Page 73 of 412

Ergonomie en comfort71
208_nl_Chap03_ergonomie-confort_ed01-2016
Voorzieningen interieur
Dashboardkastje
Het kastje bevindt zich onder in het dashboard
en is voorzien van een deksel met een
handgreep. Door de handgreep omhoog te
bewegen wordt het kastje geopend.
Het kastje biedt ruimte voor:
F
d
e map met de boorddocumentatie,
F
e
en waterfles.
Onder de voorstoel
Opbergplaats voor de gevarendriehoek in de
bijbehorende hoes of opbergdoos.
Matten
Gebruik, wanneer u een nieuwe mat
bevestigt aan bestuurderszijde, uitsluitend de
bevestigingen uit het bijgeleverde zakje.
De overige matten worden gewoon op de
vloerbedekking gelegd.
Bevestigen
Verwijderen
Ver wijderen van de mat aan de
bestuurderszijde:
F
z
et de stoel in de achterste stand,
F
m
aak de bevestigingen los,
F
v
erwijder vervolgens de mat.
Terugplaatsen
Terugplaatsen van de mat aan de
bestuurderszijde:
F
l
eg de mat goed op zijn plaats,
F
d
ruk de bevestigingen vast,
F
c
ontroleer of de mat goed vastzit.Om te voorkomen dat de pedalen
blijven hangen:
-
g
ebruik uitsluitend matten die op de
bevestigingen van de auto passen;
het gebruik van deze bevestigingen
is verplicht.
-
g
ebruik nooit meer dan één mat per
plaats.
Bij gebruik van niet door PEUGEOT
goedgekeurde matten kan de
bediening van de pedalen worden
gehinderd en kan de werking van de
snelheidsregelaar/-begrenzer negatief
worden beïnvloed.
De door PEUGEOT goedgekeurde
matten zijn voorzien van twee
bevestigingen onder de stoel.
Groot open opbergvak
Dit bevindt zich op de plaats van de autoradio
(volgens uitvoering).
Open opbergvakken
Onder aan de middenconsole:
-
2 houders voor standaardformaat
frisdrankblikjes.
Portiervakken.
3
Page 74 of 412

Ergonomie en comfort
72
208_nl_Chap03_ergonomie-confort_ed01-2016
Aansluitingen - Connectiviteit
12V-aansluiting
F Til, wanneer u een accessoire van 12 V (maximaal vermogen: 120 W) wilt
aansluiten, het deksel op en sluit een
geschikte adapter aan.
Houd rekening met het maximale
vermogen van de aansluiting (anders kans
op beschadiging van uw accessoire).
USB-/Jack-aansluiting
Deze aansluitmodule, die bestaat uit een USB-
en een Jack-aansluiting, bevindt zich op de
middenconsole.
Hierop kunt u draagbare apparatuur aansluiten,
zoals een iPod
® of een USB-stick.
Dankzij de aansluitmodule kunt u de
audiobestanden op uw draagbare apparatuur
beluisteren via de luidsprekers van uw
audiosysteem.
U kunt deze bestanden beheren met de toetsen
op het stuur wiel of het bedieningspaneel van
de autoradio en ze weergeven op het display
van het instrumentenpaneel. Raadpleeg voor meer informatie over
het gebruik van deze uitrusting de
rubriek "Audio en telematica".
Tijdens het gebruik van de USB-aansluiting kan
de draagbare apparatuur automatisch worden
opgeladen.
Tijdens het opladen wordt een melding
weergegeven als het stroomverbruik van het
externe apparaat groter is dan de door de auto
geleverde stroomsterkte.
Het aansluiten van elektrische
apparatuur die niet door PEUGEOT is
goedgekeurd, zoals een lader met USB-
aansluitingen, kan leiden tot storingen
in de werking van de elektrische
componenten van de auto, zoals een
slechte radio-ontvangst of storingen in
de weergave van de displays.
Page 75 of 412
Ergonomie en comfort73
208_nl_Chap03_ergonomie-confort_ed01-2016
Indeling van de bagageruimte
1. Hoedenplank
2. H aken
3.
V
erlichting bagageruimte
4.
S
jorogen (volgens uitvoering)
3
Page 76 of 412
Ergonomie en comfort
74
208_nl_Chap03_ergonomie-confort_ed01-2016
Hoedenplank
Verwijderen van de hoedenplank:
F m aak de twee koorden los,
F
t
il de hoedenplank iets op en ver wijder
hem.
Terugplaatsen:
F
b
reng de hoedenplank aan weerszijden
aan in de steunen en schuif hem in de
uitsparingen,
F
t
il de hoedenplank aan de achterzijde op
om de twee koorden vast te maken.
Opbergen:
-
r
echtop achter de achterbank,
-
r
echtop achter de voorstoelen.
Page 77 of 412
75
Spiegels
Buitenspiegels
Handmatig verstelbare buitenspiegelsElektrisch verstelbare buitenspiegels
Verstellen
F Z et de knop A naar links of rechts om de
desbetreffende spiegel te selecteren.
F
D
uw de knop B in de 4 richtingen om de
spiegel af te stellen.
F
Z
et de knop A weer in het midden.
Uit veiligheidsoverwegingen moeten de
spiegels zo zijn afgesteld dat de dode
hoek zo klein mogelijk is.
Inklappen
F
Z
et de knop A in de middelste stand en
beweeg de knop naar achteren om de
buitenspiegels in te klappen.
F
B
eweeg de knop nogmaals naar achteren
om de buitenspiegels uit te klappen.
Verstellen
F
B
eweeg de hendel in de vier richtingen om
de spiegel goed af te stellen.
Inklappen
F
K
lap de buitenspiegels na het parkeren in
om beschadiging te voorkomen.
F
K
lap de buitenspiegels voordat u gaat
rijden weer uit.
De buitenspiegels zijn niet verwarmd.
4
Verlichting en zicht
Page 78 of 412

76
Met de afstandsbediening
In- en uitklappen
F O ntgrendel de auto met de
afstandsbediening om de buitenspiegels uit
te klappen.
F
V
ergrendel de auto; de buitenspiegels
worden automatisch ingeklapt.
Automatisch dimmende
binnenspiegel
Dankzij een sensor die de hoeveelheid licht die
vanaf de achterzijde van de auto op de spiegel
valt meet, gaat de binnenspiegel geleidelijk en
automatisch over van de dag- in de nachtstand.
Binnenspiegel
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt met de
knop A, worden ze niet uitgeklapt bij het
ontgrendelen van de auto. Klap in dat geval de
buitenspiegels uit met behulp van de knop A .
Het automatisch in- en uitklappen van
de buitenspiegels bij het gebruik van
de afstandsbediening kan worden
uitgeschakeld door het PEUGEOT-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats.
Klap de buitenspiegels in als u uw auto in een
automatische autowasstraat laat wassen.
Indien nodig kunnen de buitenspiegels
handmatig worden ingeklapt. De waargenomen objecten in de
buitenspiegels lijken verder af dan ze in
werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden gehouden om
de afstand ten opzichte van achteropkomend
verkeer goed in te schatten.
De binnenspiegel kent 2 standen:
- d agstand (normaal),
-
na
chtstand (antiverblinding).
De spiegel kan in de dag- en nachtstand gezet
worden met behulp van het hendeltje aan de
onderzijde.
Verlichting en zicht
Page 79 of 412

77
Verlichting
Hoofdverlichting
Uw auto is voorzien van verschillende
verlichtingsfuncties:
-
p
arkeerlicht: om gezien te worden,
-
d
imlicht: voor een optimaal zicht zonder
medeweggebruikers te verblinden,
-
g
rootlicht: voor een optimaal zicht op
wegen zonder ander verkeer,
Aanvullende verlichting
Uw auto is voorzien van aanvullende verlichting
voor specifieke rijomstandigheden:
-
e
en mistachterlicht voor een optimale
zichtbaarheid van achteren bij mist,
-
m
istlampen vóór met statische verlichting
voor goed zicht op kruispunten,
-
d
agrijverlichting: voor een betere
zichtbaarheid van uw auto overdag,
-
f
ollow me home- en instapverlichting voor
toegang tot de auto.
Automatische functies
Het verlichtingssysteem van uw auto heeft
verschillende extra automatische functies die
afzonderlijk kunnen worden ingesteld:
-
f
ollow me home-verlichting,
-
s
tatische bochtverlichting,
-
instapverlichting,
-
dagrijverlichting,
-
a
utomatische verlichting.
Onder bepaalde weersomstandigheden
(lage temperatuur, vochtigheid) kan zich
een laagje condens aan de binnenzijde
van de koplampen en de achterlichten
vormen; dit verdwijnt enkele minuten na
het ontsteken van de koplampen.
4
Verlichting en zicht
Page 80 of 412
78
Handbediende modus
Lichten uit (afgezet contact) /
dagrijverlichting (draaiende motor).
Alleen parkeerlicht.
Dimlicht of grootlicht.
Grootlichtschakelaar
Trek de hendel naar u toe om over te schakelen
van dim- naar grootlicht en terug.
Als de verlichting is uitgeschakeld of wanneer
alleen de parkeerlichten zijn ingeschakeld, kunt
u een lichtsignaal geven door de hendel naar u
toe te trekken.
Verklikkerlampje
Een verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel geeft aan dat de
geselecteerde verlichting is ingeschakeld.
Zet het symbool van de gewenste stand
tegenover het merkteken.
Verlichting en zicht