Page 313 of 412

311
208_nl_Chap10c_RDE2_ed01-2016
VR A AGANTWOORD OPLOSSING
De ontvangstkwaliteit van
de beluisterde radiozender
neemt geleidelijk af of de
voorkeuzezenders kunnen
niet worden ontvangen
(geen geluid, 87,5
Mhz
wordt weergegeven...). De auto bevindt zich te ver van de zender van het beluisterde
radiostation of er bevindt zich geen zender in het gebied waarin de
auto zich bevindt.
Activeer de functie RDS om het systeem te laten
controleren of er een sterkere zender in het
gebied aanwezig is.
De omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.)
veroorzaakt storingen in de ontvangst, ook als de RDS-functie is
ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te
maken met een storing in de autoradio.
De antenne is niet aanwezig of beschadigd (bijvoorbeeld in een
wasstraat of parkeergarage). Laat de antenne controleren door het
PEUGEOT-netwerk.
Het geluid van de radio
valt 1
tot 2 seconden weg. Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking van het geluid naar
een eventuele sterkere zender voor een betere ontvangst van het
station. Schakel de RDS-functie uit als dit verschijnsel
zich te vaak en steeds op hetzelfde traject
voordoet.
De functie TA
(verkeersinformatie) is
ingeschakeld, maar ik krijg
geen verkeersinformatie te
horen. De geselecteerde radiozender maakt geen deel uit van het
regionale netwerk van zenders die verkeersinformatie uitzenden.
Stem af op een zender die wel verkeersinformatie
uitzendt.
De voorkeuzezenders
kunnen niet worden
ontvangen (geen
geluid, 87,5
Mhz wordt
weergegeven...). Het verkeerde golfbereik is geselecteerd.
Druk op de toets SRC/ TEL om het
golfbereik (FM1
of FM2) te vinden waarin de
voorkeuzezenders zijn opgeslagen.
10
Audio en telematica
Page 314 of 412

312
208_nl_Chap10c_RDE2_ed01-2016
VR A AGANTWOORD OPLOSSING
De CD wordt steeds
uitgeworpen of kan niet
worden afgespeeld door
de CD-speler. De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden
gelezen, bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die
niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem dat niet door de
autoradio wordt herkend. -
C
ontroleer of de CD met de juiste zijde
boven in de speler is geplaatst.
-
C
ontroleer de staat van de CD: de CD kan
niet worden gelezen als deze te veel is
beschadigd.
- Controleer de inhoud van de CD als deze zelf is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk Audio.
- De CD-speler van de autoradio kan geen DVD's afspelen.
-
D
e kwaliteit van sommige zelfgebrande CD's
is onvoldoende om deze door de autoradio te
laten afspelen.
De CD-speler levert een
slechte geluidskwaliteit. De gebruikte CD is gekrast of van slechte kwaliteit.
Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg
ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen, klankkleur) zijn niet op
de CD-speler afgestemd. Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen
op 0, zonder een klankkleurte selecteren.
De Bluetooth-verbinding
wordt onderbroken. De batterijspanning van de randapparatuur is misschien te laag.
Laad de batterij van de randapparatuur op.
Op het display wordt
de melding "Storing
USB-randapparatuur"
of "Randapparatuur niet
herkend" weergegeven. De USB-stick wordt niet herkend.
Gebruik uitsluitend USB-sticks met het formaat
FAT32
(Files Allocation Table 28 bits).
Een telefoon wordt
automatisch aangesloten
als een verbinding met
een andere telefoon wordt
verbroken. Automatisch verbinding maken heeft voorrang op handmatig
verbinding maken.
Verander de instellingen van de telefoon om het
automatisch verbinding maken uit te schakelen.
Audio en telematica
Page 315 of 412

313
208_nl_Chap10c_RDE2_ed01-2016
VR A AGANTWOORD OPLOSSING
De iPod wordt bij het
aansluiten op de
USB-aansluiting niet herkend.De iPod is niet compatibel met de USB-aansluiting.
De harde schijf of andere
randapparatuur wordt bij
het aansluiten op de USB-
aansluiting niet herkend. Sommige schijven en randapparatuur hebben meer stroom nodig
dan de voeding die de radio levert.
Sluit de randapparatuur op het 230 V- stopcontact, de
1 2 V-aansluiting of een externe voedingsbron aan.
Let op: controleer of de randapparatuur zelf
geen signaal van meer dan 5 V afgeeft (kans op
schade).
Tijdens streaming audio
wordt het geluid tijdelijk
onderbroken. Sommige telefoons geven voorrang aan de handsfree-
signaalverbinding.
Schakel de "handsfree"-verbinding uit voor een
betere weergave van de streaming-audio.
Bij het afspelen tijdens
"Alles random" worden
sommige nummers
overgeslagen. De functie "Alles random" kan maximaal 999
nummers lezen.
Na het afzetten
van de motor wordt
de radio na enkele
minuten automatisch
uitgeschakeld. Als de motor is afgezet, blijft de radio nog werken zolang de
laadtoestand van de accu dat toestaat.
Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco-modus van de
autoradio is geactiveerd om te voorkomen dat de accu van de auto
ontladen raakt. Start de motor om de accu op te laden.
De melding "het
audiosysteem is
oververhit" verschijnt op
het display. Om het audiosysteem te beschermen tegen een te hoge
omgevingstemperatuur, activeert de autoradio automatisch een
thermische beveiliging die het geluidsvolume verlaagt of de CD-
speler uitschakelt. Schakel het audiosysteem enkele minuten uit om
het systeem te laten afkoelen.
10
Audio en telematica
Page 316 of 412
Page 317 of 412
315
208_nl_Chap10d_RDE1_ed01-2016
Autoradio
Inhoud
Basisfuncties 316
Stuurkolomschakelaars
317
Radio
31
8
Media
32
0
Audio-instellingen
32
2
Menustructuur/menustructuren display(s) 323
V
eelgestelde vragen
3
24
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingen die zijn
volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren bij stilstaande
auto.
Als de motor is afgezet schakelt het systeem zichzelf, na het
inschakelen van de eco-mode, uit om te voorkomen dat de accu
ontladen raakt.
10
Audio en telematica
Page 318 of 412

316
208_nl_Chap10d_RDE1_ed01-2016
Basisfuncties
Aan/uit, volumeregeling.
Selecteren van de geluidsbron:
FM1, FM2, AM, CD, AUX.Weergave van de lijst met
radiozenders, de nummers van de
CD of de MP3 -afspeellijsten.
Ingedrukt houden: updaten van de
lijst met radiozenders.
Handmatig zoeken naar een
volgende zender.
Selecteren volgende MP3-afspeellijst.
Zoeken in een lijst.
Handmatig zoeken naar een vorige
zender.
Selecteren vorige MP3-afspeellijst.
Zoeken in een lijst.
Automatisch zoeken naar zenders in
aflopende volgorde.
Selecteren vorige nummer van de CD.
Zoeken in een lijst.
Ingedrukt houden: versneld
terugspoelen. Automatisch zoeken naar zenders in
oplopende volgorde.
Selecteren volgende nummer van
de CD.
Zoeken in een lijst.
Ingedrukt houden: versneld
vooruitspoelen.
Instellen van de geluidsweergave:
klankkleur, hoge tonen, bassen,
loudness, geluidsverdeling links/
rechts, voor/achter, automatische
volumeregeling. Annuleren van de bewerking.
Terugkeren naar het vorige item
(menu of afspeellijst).Selecteren opgeslagen
voorkeuzezender.
Radio, lang indrukken: opslaan van
een zender.
Uitwerpen van de CD. Toegang tot het algemene menu.
Audio en telematica
Page 319 of 412
317
208_nl_Chap10d_RDE1_ed01-2016
Stuurkolomschakelaars
Radio: selecteren van vorige/
volgende voorkeuzezender.
Selecteren van het vorige/volgende
item van een menu.Volume verlagen.
Radio: automatisch zoeken naar
zenders in oplopende volgorde.
CD / MP3: selecteren van het
volgende nummer.
CD: ingedrukt houden: versneld
vooruitspoelen.
Mute: geluid onderbreken door
gelijktijdig indrukken van de
volumetoetsen.
Geluid weer inschakelen: druk op
één van de twee volumetoetsen. Radio: automatisch zoeken naar
zenders in aflopende volgorde.
CD/MP3: selecteren van het vorige
nummer.
CD: ingedrukt houden: versneld
terugspoelen.
Wijzigen van de geluidsbron.
Bevestigen van een selectie. Volume verhogen.
10
Audio en telematica
Page 320 of 412

318
208_nl_Chap10d_RDE1_ed01-2016
Radio
Opslaan van een radiozender
Selecteren van een zenderLijst met zenders
Druk herhaalde malen op SRC/
BAND
om het golfbereik FM1, FM2
of
AM te selecteren.
Houd de gewenste toets ingedrukt om
de zender waarnaar u luistert onder
deze toets op te slaan. De naam van
de zender wordt weergegeven en er
klinkt een geluidssignaal om aan te
geven dat de zender is opgeslagen.
Druk op een toets om de
desbetreffende opgeslagen zender te
beluisteren. Selecteer "Radio"
.
Selecteer "RDS" .
RDS
Als de RDS-functie is ingeschakeld,
zoekt de radio steeds naar de sterkste
frequentie van een zender, zodat u
ernaar kunt blijven luisteren. Sommige
RDS-zenders zijn echter niet in het
hele land te ontvangen omdat de
frequenties van de zender niet het
hele land dekken. Dit verklaart dat de
zender tijdens het rijden kan wegvallen.
Er kunnen storingen in de ontvangst
optreden door obstakels in de
omgeving (bergen, gebouwen, tunnels,
parkeergarages, enz.), ook als de
RDS-functie is ingeschakeld. Dit is een
normaal verschijnsel en heeft niets te
maken met een storing in de autoradio. Druk op MENU
.
Druk kort op een van de toetsen om
naar de volgende of vorige letter te
gaan.
Houd LIST even ingedrukt om de lijst
met zenders samen te stellen of bij
te werken; de radio-ontvangst wordt
dan tijdelijk onderbroken. Druk op LIST om de lijst met
opgeslagen zenders in alfabetische
volgorde weer te geven.
Selecteer met een van de toetsen de
gewenste zender.
Bevestig met OK.
Bevestig met OK.
Bevestig met OK.
Audio en telematica