De kenmerken en de werking voor de weergave van MP3-
bestanden zijn als volgt:
❒de gebruikte CD-ROM’s moeten zijn gebrand volgens de ISO
9660 standaard;
❒de muziekbestanden moeten de extensie “.mp3” hebben:
bestanden met een andere extensie kunnen niet afgespeeld
worden;
❒de volgende weergavefrequenties kunnen afgespeeld worden:
44.1 kHz, stereo (96 tot 320 kbit/s) - 22.05 kHz, mono of
stereo (32 tot 80 kbit/s);
❒nummers met een variabele bit-rate kunnen afgespeeld worden.
OpmerkingDe namen van de nummers mogen niet de volgende
tekens bevatten: spaties , ' (apostrofs), ( en ) (haakjes openen en
sluiten). Zorg er tijdens het branden van een MP3-CD voor dat de
bestandsnamen deze tekens niet bevatten; als dit wel het geval is,
dan kan de autoradio de betreffende nummers niet afspelen.KEUZE VAN MP3-SESSIES
OP HYBRIDE DISKS
Als een hybride disk (Mixed Mode, Enhanced, CD-Extra) wordt
ingebracht die ook MP3-bestanden bevat, dan begint de autoradio
automatisch met het afspelen van de audiosessie. Tijdens het
afspelen kan worden overgeschakeld naar de MP3-sessie door de
MEDIA-toets langer dan 2 seconden ingedrukt te houden.
OpmerkingWanneer de functie geactiveerd wordt, kan de
autoradio enkele seconden nodig hebben voordat het afspelen
start. Tijdens de controle van de disk, toont de display het opschrift
“CD READING”. Als er geen MP3-bestanden worden gedetecteerd,
hervat de autoradio het afspelen van de audiosessie vanaf het
punt, waarop deze onderbroken werd.
DISPLAY-INFORMATIE
Weergave ID3-TAG-informatie
De autoradio kan niet alleen informatie over de verstreken
speelduur, naam van de map en van het bestand weergegeven,
maar ook ID3-TAG-informatie over de Titel, Artiest en Auteur van
het nummer.
De naam van de MP3-map die op de display wordt getoond, komt
overeen met de naam waarmee de CD-map is opgeslagen,
gevolgd door een asterisk.
Voorbeeld van een MP3-mapnaam: BEST OF *.
Wanneer voor weergave van de ID3-TAG informatie (Titel, Artiest,
Album) is gekozen die niet voor het afgespeelde nummer is
opgeslagen, dan wordt deze informatie vervangen door de naam
van het bestand.
261
AUTORADIO
KEUZE VAN VOLGENDE/VORIGE MAP
Druk op detoets om een van de volgende mappen te kiezen of
druk op de
toets om een vorige map te kiezen.
De display toont het nummer en de naam van de map (bijv. "DIR 2
XXXXXX").
XXXXXX: naam van de map (de display toont alleen de eerste 8
tekens).
De mappen worden achter elkaar geselecteerd: de eerste map
wordt na de laatste map geselecteerd en andersom.
Als binnen 2 seconden geen enkele andere map/nummer wordt
geselecteerd, dan wordt het eerste nummer van de nieuwe map
afgespeeld.
Als het laatste nummer van de op dat moment gekozen map wordt
afgespeeld, dan wordt de volgende map afgespeeld.
STRUCTUUR VAN DE MAPPEN
De autoradio met MP3-speler:
❒herkent alleen mappen die bestanden in MP3-formaat bevatten;
❒als de MP3-bestanden van een CD-ROM in “submappen” zijn
opgenomen, dan wordt hun structuur naar één niveaustructuur
gebracht, namelijk naar het niveau van de hoofdmappen.
262
AUTORADIO
AUX
(voor bepaalde versies/markten)
INLEIDING
Dit hoofdstuk beschrijft uitsluitend de varianten voor wat betreft de
werking van de AUX-bron: zie voor een beschrijving van de
werking van de autoradio het hoofdstuk "Functies en Instellingen".
AUX MODUS
Druk, om de AUX-bron te activeren, meerdere malen op de
MEDIA-toets of de SRC-toets op het stuurwiel tot de betreffende
bron wordt weergegeven.
De AUX-aansluiting bevindt zich op de tunnelconsole naast het
stopcontact (of naast de aansteker, afhankelijk van de versie)
fig. 3.BELANGRIJK
De functies van het apparaat dat aangesloten is op de AUX-
aansluiting worden rechtstreeks geregeld door het apparaat zelf;
het is niet mogelijk om van nummer/map/playlist te veranderen
met de bedieningstoetsen van de autoradio of die op het stuurwiel.
Laat de kabel van uw draagbare speler niet in de AUX-aansluiting
zitten om mogelijk geruis van de luidsprekers te voorkomen.
fig. 3A0J0418
263
AUTORADIO
PROBLEEMOPLOSSING
ALGEMEEN
Laag volume
De Fader-functie moet zijn ingesteld op de waarden "F" (voor), om
te voorkomen dat het uitgangsvermogen van de autoradio
vermindert en het volume wordt uitgezet als de fader is ingesteld
op R+9.
Bron kan niet geselecteerd worden
Er is geen geluidsdrager ingebracht.
Breng de af te spelen CD of CD MP3 in.
CD-SPELER
De CD wordt niet afgespeeld
De CD is vuil. Maak de CD schoon.
Er zitten krassen op de CD. Probeer een andere CD te gebruiken.
De CD kan niet ingebracht worden
Er is al een CD ingebracht. Druk op de
toets en verwijder de
CD.
LEZEN VAN MP3-BESTAND
Het nummer springt over tijdens het afspelen van
MP3-bestanden
Er zitten krassen op de CD of de CD is vuil. Maak de CD schoon,
zie hiervoor de beschrijving in de paragraaf "CD" in het hoofdstuk
"Inleiding".
De speelduur van de MP3-nummers wordt niet
correct weergegeven
In sommige gevallen kan de speelduur van de MP3-nummers
verkeerd worden weergegeven (vanwege de opnamemethode).
26
AUTORADIO
4