Page 49 of 280
Als de rugleuning in de normale stand wordt teruggezet, keert de
zitting naar zijn oorspronkelijke stand terug.
Als de rugleuning een obstakel tegenkomt wanneer hij neergeklapt
wordt (bijv. de knieën van de passagier op de achterbank), zal de
zitting stoppen, enkele centimeters naar voren bewegen en dan in die
stand stoppen.HOOFDSTEUNEN
VOOR
De hoofdsteunen kunnen in hoogte versteld worden en vergrendelen
automatisch in de gewenste stand:
❒omhoog verstellen: breng de hoofdsteun omhoog tot deze op zijn
plaats vastklikt;
❒omlaag verstellen: druk op knop A fig. 25 en breng de hoofdsteun
omlaag.
De hoofdsteunen moeten zodanig versteld worden dat
het hoofd en niet de nek er tegenaan steunt. Alleen
op deze manier oefenen ze hun beschermende
werking uit.
fig. 24A0J0163fig. 25A0J0130
45
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 50 of 280

De hoofdsteunen verwijderen:
❒trek de hoofdsteunen tot hun maximumhoogte uit;
❒druk op de knoppen A en B fig. 25 en verwijder de hoofdsteunen
door ze omhoog te trekken.
“Anti-Whiplash” voorziening
De hoofdsteunen zijn uitgerust met een “Anti-Whiplash” voorziening,
die de afstand tussen hoofd en hoofdsteun bij een botsing achterop
vermindert, waardoor het zweepslageffect wordt afgezwakt.
De hoofdsteun kan bewegen wanneer de leuning door het lichaam of
de hand van de inzittende wordt ingedrukt: dit gedrag is normaal voor
het systeem en mag niet als een storing worden beschouwd.ACHTER
De achterbank is voorzien van twee in hoogte verstelbare
hoofdsteunen (om de hoogte te verstellen, zie de vorige paragraaf).
Bij sommige versies is er ook een hoofdsteun voor de middelste
zitplaats.
De hoofdsteunen verwijderen:
❒trek de hoofdsteunen tot hun maximumhoogte uit;
❒druk op de knoppen A fig. 26 en verwijder de hoofdsteunen door
ze omhoog te trekken.
fig. 26A0J0083
46
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 51 of 280

STUURWIEL
Het stuurwiel kan axiaal en in verticale richting worden versteld.
Om het stuurwiel te verstellen, duw de hendel A fig. 27 naar voren
(stand 1) en verstel het stuurwiel. Trek vervolgens de hendel naar het
stuur (stand 2) om hem te vergrendelen.
De verstelling mag alleen bij stilstaande auto en
uitgeschakelde motor gebeuren.
Demontage-/montagewerkzaamheden, waarvoor
wijzigingen in de stuurinrichting of de stuurkolom
vereist zijn (bv. bij montage van een
diefstalbeveiliging) zijn ten strengste verboden. Zulke
werkzaamheden kunnen de prestaties van het systeem, de
garantie en de veiligheid in gevaar brengen waardoor de auto
niet meer aan de typegoedkeuring voldoet.
ACHTERUITKIJKSPIEGELS
BINNENSPIEGEL
Gebruik de hendel A fig. 28 om de spiegel in twee standen te zetten:
normaal of anti-verblindingsstand.
Elektronisch dimbare achteruitkijkspiegel
(voor bepaalde versies/markten)
Sommige versies zijn uitgerust met een elektrochromische spiegel fig.
29 met een ON/OFF schakelaar om de elektrochromische functie
in/uit te schakelen.
Bij inschakeling van de achteruit, wordt de spiegel automatisch
ingesteld op de dagstand.
BUITENSPIEGELS
De buitenspiegel is bolvormig; hierdoor wordt de
afstandswaarneming ietwat vertekend.
fig. 27A0J0034fig. 28A0J0108
47
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 52 of 280
Verstelling spiegels
De spiegels kunnen alleen worden versteld met de contactsleutel in de
stand MAR.
Kies de gewenste spiegel met de knop A fig. 30:❒knop in stand 1: linker spiegel gekozen
❒knop in stand 2: rechter spiegel gekozen.
Hierna kan de gekozen spiegel worden versteld door de knop B in de
richting van de pijlen te bewegen.
BELANGRIJK Zet na het afstellen de knop A in de stand 0 om
onverwachtse bediening van de elektrische ruitbediening te
voorkomen.
Elektrisch inklappen
(voor bepaalde versies/markten)
Om de buitenspiegels in te klappen, druk op C fig. 30. Druk nogmaals
op de knop om de buitenspiegels terug in de rijstand te brengen.
Handmatig inklappen
Klap indien nodig de buitenspiegels in door ze van stand 1 in stand 2
te zetten fig. 31.
BELANGRIJK Rijd alleen met de buitenspiegels in stand 1.
fig. 29A0J0336
fig. 30A0J0022fig. 31A0J0035
48
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 53 of 280
KLIMAATCOMFORT
UITSTROOMOPENINGEN/ROOSTERS
1. Bovenste vaste uitstroomopening – 2. Verstelbare luchtroosters in het midden – 3. Vaste luchtrooster aan zijkant – 4. Verstelbare luchtroosters aan
zijkant – 5. Onderste luchtroosters voor voorstoelen – 6. Onderste uitstroomopeningen voor achterstoelen
fig. 32A0J0036
49
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 54 of 280
KLIMAATREGELING/
VERWARMING
BEDIENINGSELEMENTEN
A - Draaiknop regeling luchttemperatuur
❒blauwe gebied = koude lucht
❒rode gebied = warme lucht
B - Regel-/inschakelknop ventilator
❒
0 = ventilator uitgeschakeld
❒1-2-3 = ventilatorsnelheid
❒4
= maximum ventilatorsnelheid
C - Draaiknop luchtverdeling
❒
luchtstroom naar lichaam bestuurder/passagier;
❒
luchtstroom naar lichaam en beenruimte bestuurder/passagier;❒
luchtstroom naar beenruimten voor en achter;
❒
luchtstroom naar beenruimte en voorruit;
❒
luchtstroom naar voorruit
❒4
= maximum ventilatorsnelheid
D - Aan/uit knop luchtrecirculatie
E - Aan/uit knop klimaatregeling (alleen versies met handmatige
klimaatregeling)
F - Aan/uit knop achterruitverwarming;
fig. 33A0J0074
50
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 55 of 280

VENTILATIE VAN HET INTERIEUR
Ga als volgt te werk om de ventilatie te regelen:
❒draai de knop A naar het blauwe gebied;
❒druk op de knop D om de interne luchtrecirculatie uit te schakelen
(led op de knop uit);
❒draai de knop C naar
;
❒zet de draaiknop B op de gewenste snelheid.
KLIMAATREGELING (koeling)
(alleen bij versies met handbediende
klimaatregeling)
Ga als volgt te werk om te koelen:
❒draai de knop A naar het blauwe gebied;
❒druk op de knop D om de interne luchtrecirculatie in te schakelen
(led op de knop aan);
❒draai de knop C naar
;
❒druk op de knop D om de klimaatregeling in te schakelen en zet de
knop B ten minste op 1 (1
esnelheidstand); voor een hogere
ventilatorsnelheid, zet de knop B op 4 (maximum ventilatorsnelheid).
Koelregeling
❒draai de draaiknop A naar rechts om de temperatuur te verhogen;
❒druk op de knop D om de interne luchtrecirculatie uit te schakelen
(ronde led rond de knop uit);
❒verstel de draaiknop B op de ventilatorsnelheid te verlagen.
VERWARMING VAN HET INTERIEUR
Ga als volgt te werk om het interieur snel te verwarmen:
❒draai de knop A naar het rode gebied;
❒zet de knop C op het gewenste symbool;
❒zet de draaiknop B op de gewenste snelheid.
Snel verwarmen
Ga als volgt te werk om het interieur snel te verwarmen:
❒draai de knop A naar het rode gebied;
❒druk op de knop D om de interne luchtrecirculatie in te schakelen;
❒draai de knop C naar
;
❒draai knop B naar 4
(maximum ventilatorsnelheid).
Kies vervolgens een stand om de verlangde comfortsituatie te
behouden en druk op de knop D om de luchtrecirculatie uit te
schakelen (led op de knop uit) en om beslagen ruiten te voorkomen.
BELANGRIJK Bij koude motor duurt het enkele minuten om een snelle
verwarming van het interieur te bekomen.
SNEL ONTWASEMEN/ONTDOOIEN
VAN DE VOORRUIT EN DE VOORSTE
ZIJRUITEN
De klimaatregeling is erg handig om snel te kunnen ontwasemen. Zet
de bedieningsknoppen in de standen zoals voorheen beschreven
en zet de klimaatregeling aan door op de knop E te drukken.
Ga als volgt te werk:
❒draai de knop A naar het rode gebied;
❒draai knop B naar 4
(maximum ventilatorsnelheid).
51
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 56 of 280

❒draai de knop C naar;
❒druk op de knop D om de interne luchtrecirculatie uit te schakelen
(led op de knop uit).
Nadat de ruiten ontwasemd zijn, kan een stand worden gekozen om
de verlangde comfortsituatie te behouden.
Ruiten ontwasemen
De klimaatregeling is erg nuttig om het beslaan van de ruiten te
voorkomen bij grote luchtvochtigheid.
Wanneer het buiten uiterst vochtig is en/of bij regen en/of bij grote
verschillen tussen de interieur- en de buitentemperatuur, is de volgende
procedure aanbevolen om te voorkomen dat de ruiten beslaan:
❒draai de knop A naar het rode gebied;
❒druk op de knop D om de interne luchtrecirculatie uit te schakelen
(led op de knop uit);
❒zet de draaiknop C op
met de mogelijkheid om hem op stand
te zetten als de ruiten niet worden ontwasemd;
❒zet de draaiknop B op de 2
eventilatorsnelheid.
ACHTERRUITVERWARMING/
RUITONTWASEMING
Druk op toets F () om de functie in/uit te schakelen. De functie
wordt na ongeveer 20 minuten automatisch uitgeschakeld.
Voor bepaalde versies/markten, druk op de
knop om het
ontwasemen/ontdooien van de buitenspiegels, verwarmde voorruit
(voor bepaalde versies/markten) en verwarmde sproeiers (voor
bepaalde versies/markten) in te schakelen.
BELANGRIJK Plak geen stickers op de elektrische weerstandsdraden
aan de binnenzijde van de achterruit, om beschadiging en mogelijk
defect ervan te voorkomen.
INTERNE LUCHTRECIRCULATIE
Druk op de knop D (). Men adviseert de interne luchtrecirculatie
in te schakelen in de file of in tunnels, om te voorkomen dat vervuilde
lucht in het interieur komt.
Gebruik de functie niet langdurig, vooral als er meerdere passagiers
aan boord zijn, om beslagen ruiten te voorkomen.
BELANGRIJK Met de interne luchtrecirculatie kan de gewenste toestand
(verwarming of koeling, afhankelijk van de keuze) sneller bereikt
worden. Het wordt echter afgeraden de luchtrecirculatie in te schakelen
op regenachtige of koude dagen om beslagen ruiten te voorkomen.
ONDERHOUD VAN HET SYSTEEM
Schakel in de winter de airconditioning minstens eens per maand circa
10 minuten in.
Laat vóór het begin van het zomerseizoen het systeem controleren
door het Alfa Romeo Servicenetwerk.
52
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER