Page 33 of 412

31
208_nl_Chap01_instruments-bord_ed01-2016
F Selecteer het menu " Rijden ".
F
S
electeer de gewenste functie met uw
vinger.
Touchscreen
F Druk op de toets MENU om het
hoofdmenu weer te geven. Achtereenvolgens:
Actuele informatie
Actieradius
(km of miles)
Aantal kilometers dat u nog
met de resterende hoeveelheid
brandstof kunt rijden (berekend
op basis van het gemiddelde
verbruik over de laatste
afgelegde kilometers).
Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt, verschijnen
s treepjes op het display. Na het tanken van minimaal
5
liter brandstof wordt de actieradius opnieuw berekend en
weergegeven als deze meer dan 100
km bedraagt.
Actueel brandstofverbruik
(l/100 km of km/l of mpg)
Berekend over de laatste verstreken
seconden.
Stop & Star t-teller (volgens
uitvoering)
(minuten/seconden of uren/
minuten)
Deze functie wordt alleen weergegeven
bij snelheden vanaf 30
km/h.
Deze waarde kan variëren door een
gewijzigde rijstijl of het rijden op een
helling, waardoor het momentele
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats als
tijdens het rijden de streepjes continu
worden weergegeven. Als uw auto is uitgerust met het Stop & Start-
systeem, registreert een teller hoelang de
STOP-stand tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt, elke keer als u het contact met
de sleutel aanzet, weer op nul gezet.
1
Instrumentenpaneel
Page 34 of 412
32
208_nl_Chap01_instruments-bord_ed01-2016
Traject resetten
F Druk op de toets voor het resetten zodra het gewenste
traject wordt weergegeven.
De trajecten "1" en "2" zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
Traject "1" kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject "2" voor
een maandelijks verbruik.
Traject "1"
Traject "2"
Voor elk traject afzonderlijk:
Gemiddeld brandstofverbruik
(l/100
km of km/l of mpg)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Berekend sinds de
laatste nulstelling van de
trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of miles)
Berekend sinds de
laatste nulstelling van de
trajectgegevens.
Instrumentenpaneel
Page 35 of 412
33
208_nl_Chap01_instruments-bord_ed01-2016
Datum en tijd
Druk op MENU om het
" HOOFDMENU " weer te geven.
Selecteer " Tijd instellen " of " Datum instellen ".
Touchscreen
Selecteer " Instellingen ".
Selecteer op de secundaire pagina
" Tijd/datum ".
Ga naar de "
Secundaire pagina ".
Wijzig de parameters met de numerieke
toetsen en bevestig uw keuzes. Druk op " Bevestigen " om de
instellingen op te slaan en het menu
te verlaten.
Instrumentenpaneel
F Druk deze toets herhaaldelijk in om de volgende parameters weer te geven:
-
uren,
-
minuten,
-
t
ijdsaanduiding in 12 of 24 uur.
1
Instrumentenpaneel
Page 36 of 412
34
208_nl_Chap01_instruments-bord_ed01-2016
Dimmer verlichting
Twee knoppen
Als de verlichting van de auto is ingeschakeld:
Eén knop
F Druk op deze knop om de lichtsterkte te verhogen. F
D ruk op de knop om de
lichtsterkte te variëren,
F
D
ruk op deze knop om de
lichtsterkte te verlagen. F
l
aat de knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte
is bereikt. U kunt de lichtsterkte van de verlichting van
het dashboard en het touchscreen handmatig
aanpassen aan het licht van de omgeving.
De dashboardverlichting kan niet worden
ingesteld als de verlichting van de
auto is uitgeschakeld of, bij auto's met
dagrijverlichting, in de dagstand staat.
Touchscreen
F Selecteer " Scherminstelling" .
F
D
ruk op MENU
om het
"HOOFDMENU" weer te geven.
F Selecteer
"Instellingen" .
F Selecteer
"Secundaire pagina" .
Instellen
F
R
egel de lichtsterkte door de cursor te
verschuiven.
Instrumentenpaneel
Page 37 of 412

Toegang tot de auto35
208_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Afstandsbediening
A. Uitklappen/inklappen.
B. Ontgrendelen.
A
larm uitschakelen.
C.
Vergrendelen.
Lokaliseren.
A
larm inschakelen.
Alle portieren ontgrendelen
Met de sleutel
F Draai de sleutel in de richting van de voorzijde van de auto.
Met de afstandsbediening
F Druk op de knop.
Selectieve ontgrendeling
F Alleen het bestuurdersportier ontgrendelen: druk op de knop.
Met de afstandsbediening
De selectieve ontgrendeling kan
worden ingesteld met behulp van
het menu " Rijhulpsysteem " en
vervolgens " Configuratie auto " en
" Toegang auto ". Het ontgrendelen wordt bevestigd
door het gedurende ongeveer
2
seconden snel knipperen van de
richtingaanwijzers.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk
van de uitvoering van de auto, de
buitenspiegels elektrisch uitgeklapt.
F
D
e overige portieren en de achterklep
ontgrendelen: druk twee keer op de knop.
Standaard is de volledige ontgrendeling geactiveerd.
Via het menu "Rijhulpsysteem"
Portieren
2
Page 38 of 412

Toegang tot de auto
36
208_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
F Bij het indrukken van deze toets gaan de plafonniers branden en
knipperen de richtingaanwijzers
gedurende enkele seconden,
zodat u uw geparkeerde auto
kunt terugvinden.
Lokaliseren van de auto
Follow me home-verlichting
Houd deze toets ingedrukt om
de follow me home-verlichting te
activeren (inschakelen van het
parkeerlicht, het dimlicht en de
kentekenplaatverlichting).
Door de toets een tweede keer in te drukken
ter wijl de verlichting nog brandt, wordt de follow
me home-verlichting weer uitgeschakeld.
Toegang tot de achterbank
Naar voren klappen van de voorstoel
Zorg ervoor dat het terugschuiven in
de oorspronkelijke stand niet wordt
verhinderd; deze stand is noodzakelijk
om de stoel te vergrendelen in de
lengterichting.
Let erop dat de veiligheidsgordel niet
blokkeert en daardoor de toegang tot
de achterbank belemmert.
Sportstoel
3-deurs
Standaard stoel
F
Trek alleen deze hendel omhoog om de
rugleuning naar voren te klappen en schuif
de stoel vooruit.
Als de rugleuning wordt teruggeduwd, komt de
stoel automatisch weer in de oorspronkelijke
stand terug. F
Trek alleen deze hendel omhoog om de
rugleuning naar voren te klappen en schuif
de stoel vooruit.
Als de rugleuning wordt teruggeduwd, komt de
stoel automatisch weer in de oorspronkelijke
stand terug.
Page 39 of 412

Toegang tot de auto37
208_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
F Druk op de knop van de afstandsbediening.
Met de afstandsbediening
Wanneer u de sleutel in de vergrendelstand
gedraaid houdt of de knop van de
afstandsbediening ingedrukt houdt, worden ook
de ruiten gesloten.
Sluiten - Sleutel
Vergrendeling
Met de sleutel
F Draai de sleutel in de richting van de achterzijde van de auto.
Verlaat om veiligheidsredenen
(passagiers in de auto) de auto nooit,
zelfs niet voor een korte tijd, zonder de
sleutel mee te nemen.
Het vergrendelen wordt bevestigd door
het gedurende ongeveer 2
seconden
branden van de richtingaanwijzers.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk
van de uitvoering van de auto, de
buitenspiegels elektrisch ingeklapt.
Het elektrisch in- en uitklappen
van de buitenspiegels kan worden
uitgeschakeld door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Als één van de portieren of de
achterklep geopend is, werkt de
vergrendeling niet.
Als de auto is vergrendeld en per
ongeluk wordt ontgrendeld zonder dat
binnen ongeveer 30
seconden een van
de portieren wordt geopend, wordt de
auto automatisch weer vergrendeld.
Inklappen van de sleutel
Wanneer u deze knop niet indrukt,
kan de afstandsbediening beschadigd
raken.
F
Druk op deze knop voordat u de sleutel inklapt.
2
Page 40 of 412
Toegang tot de auto
38
208_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Noodbediening van de portieren
Hiermee kunt u de portieren mechanisch vergrendelen en ontgrendelen in het geval van een
storing in de centrale vergrendeling of van de accu.
Bestuurdersportier
Steek de sleutel in het slot om het portier te
vergrendelen of ontgrendelen.
Overige portieren
F Controleer bij de achterportieren of de kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
F
V
er wijder met de sleutel het zwarte
afdekkapje op de zijkant van het portier.
F
S
teek de sleutel zonder te forceren in de
opening en duw vervolgens, zonder te
draaien, de nok het portier in.
F
V
er wijder de sleutel en plaats het
afdekkapje terug.