Page 217 of 780
215
DS5_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
Geïntegreerde
zijknipperlichtenInstapverlichting in de
buitenspiegels
Voor het vervangen van de LED dient u het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats te raadplegen.
Voor het vervangen van deze lampen dient u
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats te raadplegen.
Praktische informatie
Page 218 of 780
DS5_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
1. Parkeerlichten (
LED).
2.
R
ichtingaanwijzers (PY21W
amberkleurig).
3.
A
chteruitrijlichten (P21W).
4.
R
emlichten (P21W).
5.
M
istachterlichten (P21W).
Achterlichten
Richtingaanwijzers en remlichten
(op de schermen)
F Open de achterklep en verwijder vervolgens het afdekplaatje.
F
N
eem de stekker van de lamp los.
F
D
raai de twee bevestigingsmoeren van de
lamp los. F
V er wijder de lamp voorzichtig via de
buitenzijde van de auto.
De bevestigingsklemmen gaan
automatisch los.
F
D
raai de lamphouder een kwart
omwenteling en vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
LEDs
Neem voor het vervangen van leds
contact op met het CITROËN-netwerk
of met een gekwalificeerde werkplaats.
Page 219 of 780
217
DS5_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
Achteruitrijlichten (achterklep)
F Ver wijder de lamp voorzichtig via de buitenzijde van de auto. De
bevestigingsklemmen worden automatisch
losgemaakt.
F
D
raai de lamphouder een kwart
omwenteling en vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Mistlamp
F Open de achterklep.
F M aak de achterlichtlijst los.
F
V
er wijder het deksel en draai de
bevestigingsmoer van de lamp los. De mistlamp is vanaf de onderzijde van de
bumper bereikbaar.
F
D
raai de fitting een kwart omwenteling en
verwijder het geheel.
F
V
ervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Voor het vervangen van deze lampen
kunt u ook het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats raadplegen.
Praktische informatie
Page 220 of 780
DS5_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
Kentekenplaatverlichting
F Steek een kleine schroevendraaier in de spleet van het lampglas.
F
D
uw de schroevendraaier naar buiten om
het lampglas los te maken.
F
V
er wijder het lampglas.
F
T
rek de lamp uit de lamphouder en vervang
de lamp.
Derde remlicht (LED's)
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Page 221 of 780

219
DS5_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
Zekeringen vervangen
De tang voor het verwijderen van zekeringen is
bevestigd aan de binnenzijde van de klep van
het zekeringkastje in het dashboard.
Toegang:
F
v
er wijder de klep en draai hem om,
F
t
rek de tang los.
Toegang tot het gereedschap
Voordat u een zekering vervangt, dient u:
F d e oorzaak van de storing op te sporen en
te (laten) verhelpen,
F
a
lle stroomverbruikers uit te schakelen,
F
d
e auto stil te zetten en het contact af te
zetten,
F
d
e defecte zekering te achterhalen met
behulp van de zekeringtabellen en de
schema's op de volgende bladzijden.
Vervangen van een zekering
Goed Defect
Bij het vervangen van een zekering moet u:
F
d
e speciale tang gebruiken om de zekering
uit de zekeringkast te ver wijderen en
vervolgens de staat van de gloeidraad
controleren,
F
d
e defecte zekering altijd vervangen door
een zekering met dezelfde stroomsterkte
(zelfde kleur); een afwijkende
stroomsterkte kan storingen veroorzaken
(kans op brand).
Het vervangen van een zekering die
niet in een van de volgende tabellen is
opgenomen, kan tot ernstige storingen
aan uw auto leiden. Raadpleeg
het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als de storing zich kort na het vervangen
van de zekering opnieuw voordoet, laat dan
het elektrische systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats. Tang
Praktische informatie
Page 222 of 780
DS5_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
Montage van elektrische
accessoires
Bij het ontwerp van het elektrische
circuit van uw auto is reeds rekening
gehouden met de montage van zowel de
standaarduitrusting als eventuele opties.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats voordat u andere
elektrische voorzieningen of accessoires in
de auto monteert of laat monteren.
CITROËNis niet aansprakelijk voor
kosten die voortvloeien uit storingen
veroorzaakt door het monteren van
extra accessoires die door CITROËN
noch aanbevolen noch geleverd worden
en die bovendien niet volgens haar
voorschriften zijn gemonteerd. Dit
geldt met name als het gezamenlijke
stroomverbruik van de extra
accessoires meer dan 10
milliampère
bedraagt.
Page 223 of 780
221
DS5_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
Zekeringen dashboard
De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde
van het dashboard (linkerzijde).
Toegang tot de zekeringen
F Zie de paragraaf "Toegang tot het gereedschap".
Zekeringtabel
Zekeringn r.Stroomsterkte
(A)Functies
F6
A of B 15Autoradio.
F8 3Inbraakalarm.
F13 10Aansteker vóór, 12V-aansluiting vóór.
F14 1012V-aansluiting achter.
F16 3Kaartleeslampen achter.
F17 3Make-upspiegel.
F28
A of B 15Autoradio.
F30 20Ruitenwisser achter.
F32 10Audioversterker.
Praktische informatie
Page 224 of 780
DS5_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
Zekeringen motorruimte
De zekeringkast bevindt zich onder de
motorkap, naast de accu.
Toegang tot de zekeringen
F Maak het deksel los.
F V ervang de zekering.
Ga naar het begin van deze rubriek
voor de bijzonderheden en de te nemen
voorzorgsmaatregelen bij het vervangen van
een zekering.
F
S
luit na het vervangen van de zekering
zorgvuldig het deksel voor een goede
afdichting van de zekeringkast. Zekering
N° Ampère
(A) Functies
F20 15Ruitensproeierpomp voor en achter.
F21 20Koplampsproeierpomp.
F22 15Claxon.
F23 15Grootlicht rechts.
F24 15Grootlicht links.
F27 5Afschermklep koplamp links.
F28 5Afschermklep koplamp rechts.
Zekeringtabel