Page 97 of 364
95
508_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
4. Regeling van de luchtopbrengst
F Druk op deze toets "gevulde ventilator" om de luchtopbrengst
te verhogen.
F
D
ruk op deze toets "lege
ventilator" om de luchtopbrengst
te verlagen.
Het symbool voor de aanjagersnelheid, de
ventilator, wordt geleidelijk afhankelijk van de
gevraagde waarde gevuld.
Uitschakelen van het systeem
F Druk op deze toets "lege ventilator"
van de luchtopbrengst tot het
symbool van de ventilator verdwijnt
en "- -" wordt weergegeven.
Hiermee worden alle functies van het
airconditioningsysteem uitgeschakeld.
Het thermische comfort wordt niet meer
geregeld. Een lichte luchtstroom die
wordt veroorzaakt doordat de auto zich
voortbeweegt, blijft echter voelbaar.
3
Ergonomie en comfort
Page 98 of 364

96
508_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
F Schakel, zodra de omstandigheden het toelaten, de achterruit- en
buitenspiegelverwarming uit omdat
minder stroomverbruik leidt tot een
lager brandstofverbruik.
Ontwasemen -
Ontdooien vóór Achterruitverwarming
De achterruitverwarming kan worden
ingeschakeld met de toets op het
bedieningspaneel van de airconditioning.
Met handbediende
airconditioning
F Selecteer dit programma om de
voorruit en de zijruiten snel te
ontwasemen of te ontdooien.
Met automatische
airconditioning met gescheiden
regeling of quadrizone
Automatisch programma "Zicht"
Aan
F Druk op deze toets om de achterruit en, afhankelijk van de uitvoering, de
buitenspiegels te ontwasemen. Het
verklikkerlampje van de toets gaat branden.
Bij auto's met een Stop & Start-
systeem geldt dat zolang de
voorruitontwaseming in werking is, de
STOP-functie niet beschikbaar is.
Uit
De achterruitverwarming wordt automatisch
uitgeschakeld om onnodig brandstofverbruik te
voorkomen.
F
U k
unt de achterruitver warming ook eerder
uitschakelen door nogmaals op de toets te
drukken. Het verklikkerlampje van de toets
gaat uit.
Het systeem werkt volledig automatisch
en regelt de luchttemperatuur, de
aanjagersnelheid, de luchttoevoer en stelt de
luchtverdeling zodanig in dat de voorruit en de
zijruiten zo snel mogelijk schoon worden.
Stel de temperatuurregeling in om de ruiten
sneller te ontwasemen/ontdooien.
Druk om het programma uit te schakelen
nogmaals op de toets "Zicht". Het lampje van
de toets gaat uit en het systeem wordt weer
ingeschakeld met de instellingen van vóór de
inschakeling van het programma.
F
S
electeer dit programma om de
voorruit en de zijruiten snel te
ontwasemen of te ontdooien.
Het systeem werkt volledig automatisch en regelt de
luchttemperatuur, de aanjagersnelheid, de luchttoevoer
en stelt de luchtverdeling zodanig in dat de voorruit en
de zijruiten zo snel mogelijk schoon worden.
Als bij de airconditioning quadrizone op deze
toets wordt gedrukt, wordt de airconditioning
achter uitgeschakeld en wordt de bediening ervan
geblokkeerd.
F Druk nogmaals op de toets "Zicht" of op "AUTO"
om deze functie uit te schakelen; het lampje in de
toets gaat uit en dat van de toets "AUTO" gaat
branden.
Het systeem keert terug naar dezelfde instellingen als
die van vóór het uitschakelen.
De achterruitverwarming werkt uitsluitend bij
draaiende motor.
Ergonomie en comfort
Page 99 of 364

97
508_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Stand "Programmeerbare
ver warming"
Dit is een aanvullend en afzonderlijk systeem dat
het koelvloeistofcircuit van de motor opwarmt,
zodat de ruiten sneller ontdooid kunnen worden
en het interieur voorver warmd kan worden.
Dit verklikkerlampje gaat uitsluitend branden
als het systeem in de stand "programmeerbare
verwarming" wordt geprogrammeerd.
Druk met aangezet contact op de linker rolknop van
het stuur wiel om toegang te krijgen tot het hoofdmenu.
Programmeren
F Selecteer in het "Hoofdmenu" de optie "Voorverwarming/ventilatie",
F
V
ink "Activeren" aan en selecteer voor het
programmeren indien nodig "Parameters",
F
S
electeer " Ver warming" om de motor
en het interieur voor te ver warmen of
"Ventilatie" om het interieur te ventileren,
Programmeerbaar verwarmings-/ventilatiesysteem
Stand "Programmeerbare
ventilatie"
In deze stand wordt het interieur geventileerd
met buitenlucht, zodat onder zomerse
omstandigheden bij het instappen een
aangenamere temperatuur in het interieur
heerst. F
Selecteer:
-
"
onmiddellijk" om de ver warming of
ventilatie te starten (als de keuze via
"OK" is bevestigd),
-
h
et eerste klokje om uw vertrektijd te
programmeren/op te slaan,
-
h
et tweede klokje om een tweede
vertrektijd te programmeren/op te slaan.
Afhankelijk van de ingestelde vertrektijd
berekent het systeem automatisch het optimale
inschakeltijdstip.
De werking van de stand " Ventilatie" bij het
onmiddellijk of geprogrammeerd inschakelen van
deze stand is afhankelijk van de temperatuur in
het interieur van de auto en de buitentemperatuur.
Met de twee klokjes kunt u, bijvoorbeeld
afhankelijk van het seizoen, een keuze
maken uit twee starttijden.
Via een melding op het display van het
instrumentenpaneel wordt uw keuze
bevestigd.
3
Ergonomie en comfort
Page 100 of 364

98
508_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Zorg ervoor dat de programmeerbare
verwarming altijd is uitgeschakeld
tijdens het bijvullen van brandstof,
om brand- en explosiegevaar te
voorkomen.
Gebruik om koolmonoxidevergiftiging
te voorkomen de programmeerbare
ver warming nooit, zelfs niet voor korte
tijd, in een afgesloten ruimte zoals
een garage of werkplaats zonder
afzuiginstallatie.
Parkeer om brandgevaar te voorkomen
de auto niet op een brandbare
ondergrond (dor gras, dode bladeren,
papier...).
Tussen twee keer starten van de auto kan er
slechts één stand voor het geprogrammeerd
of onmiddellijk voorverwarmen/ventileren
worden ingeschakeld.
Het onmiddellijk of geprogrammeerd
inschakelen van de ver warming en de
ventilatie werkt niet als:
-
h
et brandstofniveau te laag is,
-
d
e accuspanning te laag is.
Voordat de ver warming of de ventilatie
wordt geprogrammeerd, moeten eerst
de interieur- en wegsleepbeveiliging
van het inbraakalarm worden
uitgeschakeld .
Zie de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het inbraakalarm.
Ergonomie en comfort
Page 101 of 364
99
508_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Voorzieningen vóór
1. Gekoeld dashboardkastje H
et dashboardkastje is voorzien van een
ventilatieopening* die met een draaiknop
kan worden afgesloten. Via deze opening
wordt koude lucht toegevoerd.
2.
O
pbergvakken
3.
W
egklapbare bekerhouders
D
ruk op het deksel om de bekerhouder te
openen.
4.
U
itneembare asbak
D
ruk op het deksel om de asbak te openen.
A
sbak legen: trek de asbak omhoog om
deze te verwijderen.
5.
S
chakelaars *
M
assagefunctie, Grootlichtassistent,
dodehoekbewaking, inbraakalarm,
PEUGEOT Connect SOS, PEUGEOT
Connect Assistance.
6.
O
pbergvak met schuifdeksel
7.
Mi
ddenarmsteun vóór
8.
1
2V-aansluitingen vóór (120 W) *
H
oud u aan het maximaal toegestane
vermogen om schade aan uw apparatuur
te voorkomen.
9.
P
EUGEOT Connect USB - USB-box
* Volgens uitvoering.
3
Ergonomie en comfort
Page 102 of 364

100
508_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Matten
Gebruik, wanneer u een nieuwe mat
bevestigt aan bestuurderszijde, uitsluitend de
bevestigingen uit het bijgeleverde zakje.
De overige matten worden gewoon op de
vloerbedekking gelegd.
Bevestigen
VerwijderenTerugplaatsen
Om te voorkomen dat de pedalen blijven
hangen:
- gebruik uitsluitend matten die op de
bevestigingen van de auto passen;
het gebruik van deze bevestigingen is
verplicht.
- gebruik nooit meer dan één mat per plaats.
Bij gebruik van niet door PEUGEOT
goedgekeurde matten kan de bediening van de
pedalen worden gehinderd en kan de werking
van de snelheidsregelaar/-begrenzer negatief
worden beïnvloed.
De door PEUGEOT goedgekeurde matten
zijn voorzien van twee bevestigingen onder de
stoel.
Ver wijderen van de mat aan de
bestuurderszijde:
F
z
et de stoel in de achterste stand,
F
m
aak de bevestigingen los,
F
v
erwijder vervolgens de mat. Terugplaatsen van de mat aan de
bestuurderszijde:
F
l
eg de mat goed op zijn plaats,
F
d
ruk de bevestigingen vast,
F
c
ontroleer of de mat goed vastzit.
Ergonomie en comfort
Page 103 of 364

101
508_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Zonneklep
De zonnekleppen zijn voorzien van een make-
upspiegel met verlichting en een afdekkapje
en, aan bestuurderszijde, van een mogelijkheid
voor het opbergen van pasjes of kaartjes.
F
O
pen als het contact aan is het afdekkapje.
De verlichting van de make-upspiegel gaat
automatisch branden.
Dashboardkastje met verlichting12V-aansluiting
Houd u aan het maximaal toegestane vermogen
om schade aan uw apparatuur te voorkomen.
Het aansluiten van elektrische
apparatuur die niet door PEUGEOT is
goedgekeurd, zoals een lader met USB-
aansluitingen, kan leiden tot storingen
in de werking van de elektrische
componenten van de auto, zoals een
slechte radio-ontvangst of storingen in
de weergave van de displays.
In het dashboardkastje kan een fles
mineraalwater, de boorddocumentatie enz.
worden opgeborgen.
In het deksel zijn voorgevormde houders
aangebracht voor een pen, een bril, munten,
kaarten, een blikje enz.
F
T
rek de handgreep omhoog om het te
openen.
De verlichting van het dashboardkastje treedt
in werking zodra het wordt geopend.
In het dashboardkastje bevindt zich de
schakelaar voor het uitschakelen van de
frontairbag aan passagierszijde A .
Het bevat ook een afsluitbare
ventilatieopening
B . Via deze opening wordt
dezelfde gekoelde lucht als die voor het
interieur aangevoerd. F
O
pen, wanneer u een 12V-accessoire
(maximaal vermogen: 120 W) wilt
aansluiten, het kapje en sluit een geschikte
adapter aan.
3
Ergonomie en comfort
Page 104 of 364

102
508_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
1. Plafonnier vóór
2. Kaartleeslampjes vóór
3.
K
aartleeslampjes achter
4.
Sf
eerverlichting
Plafonniers
In deze stand gaat de
interieurverlichting geleidelijk branden:
Plafonnier vóór
Zorg ervoor dat er geen voor werpen in
contact zijn met de plafonniers.
In de stand "interieurverlichting permanent
ingeschakeld", blijft de interieurverlichting
afhankelijk van de omstandigheden
gedurende een bepaalde tijd branden:
- bij afgezet contact: ongeveer 10 minuten,- in de eco-mode: ongeveer 30 seconden,- bij draaiende motor: onbeperkt.
- als de auto wordt ontgrendeld,
-
a ls de sleutel uit het contact wordt ver wijderd,
-
a
ls een portier wordt geopend,
-
a
ls op de vergrendelingsknop van de
afstandsbediening wordt gedrukt om de auto
te lokaliseren.
De interieurverlichting gaat geleidelijk uit:
-
a
ls de auto wordt vergrendeld,
-
a
ls het contact wordt aangezet,
-
3
0 seconden na het sluiten van het
laatste portier.
Permanent uit.
Permanent aan.
Kaartleeslampjes vóór en
achter
F Druk bij aangezet contact op de desbetreffende schakelaar.
Als plafonnier vóór in de stand
"interieurverlichting permanent ingeschakeld"
staat, branden ook de kaartleeslampjes achter,
behalve als deze in de stand "Permanent uit"
staan.
U kunt de kaartleeslampjes achter vanaf de
zitplaatsen vóór uitschakelen om bijvoorbeeld
slapende passagiers niet te storen. De
achterpassagiers kunnen echter altijd zelf de
kaartleeslampjes inschakelen.
Ergonomie en comfort