Page 49 of 412

Toegang tot de auto47
208_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Resetten
Neem bij het verlaten van de auto, zelfs
voor een korte periode, altijd de sleutel
mee.
Wanneer tijdens het bedienen van de
ruit iets tussen de ruit en de sponning
bekneld raakt, moet de ruit weer
worden geopend. Druk daarvoor op de
desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan
passagierszijde bedient, moet deze
ervan verzekerd zijn dat niets het
correcte sluiten van de ruit verhindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd
zijn dat de passagiers op de juiste
manier gebruik maken van de
elektrische ruitbediening.
Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens
het bedienen van de ruit niet kunnen
bezeren.Praktische informatie
Blokkering
Druk, voor de veiligheid van uw
kinderen, op de schakelaar om de
ruitbediening achter, ongeacht de
stand van de ruiten, te blokkeren.
Als het lampje brandt, is de ruitbediening
achter geblokkeerd. Als het lampje is gedoofd,
is de ruitbediening achter niet geblokkeerd. Als de accu is losgekoppeld geweest, moet de
ruitbediening gereset worden.
Tijdens deze handelingen is de beveiliging
tegen beknellen uitgeschakeld:
-
o
pen de ruit volledig en sluit de ruit.
Telkens als de schakelaar omhoog wordt
getrokken, sluit de ruit enkele centimeters.
Laat de schakelaar los en trek hem
opnieuw omhoog totdat de ruit volledig is
gesloten,
-
h
oud de schakelaar na het sluiten nog
minimaal 1
seconde omhoog getrokken.
2
Page 50 of 412
Ergonomie en comfort
48
208_nl_Chap03_ergonomie-confort_ed01-2016
F Trek bij stilstaande auto aan de hendel
om het stuurwiel te ontgrendelen.
F
S
tel de hoogte en de diepte van het
stuurwiel af op uw rijpositie.
F
D
uw tegen de hendel om het stuur wiel te
vergrendelen.
Uit veiligheidsoverwegingen dienen
deze handelingen bij stilstaande auto te
worden uitgevoerd.
PEUGEOT i-Cockpit
Om de specifieke ergonomie van de Peugeot
i- Cockpit optimaal tot zijn recht te laten komen
dient u uw zitpositie in de volgende volgorde af
te stellen:
-
d
e hoogte van de hoofdsteun,
-
d
e hoek van de rugleuning,
-
d
e hoogte van de zitting van de stoel,
-
d
e positie in lengterichting van de stoel,
-
d
e diepte en vervolgens de hoogte van het
stuurwiel.
-
d
e buitenspiegels en binnenspiegel.Controleer vervolgens of u een
goed zicht hebt op het "head-up"
instrumentenpaneel boven het kleine
stuurwiel.
Afstellen van het stuurwiel
Page 51 of 412
Ergonomie en comfort49
208_nl_Chap03_ergonomie-confort_ed01-2016
Vo or stoelen
F Trek de beugel omhoog en schuif de stoel in de gewenste stand. F
T rek de hendel omhoog of duw deze
omlaag tot de gewenste stand bereikt is. F
D uw de handgreep naar achteren.
Verstelling in lengterichting HoogteverstellingRugleuningverstelling
Standaardstoelen
Verstelling
3
Page 52 of 412

Ergonomie en comfort
50
208_nl_Chap03_ergonomie-confort_ed01-2016
Voor de veiligheid is het frame van de
hoofdsteun gekarteld om te voorkomen
dat de hoofdsteun zakt in het geval van
een aanrijding.
De juiste stand van de hoofdsteun is
als de bovenzijde van de hoofdsteun
zich ter hoogte van de bovenzijde
van het hoofd bevindt.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
verwijderd. De hoofdsteunen moeten
zijn geplaatst en correct zijn afgesteld.
Hoofdsteun
F Trek de hoofdsteun omhoog om hem hoger te zetten.
F
D
ruk op de pal A en trek de hoofdsteun
omhoog om hem te verwijderen.
F
S
teek om de hoofdsteun terug te zetten
de pennen van de hoofdsteun recht in
de openingen van de rugleuning tot de
hoofdsteun op zijn plaats blijft.
F
D
ruk gelijktijdig op de pal A en op de
hoofdsteun om deze lager te zetten. Zorg er bij het verstellen van de stoel
naar achteren voor dat het schuiven
van de stoel niet wordt verhinderd door
personen of hinderlijke voorwerpen
op de vloer achter de stoel om
te voorkomen dat de stoel wordt
geblokkeerd. Onderbreek het schuiven
van de stoel meteen als dit het geval is.
Page 53 of 412
Ergonomie en comfort51
208_nl_Chap03_ergonomie-confort_ed01-2016
Kuipstoelen
In hoogte Rugleuning
Verstelling
F Til de beugel op en schuif de stoel naar
voren of naar achteren. F
T rek de hendel omhoog om de stoel te
verhogen of duw deze omlaag om de stoel
te verlagen, totdat de gewenste stand
bereikt is. F
D uw de handgreep naar achteren en kantel
de stoel naar voren of naar achteren.
In lengterichting
3
Page 54 of 412
Ergonomie en comfort
52
208_nl_Chap03_ergonomie-confort_ed01-2016
Deksel met handgreep
F T il de handgreep op om het deksel op te
tillen. Opbergvak in de middenconsole
F
B eweeg de armsteun volledig omhoog.
Extra instellingen
Stoelverwarming
Bij draaiende motor is de stoelver warming voor
beide voorstoelen afzonderlijk regelbaar.
F
S
electeer met de draaiknop de gewenste
verwarmingsstand:
0 : Uit.
1 : Laag.
2 : Gemiddeld.
3 : Hoog.
Armsteun
Voor het comfort en als opbergmogelijkheid
voor de bestuurder en voorpassagier.
Page 55 of 412
Ergonomie en comfort53
208_nl_Chap03_ergonomie-confort_ed01-2016
Neerklappen van de rugleuning Rechtop zetten van de rugleuning
F Schuif de voorstoelen indien nodig naar voren.F Plaats de buitenste veiligheidsgordels
tegen de rugleuning en maak ze vast.
F
Z
et de hoofdsteunen in de laagste stand. F
Z
et de rugleuning 2 rechtop.
F V ergrendel de rugleuning en controleer of
de rode markering van de knoppen 1 niet
meer zichtbaar is.
F
M
aak de buitenste veiligheidsgordels los
en plaats ze zo dat ze gebruiksklaar zijn.
F
D
ruk de knoppen 1 gelijktijdig in om de
rugleuning 2 te ontgrendelen.
F K lap de rugleuning 2 op de vaste zitting.
Eendelige achterbank
Rugleuning
Eendelige achterbank met een zitting die niet opgeklapt kan worden en een rugleuning die neergeklapt kan worden.
3
Page 56 of 412

Ergonomie en comfort
54
208_nl_Chap03_ergonomie-confort_ed01-2016
Hoofdsteunen
De hoofdsteunen hebben een gebruiksstand
(hoog) en een ingeklapte stand (laag).
De hoofdsteunen kunnen worden verwijderd en
onderling worden uitgewisseld.
Verwijderen van een hoofdsteun:
F
trek de hoofdsteun omhoog tot aan de aanslag,F druk vervolgens de pal A in.
Deelbare achterbank (2/3 - 1/3)
Neerklappen van de rugleuning
F Duw op de knop 1 van de rugleuning 2 om
de rugleuning te ontgrendelen.
F
K
lap de rugleuning 2 op de zitting.
U kunt het linkerdeel (2/3) en/of het rechterdeel (1/3) van de rugleuning van de achterbank neerklappen
om de bagageruimte te vergroten. De zitting bestaat uit één deel en kan niet opgeklapt worden.
F Schuif de desbetreffende voorstoel indien nodig naar voren.
F
H
oud de desbetreffende buitenste
veiligheidsgordel tegen de rugleuning en
maak deze vast.
F
Z
et de desbetreffende hoofdsteun in de
laagste stand of verwijder hem. De zitting van de achterbank kan niet worden
verwijderd.
Rugleuning