Page 9 of 364
7
508_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
Cockpit
Plafonniers 102
Pictogrammendisplay veiligheidsgordels/airbag aan
passagierszijde
1
37, 140
Binnenspiegel
82
Schuif-/kanteldak
104-105
Panoramadak (SW en R XH BlueHDi)
1
0 6
Noodoproep of pechhulpoproep
2
74
Buitenspiegels
80-81
Ruitbediening, blokkering
7
3-74
Handbediende parkeerrem
1
67 Verwarming, ventilatie
8
3-85
Handbediende airconditioning
8
6-87
Automatische airconditioning met gescheiden regeling
8
8-90
Airconditioning quadrizone voor
9
1-93
Ontwasemen/ontdooien
96
P
E
UGEOT
C
onnect USB
1
08
Elektrische
parkeerrem
168-173
Handgeschakelde zesversnellingsbak
174
Opschakelindicator
175
Automatische transmissie
1
76-179
Stop & Start-systeem
1
80 -182
Hill Start Assist
1
72, 183 Zekeringen achter
dashboardkastje
2
49, 251
Airconditioning quadrizone achter
94-95Touchscreen
2
77-335
Datum/tijd instellen
4
8
Autoradio
3
37-352
Datum/tijd instellen
4
7
Motorkapontgrendeling
214
Zekeringen dashboard
2
49-250
.
Overzicht
Page 10 of 364
8
508_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
Alarmknipperlichten 132
Contactslot, Keyless entry and start, motor starten/afzetten
1
61-166
Stop & Start-systeem
1
80 -182
Elektrische parkeerrem
168-173
Instrumentenpaneel
1
3, 28 -29, 32-34
-
check/onderhoudsindicator/dagteller
-
d
immer dashboardverlichting
Verklikkerlampjes
14-27
Meters
29 -38
-
koelvloeistoftemperatuur/
motorolietemperatuur
-
motoroliepeil
-
a
ctieradius additief AdBlue
®
Schakelindicator
175
Ruitenwisserschakelaar
127-130
Boordcomputer
39- 42
Koplamphoogteverstelling
126Head- up display
18
4 -185
Touchscreen
4
3 - 46, 48, 277-335
Display C
4
7, 337-352
Cockpit (vervolg)
Lichtschakelaar
117-125
Richtingaanwijzers, parkeerverlichting
1
20, 125
Rijen drukschakelaars, knoppen
9
P
rogrammeerbare verwarming
9
7-98
Opslaan van snelheden
1
92
Snelheidsbegrenzer
1
88-189
Snelheidsregelaar
190-191
Stuurwiel verstellen
7
9
Cla xon
132
Overzicht
Page 11 of 364
9
508_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
Schakelaars*
Cockpit (vervolg)
Openen van het kofferdeksel/de
achterklep.
Openen van de brandstofvulklep.
Massagefunctie.
Inbraakalarm.
Verklikkerlampje programmeerbare verwarming.Elektrische parkeerrem.
Motor starten/afzetten met de
elektronische sleutel.
Uitschakelen van het Stop & Start-
systeem.
Head-up display
(aan/uit, instellingen). Uitschakelen parkeerhulp.
Dodehoekbewaking. Elektrische kinderbeveiliging. Uitschakelen van het ASR-systeem.
Grootlichtassistent.
Het branden van een verklikkerlampje geeft aan
of de bijbehorende functie is in- of uitgeschakeld.
* Volgens uitvoering.
70
79
12 2
19 6 200168
165
50, 57, 65, 68
18 497
193 182 13 5
15 8
.
Overzicht
Page 12 of 364
10
508_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
Onderhoud - Gegevens
Identificatie 273
Afmetingen 271-272
Brandstoftank leeg (diesel)
2
28
Niveaus controleren
2
18-220
-
olie
-
remvloeistof
-
stuurbekrachtigingsvloeistof
-
koelvloeistof
-
ruitensproeier-/koplampsproeiervloeistof- brandstofadditief (diesel)
Additief AdBlue® 35-38, 223-226
Controle van onderdelen 2 21-222
-
12V- ac c u
-
luchtfilter
-
interieurfilter
-
oliefilter
-
r
oetfilter (diesel)
-
versnellingsbak
-
remblokken/-schijven
-
parkeerrem
-
e
lektrische parkeerrem
Lampen vervangen
2
42-248
-
voor
-
achter 12V-accu
253-256
12V-accu verwijderen/
plaatsen
257-260
Spaar fase accu, eco-mode
2
61
Zekeringen motorruimte
2
49, 252
Motorkapontgrendeling
214
Onder de motorkap (benzine)
2
15
Onder de motorkap (diesel)
2
16 -217
Benzinemotoren
264
Dieselmotoren
26
6-267Gewichten (benzine)
2
65
Gewichten (diesel)
26
8-269
Overzicht
Page 13 of 364

11
508_nl_Chap00c_eco-conduite_ed01-2016
Maak optimaal gebruik van de
versnellingsbak
Als uw auto is voorzien van een handgeschakelde versnellingsbak, rijd dan
rustig weg, schakel zo snel mogelijk de tweede versnelling in en schakel bij
het accelereren bij voorkeur relatief snel over naar een hogere versnelling.
Als uw auto is voorzien van een automatische transmissie of een
elektronisch gestuurde versnellingsbak, gebruik dan bij voorkeur de
automatische stand en trap het gaspedaal niet bruusk of diep in.
Gebruik op slimme wijze de elektrische
voorzieningen
Als bij het instappen blijkt dat de temperatuur in de auto hoog is opgelopen, open
dan alle ruiten en de ventilatieroosters alvorens de airconditioning in te schakelen.
Sluit vanaf een snelheid van 50 km/h de ruiten, maar laat de ventilatieroosters
geopend.
Gebruik de voorzieningen in het interieur die de temperatuurstijging kunnen
beperken (blinderingspaneel van het panoramadak, zonneschermen, enz.).
Schakel de airconditioning uit zodra de gewenste temperatuur is bereikt (behalve
bij auto's met een automatische airconditioning).
Schakel de achterruitver warming en de ontwaseming uit zodra deze niet meer
nodig zijn als deze niet automatisch worden aangestuurd.
Schakel de stoelver warming zo snel mogelijk uit.
Schakel de verlichting en de mistlampen uit als het zicht voldoende is.
Laat de motor vooral 's winters na het starten niet stationair
warmdraaien, maar rijd zo snel mogelijk weg: uw auto warmt sneller op
als u rijdt.
Sluit als passagier zo min mogelijk multimedia-apparatuur (DVD-
speler, MP3 -speler, spelcomputer, enz.) op de auto aan om het
elektriciteitsverbruik, en dus het brandstofverbruik, te beperken.
Koppel externe apparatuur los als u de auto verlaat.
Eco-rijden
Door in de dagelijkse praktijk een aantal aanwijzingen op te volgen kunt u het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot van uw auto verminderen.
Kies voor een soepele rijstijl
Houd afstand van de auto's voor u, rem bij voorkeur af op de motor in
plaats van het rempedaal te gebruiken en trap het gaspedaal geleidelijk
in. Als u deze aanwijzingen naleeft, neemt het brandstofverbruik en
de CO
2-uitstoot af en wordt de geluidsoverlast door het verkeer beperkt.
Als het verkeer goed doorstroomt, gebruik dan vanaf een snelheid van
ongeveer 40 km/h de snelheidsregelaar (indien aanwezig).
De schakelindicator adviseert u de versnelling in te schakelen die het best geschikt
is voor de rijomstandigheden: volg het op het instrumentenpaneel weergegeven
schakeladvies zo snel mogelijk op.
Bij auto's met een elektronisch gestuurde versnellingsbak of een automatische
transmissie wordt de schakelindicator uitsluitend in de handmatige stand weergegeven.
.
Eco-rijden
Page 14 of 364

12
508_nl_Chap00c_eco-conduite_ed01-2016
Beperk de oorzaken van een hoger
brandstofverbruik
Verdeel het gewicht evenwichtig over de auto: plaats de zwaarste
voor werpen in de bagageruimte, zo dicht mogelijk bij de achterbank.
Beperk de belading en de luchtweerstand (dakdragers, imperiaal,
fietsendrager, aanhanger, enz.) van uw auto. Gebruik liever een
dakkoffer.
Ver wijder na gebruik de dakdragers en het imperiaal.
Vervang na de winter zo snel mogelijk de winterbanden door
zomerbanden.
Houd u aan de onderhoudsvoorschriften
Controleer regelmatig de bandenspanning (bij koude banden), houd u
daarbij aan de bandenspanning die staat vermeld op de sticker op de
portiersponning aan bestuurderszijde.
Controleer de bandenspanning met name:
-
v
oor een lange rit,
-
b
ij de wisseling van de seizoenen,
-
a
ls de auto gedurende langere tijd niet is gebruikt.
Vergeet niet de bandenspanning van het reservewiel en van de wielen
van de aanhanger of de caravan te controleren.
Laat uw auto regelmatig onderhouden (olie verversen, oliefilter,
luchtfilter en interieurfilter vervangen, enz.) en houd u daarbij aan het
aan uw situatie aangepaste onderhoudsschema van de fabrikant.
Uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor: bij een storing in het SCR-
systeem stoot de auto schadelijke stoffen uit. Ga zo spoedig mogelijk naar
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de uitstoot
van stikstofoxiden terug te brengen tot onder de wettelijke normen.
Laat bij het tanken het vulpistool niet meer dan drie keer afslaan; zo
voorkomt u dat brandstof uit de tank stroomt.
U zult bij een nieuwe auto merken dat pas na 3000 km het gemiddelde
brandstofverbruik zich stabiliseert.
Eco-rijden
Page 15 of 364

13
508_nl_Chap01_instrument-bord_ed01-2016
Instrumentenpaneel
1. Toerenteller (x 1000 t /min of rpm), schaalverdeling afhankelijk van de
motoruitvoering (benzine of diesel).
2.
M
otorolietemperatuurmeter.
3.
Brandstofniveaumeter.
4.
K
oelvloeistoftemperatuurmeter.
5.
S
nelheidsmeter (km/h of mph).
6.
A
anwijzingen van de snelheidsregelaar of
de snelheidsbegrenzer.
7.
S
chakelindicator (handgeschakelde
versnellingsbak) of weergave positie
selectiehendel (automatische transmissie). A. D
immer verlichting.
B. W eergave logboek
waarschuwingsmeldingen.
I
nformatie over:
● het
o
nderhoud,
● de
actieradius van het additief AdBlue
®.
C. R
esetten van de dagteller.
8.
D
isplay: waarschuwingsmeldingen,
meldingen over de status van functies,
boordcomputer.
9.
D
agteller (km of miles).
10.
A
utomatische ruitenwissers
Onderhoudsindicator (
km of miles) vervolgens,
kilometerteller.
B
eide functies worden achtereenvolgend
weergegeven na het aanzetten van het
contact.
Meters en displays Bedieningstoetsen
1
Instrumentenpaneel
Page 16 of 364

14
508_nl_Chap01_instrument-bord_ed01-2016
Verklikkerlampjes
De verklikkerlampjes geven de bestuurder informatie over de werking van een systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of waarschuwen de bestuurder
in het geval van een storing (waarschuwingslampje).
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan
bepaalde waarschuwingslampjes op het
instrumentenpaneel en/of op het display van
het instrumentenpaneel enkele seconden
branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten deze
lampjes weer uitgaan.
Als het lampje blijft branden, controleer dan
voordat u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige verklikkerlampjes kunnen gaan
branden in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display van het
instrumentenpaneel.
Verklikkerlampjes kunnen permanent branden
of knipperen.Een aantal verklikkerlampjes heeft
beide mogelijkheden: permanent
branden of knipperen.
Of het permanent branden of knipperen
van een verklikkerlampje duidt op
een storing, is afhankelijk van de
werkingsfase van de auto. Bij een
storing kan het branden van een
verklikkerlampje worden gecombineerd
met de weergave van een melding.
Raadpleeg de volgende tabellen voor
meer informatie.
Instrumentenpaneel