Page 49 of 364
47
508_nl_Chap01_instrument-bord_ed01-2016
Datum en tijd instellen
Autoradio zonder Touchscreen
Druk op MENU. Selecteer met de pijltjestoetsen "
Persoonlijke
instellingen - Configuratie " en bevestig uw
keuze.
Selecteer met de pijltjestoetsen " Configuratie
display " en bevestig uw keuze.
Selecteer met de pijltjestoetsen " Datum en tijd
instellen " en bevestig uw keuze. Selecteer de parameter die u wilt wijzigen.
Bevestig uw keuze door op de toets OK
te
drukken, verander dan de waarde en bevestig dit
nogmaals om de nieuwe instelling op te slaan.
Stel de parameters één voor één in en bevestig
dit steeds door op de toets " OK" te drukken.
Selecteer dan de tab " OK" op het display en
bevestig uw keuze om het menu " Datum en
tijd instellen " te verlaten.
1
Instrumentenpaneel
Page 50 of 364
48
508_nl_Chap01_instrument-bord_ed01-2016
Autoradio met Touchscreen
F Selecteer het menu "Instellingen ".
F
D
ruk op de secundaire pagina op
" Tijd/datum ". F
Sel ecteer "
Tijd instellen " of "Datum
instellen " en wijzig de instellingen met
behulp van het numerieke toetsenbord en
bevestig uw keuzes. F
D ruk op "
Bevestigen " om het
menu te verlaten.
Instrumentenpaneel
Page 51 of 364

49
508_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
U kunt de auto centraal vergrendelen en ontgrendelen
met de sleutel in het portierslot of met de
afstandsbediening.
De sleutel met afstandsbediening dient tevens voor het
openen en sluiten van de tankdop, en voor de lokalisatie
en het starten van de auto. Bovendien heeft de sleutel
met afstandsbediening in functie in de diefstalbeveiliging.
Sleutel met afstandsbediening
Uitklappen/inklappen van de sleutel
F Druk op deze knop om de sleutel uit te klappen/in te klappen.
Volledig ontgrendelen
Met de sleutel
F Draai de sleutel in de richting van de voorzijde van de auto om de auto te ontgrendelen.
Wanneer u deze knop niet indrukt,
kan de afstandsbediening beschadigd
raken. F
D
ruk op het geopende hangslot
om de auto te ontgrendelen.
Met de afstandsbediening
Als deze knop ingedrukt wordt
gehouden, worden de ruiten
automatisch geopend. Het ontgrendelen wordt bevestigd
door het gedurende ongeveer
2
seconden snel knipperen van de
richtingaanwijzers.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk
van de uitvoering van de auto, de
buitenspiegels uitgeklapt.
2
Toegang tot de auto
Page 52 of 364

50
508_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Selectieve ontgrendelingOntgrendelen van de bagageruimte
Met de afstandsbediening
Selectieve ontgrendeling bagageruimte geactiveerd
Vergeet niet de bagageruimte weer te
vergrendelen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd
door het gedurende ongeveer
2
seconden snel knipperen van de
richtingaanwijzers.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk
van de uitvoering van de auto, de
buitenspiegels uitgeklapt. F
D
ruk op deze knop om de
auto te ontgrendelen en de
bagageruimte te openen.
Het selectief ontgrendelen van de
bagageruimte kunt u instellen met
behulp van het configuratiemenu op het
display van het instrumentenpaneel.
Standaard is deze functie uitgeschakeld.
F
M
et de afstandsbediening wordt dan
alleen de bagageruimte ontgrendeld en/of
geopend.
Normale vergrendeling
Met de sleutel
F Draai de sleutel in de richting van de achterzijde
van de auto om de auto volledig te vergrendelen.
F Druk op het gesloten hangslot om de auto volledig te
vergrendelen.
Met de afstandsbediening
De selectieve ontgrendeling kan worden
ingesteld met behulp van het configuratiemenu
op het display van het instrumentenpaneel.
Standaard is de volledige ontgrendeling
geactiveerd.
Met de afstandsbediening
F Alleen het bestuurdersportier ontgrendelen: druk één keer op
het geopende hangslot.
F
D
e overige portieren en de achterklep
ontgrendelen: druk nogmaals op het
geopende hangslot.
Toegang tot de auto
Page 53 of 364

51
508_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Wanneer u de sleutel in de
vergrendelstand gedraaid houdt,
de knop van de afstandsbediening
ingedrukt houdt of uw vinger op de
portiergreep houdt, worden ook de
ruiten en het schuifdak gesloten.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
om deze functie te laten deactiveren.
Het vergrendelen wordt bevestigd door
het gedurende ongeveer 2 seconden
branden van de richtingaanwijzers.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk
van de uitvoering van de auto, de
buitenspiegels ingeklapt.
Supervergrendeling
De supervergrendeling blokkeert het van
buitenaf en van binnenuit openen van de
portieren.
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
is ook de vergrendelingsschakelaar in het
interieur buiten werking.
Schakel daarom nooit de supervergrendeling
in als er zich iemand in de auto bevindt.
Met de sleutel
F Draai de sleutel richting de achterzijde van de auto om de auto volledig te
vergrendelen.
F
D
raai binnen 5 seconden de sleutel
nogmaals richting de achterzijde van de
auto om de supervergrendeling van de
auto in te schakelen.
Met de afstandsbediening
De supervergrendeling wordt
bevestigd door het gedurende
ongeveer 2 seconden branden van de
richtingaanwijzers. F
D
ruk op het gesloten hangslot
om de auto volledig te
vergrendelen of druk langer dan
2 seconden op het gesloten
hangslot om ook de ruiten te
sluiten.
F
D
ruk binnen 5 seconden nogmaals op het
gesloten hangslot om de supervergrendeling
van de auto in te schakelen.
2
Toegang tot de auto
Page 54 of 364

52
508_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
F Druk op het symbooltje van het gesloten hangslot om de eerder
vergrendelde auto te lokaliseren
op een parkeerplaats.
Lokaliseren van de auto
De plafonniers gaan branden en de
richtingaanwijzers knipperen gedurende
enkele
seconden.
Diefstalbeveiliging
Elektronische startblokkering
In de sleutel is een chip aangebracht die over
een specifieke code beschikt. Om te kunnen
starten, moet bij het aanzetten van het contact
de code van de sleutel worden herkend door de
startblokkering.
Deze elektronische startblokkering blokkeert
het motormanagementsysteem zodra het
contact wordt afgezet en voorkomt zo het
starten van de motor bij een inbraak.
Bij een storing in het systeem wordt u
gewaarschuwd door dit verklikkerlampje
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display.
Bewaar de sticker die u bij de aflevering
van uw auto samen met de sleutels is
overhandigd zorgvuldig op een plaats
buiten de auto.
De auto kan dan niet gestart worden.
Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-
netwerk.
Toegang tot de auto
Page 55 of 364
53
508_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Noodprocedure - Sleutels met afstandbediening
Vergrendelen/ontgrendelen
van het bestuurdersportier
Steek de sleutel in het slot om het portier te
vergrendelen of ontgrendelen.
Vergrendelen/ontgrendelen
van de overige portieren
Vergrendelen
F Controleer bij de achterportieren of de kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
F
V
er wijder met de sleutel het zwarte
afdekkapje op de zijkant van het portier.
F
S
teek de sleutel zonder te forceren in de
opening en duw vervolgens, zonder te
draaien, de nok het portier in.
F
V
er wijder de sleutel en plaats het
afdekkapje terug.
Ontgrendelen
Trek aan de binnenportiergreep.
Het inbraakalarm (indien aanwezig)
wordt niet uit-/ingeschakeld tijdens het
openen/sluiten van de auto.
Bij het openen van een portier zal het
alarm afgaan. Door het contact aan te
zetten wordt het alarm uitgeschakeld.
2
Toegang tot de auto
Page 56 of 364

54
508_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Batterij ref.: CR2032 / 3 V.
D eze batterij is via het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats verkrijgbaar.
Als de batterij van de afstandsbediening
vervangen moet worden, wordt u
gewaarschuwd door een melding op het display
van het instrumentenpaneel.
F
W
ip het deksel met een kleine
schroevendraaier bij de uitsparing los.
F
V
erwijder het deksel.
F
V
erwijder de lege batterij.
F
P
laats een nieuwe batterij in de juiste
richting in de houder.
F
D
ruk het deksel op de afstandbediening vast.
Storing van de
afstandsbediening
Na het losnemen en weer aansluiten van de
accukabels, het vervangen van de batterij
van de afstandsbediening of een storing in de
afstandsbediening kan de auto niet meer met
de afstandsbediening ontgrendeld, vergrendeld
en gelokaliseerd worden.
F
O
ntgrendel of vergrendel de auto eerst met
de sleutel in het slot.
F
S
ynchroniseer vervolgens de
afstandsbediening.
Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als
de storing niet is verholpen.
Synchroniseren
F Zet het contact aan.
F D ruk zo snel mogelijk gedurende enkele
seconden op een van de knoppen van de
afstandsbediening.
F
Z
et het contact af.
De afstandsbediening werkt nu weer. Gooi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze bevatten
metalen die schadelijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal
verzamelpunt.
Batterij van de sleutel vervangen
Toegang tot de auto