Page 49 of 179

Stoelen, veiligheidssystemen47
CS: NIKDY nepoužívejte dětský
zádržný systém instalovaný proti
směru jízdy na sedadle, které je chrá‐
něno před sedadlem AKTIVNÍM AIR‐
BAGEM. Mohlo by dojít k VÁŽNÉMU PORANĚNÍ nebo ÚMRTÍ DÍTĚTE.
SK: NIKDY nepoužívajte detskú se‐
dačku otočenú vzad na sedadle chrá‐ nenom AKTÍVNYM AIRBAGOM, pre‐
tože môže dôjsť k SMRTI alebo VÁŽ‐ NYM ZRANENIAM DIEŤAŤA.
LT: JOKIU BŪDU nemontuokite atgal
atgręžtos vaiko tvirtinimo sistemos
sėdynėje, prieš kurią įrengta AKTYVI
ORO PAGALVĖ, nes VAIKAS GALI
ŽŪTI arba RIMTAI SUSIŽALOTI.
LV: NEKĀDĀ GADĪJUMĀ neizmanto‐
jiet uz aizmuguri vērstu bērnu sēde‐
klīti sēdvietā, kas tiek aizsargāta ar
tās priekšā uzstādītu AKTĪVU DRO‐ ŠĪBAS SPILVENU, jo pretējā gadī‐
jumā BĒRNS var gūt SMAGAS
TRAUMAS vai IET BOJĀ.
ET: ÄRGE kasutage tahapoole suu‐
natud lapseturvaistet istmel, mille ees on AKTIIVSE TURVAPADJAGA kait‐stud iste, sest see võib põhjustada
LAPSE SURMA või TÕSISE VIGAS‐
TUSE.
Gebruik afgezien van de waarschu‐
wing conform ECE R94.02 omwille
van de veiligheid nooit een kindervei‐
ligheidssysteem op de passagiers‐
stoel voor met actieve frontairbag.9 Gevaar
Gebruik geen kinderveiligheids‐
systeem op de passagiersstoel
met actieve frontairbag.
Airbag deactiveren 3 49.
Frontaal airbagsysteem Het frontairbagsysteem bestaan uit
een airbag in het stuurwiel en een air‐
bag in het instrumentenpaneel aan de passagierskant voorin. Ze zijn te her‐
kennen aan het opschrift AIRBAG.
Ook is er een waarschuwingsetiket
aan de zijkant van het instrumenten‐
bord, dat bij een geopend voorste
passagiersportier zichtbaar is, of op
de zonneklep van de passagier voor.
Het frontairbagsysteem treedt in wer‐ king bij een voldoende krachtige aan‐rijding. Het contact moet ingescha‐
keld zijn.
De opgeblazen airbags vangen de
schok op waardoor het gevaar voor
letsel aan het bovenlichaam en hoofd
van de inzittenden voorin de auto
aanzienlijk afneemt.9 Waarschuwing
Alleen bij een correcte zitpositie is
optimale bescherming mogelijk
3 35.
Lichaamsdelen of voorwerpen uit
het werkingsgebied van de airbag
houden.
Veiligheidsgordel correct omleg‐
gen en goed vastzetten. Alleen dan kan de airbag bescherming
bieden.
Page 50 of 179
48Stoelen, veiligheidssystemenZijdelings airbagsysteem
Het zijairbagsysteem bestaat uit een
airbag in de rugleuning van beide
voorstoelen. Ze zijn te herkennen aan het opschrift AIRBAG.
Het zijairbagsysteem treedt in wer‐
king bij een voldoende krachtige aan‐ rijding. Het contact moet ingescha‐
keld zijn.
De opgeblazen airbags vangen de
schok op waardoor het gevaar voor
letsel aan het bovenlichaam en de
heupen bij een zijdelingse aanrijding
aanzienlijk afneemt.
9 Waarschuwing
Lichaamsdelen of voorwerpen uit
het werkingsgebied van de airbag
houden.
Let op
Op de voorstoelen alleen stoelhoe‐
zen gebruiken die voor de auto zijn goedgekeurd. De airbags niet afdek‐
ken.
Gordijnairbagsysteem
De hoofdairbags bestaan uit een air‐
bag aan weerskanten in het dak‐
frame. Ze zijn te herkennen aan het opschrift AIRBAG op de hemelbekle‐
ding.
Het gordijnairbagsysteem treedt in
werking bij een voldoende krachtige
aanrijding. Het contact moet inge‐ schakeld zijn.
Page 51 of 179

Stoelen, veiligheidssystemen49
De opgeblazen airbags vangen de
schok op waardoor het gevaar voor
letsel aan het hoofd bij een zijdelingse aanrijding aanzienlijk afneemt.9 Waarschuwing
Lichaamsdelen of voorwerpen uit
het werkingsgebied van de airbag
houden.
Airbag deactiveren
De frontale en zijdelingse airbags
voor de passagiersstoel voor moeten
worden uitgeschakeld wanneer op
deze stoel een kinderzitje moet wor‐
den geplaatst. De gordijnairbags, de
gordelspanner en alle airbags van de
bestuurder blijven actief.
Op de zijkant van het instrumenten‐ paneel zit een label dat op het deac‐tiveringssysteem voor de airbag wijsten alleen zichtbaar is bij een geo‐
pende voordeur.De passagierairbags voorin zijn te
deactiveren met een schakelaar op
de passagiersdeur.
Bij een geopende voordeur de scha‐
kelaar indrukken en linksom naar de
stand OFF draaien.
Airbags voor de passagier voorin zijn gedeactiveerd en gaan niet af bij een
aanrijding. Controlelamp W op de in‐
strumentengroep licht op en blijft branden. Het is mogelijk een kinder‐
zitje te monteren volgens de tabel met
de mogelijke montageplaatsen
3 52.
Page 52 of 179

50Stoelen, veiligheidssystemen9Gevaar
Levensgevaar voor kinderen in
een kinderveiligheidssysteem te‐
zamen met een geactiveerde air‐
bag op de passagiersstoel voorin.
Levensgevaar voor volwassenen
bij een buiten werking gestelde
airbag van de passagiersstoel
voorin.
Wanneer controlelamp W niet
brandt, zullen de airbags voor de pas‐
sagiersstoel voorin afgaan bij een
aanrijding.
Status alleen wijzigen tijdens stilstand met het contact uitgeschakeld. De
status blijft vervolgens tot de vol‐
gende wijziging van kracht.
Als controlelamp W samen met v
blijft branden, is er sprake van een
systeemstoring. De hulp van een
werkplaats inroepen.
Controlelamp airbag deactiveren
3 73.
Kinderveiligheidssyste‐
men
Wij bevelen het Opel kinderveilig‐heidssysteem aan dat specifiek voor
montage in uw auto geschikt is.
Let bij gebruik van een kinderzitje op
de volgende gebruiksaanwijzingen en montagevoorschriften en houd u
bovendien aan de instructies die bij
het kinderzitje werden geleverd.
Houd u altijd aan de plaatselijke of landelijke voorschriften. In sommige
landen is het gebruik van kinderzitjes op bepaalde zitplaatsen verboden.9 Waarschuwing
Wanneer een kinderveiligheids‐
systeem op de passagiersstoel
voorin wordt gebruikt, moeten de
airbagsystemen voor de passa‐
giersstoel voorin worden uitge‐
schakeld; zo niet, dan kan het in
werking treden van de airbags het leven van het kind in gevaar bren‐ gen.
Dit is vooral van belang wanneer
naar achteren gerichte kindervei‐
ligheidssystemen op de passa‐
giersstoel voorin worden gebruikt.
Airbag deactiveren 3 49.
Juiste systeem selecteren
De achterbank is de beste plaats om
een kinderzitje vast te maken.
Kinderen zo lang mogelijk tegen de
rijrichting in vervoeren. Hierdoor
wordt de nog erg zwakke ruggengraat
van het kind bij een ongeval minder
belast.
Geschikt zijn veiligheidssystemen die voldoen aan ECE 44-03 of
ECE 44-04. Raadpleeg de lokale wet-
en regelgeving voor het verplichte ge‐ bruik van kinderveiligheidssystemen.
Controleer of het te monteren kinder‐
zitje compatibel is met het autotype.
Controleer of de montageplaats van
het kinderzitje in de auto juist is.
Laat kinderen alleen aan de trottoir‐
kant van de auto uit- en instappen.
Page 53 of 179
Stoelen, veiligheidssystemen51
Wanneer het kinderzitje niet in ge‐
bruik is, het met een veiligheidsgordel vastzetten of uit de auto verwijderen.
Let op
Kinderveiligheidssystemen niet be‐ plakken of met andere materialen af‐
dekken.
Een kinderveiligheidssysteem dat
tijdens een aanrijding werd belast
moet worden vervangen.
Page 54 of 179
52Stoelen, veiligheidssystemenInbouwposities kinderveiligheidssystemenToegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een kinderveiligheidssysteem
Voorstoelen - alle varianten
Gewichts- of leeftijdsgroep
Enkele stoel - passagierszijde voorin 1)Bijrijdersbank - passagierszijde voorin
zonder airbagmet airbag
zonder airbagmet airbagmiddenbuitenste
zitplaatsmiddenbuitenste
zitplaatsGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maanden
Groep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaar
UU 2)XUXU 2)
Groep I: 9 tot 18 kg
of ca. 8 maanden tot 4 jaarUU 2)UFUUFU 2)Groep II: 15 tot 25 kg
of ca. 3 tot 7 jaar
Groep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaar
UU 2)UFUUFU 2)
1)
Stoel, indien verstelbaar, helemaal naar achteren zetten. Ervoor zorgen dat de veiligheidsgordel tussen de schouder
en het bovenste verankeringspunt zo recht mogelijk ligt.
2) Ervoor zorgen dat de airbags voor de passagier voorin gedeactiveerd is wanneer u een kinderzitje op deze plaats
aanbrengt.
Page 55 of 179
Stoelen, veiligheidssystemen53
Combi - achterbank
Gewichts- of leeftijdsgroep
Bank op 2e zitrijBank op 3e zitrij3)4)Bestuurderszijde
buitenste zitplaats
Midden
Passagierszijde
buitenste zitplaats
Buitenste zitplaatsMidden
Groep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maanden
Groep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaar
U,
Groep I: 9 tot 18 kg
of ca. 8 maanden tot 4 jaarU,
of ca. 3 tot 7 jaar
Groep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaar
UUUXX
3) Het is alleen toegestaan om een universeel kinderzitje op de 3e zitrij te monteren als de stoelen op de 2e zitrij zijn
verwijderd en de veiligheidsgordels lang genoeg zijn voor het te gebruiken type kinderzitje.
4) Bij voertuigen die alleen een tweezitsbank op de 2e zitrij hebben, is het toegestaan om een universeel kinderzitje op de
3e zitrij te monteren, maar dan alleen op de buitenste zitplaats (d.w.z. bij de zijschuifdeur), omdat er op die plaats meer
ruimte voor het zitje is.
Page 56 of 179
54Stoelen, veiligheidssystemen
Tour - achterbank
Gewichts- of leeftijdsgroep
Bank op 2e zitrijBank op 3e zitrij3)4)Bestuurderszijde
buitenste zitplaats
Midden
Passagierszijde
buitenste zitplaats
Buitenste zitplaatsMidden
Groep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maanden
Groep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaar
U,
Groep I: 9 tot 18 kg
of ca. 8 maanden tot 4 jaarU,
of ca. 3 tot 7 jaar
Groep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaar
UUUXX
3) Het is alleen toegestaan om een universeel kinderzitje op de 3e zitrij te monteren als de stoelen op de 2e zitrij zijn
verwijderd en de veiligheidsgordels lang genoeg zijn voor het te gebruiken type kinderzitje.
4) Bij voertuigen die alleen een tweezitsbank op de 2e zitrij hebben, is het toegestaan om een universeel kinderzitje op de
3e zitrij te monteren, maar dan alleen op de buitenste zitplaats (d.w.z. bij de zijschuifdeur), omdat er op die plaats meer
ruimte voor het zitje is.