Page 585 of 780
31Comfort
Voorzieningen in de bagageruimte
1.
Hoedenplank
Deze kan worden ver wijderd zodat grotere
voorwerpen vervoerd kunnen worden.
2.
Haken (voor tassen)
3.
Riemen
Deze zijn bedoeld voor het bevestigen van
een gevarendriehoek.
4.
Uitneembare vloerplaat in de
bagageruimte
Trek de vloerplaat aan de handgreep
omhoog en beweeg deze langs de
geleiders.
Page 586 of 780

Selecteer wanneer u de auto met
ingeschakeld Hybrid4-systeem stilzet
altijd de neutraalstand N
.
Controleer voordat u werkzaamheden
onder de motorkap uitvoert altijd of de
selectiehendel in de stand N
staat, de
parkeerrem is aangetrokken en het
verklikkerlampje READY
is gedoofd
nadat u het Hybrid4-systeem hebt
uitgeschakeld.
Deze elektronisch gestuurde versnellingsbak
met 6 versnellingen kan op twee manieren
worden bediend:
- automatische
bediening, waarbij het op-
en terugschakelen volledig automatisch
wordt geregeld,
- handmatige
bediening, waarbij de
bestuurder zelf sequentieel kan schakelen.
Bij de automatische bediening blijft het mogelijk
om zelf te schakelen met behulp van de flippers
achter het stuur wiel, bijvoorbeeld om even snel
in te halen.
Elektronisch gestuurde versnellingsbak (ETG6)
R.
Achteruit.
)
Trap het rempedaal in, trek de selectiehendel
omhoog en beweeg deze naar voren.
N.
Neutraalstand.
)
Trap het rempedaal in en selecteer deze
stand om de motor te kunnen starten.
A.
Automatische bediening.
)
Beweeg de selectiehendel naar achteren
om deze stand te selecteren.
M.
Handmatig, sequentieel schakelen.
)
Trek de selectiehendel omhoog en beweeg
deze naar achteren om deze stand te
selecteren en schakel ver volgens met
behulp van de flippers achter het stuur wiel.
Selectiehendel
+.
Opschakelen (rechts van het stuur wiel).
)
Trek de flipper aan de rechterzijde achter
het stuur wiel "+"
een keer naar u toe om
op te schakelen.
-.
Terugschakelen (links van het stuur wiel).
)
Trek de flipper aan de linkerzijde achter het
stuur wiel "-"
een keer naar u toe om terug
te schakelen.
Flippers achter het stuur wiel
Bij het inschakelen van de
achteruitversnelling klinkt een geluidssignaal.
Met de flippers is het niet mogelijk de
neutraalstand of de achteruitversnelling
in te schakelen of uit de
achteruitversnelling te schakelen.
Page 587 of 780

33Rijden
N
Neutral (neutraalstand).
R
Reverse (achteruitversnelling).
1, 2, 3, 4, 5, 6.
Versnellingen bij handmatig
schakelen.
A
Gaat branden als u kiest voor automatische
bediening en gaat uit als u kiest voor
handmatige bediening.
Weergave op het instrumentenpaneel
Starten van de auto
)
Zet om te starten de
selectiehendel in de stand N
.
)
Zet de parkeerrem vrij door aan de hendel
te trekken wanneer de automatische
werking van de parkeerrem is
uitgeschakeld.
)
Laat het rempedaal geleidelijk los.
Zet voordat u de auto verlaat de
selectiehendel in de stand N
en schakel
het Hybrid4-systeem uit door het
contact uit te zetten (verklikkerlampje
Ready
gedoofd).
)
Trap het rempedaal in
als een
melding wordt weergegeven
op het display van het
instrumentenpaneel.
)
Houd het rempedaal ingetrapt.
)
Start het Hybrid4-systeem.
Als het Hybrid4-systeem niet wordt geactiveerd:
- Als de aanduiding N
op het
instrumentenpaneel knippert, zet de
selectiehendel dan eerst in de stand
A
en ver volgens in de stand N
.
- Als de melding "Voet op het
rempedaal"
wordt weergegeven,
trap het rempedaal dan steviger in.
)
Selecteer een stand ( A
of M
) of de
achteruitversnelling (stand R
).
Trap om krachtig te accelereren
(bijvoorbeeld voor een
inhaalmanoeuvre) het gaspedaal met
kracht in, tot voorbij het zware punt.
)
Start de auto en selecteer de stand A
om
de stand automatische bediening in te
schakelen.
Automatische bediening
Op het display van het
instrumentenpaneel verschijnt de
aanduiding A
.
De versnellingsbak werkt dan automatisch,
zonder dat u zelf hoeft te schakelen. De
versnellingsbak kiest voortdurend de meest
geschikte versnelling, afhankelijk van de
volgende parameters:
- de rijstijl,
- het profiel van de weg.
Op het display van het
instrumentenpaneel verschijnt de
aanduiding A
, M1
of R
.
)
Als de parkeerrem wordt vrijgezet, zet de
auto zich direct in beweging.
Als de parkeerrem is aangetrokken en de
automatische werking van de parkeerrem
is ingeschakeld, geef dan geleidelijk gas.
Page 588 of 780

In de handbediende stand wordt bij
krachtig accelereren niet opgeschakeld
als de bestuurder de flippers achter het
stuur wiel niet bedient.
Selecteer de neutraalstand N
nooit
tijdens het rijden.
Als bij stapvoets rijden de
achteruitversnelling wordt geselecteerd,
wordt deze pas ingeschakeld als de auto
volledig tot stilstand is gekomen. Op het
display van het instrumentenpaneel wordt
een pictogram weergegeven.
Selecteer de achteruitversnelling (stand R
)
uitsluitend als de auto volledig stilstaat en
de voet op het rempedaal wordt gehouden.
Bij de automatische bediening blijft het altijd mogelijk
om zelf te schakelen met behulp van de flippers achter
het stuur wiel, bijvoorbeeld om even snel in te halen
.
)
Bedien de flippers "+"
of "-"
achter het stuur.
De versnellingsbak wordt dan in de desbetreffende
versnelling geschakeld, mits de snelheid van
de auto en het motortoerental dit toestaan. De
aanduiding A
blijft op het display staan.
Handmatig schakelen
)
Zet na het starten de selectiehendel in de
stand M
om de handbediende stand in te
schakelen.
)
Bedien de flippers +
of -
.
Het schakelen naar een andere versnelling
is alleen mogelijk als de snelheid van de
auto en het motortoerental dit toestaan. De
verbrandingsmotor blijft altijd draaien.
Het is niet noodzakelijk om bij het schakelen het
gaspedaal los te laten.
Bij het remmen of het verminderen van de
snelheid schakelt de versnellingsbak automatisch
terug, zodat de juiste versnelling is geselecteerd
op het moment dat u het gaspedaal weer intrapt.
Handmatig schakelen
De aanduiding A
verdwijnt
en de achtereenvolgens
ingeschakelde versnellingen,
M1... M6
, worden
weergegeven op het display
van het instrumentenpaneel. Als de stuurbediening enige tijd niet meer
gebruikt wordt, gaat de versnellingsbak weer
over op de automatische stand.
Page 589 of 780

35Rijden
Stilzetten van de auto
Storing
Controleer voordat u de auto verlaat
of de verklikkerlampjes van de
parkeerrem op het instrumentenpaneel
en op de hendel van de parkeerrem
permanent branden.
Als u de auto wilt stilzetten zonder
de parkeerrem aan te trekken, moet
u, voordat u het contact afzet, de
selectiehendel in de stand A
of R
zetten.
Wanneer de accu defect is, moet u
een wielblok tegen een van de wielen
plaatsen om de auto tegen wegrollen te
beschermen.
Zet voordat u het Hybrid4-systeem uitschakelt
de selectiehendel in de stand N
.
Wanneer het Hybrid4-systeem wordt
uitgeschakeld, wordt de elektrische parkeerrem
automatisch aangetrokken.
Als de automatische werking van de
parkeerrem is uitgeschakeld, trek dan de
parkeerrem handmatig aan om de auto volledig
stil te zetten.
Laat als het Hybrid4-systeem is
ingeschakeld nooit kinderen alleen in
de auto achter.
Uit veiligheidsover wegingen wordt deze
functie alleen geactiveerd als u het
rempedaal intrapt tijdens het inschakelen
van een versnelling vooruit of de
achteruitversnelling.
Deze functie wordt uitgeschakeld zodra het
bestuurdersportier wordt geopend. Sluit om
de functie weer in te schakelen het portier
en trap het rempedaal of gaspedaal in.
Kruipfunctie
Dankzij deze functie verloopt het rijden op lage
snelheid soepeler (inparkeren, file rijden, ...).
Doe het volgende ter wijl het Hybrid4-systeem
is ingeschakeld, de auto stilstaat en de
parkeerrem is vrijgezet:
)
trap het rempedaal in,
)
zet de selectiehendel in de stand A
, R
of
M
,
)
laat het rempedaal geleidelijk los.
De auto zet zich direct in beweging en bereikt
geleidelijk een snelheid van ongeveer 10 km/h,
zonder dat u het gaspedaal hoeft in te trappen.
Als dit waarschuwingslampje
bij het aanzetten van het
contact gaat knipperen,
in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het display
van het instrumentenpaneel, duidt dit op een
storing in de versnellingsbak.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Page 590 of 780

Autowasstraat
Bij sommige autowasstraten (waar de auto op een transportband doorheen wordt gevoerd) mag de parkeerrem tijdens het autowassen niet zijn
aangetrokken.
Als het Hybrid4-systeem is ingeschakeld, het verklikkerlampje
R
EADY
brandt en de parkeerrem is vrijgezet:
)
Zet de selectiehendel in de stand N
.
)
Schakel het Hybrid4-systeem uit (druk op de knop
" START/STOP
"). Het verklikkerlampje READY
op
het instrumentenpaneel dooft en de parkeerrem wordt
automatisch aangetrokken.
)
Zet het contact weer aan (druk op de knop " START/STOP
")
zonder het rempedaal in te trappen. Het verklikkerlampje
READY
gaat niet branden.
)
Zet de parkeerrem vrij met de hendel op de middenconsole,
ter wijl u het rempedaal ingetrapt houdt.
)
Zet het contact af (druk op de knop " START/STOP
" zonder
het rempedaal in te trappen) na gecontroleerd te hebben of
de parkeerrem vrijgezet blijft.
Als de HDi-dieselmotor op dat moment niet draait, wordt hij
onmiddellijk gestart.
Als de HDi-dieselmotor op dat moment draait, blijft hij onbeperkt
draaien.
Als het Hybrid4-systeem is ingeschakeld, het verklikkerlampje
READY
brandt en de parkeerrem is vrijgezet:
)
Zet de selectiehendel in de stand N
(stand AUTO
).
)
Houd het rempedaal ingetrapt en druk vervolgens op de toets
" ECO OFF
".
Autowasstraten waarin de HDi-dieselmotor moet
zijn afgezet.
Autowasstraten waarin de HDi-dieselmotor niet
mag worden afgezet.
Schakel, indien mogelijk, de automatische werking van de parkeerrem uit via het menu voor het configureren van de uitrusting van de auto.
Page 591 of 780

37Praktische informatie
Bandenreparatieset
Deze set bestaat uit een compressor en een flacon met afdichtmiddel.
Hiermee kunt u de band tijdelijk repareren
.
U kunt ver volgens naar de dichtstbijzijnde garage rijden.
Met deze set kunnen de meeste lekke
banden worden gerepareerd, als het
lek zich in het loopvlak of de hiel van de
band bevindt.
Met de compressor kunt u de
bandenspanning controleren en
aanpassen.
Zie voor meer informatie over het
gebruik van deze bandenreparatieset
de desbetreffende rubriek in het
instructieboekje van de auto.
Al het gereedschap is specifiek
bestemd voor uw auto.
Gebruik het niet voor andere
doeleinden.
Toegang tot de set
Overzicht gereedschap
1.
12V- c ompressor.
De compressor bevat een afdichtingsproduct
voor het tijdelijk repareren van een band.
Bovendien kan hiermee de bandenspanning
worden aangepast.
2.
Wielblok.
Voor het blokkeren van de wielen, zodat de
auto niet weg kan rollen.
3.
Sleutel voor doppen van wielbouten.
Voor het ver wijderen van de
beschermdoppen van de wielbouten van
lichtmetalen velgen.
4.
Wieldopsleutel.
Voor het ver wijderen van de wieldoppen van
lichtmetalen velgen.
5.
Afneembaar sleepoog.
Deze set bevindt zich in de opbergbak onder de
vloerplaat van de bagageruimte.
Page 592 of 780

Slepen - bergen van de auto met een bergingsauto
Sleep de auto nooit met twee of vier wielen op de grond: kans op beschadiging van de aandrijving.
Maar als de auto moeilijk bereikbaar is, kan de auto over een afstand van enkele tientallen meters
met een snelheid van minder dan 10 km/h met de wielen op de grond worden verplaatst.
Gebruik het sleepoog uitsluitend
om de auto wanneer deze
moeilijk bereikbaar is over enkele meters te verplaatsen of
om de auto op een bergingsauto te ver voeren.
Voordat u werkzaamheden uitvoert: trap het rempedaal in ter wijl het contact aanstaat, zet de
selectiehendel in de stand N
en schakel ver volgens het Hybrid4-systeem uit (verklikkerlampje READY
uit).
Roep altijd de hulp in van een professioneel bergingsbedrijf om uw auto met een bergingsauto of trailer te
bergen.
Sneeuwkettingen
Voor schr if t en
Er mogen alleen sneeuwkettingen op de
voorwielen worden gemonteerd.
De keuzeschakelaar moet in de stand 4WD
staan.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek in
het instructieboekje van de auto om te
zien of de banden van uw auto geschikt
zijn voor sneeuwkettingen. Hier vindt u
ook montageadviezen.