002003004
DS5_nl_Chap00a_sommaire_ed02-2015
COMFORT
TOEGANG TOT
DE AUTO RIJDEN
72 Voor stoelen
77
Achterbank
80
Spiegels
81
Stuurwielverstelling
82
V
oorzieningen voorin
86
V
oorzieningen achter
87
V
oorzieningen van de
bagageruimte
88
G
evarendriehoek (opbergen)
89
V
er warming en ventilatie
91
A
utomatische airconditioning
met gescheiden regeling
95
O
ntwasemen - Ontdooien
vóór
95
Achterruitverwarming 98
Rijadviezen
100
S
tarten / afzetten van de
motor
103
E
lektrische parkeerrem
109
H
ill Start Assist
110
Handgeschakelde
versnellingsbak
111
Automatische
versnellingsbak
115
Schakelindicator
116
Controlesysteem
bandenspanning
118
St
op & Start
122
L
ane Departure Warning
System (LDWS)
123
Dodehoekbewaking126 H
ead-up display
128
Sn
elheden opslaan
130
S
nelheidsbegrenzer
133
Snelheidsregelaar
136
P
arkeerhulp
138
A
chteruitrijcamera
52 E
lektronische sleutel -
afstandsbediening
54
K
eyless entry and start
61
C
entrale vergrendeling
62
Achterklep
63
Alarm
66
E
lektrisch bedienbare ruiten
68
C
ockpit roof
DS5_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed02-2015
Cockpit
Automatische schakeling grootlicht/dimlicht 147-148
Lane Departure Warning System
1
22
Interieurbeveiliging alarmsysteem
6
3 - 65
Ruitbediening voor/achter
6
6 - 67
Elektrische kinderbeveiliging
1
76
Centrale vergrendeling
6
1
Brandstoftankklep openen
2
39
Achterklep openen
62
P
ar keer hulp
13
6 -137
ESP-/ASR-systeem
1
84-185
Stop & Start
1
18 -121
ou
D odehoekbewaking
123 -125
Rijen drukschakelaars (zijkant)
Urgence-oproep met
lokalisering 1 81, 278-279
Assistance-oproep met lokalisering
1
81, 278-279
Cockpit roof
6
8 - 69
H ead - up display
12
6 -127Buitenspiegels
80
Koplamphoogteverstelling
1
50
Rijen drukschakelaars (midden)
DS5_nl_Chap04_conduite_ed02-2015
Lane Departure Warning System (LDWS)
Dit systeem signaleert, met behulp van een
camera die doorgetrokken of onderbroken
strepen herkent, het onvrijwillig overschrijden
van een rijstrookmarkering.
Om de actieve veiligheid te verhogen analyseert de
camera de beelden en activeert een waarschuwing,
wanneer de aandacht van de bestuurder verslapt
en de auto de markering overschrijdt (bij een
wagensnelheid hoger dan 80 km/h).
Dit systeem werkt optimaal op snelwegen en
autowegen.
Activering
F Druk, bij aangezet contact of bij draaiende motor, op deze knop
om de functie te activeren; het
lampje gaat branden.
Het Lane Departure Warning System is
een hulpmiddel voor de bestuurder, die
desondanks waakzaam moet blijven.
Uitschakelen
U wordt gewaarschuwd door het trillen van de
zitting van de bestuurdersstoel:
-
r
echts: als de rechter rijstrookmarkering
wordt overschreden,
-
l
inks: als de linker rijstrookmarkering wordt
overschreden.
Als de richtingaanwijzer is ingeschakeld,
en ongeveer 20
seconden nadat deze
is uitgeschakeld, wordt er geen enkele
waarschuwing gegeven.
Signalering - waarschuwing Storing
Er kunnen storingen in de signalering
optreden:
-
a
ls de rijstrookmarkeringen
weggesleten zijn,
-
a
ls er weinig contrast is tussen het
wegdek en de markeringen,
-
a
ls de voorruit vuil is,
-
o
nder bepaalde extreme
weersomstandigheden: mist,
zware neerslag, sneeuw, sterke
zonnestraling of bij direct zonlicht
(zeer laagstaande zon, uitrijden van
een tunnel, ...) en schaduw.
F
D
ruk opnieuw op de knop: het
lampje gaat uit. In het geval van een storing knippert het lampje
van de knop.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
De status van het systeem blijft na het afzetten
van het contact in het geheugen opgeslagen. Zorg ervoor dat u de verkeersregels
in acht neemt en iedere twee uur een
pauze neemt.
M
L
Lampen (vervangen) ......................2 11, 216 , 218
Lampen vervangen ........................ 2
11, 216 , 218
Lane Departure Warning System (LDWS)
.......................................... 12 2
Lange voorwerpen vervoeren
........................86
Leder (onderhoud)
........................................ 23
3
LED's
............................................................. 216
LED-verlichting
..................................... 145, 216
Lekke band
.................................................... 19 6
Lendensteun
................................................... 76
Lichtschakelaar
..................................... 14
2, 148
Lokaliseren van de auto
..................................55
Luchtfilter
...................................................... 2 51
Luchtfilter (vervangen)
..................................2 51Massagefunctie
...............................................
76
Matten
.............................................................
84
Mat verwijderen
.............................................. 84
M
enustructuren display
........................
301, 302
Milieu
.........................................................
14, 59
Milieubewust rijden
......................................... 14
M
istachterlicht
.......................................
14 4, 216
Mistlampen
...............................
.....................
2 11
Mistlampen vóór
.............
14 4, 152 , 2 11, 214 , 217
Monochroom display
....................... 39,
284
, 301
Motoren
.................................................
264, 267
Motorenoverzicht
..................................
264, 267
Motorolie
...............
........................................
247
Motorolieniveau, controle
...............................
36
Motorolieniveaumeter
.....................................
36
Motorruimte
...........................................
244, 245
M P3
(CD)
..............................................
288, 289
Multifunctioneel display (met autoradio)
......................................
39, 284
Niveaus controleren
...............................247-25 0
Niveaus en controles
.............244, 245 , 247-25 0
Noodbediening achterklep
..............................62
Noodbediening portieren
................................ 57
N
oodprocedure starten
.................................224
Oliefilter
.........................................................2 51
Oliefilter (vervangen)
....................................2 51
Olieniveau
...............................................36, 247
O N P
Parkeerhulp achter .......................................
13 6
Parkeerhulp vóór ........................................... 137
Parkeerlichten
........ 14
2, 145 , 148 , 211-213 , 216
Passagiersairbag uitschakelen
....................189
Plafonniers
.................................................... 157
Portieren ontgrendelen
...................................61
Portieren openen
...................................... 52, 54
Portieren sluiten
........................................ 53, 55
Portieren vergrendelen
...................................61
Pyrotechnische gordelspanners
................... 18
8
R
Radio ............................................................. 285
Regelmatig onderhoud ...................................14
Regeneratie roetfilter
.................................... 2 51
Kinderzitjes
...........
16
2
, 163 , 167, 168 , 175, 188
Kinderzitjes (conventioneel)
.................
168, 169
Klembeveiliging
...............................................
68
Kleurcode lak
................................................
2 74
Klokje
........................................................
38, 42
Klokje (instellen)
...............................
.........
38, 39
Koelvloeistofniveau
.................................
32, 249
Koelvloeistoftemperatuur
................................
32
Koelvloeistoftemperatuurmeter
......................
32
Kofferdeksel sluiten
........................................
62
Koplampen
...............................
.....................
233
Koplampsproeiers
.................................
15 4, 249
Koplampsproeiervloeistofniveau
.................. 24
9
Koplampverstelling
....................................... 15
0
Krik
........................................................
202, 203 Oliepeilstok
..............................
...............
36, 247
Olieverbruik
................................................... 2
47
Onderhoud (adviezen)
..................................
233
Onderhoudsadviezen
................................... 23
3
Onderhoudscontroles
.....................................
14
Onderhoudsintervalindicator
..........................
33
Onderhoudsintervalindicator resetten
............ 35
O
ntdooien
.................................................. 80, 95
Ontgrendelen
............................................
52, 54
Ontwasemen
...................................................
95
Ontwasemen achter
........................................ 95
O
ntwasemen voor
...........................................
95
Opbergvakken
.....................................
82, 85 - 87
Opschakelindicator
.......................................
115