85
508_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
Het airconditioningssysteem is chloorvrij en is niet schadelijk voor de ozonlaag. Neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de volgende gebruiksadviezen in acht:
F
A
ls de binnentemperatuur zeer hoog blijft nadat de auto lang in de zon heeft gestaan, kunt u het passagierscompartiment kort ventileren.
Z
et de knop van de luchtopbrengst zodanig dat de interieurlucht goed ververst wordt.
F
L
et erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende
luchtkanalen, ventilatieroosters en overige uitstroomopeningen en de ventilatieopening in de bagageruimte vrij blijven.
F
K
ies onder normale omstandigheden altijd voor de toevoer van buitenlucht; bij langdurig gebruik van de luchtrecirculatie in het interieur
kunnen de voorruit en de zijruiten beslaan.
F
L
et erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient voor de regeling van de automatische
airconditioning.
F
Z
et de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan om het systeem in per fecte staat te houden.
F
C
ontroleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen periodiek vervangen (zie het hoofdstuk "Controles").
W
ij raden u een gecombineerd interieur filter aan. Dankzij het speciale toegevoegde actieve filter draagt het bij tot een gezuiverde lucht
voor de inzittenden en een schoon interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).
F
A
ls de airconditioning werkt, gebruikt deze een klein deel van het motorvermogen. Dit heeft een hoger brandstofverbruik tot gevolg.
B
ij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij een hoge buitentemperatuur) kan de
airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor een optimale trekkracht van de motor.
C
ondensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat er zich een klein plasje water onder de auto vormt. Dit is een normaal
verschijnsel.
F
L
aat de airconditioning regelmatig controleren om het systeem in per fecte staat te houden.
F
G
ebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
3
Ergonomie en comfort
221
508_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Controles
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om regelmatig
te controleren of de accupoolklemmen
goed vastzitten (bij uitvoeringen zonder
snelsluiting voor de accupoolklemmen)
en of de aansluitingen schoon zijn.Laat de filters periodiek
vervangen volgens de in het
onderhoudsschema van de
fabrikant aangegeven intervallen.
Luchtfilter en interieurfilter
Laat bij het olie verversen tevens
het oliefilter vervangen.
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het
vervangingsinterval van dit
onderdeel.
Oliefilter
Uitvoeringen met het Stop & Start-systeem zijn
voorzien van een speciale 12V-loodaccu.
Deze accu mag uitsluitend worden vervangen
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Roetfilter (diesel)
Als het roetfilter vervuild is, wordt u
hierop geattendeerd door het tijdelijk
Ga om het roetfilter te regenereren, zodra
de omstandigheden het toelaten, met een
snelheid van minimaal 60 km/h rijden tot
het lampje dooft.
Als het lampje blijft branden, is het
minimum brandstofadditiefniveau bereikt.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over het controleren
van niveaus.
Bij een nieuwe auto kunt u de
eerste paar keer dat het roetfilter
geregenereerd wordt een brandlucht
ruiken; dit is volkomen normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheid
wordt gereden of de motor langdurig
stationair draait, kan bij gasgeven
soms rook uit de uitlaat waargenomen
worden. Dit heeft geen invloed op de
prestaties en heeft geen gevolgen voor
het milieu.
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, het onderhoudsschema van de fabrikant dat betrekking heeft op de motoruitvoering van uw auto voor het controleren van bepaalde onderdelen.
Laat de controles eventueel uitvoeren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg voordat u werkzaamheden uitvoert
aan de 12V-accu de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de te nemen
voorzorgsmaatregelen. Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik
(veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moeten de filters twee keer zo vaak
worden vervangen
.
Een verstopt interieur filter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken. branden van dit lampje in combinatie met een
melding op het multifunctionele display.
7
Praktische informatie
303
508_nl_Chap10c_SMEGplus_ed01-2016
Niveau 1Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen
Navigatie
Secundaire pagina Traffic-berichten Op de route
De keuzes voor de meldingen en het
filtergebied instellen.
Rondom auto
Op bestemming
Omleiden
Afwijken over een afstand van
Route herberekenen
Afsluiten Uw keuzes opslaan.
Navigatie
Secundaire pagina Config. kaart Richting
Noorden boven
De weergave en de richting van de kaart
kiezen.
Rijrichting boven
In perspectief
Kaarten
Kenmerk "Kaartkleur ""dag"""
Kaartkleur 'nacht'
Dag-/nachtst. automat.
Bevestigen De instellingen opslaan.
Navigatie
Secundaire pagina Instellingen Rekencriteria
De keuzes vastleggen en het stemvolume en
het opnoemen van straatnamen selecteren.
Spraak
Waarschuwing!
Opties traffic
Bevestigen
Uw keuzes opslaan.
.
Audio en telematica
308
508_nl_Chap10c_SMEGplus_ed01-2016
Instellen
waarschuwingsmeldingen
Risicogebieden
/ Gevarenzones
Druk op Navigatie om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de secundaire pagina.
Selecteer " Instellingen ".
Selecteer " Waarschuwing! ".
U kunt nu de melding voor Risicogebieden
inschakelen en vervolgens kiezen voor:
-
"Geluidssignaal"
-
"
Alleen waarschuw. bij navi."
-
"
Alleen snelheidswaarschuw."
-
"
Snelheidsbeperking weergeven"
-
"
Tijd": u kunt de tijd tussen het moment
van de melding en het passeren van de
Risicogebieden instellen.
Selecteer " Bevestigen ".Deze waarschuwings- en weergavefuncties
zijn alleen beschikbaar als de
Risicogebieden vooraf zijn gedownload en
in het systeem zijn geïnstalleerd.
Verkeer
Verkeersinformatie
Weergave van berichten
Druk op Navigatie om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de secundaire pagina.
Selecteer " Traffic-berichten ".
Stel de filters "Op de route ",
" Rondom ",
" Op bestemming " in om een
meer gedetailleerd overzicht van
meldingen te krijgen.
Druk nogmaals op de knop om het filter
ongedaan te maken.
Audio en telematica
309
508_nl_Chap10c_SMEGplus_ed01-2016
Selecteer de melding in de
weergegeven lijst.
Selecteer het vergrootglas om
gesproken berichten te ontvangen.
Filters instellen
Druk op Navigatie om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de secundaire pagina.
Selecteer " Instellingen ".
Selecteer " Opties traffic ".
Selecteer:
-
"Nieuwe berichten melden ",
-
"Spraakweergave berichten ",
Ver fijn vervolgens het gebied van
het filter.
Selecteer " Bevestigen ".
Wij adviseren een filtergebied van:
-
2
0 km in de stad,
-
5
0 km op de snelweg.
Een via het GPS-navigatiesysteem ontvangen
TMC-bericht (Trafic Message Channel) is informatie
met betrekking tot de verkeersomstandigheden die
in real time wordt ontvangen.
De functie TA (Traffic Announcement)
geeft voorrang aan het luisteren naar
verkeersberichten. Om te worden geactiveerd
moet deze functie een radiozender die deze
berichten uitzendt, goed kunnen ontvangen.
Zodra een verkeersbericht wordt uitgezonden,
wordt de geluidsbron die op dat moment wordt
weergegeven automatisch onderbroken en wordt
het verkeersbericht weergegeven. Zodra het
verkeersbericht is afgelopen, wordt de weergave
van de oorspronkelijke geluidsbron hervat.
Verkeersberichten beluisteren
Druk op Navigatie om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk vervolgens op de secundaire
pagina.
Selecteer " Instellingen ".
Selecteer " Spraak".
Schakel " Verkeer (TA) " in
of uit.
.
Audio en telematica
357
508_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2016
Telefoon ................................................ 324-326
Tijdelijke bandenspanning (met set)
...............
....................................... 229
Tijd instellen
.............................................. 4 7, 4 8
TMC (verkeersinformatie)
.............................308
Touchscreen
........................ 4
3, 45, 46, 48, 281
Touchscreen (Menu's)
..............41, 43, 277, 281
Trekhaak
...............................................160, 205
Trekhaak met afneembare kogel
........................................................... 206
Uitschakelen airbag passagier
.................................................... 13 9
Uitschakelen ESP
......................................... 13 5
Updaten risicozones
..................................... 307
UREA
...................................................... 35, 223
USB
............................................................... 292
USB-aansluiting
........................... 108, 292, 345
USB-poort
..................................................... 292
U
Zekeringen .................................................... 249
Zekeringen vervangen ..................................249
Zekeringkast dashboard
............................... 24
9
Zekeringkast motorruimte
............................. 24
9
Zij-airbags
............................................. 141, 142
Zijknipperlicht
................................................ 244
Zijspots
.................................................. 125, 24 4
Zijverlichting
...............................
...................125
Zonder gereedschap afneembare kogel
....................................... 206
Zonneklep
..................................................... 101
Zonnescherm
................................................ 10
4
Zonnescherm (panoramadak)
........................................... 10 6
Zuinig rijden
.................................................... 11
Waarschuwing vergeten verlichting
................................................... 11 9
Wiel demonteren
...............................
............ 238
Wiel monteren
............................................... 238
Wiel verwisselen
.................................. 235, 236
Window-airbags
.................................... 141, 142
Z
W
Vergrendelen.............................................50, 69
Vergrendelen, handmatig (noodbediening)
............................................ 62
Verkeersinformatie (TA)
........................ 3
0 9 , 3 41
Verkeersinformatie (TMC)
............................ 3
08
Verklikkerlampje remsysteem
.................................................. 22
Verklikkerlampjes
.................... 1
4, 16, 18, 19, 21
Verklikkerlampje SCR-systeem ................................................ 25
Verklikkerlampje service
.......................................................... 20
Verklikkerlampjes (st at u s)
...............
........................................... 21
Verklikkerlampje voorgloeien (diesel)
...............
........................................... 16
Verlichting overdag
...............118, 120, 242, 243
Versnellingshendel
......................................... 11
Verversen
...................................................... 218
Vervoer van lange voorwerpen
................................................. 111
Vervuiling van het roetfilter (diesel)
...............
......................................... 221
Verwarming
............................. 1
1, 84, 86, 94, 97
Verwijderen accu
.......................................... 257
Voor stoelen
............................................... 75 -77
Veiligheidsgordels
.................................. 13 6 -13 8
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
........ 139, 143 -145, 150, 152-155, 157
Ventilatie
...............
.............................. 11, 8 3 - 8 6
Ventilatieroosters
............................................ 83
V
.
Index