Page 169 of 364

167
508_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Handbediende parkeerrem
Aantrekken
F Trap het rempedaal in en trek de hefboom van de parkeerrem aan om uw auto stil te
zetten.
Vrijzetten
F Trap het rempedaal in, trek vervolgens de hefboom van de parkeerrem licht omhoog,
druk de ontgrendelknop in en duw de
hefboom geheel omlaag. Draai bij het parkeren van de auto op
een helling de wielen vast tegen het
trottoir, trek de parkeerrem aan, schakel
een versnelling in bij auto's met een
handgeschakelde versnellingsbak of zet
de selectiehendel in de stand P
bij auto's
met een automatische transmissie, en
zet het contact uit.
Als tijdens het rijden dit
verklikkerlampje en het
verklikkerlampje STOP branden in
combinatie met een geluidssignaal
en een melding, geeft dit aan
dat de parkeerrem nog (iets) is
aangetrokken.
Als het rempedaal is ingetrapt, verloopt
het aantrekken en vrijzetten van de
handbediende parkeerrem gemakkelijker.
Diefstalbeveiliging
Elektronische startbeveiliging
In de sleutels is een chip aangebracht die over
een geheime code beschikt. Om te kunnen
starten, moet bij het aanzetten van het contact
de code van de sleutel worden herkend door de
startbeveiliging.
Deze elektronische startbeveiliging blokkeert
het motormanagementsysteem zodra het
contact wordt afgezet en voorkomt zo het
starten van de motor bij een inbraak.
Bij een storing in het systeem wordt u
gewaarschuwd door een melding op het display
van het instrumentenpaneel.
De auto kan dan niet gestart worden.
Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-
netwerk.
Omwille van de veiligheid en ter voorkoming
van diefstal: laat nooit de elektronische
sleutel in de auto achter, ook niet wanneer u
in de buurt bent.
Het is raadzaam de sleutel bij u te houden.
6
Rijden
Page 170 of 364

168
508_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Wij raden u aan de parkeerrem niet te
gebruiken bij zeer lage temperaturen
(vorst) en bij het trekken van een
aanhanger (slepen, caravan, enz.).
Schakel in dergelijke gevallen de
automatische parkeerrem uit of zet
deze met de hand vrij.Controleer voordat u de auto verlaat of
de verklikkerlampjes van de parkeerrem
op het instrumentenpaneel en op de
hendel A constant branden.
De elektrische parkeerrem kan op twee manieren
worden bediend:
- Automatisch aantrekken/vrijzetten
D
e parkeerrem wordt automatisch
aangetrokken bij het afzetten van de motor
en automatisch vrijgezet bij het wegrijden
(standaard geactiveerde functies),
- Handmatig aantrekken/vrijzetten D
e parkeerrem kan handmatig worden
aangetrokken door aan de hendel A te trekken.
U k
unt de parkeerrem handmatig weer
vrijzetten door het rempedaal ingetrapt te
houden en gelijktijdig de hendel in te drukken
en vervolgens los te laten.
Als de parkeerrem nog niet is aangetrokken en het
bestuurdersportier wordt geopend, klinkt er een
geluidssignaal en verschijnt er een melding op het
display.
Programmeren van de werking
Afhankelijk van het land van bestemming kan
de functie voor het automatisch aantrekken van
de parkeerrem bij het afzetten van de motor en
het automatisch vrijzetten van de parkeerrem
bij het wegrijden worden uitgeschakeld. Wanneer de auto stilstaat en u bij draaiende of
afgezette motor de parkeerrem wilt aantrekken,
trekt
u aan de hendel A .
Handmatig aantrekken
Deze functie kan worden ingeschakeld/
uitgeschakeld via het menu op het
display van het instrumentenpaneel.
Als de functie is uitgeschakeld, dient u de
parkeerrem dus handmatig te bedienen. De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
-
het branden van het
verklikkerlampje parkeerrem en het
verklikkerlampje
P op de hendel A ,
- de melding "Parkeerrem
aangetrokken".
Wanneer u het bestuurdersportier opent bij
draaiende motor ter wijl de parkeerrem niet is
aangetrokken, klinkt er een geluidssignaal en
verschijnt er een melding op het display (behalve
bij auto's met automatische transmissie, als de
selectiehendel in de stand P (Park) staat).
Elektrische parkeerrem
Als dit verklikkerlampje brandt
op het instrumentenpaneel, is de
automatische functie uitgeschakeld.
Rijden
Page 171 of 364

169
508_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Om bij aangezet contact of draaiende motor
de parkeerrem vrij te zetten, trapt u het
rempedaal in, drukt u de hendel A in en laat u
deze vervolgens weer los.
De vrijgezette toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
Handmatig vrijzetten
- het uitgaan van het
verklikkerlampje parkeerrem en het
verklikkerlampje
P op de hendel A ,
- de melding "Parkeerrem
vrijgezet".
Als u aan de hendel A trekt zonder het
rempedaal in te trappen, wordt de parkeerrem
niet vrijgezet en verschijnt een melding op het
instrumentenpaneel. U kunt, indien nodig, de parkeerrem extra
stevig aantrekken
. Dit gebeurt door de
hendel A langer te bedienen, tot de melding
"Parkeerrem maximaal aangetrokken" op het
display verschijnt en er een geluidsignaal klinkt.
Het extra stevig aantrekken van de
parkeerrem is noodzakelijk in de volgende
omstandigheden:
-
w
anneer een caravan of aanhanger aan
de auto is gekoppeld en de automatische
bediening is geactiveerd, terwijl u de
parkeerrem handmatig bedient,
-
w
anneer de hellingcondities vermoedelijk
zullen variëren ter wijl de auto stilstaat
(bijvoorbeeld wanneer de auto vervoerd
wordt op een boot of trailer, of bij slepen).
Extra stevig aantrekken
Controleer voordat u de auto verlaat of
de verklikkerlampjes van de parkeerrem
op het instrumentenpaneel en op de
hendel A constant branden.
Laat kinderen nooit alleen in de auto
wanneer het contact is aangezet:
ze zouden de parkeerrem kunnen
vrijzetten.
Automatisch aantrekken,
motor afgezet
- het branden van het
verklikkerlampje remsysteem en het
verklikkerlampje
P op de hendel A ,
- de melding "Parkeerrem
aangetrokken".
Wanneer de auto stilstaat en u de motor
afzet, wordt de parkeerrem automatisch
aangetrokken
.
De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
In het geval van een aangekoppelde aanhanger,
wanneer de auto beladen is of op een steile helling
staat, dient u de parkeerrem extra stevig aan te
trekken, bij het parkeren de voor wielen naar de
stoeprand te sturen en een versnelling in te schakelen.
Na het extra stevig aantrekken van de parkeerrem
duurt het langer voordat de parkeerrem weer is
vrijgezet.
6
Rijden
Page 172 of 364

170
508_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Automatisch vrijzetten
De elektrische parkeerrem wordt automatisch
geleidelijk vrijgezet bij het wegrijden:
F
H
andgeschakelde versnellingsbak:
houd het koppelingspedaal geheel
ingetrapt en schakel de 1
e versnelling of de
achteruitversnelling in. Trap vervolgens het
gaspedaal in terwijl u het koppelingspedaal
laat opkomen.
F
A
utomatische transmissie: zet de
selectiehendel in de stand D , M of R en
geef gas.
De vrijgezette toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
-
het doven van het verklikkerlampje
handrem en het verklikkerlampje P
op de hendel A ,
- de melding "Parkeerrem
vrijgezet".
Geef, wanneer de auto stilstaat met draaiende
motor, niet onnodig gas, omdat u dan het risico
loopt dat de parkeerrem wordt vrijgezet.
Controleer voordat u de auto verlaat of
de verklikkerlampjes van de parkeerrem
op het instrumentenpaneel en op de
hendel A constant branden.
Parkeerrem aantrekken,
bij draaiende motor
Wanneer de auto stilstaat met draaiende motor,
dient u de auto tegen wegrollen te beveiligen
door de parkeerrem handmatig aan te trekken.
Trek daarvoor aan de hendel A .
De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
-
het branden van het
verklikkerlampje parkeerrem en het
verklikkerlampje
P op de hendel A ,
- de melding "parkeerrem
aangetrokken".
Wanneer u het bestuurdersportier opent om
uit te stappen ter wijl de parkeerrem niet is
aangetrokken, klinkt er een geluidssignaal en
verschijnt er een melding op het display (behalve
bij auto's met automatische versnellingsbak, als de
selectiehendel in de stand P (Park) staat).
Bijzondere omstandigheden
In bepaalde situaties (starten van de motor...)
bepaalt de parkeerrem zelf zijn aantrekkracht.
Dit is normaal.
Wilt u de auto enkele centimeters verplaatsen
zonder de motor te starten, trap dan met
aangezet contact het rempedaal in en zet
de parkeerrem vrij door de hendel A eerst
in te druk ken en vervolgens los te laten .
De vrijgezette toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door het doven van het
verklikkerlampje op de hendel A en van het
verklikkerlampje op het instrumentenpaneel
in combinatie met de melding "Parkeerrem
vrijgezet".
Wanneer de parkeerrem is aangetrokken
en u deze vanwege een defect of accupech
niet kunt vrijzetten, kunt u gebruik maken van
de functie voor de noodontgrendeling van de
parkeerrem.
Om de goede werking van de parkeerrem
en dus uw veiligheid te garanderen, mag de
parkeerrem niet vaker dan acht keer achter
elkaar worden aangetrokken en vrijgezet.
Als dit toch gebeurt, wordt u gewaarschuwd
door de melding "Storing parkeerrem" en het
knipperen van een verklikkerlampje.
Rijden
Page 173 of 364

171
508_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Noodremfunctie
Wanneer het rempedaal niet werkt, kan de auto worden
gestopt door aan de hendel A te trekken en deze vast te
houden.
De dynamische stabiliteitsregeling zorgt ervoor dat de auto
stabiel blijft wanneer de noodremfunctie actief is.
In geval van een storing aan het systeem van de
noodremfunctie verschijnt de melding "Parkeerrem defect".
Bij een defect aan het CDS,
aangegeven door het branden van dit
verklikkerlampje, kan de stabiliteit bij het
remmen niet worden gegarandeerd.
De noodremfunctie mag uitsluitend in
uitzonderlijke gevallen worden gebruikt.Als de accu ontladen is, werkt de
automatische parkeerrem niet.
Blokkeer, als de parkeerrem niet is
aangetrokken, uit veiligheidsoverwegingen
de auto door een versnelling in te
schakelen of een wielblok bij een van de
wielen te plaatsen.
Neem contact op met het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
In dat geval moet de bestuurder er zelf
voor zorgen dat de auto stabiel blijft door
afwisselend aan de hendel A te trekken en
deze weer los te laten.
6
Rijden
Page 174 of 364

172
508_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Storingen
Als het storingslampje van de elektrische parkeerrem gaat branden in combinatie met één of meer verklikkerlampjes uit de onderstaande tabel, zet de
auto dan op een veilige plaats stil (vlakke ondergrond, met ingeschakelde versnelling) en raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.Situaties Gevolgen
Weergave van de melding " Storing parkeerrem" en
branden van de volgende verklikkerlampjes: -
D
e automatische bediening is uitgeschakeld.
-
D
e hill holder is niet beschikbaar.
-
D
e elektrische parkeerrem kan alleen handmatig worden bediend.
Weergave van de melding " Storing parkeerrem" en
branden van de volgende verklikkerlampjes: -
D
e elektrische parkeerrem kan alleen handmatig worden vrijgezet door het
rempedaal in te trappen en de hendel los te laten.
-
D
e hill holder is niet beschikbaar.
-
D
e automatische bediening en het handmatig aantrekken van de parkeerrem
blijven mogelijk.
Rijden
Page 175 of 364

173
508_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
SituatiesGevolgen
Weergave van de melding " Storing parkeerrem" en
branden van de volgende verklikkerlampjes: -
D
e automatische bediening is uitgeschakeld.
-
D
e hill holder is niet beschikbaar.
Om de elektrische parkeerrem aan te trekken:
F
p
arkeer de auto en zet het contact uit,
F
t
rek de hendel ten minste 5 seconden uit tot de parkeerrem is aangetrokken,
F
z
et het contact aan en controleer of de verklikkerlampjes van de elektrische
parkeerrem gaan branden.
Het aantrekken van de parkeerrem duurt langer dan normaal.
Om de elektrische parkeerrem vrij te zetten:
F
zet
het contact aan,
F
h
oud de hendel ongeveer 3
seconden ingedrukt en laat de hendel weer los.
Als het controlelampje van de elektrische parkeerrem knippert of als de
verklikkerlampjes niet gaan branden als het contact wordt aangezet, werken deze
procedures niet. Parkeer de auto op een vlakke ondergrond en laat het systeem
controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
en/of
knipperend.
Weergave van de melding "
Storing parkeerrem" en
branden van de volgende verklikkerlampjes: -
A
lleen de functies automatisch aantrekken bij het afzetten van de motor en
automatisch vrijzetten bij het wegrijden zijn beschikbaar.
-
H
et handmatig aantrekken/vrijzetten van de elektrische parkeerrem is niet
mogelijk en de dynamische noodremfunctie is niet beschikbaar.
en/of
knipperend.
Weergave van de melding " Storing accu". -
Zet de auto zo snel mogelijk stil (rekening houdend met het overige verkeer) en
beveilig de auto tegen wegrollen (plaats indien nodig een wielblok achter een wiel).
- Trek de elektrische parkeerrem aan alvorens de motor af te zetten.
6
Rijden
Page 176 of 364
174
508_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Schakel de achteruitversnelling alleen
in als de auto stilstaat en de motor
stationair draait.
Voor uw veiligheid en om het starten
van de motor te vergemakkelijken:
-
z
et de versnellingshendel altijd in
de neutraalstand,
-
t
rap het koppelingspedaal in.
Handgeschakelde 6-versnellingsbak
Inschakelen van de 5e of de
6e versnelling
F Beweeg de versnellingshendel zo ver
mogelijk naar rechts om de 5e of de
6e versnelling in te schakelen.
Inschakelen van de
achteruitversnelling
F Trek de ring onder de pookknop omhoog en beweeg de versnellingshendel eerst
naar links en dan naar voren.
Als dit advies niet wordt nageleefd,
kan de versnellingsbak onherstelbaar
beschadigd raken (per ongeluk
inschakelen van de 3
e of 4e versnelling).
Rijd altijd stapvoets als de weg onder
water staat of bij het oversteken van
een wed.
Rijden