Page 177 of 280

Onthoud dat tijdens het slepen de rembekrachtiging en
de elektrische stuurbekrachtiging niet werken; om die
reden is meer kracht benodigd voor de bediening van
het rempedaal en het stuur. Gebruik geen elastische kabels voor
het slepen. Vermijd rukbewegingen. Controleer of er tijdens het
slepen geen delen van de auto door de sleepverbinding kunnen
worden beschadigd. Neem bij het slepen in elk geval de
wettelijke voorschriften in acht van het land waarin wordt
gereden en pas uw rijgedrag aan. Start de motor niet wanneer
de auto wordt gesleept. Maak voor de montage van het
sleepoog de schroefdraad zorgvuldig schoon. Controleer of het
sleepoog volledig op de schroefdraadpen is gedraaid alvorens de
auto te slepen.Gebruik sleepogen voor en achter alleen voor
noodgevallen op de weg. Het is toegestaan de auto op
korte afstanden te slepen m.b.v. geschikte middelen
conform de wegenverkeerswetgeving (starre stang), om de auto
op de weg te verplaatsen om hem gebruiksklaar te maken voor
het slepen of voor transport met takelwagen. Sleepogen MOGEN
NIET worden gebruikt om voertuigen off-road (d.w.z. op het
terrein) te slepen of waar hindernissen zijn en/of voor het slepen
met kabels of andere niet-starre hulpmiddelen. In
overeenstemming met voornoemde voorwaarden, moet men
voor het slepen twee voertuigen gebruiken (een slepend en een
gesleepte voertuig), beiden zoveel mogelijk op één lijn.
fig. 160A0J0039
173
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 178 of 280

ONDERHOUD EN ZORG
GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD
Juist onderhoud is uiterst belangrijk voor een lange levensduur van de
auto onder optimale omstandigheden.
Daarom heeft Alfa Romeo een reeks controles en onderhoudsbeurten
opgesteld die op vaste afstandsintervallen uitgevoerd moeten worden
en, voor bepaalde versies/markten, op vaste tijdsintervallen, zoals
beschreven in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema.
Ongeacht het bovenstaande, is het altijd noodzakelijk de
aanwijzingen in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema zorgvuldig
op te volgen (bijv. regelmatige controle van de vloeistofniveaus,
bandenspanning, enz.).
De servicebeurten van het Geprogrammeerde Onderhoud worden
volgens een vast tijdsschema of kilometers-/mijlenintervallen door het
Geautoriseerde Alfa Romeo Servicenetwerk uitgevoerd. Eventuele
reparaties die nodig blijken tijdens het uitvoeren van de diverse
inspecties en controles van het geprogrammeerd onderhoud, mogen
uitsluitend worden uitgevoerd na toestemming van de klant. Als de
auto dikwijls gebruikt wordt voor het trekken van aanhangers, dan
moet een korter interval tussen de onderhoudsbeurten worden
aangehouden.WAARSCHUWING
De servicebeurten van het Geprogrammeerde Onderhoud zijn door de
fabrikant voorgeschreven. Het niet uitvoeren ervan kan het vervallen
van de garantie tot gevolg hebben.
Het is raadzaam het Alfa Romeo Servicenetwerk onmiddellijk te
informeren over eventuele kleine storingen en niet te wachten tot de
volgende servicebeurt.
Voor versies uitgerust met speciale brandstoftoevoer (bijv. LPG, Alfa
TCT) en/of uitrustingsniveau, in aanvulling op hetgeen beschreven is in
het volgende Geprogrammeerde Onderhoudsschema, de betreffende
onderwerpen in de speciale supplementen raadplegen.
174
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 179 of 280

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA
BENZINE-UITVOERINGEN
km x 1000 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren 12345678910
Banden op conditie/slijtage controleren en eventueel op spanning
brengen. Vervaldatum lading “Fix&Go Automatic” kit controleren●●●●●●●●●●
Werking verlichtingssysteem (koplampen, richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, bagageruimte, interieur, dashboardkastje,
lampjes instrumentenpaneel, enz.) controleren●●●●●●●●●●
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (motorkoelvloeistof,
remmen/hydraulische koppeling, ruitensproeiers, accu enz.)●●●●●●●●●●
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren●●●●●●●●●●
Gebruik de diagnosestekker om de werking van het
brandstoftoevoer-/motormanagementsysteem en de emissie te
controleren; en voor bepaalde versies/markten, de verslechtering van
de motorolie●●●●●●●●●●
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van carrosserie,
bodemplaatbescherming, slangen en leidingen (uitlaat, brandstof- en
remsysteem en rubber elementen (hoezen, balgen, bussen enz.)●●●●●
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers voor/achter
controleren●●●●●
Werking van ruitenwissers/-sproeiers controleren en zo nodig de
sproeiers afstellen●●●●●
175
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
De controles vermeld in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema moeten, na het bereiken van 120.000 km/8 jaar, cyclisch herhaald worden te
beginnen vanaf het eerste interval, daarna dezelfde intervallen aanhouden als daarvoor.
Page 180 of 280

km x 1000 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren 12345678910
Slot van motorkap en achterklep op aanwezigheid van vuil
controleren, schoonmaken en mechanismen smeren●●●●●
Slag van handrem controleren en zo nodig afstellen●●●●●
Conditie en slijtage van remblokken van schijfremmen voor/achter
visueel controleren●●●●●●●●●●
Visueel de conditie controleren van de getande distributieriem
(behalve Turbo TwinAir-versies)●
Conditie van aandrijfriem(en) hulporganen visueel controleren●
Olieniveau van de Alfa TCT regeling controleren en eventueel
bijvullen (voor bepaalde versies/markten)
(1)●●●●●
Motorolie en oliefilter vervangen
(2)●●●●●
Bougies vervangen
(3)●●●●●
(1) Jaarlijks uit te voeren controle voor auto's in landen met zeer strenge klimaten (koude landen).
(2) Als het voertuig voornamelijk binnen de bebouwde kom gebruikt wordt of wanneer het aantal jaarlijks afgelegde kilometers minder dan 10.000 bedraagt, moeten
de motorolie en het oliefilter elk jaar vervangen worden.
(3) Voor 1.4 Turbo MultiAir versies zijn de volgende zaken zijn van vitaal belang om de correcte werking te verzekeren en om ernstige schade aan de motorte
voorkomen: gebruik uitsluitend bougies die speciaal gecertificeerd zijn voor deze motoren; alle bougies moeten van hetzelfde type en merk zijn (ziede paragraaf
“Motor” in het hoofdstuk “Technische gegevens”); houd u zich strikt aan de vervangingsintervallen van de bougies die vermeld zijn in het Geprogrammeerde
Onderhoudsschema. Het wordt aanbevolen contact op te nemen met het Alfa Romeo Servicenetwerk om de bougies te laten vervangen.
176
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 181 of 280

km x 1000 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren 12345678910
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen
(4)●
Getande distributieriem vervangen
(met uitzondering van TwinAir Turbo versies)
(4)●
Re air cleaner cartridge
(5)●●●●●
Remvloeistof vervangen●●●●●
O●O●O●O●O●
(4) Voor gebieden waar weinig stof is wordt een maximale kilometerstand van 120.000 km aanbevolen. Ongeacht de kilometerstand moet de riem eens per 6 jaar
worden vervangen.
In stoffige omgevingen en/of gebruik van het voertuig onder zware omstandigheden (koude klimaten, gebruik in de stad, periodes van langdurige stilstand): wordt
een maximale kilometerstand van 60.000 km aanbevolen. Ongeacht de kilometerstand, moet de riem om de 4 jaar vervangen worden.
177
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
mvloeistof
(5) As het voertuig gebruikt wordt in stoffige omgevingen, moet dit filter om de 15.000 km vervangen worden.
(O) Aanbevolen werkzaamheden
(●) Verplichte werkzaamheden
Interieurfilter vervangen(5)
Page 182 of 280

DIESELUITVOERINGEN
km x 1000 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200
Jaren 12345678910
Banden op conditie/slijtage controleren en eventueel op spanning
brengen. Vervaldatum lading “Fix&Go Automatic” kit controleren●●●●●●●●●●
Werking verlichtingssysteem (koplampen, richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, bagageruimte, interieur, dashboardkastje,
lampjes instrumentenpaneel, enz.) controleren●●●●●●●●●●
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (motorkoelvloeistof,
remmen/hydraulische koppeling, ruitensproeiers, accu enz.)●●●●●●●●●●
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren●●●●●●●●●●
Gebruik de diagnosestekker om de werking van het
brandstoftoevoer-/motormanagementsysteem en de emissie te
controleren; en voor bepaalde versies/markten, de verslechtering van
de motorolie●●●●●●●●●●
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van carrosserie,
bodemplaatbescherming, slangen en leidingen (uitlaat, brandstof- en
remsysteem en rubber elementen (hoezen, balgen, bussen enz.)●●●●●
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers voor/achter
controleren●●●●●
Werking van ruitenwissers/-sproeiers controleren en zo nodig de
sproeiers afstellen●●●●●
Slot van motorkap en achterklep op aanwezigheid van vuil
controleren, schoonmaken en mechanismen smeren●●●●●
Slag van handrem controleren en zo nodig afstellen●●●●●
178
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
De controles vermeld in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema moeten, na het bereiken van 120.000 km/6 jaar, cyclisch herhaald worden te
beginnen vanaf het eerste interval, daarna dezelfde intervallen aanhouden als daarvoor.
Page 183 of 280

km x 1000 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200
Jaren 12345678910
Conditie en slijtage van remblokken van schijfremmen voor/achter
visueel controleren●●●●●●●●●●
Conditie en spanning van aandrijfriem(en) hulporganen (alleen bij
versies zonder automatische riemspanner) visueel controleren●●
Motorolie en oliefilter vervangen
(1) (2)
Aandrijfriemen hulporganen vervangen(3)●
Getande distributieriem vervangen (behalve 1.3 JTD
Mversies)(3)●
Brandstoffilterelement vervangen
(4)●●●
●●●●●
Remvloeistof vervangen●●●●●
O●O●O●O●O●
(1) Het werkelijke interval voor de vervanging van de motorolie en het oliefilter is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van het voertuig en wordt aangegeven
met een brandend lampje of een bericht op het instrumentenpaneel. Het mag echter nooit meer dan 2 jaar bedragen.
(2) Als de auto voornamelijk in de stad wordt gebruikt, dan moeten de motorolie en het filter elk jaar worden vervangen.
(3) Voor gebieden waar weinig stof is wordt een maximale kilometerstand van 120.000 km aanbevolen. Ongeacht de kilometerstand moet de riem eens per 6 jaar
worden vervangen.
In stoffige omgevingen en/of gebruik van het voertuig onder zware omstandigheden (koude klimaten, gebruik in de stad, periodes van langdurige stilstand): wordt
een maximale kilometerstand van 60.000 km aanbevolen. Ongeacht de kilometerstand, moet de riem om de 4 jaar vervangen worden.
(4) Als het voertuig op brandstof rijdt van een kwaliteit die niet voldoet aan de betreffende Europese specificatie, moet dit filter om de 20.000 km vervangen worden
179
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Het luchtfilterelement vervangen(5)
Interieurfilter vervangen(5)
(5) As het voertuig gebruikt wordt in stoffige omgevingen, moet dit filter om de 20.000 km vervangen worden.
(O) Aanbevolen werkzaamheden
(●) Verplichte werkzaamheden
Page 184 of 280

PERIODIEKE CONTROLES
Elke 1.000 km of vóór een lange reis controleren en eventueel
bijvullen:
❒niveau motorkoelvloeistof, remvloeistof en ruitensproeiervloeistof;
❒conditie en spanning banden;
❒werking verlichting (koplampen, richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, etc.);
❒werking ruitenwissers/-sproeiers en stand/slijtage wisserbladen
voor/achter.
Elke 3.000 km controleren en eventueel bijvullen: motorolieniveau.
INTENSIEF GEBRUIK VAN DE
AUTO
Als vooral een intensief gebruik van de auto wordt gemaakt, zoals:
❒het trekken van aanhangers of caravans;
❒het rijden op stoffige wegen;
❒talrijke korte ritten (minder dan 7-8 km) en bij buitentemperaturen
onder het vriespunt;
❒vaak lang stationair draaiende motor of lange afstanden bij lage
snelheden of als de auto lang niet wordt gebruikt;
dan moeten de volgende controles vaker worden uitgevoerd dan is
aangegeven in het Geprogrammeerd onderhoudsschema:
❒remblokken van schijfremmen voor op conditie en slijtage
controleren;
❒slot van motorkap en achterklep op aanwezigheid van vuil
controleren, schoonmaken en mechanismen smeren;
❒visueel de toestand controleren van: motor, versnellingsbak,
transmissie, slangen en leidingen (uitlaat, brandstof- en remsysteem)
en rubber elementen (hoezen, balgen, bussen enz.);
❒laadtoestand accu en niveau accuvloeistof (elektrolyt) controleren;
❒conditie van aandrijfriemen hulporganen visueel controleren;
❒motorolie en oliefilter controleren en zo nodig vervangen;
❒pollenfilter controleren en zo nodig vervangen;
❒luchtfilter controleren en zo nodig vervangen.
180
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER