2016 CITROEN DS5 HYBRID Instructieboekjes (in Dutch)

Page 353 of 780

CITROEN DS5 HYBRID 2016  Instructieboekjes (in Dutch) 27Hybrid4-systeem
   
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
200V-tractiebatterij 
 
 
De Ni-MH-technologie (nikkel-metaalhydride) 
van de tractiebatterij is bestand tegen het 
herhaaldelijk en snel gedeeltelijk opladen

Page 354 of 780

CITROEN DS5 HYBRID 2016  Instructieboekjes (in Dutch)    
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Veiligheidswaarschuwingen in verband met de hoogspanning 
 
 
De elektromotor werkt met een spanning 
van 150 tot 270 V. 
  Raak de onderdelen van het 
hoogspanningscircu

Page 355 of 780

CITROEN DS5 HYBRID 2016  Instructieboekjes (in Dutch) 29Hybrid4-systeem
  Dit ventilatiesysteem werkt niet continu. Het 
past permanent de mate van ventilatie aan de 
koelbehoefte van de tractiebatterij aan. 
  De werking van het systeem kan hoorbaar zij

Page 356 of 780

CITROEN DS5 HYBRID 2016  Instructieboekjes (in Dutch)    
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Toegang tot de motorruimte 
 
Ook de dynamo/startmotor van uw Hybrid4-
auto wordt met hoogspanning gevoed. 
  Wanneer u de motorkap opent zonder eerst het 
contact af te zetten

Page 357 of 780

CITROEN DS5 HYBRID 2016  Instructieboekjes (in Dutch) 31Comfort
   
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Voorzieningen in de bagageruimte 
 
 
 
 
1. 
  Hoedenplank 
   
  Deze kan worden ver wijderd zodat grotere 
voorwerpen vervoerd kunnen worden. 
   
2.

Page 358 of 780

CITROEN DS5 HYBRID 2016  Instructieboekjes (in Dutch)    
Selecteer wanneer u de auto met 
ingeschakeld Hybrid4-systeem stilzet 
altijd de neutraalstand  N 
. 
  Controleer voordat u werkzaamheden 
onder de motorkap uitvoert altijd of de 
selectiehendel

Page 359 of 780

CITROEN DS5 HYBRID 2016  Instructieboekjes (in Dutch) 33Rijden
   
 
N 
 Neutral (neutraalstand). 
   
R 
 Reverse (achteruitversnelling). 
   
1, 2, 3, 4, 5, 6. 
  Versnellingen bij handmatig 
schakelen. 
   
A 
  Gaat branden als u kiest voor automatis

Page 360 of 780

CITROEN DS5 HYBRID 2016  Instructieboekjes (in Dutch)    
In de handbediende stand wordt bij 
krachtig accelereren niet opgeschakeld 
als de bestuurder de flippers achter het 
stuur wiel niet bedient. 
  Selecteer de neutraalstand  N 
 nooit 
tijdens het