Page 249 of 280

ALGEMENE INFORMATIE
De autoradio biedt de volgende functies:
Radio
❒PLL-tuner met FM/AM/MW golfbanden;
❒RDS (Radio Data System) met TA-functie (verkeersinformatie) - TP
(verkeersprogramma's) - EON (Enhanced Other Network) - REG
(regionale programma's);
❒AF: zoeken naar alternatieve frequenties in RDS;
❒voorbereiding voor noodberichten;
❒automatisch/handmatig afstemmen op stations;
❒FM Multipath detector;
❒handmatige opslag van 30 stations: 18 op FM-golfband (6 op
FM1, 6 op FM2, 6 op FMT), 12 op MW-golfband (6 op MW1,
6 op MW2);
❒automatische opslag (AUTOSTORE-functie) van 6 stations op
betreffende FM-golfband;
❒SPEED VOLUME functie (behalve uitvoeringen met Bose HI-FI
systeem): automatische snelheidsafhankelijke volumeregeling;
❒automatische Stereo/Mono selectie.CD-speler
❒Directe keuze van de CD;
❒Keuze van nummer (vooruit/achteruit);
❒Nummers snel vooruit-/terugspoelen;
❒Functie CD-display: weergave van CD-naam en verstreken tijd
vanaf begin van het nummer;
❒Afspelen van audio CD, CD-R en CD-RW.
Multimedia CD's bevatten naast audiotracks ook
tracks met gegevens. Het afspelen van dit type
CD kan ruis met een zodanig volume
veroorzaken, dat niet alleen de verkeersveiligheid in
gevaar komt, maar ook de eindversterker en de
speakers beschadigd kunnen raken.
245
AUTORADIO
Page 250 of 280
MP3 CD-speler
❒Functie MP3-Info (ID3-TAG);
❒Keuze van map (vorige/volgende);
❒Keuze van nummer (vooruit/achteruit);
❒Nummers snel vooruit-/terugspoelen;
❒Functie MP3-Display: weergave van mapnaam, ID3-TAG
informatie, verstreken tijd vanaf het begin van het nummer,
bestandsnaam;
❒Afspelen van audio- of gegevens-CD, CD-R en CD-RW.
Audiogedeelte
❒Mute/Pause functie;
❒Soft-Mute functie;
❒Loudness functie (behalve uitvoeringen met Bose HI-FI systeem);
❒Grafische 7-bands equalizer (behalve uitvoeringen met Bose
HI-FI systeem);
❒Gescheiden regeling hoge/lage tonen;
❒Balansregeling linker/rechter kanalen.AUX-gedeelte
(voor bepaalde uitvoeringen/markten, waar aanwezig)
❒Selectie AUX-bron;
❒AUX Offset functie: afstelling volume van draagbaar apparaat
op dat van een van de andere bronnen;
❒Draagbare speler afspelen.
246
AUTORADIO
Page 251 of 280

FUNCTIES EN INSTELLINGEN
INSCHAKELING AUTORADIO
De autoradio wordt ingeschakeld als er kort op de toets/knop
(ON/OFF) wordt gedrukt.
Bij inschakeling van de autoradio, wordt het volume beperkt tot de
waarde 20 als eerder een hogere waarde was ingesteld of tot de
waarde 5 als eerder de waarde 0 of Mute/Pause was ingesteld. In
alle andere gevallen wordt de eerder ingestelde waarde
behouden.
Wanneer de radio wordt ingeschakeld terwijl de sleutel uit het
contactslot is gehaald, dan schakelt hij automatisch na circa 20
minuten uit. Nadat de radio zichzelf automatisch heeft
uitgeschakeld, kan hij weer 20 minuten extra worden ingeschakeld
door op de ON/OFF toets te drukken.
UITSCHAKELING AUTORADIO
Druk kortstondig op de (ON/OFF) toets.
RADIOFUNCTIES KIEZEN
Door kortstondig en herhaaldelijk op de FM AS toets te drukken,
kunnen achter elkaar de volgende audiobronnen geselecteerd
worden:
❒TUNER (“FM1”, “FM2”, “FMA”).
Door kortstondig en herhaaldelijk op de AM toets te drukken,
kunnen achter elkaar de volgende audiobronnen geselecteerd
worden:
❒TUNER (“MW1”, “MW2”).
CD-FUNCTIE KIEZEN
Door kortstondig op de MEDIA toets te drukken, kan de CD-functie
gekozen worden.
GEHEUGENFUNCTIE AUDIOBRON
Als een andere functie (bijv. de radio) wordt gekozen, terwijl u
naar een CD luistert, dan wordt de weergave onderbroken en weer
hervat vanuit hetzelfde punt als weer naar de CD-bron wordt
teruggekeerd.
Als een andere functie wordt gekozen terwijl naar de radio wordt
geluisterd, dan wordt afgestemd op het laatst gekozen station als
weer naar de radio wordt teruggekeerd.
VOLUMEREGELING
Draai aan de ON/OFF knop om het volume te regelen.
Als het volumeniveau wordt gewijzigd tijdens het uitzenden van
verkeersinformatie, dan blijft deze nieuwe instelling slechts
gehandhaafd tot het einde van deze verkeersinformatie.
MUTE/PAUSE FUNCTIE
(volume op nul stellen)
Druk kortstondig op detoets op de Mute-functie te activeren. Het
volume zal geleidelijk afnemen en het opschrift “RADIO Mute” zal
getoond worden (bij radiogebruik) of “PAUSE” (bij gebruik van de
CD-speler).
Druk opnieuw op de
toets om de Mute-functie uit te schakelen.
Het volume wordt geleidelijk verhoogd tot het eerder ingestelde
niveau.
247
AUTORADIO
Page 252 of 280

Wanneer het volumeniveau wordt gewijzigd met de hiervoor
bestemde toetsen, dan wordt de Mute-functie uitgeschakeld en het
volume ingesteld op het nieuwe gekozen niveau.
Bij geactiveerde Mute-functie, wordt deze genegeerd wanneer
verkeersinformatie binnenkomt (als de TA-functie is geactiveerd) of
als een alarmbericht wordt ontvangen. De functie wordt weer
ingeschakeld wanneer het bericht beëindigd is.
GELUIDSINSTELLINGEN
De functies die in het audiomenu gekozen kunnen worden,
veranderen afhankelijk van de context: AM/FM/CD/AUX (voor
bepaalde versies/markten).
Druk kortstondig op de AUDIO toets om de audiofuncties te
veranderen.
Na de eerste druk op de AUDIO toets, toont de display de waarde
van het bass-niveau voor de op dat moment ingeschakelde bron
(bijv. bij gebruik van FM, toont de display het opschrift "FM Bass
+2").
Gebruik de
oftoets om door de menufuncties te lopen.
Gebruik voor het wijzigen van de instelling van de gekozen functie
de
oftoets. De huidige status van de gekozen functie
verschijnt op de display.
De functies waarin het menu voorziet zijn:
❒BASS (regeling van lage tonen);
❒TREBLE (regeling hoge tonen);
❒BALANCE (regeling balans rechts/links);
❒FADER (regeling balans voor/achter);
❒LOUDNESS (inschakeling/uitschakeling LOUDNESS functie);❒EQUALISER (activering en selectie van in de fabriek ingestelde
equalizerniveaus);
❒USER EQUALISER (persoonlijke equalizerinstelling).
TOONREGELING (lage/hoge tonen)
Ga als volgt te werk:
❒Gebruik de
oftoets om “Bass” of “Treble” in het AUDIO-
menu in te stellen;
❒druk op de
oftoets om de lage of hoge tonen te
verhogen/verlagen.
Door kortstondig op de toetsen te drukken, zullen de niveaus in
stappen veranderen. Door ze langer ingedrukt te houden, zullen
de niveaus sneller veranderen.
BALANSREGELING
Ga als volgt te werk:
❒Gebruik de
oftoets om de "Balance" in het AUDIO-menu
in te stellen;
❒druk op de
toets om het volume van de rechter speakers te
verhogen of op de
toets om het volume van de linker
speakers te verhogen.
Door kortstondig op de toetsen te drukken, zullen de niveaus in
stappen veranderen. Door ze langer ingedrukt te houden, zullen
de niveaus sneller veranderen.
Kies de waarde "
0" om de audio-uitgangen rechts en links
op dezelfde waarde in te stellen.
248
AUTORADIO
Page 253 of 280

FADERREGELING
Ga als volgt te werk:
❒Gebruik de
oftoets om de "Fader" in het AUDIO-menu in
te stellen;
❒druk op de
toets om het volume van de achterste speakers te
verhogen of op de
knop om het volume van de voorste
speakers te verhogen.
Door kortstondig op de toetsen te drukken, zullen de niveaus in
stappen veranderen. Door ze langer ingedrukt te houden, zullen
de niveaus sneller veranderen.
Kies de waarde "
0" om de audio-uitgangen achter en voor
op dezelfde waarde in te stellen.
LOUDNESSFUNCTIE
De loudnessfunctie verbetert het geluidsvolume wanneer naar een
laag volume wordt geluisterd, door de bassen en de hoge tonen te
versterken.
Kies voor het inschakelen/uitschakelen van de functie, de instelling
Loudness in het AUDIO-menu m.b.v. de
oftoets.
De toestand van de functie (in- of uitgeschakeld) wordt enige
seconden op de display getoond door het opschrift “Loudness On”
of "Loudness Off”.
PRESET/USER/CLASSIC/ROCK/JAZZ
FUNCTIES
(equalizer inschakelen/uitschakelen)
De ingebouwde equalizer kan in- of uitgeschakeld worden.
Wanneer de equalizerfunctie is uitgeschakeld, kunnen uitsluitend
de audio-instellingen "Bass" (lage tonen) en "Treble" (hoge tonen)
geregeld worden, terwijl als de functie is ingeschakeld tevens de
geluidscurven geregeld kunnen worden.
Kies voor het uitschakelen van de equalizer, de "EQ Preset" functie
met de
oftoets.
Gebruik voor het inschakelen van de equalizer de
oftoets
om een van de instellingen te kiezen:
❒"FM/AM/CD...EQ User" (instelling van 7 equalizerbanden die
door de gebruiker veranderd kunnen worden);
❒"Classic" (vooraf ingestelde equalizerinstelling voor optimaal
geluid van klassieke muziek);
❒"Rock" (vooraf ingestelde equalizerinstelling voor optimaal
geluid van rock- en popmuziek);
❒"Jazz" (vooraf ingestelde equalizerinstelling voor optimaal
geluid van jazzmuziek).
Wanneer een van de equalizerinstellingen ingeschakeld is, licht het
opschrift “EQ” op.
249
AUTORADIO
Page 254 of 280

FUNCTIE USER EQ SETTINGS
(equalizerinstellingen alleen als de USER-instelling
gekozen is)
Selecteer voor een persoonlijke equalizerinstelling met de
of
toets "User" en druk op de MENU-toets.
Op de display verschijnt een grafiek met 7 staafjes, waarbij elk
staafje een frequentie voorstelt.
Kies het te veranderen staafje met de
oftoets; het gekozen
staafje begint te knipperen en kan geregeld worden met de
of
toets.
Druk opnieuw op de AUDIO-toets om de instelling op te slaan. De
display toont de op dat moment ingeschakelde bron, gevolgd door
de tekst "USER". Als bijvoorbeeld “FM” wordt gebruikt, toont de
display de tekst “FM EQ User”.
MENU
Functies menutoetsen
Druk kortstondig op de MENU-toets voor het inschakelen van de
MENU-functie. De display toont het eerste instelbare menu-item
(AF) ("AF Switching On" op de display).
Gebruik de
oftoets om door de menufuncties te lopen.
Gebruik voor het wijzigen van de instelling van de gekozen functie
de
oftoets.
De huidige status van de gekozen functie verschijnt op de display.
De functies waarin het menu voorziet zijn:
❒AF SWITCHING (ON/OFF);
❒TRAFFIC INFORMATION (ON/OFF);
❒REGIONAL MODE regionale programma's (ON/OFF);❒MP3 DISPLAY (CD MP3 display-instellingen);
❒SPEED VOLUME (automatische snelheidsafhankelijke
volumeregeling);
❒RADIO ON VOLUME (in/-uitschakeling limiet radiovolume);
❒SPEECH VOLUME (regeling telefoonvolume) (voor bepaalde
versies/markten);
❒AUX OFFSET (afstelling volume van draagbaar apparaat op dat
van een van de andere bronnen)(voor bepaalde
versies/markten);
❒RADIO OFF (uitschakelwijze);
❒SYSTEM RESET
Druk opnieuw op de MENU-toets om de Menufunctie uit te
schakelen.
OpmerkingDe instellingen AF SWITCHING, TRAFFIC
INFORMATION en REGIONAL MODE zijn alleen bij FM mogelijk.
AF SWITCHING functie
(zoeken alternatieve frequenties)
De autoradio kan op twee verschillende manieren werken in het
RDS-systeem:
❒"AF Switching On": zoeken naar alternatieve frequenties
ingeschakeld (de letters "AF" verschijnen op de display);
❒"AF Switching Off": zoeken naar alternatieve frequenties niet
ingeschakeld.
Ga als volgt te werk om de functie in- en uit te schakelen:
❒druk op de MENU-toets en kies “AF Switching On”;
❒druk op de
oftoets om de functie in/uit te schakelen.
250
AUTORADIO
Page 255 of 280

Bij ingeschakelde functie, stemt de radio automatisch af op het
station met het sterkste signaal dat hetzelfde programma uitzendt.
Tijdens het rijden kan men naar hetzelfde station blijven luisteren
zonder dat op een andere frequentie afgestemd hoeft te worden
als men in een ander gebied komt.
Vanzelfsprekend moet het beluisterde station ontvangen kunnen
worden in het gebied waardoor men rijdt.
Als de AF-functie is ingeschakeld, verschijnt op de display het
opschrift "AF".
Als de AF-functie is ingeschakeld en de radio kan het afgestemde
station niet meer ontvangen, dan activeert de radio het
automatische zoeken en verschijnt het bericht "FM Search" op de
display (alleen bij autoradio's van hoog niveau).
Als de AF-functie is uitgeschakeld, blijven de resterende RDS-
functies, zoals de weergave van de naam van het station, altijd
actief.
De AF-functie kan alleen op FM-golfbanden geactiveerd worden.
TRAFFIC INFORMATION functie
(verkeersinformatie)
Sommige stations op de FM-golfband (FM1, FM2 en FMA) zenden
ook verkeersinformatie uit. In dit geval verschijnt het opschrift "TA"
op de display.
Ga als volgt te werk om deze functie in- en uit te schakelen:
❒druk kortstondig op de MENU-toets en kies “Traffic info”;
❒druk op de
oftoets om de functie in/uit te schakelen.
Als de TA-functie is ingeschakeld, licht op de display het pictogram
"TA" op.OpmerkingAls de TA-functie ingeschakeld is bij een andere
audiobron dan de Tuner (Radio) (CD, MP3, telefoon of
Mute/Pause), dan kan de autoradio het automatische zoeken in
werking stellen, waardoor het mogelijk is dat bij het opnieuw
inschakelen van de Tuner (Radio) de afgestemde frequentie anders
is dan wat eerder was ingesteld.
Met de TA-functie is het volgende mogelijk:
❒zoeken naar uitsluitend RDS-stations op de FM-golfband die
verkeersinformatie kunnen uitzenden;
❒verkeersinformatie ontvangen ook als de CD-speler werkt;
❒verkeersinformatie ontvangen op een vooraf ingesteld
minimumvolume, ook als het radiovolume uit staat.
OpmerkingIn sommige landen zijn er radiostations die ook bij
ingeschakelde TP-functie geen verkeersinformatie uitzenden (het
pictogram "TP" verschijnt op de display).
Als de radio is afgestemd op een station op de AM-golfband en de
TA-functie wordt geactiveerd, dan stemt hij af op het laatst
gekozen station op de FM1-golfband.
Het volume waarmee de verkeersinformatie wordt uitgezonden is
afhankelijk van het luistervolume:
❒luistervolume lager dan 5: volume verkeersinformatie op 5 (vaste
waarde);
❒luistervolume hoger dan 5: volume verkeersinformatie gelijk aan
luistervolume +1.
Als het volume tijdens een verkeersbericht wordt gewijzigd, dan
wordt het niveau niet op de display getoond; het nieuwe niveau
wordt alleen tijdens dit verkeersbericht aangehouden.
Terwijl verkeersinformatie wordt ontvangen, verschijnt het opschrift
“TRAFFIC INFORMATION” op de display.
251
AUTORADIO
Page 256 of 280

De TA-functie kan met een willekeurige toets van de autoradio
onderbroken worden.
REGIONAL MODE functie
(ontvangst regionale programma's)
Sommige nationale stations zenden op bepaalde uren van de dag
regionale programma's uit (die per regio verschillen).
Met deze functie is het mogelijk om automatisch op lokale
(regionale) stations af te stemmen (zie paragraaf “EON-functie”)
Als u wilt dat de autoradio automatisch afstemt op regionale
stations binnen het gekozen netwerk, dan moet deze functie
ingeschakeld worden.
Gebruik voor het in-en uitschakelen van de functie de
of
toets.
De huidige status van de functie verschijnt op de display.
❒"Regional On": functie ingeschakeld;
❒"Regional Off": functie uitgeschakeld.
Als de functie is uitgeschakeld en men heeft afgestemd op een
regionaal station in een bepaald gebied en men komt in een ander
gebied, dan zal het regionale station dat in het nieuwe gebied
ontvangen wordt uitgezonden worden.
OpmerkingAls de AF- en de REG-functie tegelijkertijd
ingeschakeld zijn, dan kan het gebeuren dat wanneer de grens
tussen twee gebieden overschreden wordt, de autoradio niet
correct overschakelt naar een goede alternatieve frequentie.
MP3 DISPLAY functie
(weergave MP3 CD gegevens)
Met deze functie kan men kiezen welke informatie op de display
wordt weergegeven wanneer naar een CD met MP3-nummers
geluisterd wordt.
Deze functie kan alleen worden gekozen als er een MP3-CD is
ingebracht: in dit geval verschijnt "MP3 Display" op de display.
Gebruik voor het veranderen van de functie de
oftoets.
De volgende instellingen zijn beschikbaar:
❒"Title" (titel van nummer, als de ID3-TAG beschikbaar is);
❒"Author" (auteur van nummer, als ID3-TAG beschikbaar is);
❒"Album" (album van nummer, als ID3-TAG beschikbaar is);
❒"Folder" name (aan de map toegewezen naam);
❒"File" name (aan het MP3-bestand toegewezen naam);
SPEED VOLUME functie
(snelheidsafhankelijke volumeregeling)
Deze functie past automatisch het volume aan de voertuigsnelheid
aan, door het volume te verhogen als de snelheid toeneemt, om de
verhouding tot het geluidsniveau in het inzittendencompartiment te
behouden.
Gebruik voor het in- en uitschakelen van de functie de
/toetsen. De woorden "Speed volume" verschijnen op de
display, gevolgd door de huidige status van de functie:
❒Off: functie uitgeschakeld
❒Low: functie ingeschakeld (lage gevoeligheid)
❒High: functie ingeschakeld (hoge gevoeligheid)
252
AUTORADIO