie
vergrendelen. Bij het handmatig ontgrende-
l en
zal
alleen het portier van de bestuurder
worden ontgrendeld. Houd rekening met de
aanwijzingen van het alarmsysteem
››› pag. 117.
● De sleutelbaard van de sleutel uitklappen
››› p
ag. 115.
● Steek de sleutelbaard in de onderste ope-
ning van de k
lep op de portiergreep aan be-
stuurderszijde ››› afb. 3 (pijl) en til de klep
naar voren toe op.
● Voer de sleutelbaard in de slotcilinder en
ontgrendel of
vergrendel de wagen.
Bijzonderheden
● Het alarmsysteem blijft geactiveerd bij ont-
grendelde wag
ens. ›››
pag. 117 gaat
echter niet af.
● Het alarm gaat af bij het openen van het
bestuur
dersportier.
● Contact inschakelen. De elektronische weg-
rijblokkering herk
ent een geldige sleutel en
schakelt het alarmsysteem uit.
››› in Inleiding tot thema op pag. 92 Let op
Het alarmsysteem wordt niet geactiveerd
wanneer de wag en met
de sleutelbaard ver-
grendeld wordt ›››
pag. 117. Het bijrijdersportier en de schuifdeu-
r
en h
andm atig
vergrendelen Afb. 4
Vooraan in de schuifdeur: noodslot,
v erbor
gen door een rubber
en pakking. Afb. 5
Noodslot van de wagen met de auto-
s l
eut el
. De bijrijdersportieren en schuifdeuren kun-
nen h
andm
atig w or
den vergrendeld. Het
alarmsysteem wordt daarbij niet geactiveerd.
● Portier openen. ●
De rubberen pakk
ing aan de voorzijde van
het portier verwijderen. De pakking is gemar-
keerd met een slot ››› afb. 4.
● De sleutelbaard van de wagensleutel uit-
klappen ›
›› pag. 115.
● Steek de sleutelbaard horizontaal in de
opening en ver
schuif het gekleurde klepje
naar voren ››› afb. 5.
● Plaats de rubberen pakking terug en sluit
het portier.
● C
ontroleer of het portier vergrendeld is.
● Voer de bewerking uit op de andere portie-
ren, indien nodig.
● Laat de wag
en onmiddellijk door een speci-
alist c
ontroleren.
››› in Inleiding tot thema op pag. 92 Let op
U kunt de portieren van binnenuit openen en
ontgrendel en door aan de por
tiergreep te
trekken. Trek indien nodig tweemaal aan de
binnengreep van het portier ›››
pag. 117. 9

De essentie
De achterklep openen Afb. 6
Deel van de middenconsole: knop van
de ac ht
erk l
epontgrendeling. Afb. 7
Van buitenaf achterklep openen. Verwijder voor het openen van de achterklep
altijd de l
a
din g die op het
dakdragersysteem
vastgemaakt is ››› in Inleiding tot thema
op p ag. 128
. Openen met
c
ontactsleutel
● Druk de knop van de wagensleutel in
t ot
dat
de achterklep automatisch geopend
wordt.
Openen met knop van middenconsole
● Druk de knop op de middenconsole
› ›
›
afb
. 6 in. De achterklep gaat automatisch
open.
● De knop van de middenconsole werkt ook
als het c
ontact uitgeschakeld is.
Achterklep met knop openen
● Ontgrendel de wagen of open een portier.
● Trek de achterklep met knop ››› afb
. 7 (pijl)
omhoog en open de achterklep.
››› in Inleiding tot thema op pag. 128 Noodontgrendeling van de achterklep
Afb. 8
Via de bagageruimte: demontage van
de bedekk in
g v
an de achterklep. Afb. 9
Via de bagageruimte: noodontgrende-
lin g
van de ac
hterklep. ●
Verwijder de bagage om van binnenuit toe-
g an
g t e k
rijgen tot de achterklep.
● Verwijder de vierkante bedekking van de
binnenbekledin
g van de achterklep ››› afb. 8.10

De essentie
● Druk de ont
grendelin
gshendel ››› afb. 9 A in pijlrichting om de achterklep te ontgrende-
l
en.
● Open met kr
acht de achterklep.
››› in Inleiding tot thema op pag. 92 Motorkap
Afb. 10
Ontgrendelingshendel in de voeten-
ruimt e
van de be
stuurder. Afb. 11
Hendel onder de motorkap. ●
Motorkap openen: aan de hendel onder het
d a
shbo ar
d ››› afb. 10 1 trekken.
● Motorkap oplichten. De knop onder de mo-
t ork
ap n aar bo
ven drukken ››› afb. 11. De
vanghaak wordt zo ontgrendeld.
● De motorkap kan nu geopend worden. De
motorkaps
teun losmaken en in de daarvoor
bedoelde plaats van de motorkap vastzetten.
››› in Motorkap openen en sluiten op
pag. 288
››› pag. 286 Elektrische ruitbediening*
Afb. 12
Deel van het bestuurdersportier: be-
dienin g
sel ement
en voor de zijruiten en knop-
pen van het elektrische kinderslot. Knoppen in het bestuurdersportier
Voor de ruit
en v
an de voorportieren.
Voor de ruiten van de achterportieren.
Voor het vergrendelen van de schuifdeu-
ren en de ruiten van de schuifdeuren.
Ruiten openen of sluiten
Ontgrende-
len:Druk op knop .
Sluiten:Trek aan de knop .
Automatische
versnelling
stoppen:Druk op of trek aan de knop van de
desbetreffende ruit.» 1
2
3
11

De essentie
Druk op de knop van het elektrisch
kinderslot om de knoppen van de rui-
ten van de schuifdeuren te deactiveren
en die portieren te vergrendelen
››› pag. 125. Het controlelampje van de
toets gaat branden.
››› in Elektrische ruitbediening: func-
ties op pag. 132
››› pag. 131 Panoramadak*
Afb. 13
In de hemelbekleding: draai aan de
s c
h ak
elaar voor openen en sluiten. Afb. 14
In de hemelbekleding: druk de scha-
k el
aar in en tr ek
eraan om het dak omhoog
en omlaag te brengen. Om het panoramaschuifdak uit te kunnen
k
l
ap pen moet
de schakelaar in de stand 1 staan.
●
Ontgrendelen: schakelaar in stand ››
›
afb
.
13 3 draaien.
● Comfortstand: schakelaar in stand ››
›
afb
.
13 2 draaien.
● Sluiten: schakelaar in stand ››
›
afb
. 13 1 draaien.
●
Omhoogklappen: schakelaar in stand
› ›
›
afb
. 14 4 duwen. Voor een tussenstand
de s c
h ak
elaar blijven bedienen tot de gewen-
ste stand is bereikt.
● Omlaag brengen: schakelaar in stand
››› afb
. 14 5 trekken. Voor een tussenstand
de s c
h ak
elaar blijven bedienen tot de gewen-
ste stand is bereikt.
››› in Panoramaschuifdak: werking op
pag. 133
››› pag. 133
››› pag. 13 12

De essentie
Gordelspanners In geval van een frontale botsing, botsing
van opz
ij of
van achteren worden de veilig-
heidsgordels van de voorstoelen en buiten-
ste stoelen van de tweede zitrij automatisch
gespannen.
De gordelspanner kan slechts eenmaal wor-
den geactiveerd.
››› in Onderhoud en verwijdering van
de gordelspanners op pag. 69
››› pag. 69 Buitenspiegels verstellen
Afb. 23
In het bestuurdersportier: knop van
de b uit
ens
piegels. Buitenspiegels verstellen: knop naar de ge-
w
en
st
e stand draaien: Door de knop naar de juiste stand te
brengen, s
telt u de buitenspiegel aan de
zijde van de bestuurder (L, links) en aan
de zijde van de bijrijder (R, rechts) in de
gewenste richting in.
Naargelang de uitrusting worden de bui-
tenspiegels verwarmd volgens de bui-
tentemperatuur.
Spiegels inklappen.
››› in Buitenspiegels op pag. 146
››› pag. 146 Binnenspiegel verstellen (automa-
ti
s
ch dimmen)* Afb. 24
Automatisch dimmende binnenspie-
g el*. L/R
Het automatisch dimmen inschakelen: druk-
k
en op de knop 1
› ››
afb
. 24. Het controle-
l amp
je 2 gaat branden en wanneer licht
b innen
valt,
zal de spiegel donker worden.
Om de binnenspiegel te verstellen, draait u
hem in de richting van de pijlen.
››› pag. 145 Positie van het stuur verstellen
Afb. 25
Mechanisch verstellen van het stuur-
w iel
. Verstel het stuurwiel vóór vertrek en alleen
w
anneer de w
agen s
tilstaat.
● Druk de hendel ›››
afb
. 25 1 omlaag.
● Verstel het stuurwiel zo dat u het aan
w eer
sz
ijden met beide handen en de armen16

De essentie
Afb. 36
In de achterste omlijsting van het bij-
rijderspor tier: s
ticker over de airbag. Op de zonneklep van de bijrijder en/of ach-
t
er
st
e omlijsting van het bijrijdersportier zit
een sticker met belangrijke informatie over
de airbag aan de bijrijderszijde.
››› in Inleiding tot thema op pag. 76
››› pag. 77 Verschillende bevestigingssystemen
Afb. 37
Op de achterbank: mogelijkheden voor in-
bouw v an het
kinderzitje. Bevestig het kinderzitje steeds op correcte
en
v
ei lig
e wijze in de wagen, in overeenstem-
ming met de montageaanwijzingen van de
fabrikant van het zitje. Het ingebouwde kinderzitje moet goed steu-
nen op de stoel en m
ag niet meer dan 2,5 cm
(1 inch) bewegen of kantelen. De kinderzitjes voor bevestiging met een gor-
del Top
Tether moeten ook vastgemaakt wor-
den met een bevestigingsgordel Top Tether » 21

De essentie
Knipperlicht- en grootlichthendel Afb. 42
Knipperlicht- en grootlichthendel. Hendel in de gewenste stand zetten:
Rec
hter knip
perlicht: rechter parkeerlicht
(contact uitgeschakeld).
Linker knipperlicht: linker parkeerlicht
(contact uitgeschakeld).
Grootlicht ingeschakeld: controlelampje
brandt in het instrumentenpaneel.
Grootlichtsignaal: brandt met ingedrukte
hendel. Controlelampje brandt.
Hendel in basisstand voor uitgeschakeld.
››› in Lichten in- en uitschakelen op
pag. 136
››› pag. 136 1
2
3
4 Alarmlichten
Afb. 43
Dashboard: schakelaar voor alarm-
lic ht
en. Ingeschakeld, bijvoorbeeld:
● Bij het naderen van een file
● In een noodsituatie
● Wagen staat stil wegens pech
● Bij het slepen of gesleept worden
››› in Noodknipperlichten op pag. 139
››› pag. 139 Binnenverlichting
Toets / stand: Functie
Schakelt de binnenverlichting uit.
Schakelt de binnenverlichting in.
Schakelt het portiercontact (middenstand)
in.
De binnenverlichting gaat automatisch aan
wanneer de wagen ontgrendeld, een por-
tier geopend of de sleutel uit het contact-
slot genomen wordt.
De verlichting gaat na een paar seconden
uit nadat alle portieren gesloten zijn, de
wagen vergrendeld is of het contact in
wordt geschakeld.
Het leeslampje in- en uitschakelen.
Interieurverlichting: verandert in het portier-
p
aneel
v
an kleur (wit of rood) op basis van de
rijstijl.
››› pag. 141 25