Page 161 of 211
Verzorging van de auto159
2. Draai de gloeilampfitting linksomvan de koplamp compleet.
3. Neem de gloeilamp uit de fitting.
4. Breng de nieuwe gloeilamp in de fitting aan.
5. Breng de gloeilampfitting rechtsom draaiend aan.
6. Draai de kap rechtsom in de ach‐ terkant van de koplamp compleet.
Achterlichten Laat de lichten vervangen door een
werkplaats.
Zijrichtingaanwijzers
Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.
Achteruitrijlichten Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.Kentekenverlichting
1. Ontgrendel de verlichting com‐ pleet door de veerclip rechts op de
verlichting compleet naar links te
drukken.
2. Trek de verlichting compleet om‐ laag van de bumperband.
3. Draai de gloeilampfitting linksom van de lamp compleet af.
Page 162 of 211

160Verzorging van de auto
4. Trek voorzichtig aan de klem entrek de gloeilamp recht uit de
gloeilampfitting.
5. Druk de nieuwe gloeilamp recht in
de gloeilampfitting en breng de
gloeilampfitting rechtsom draai‐
end in de verlichting compleet
aan.
6. Breng de verlichting compleet weer in de bumperband aan.
Steek eerst de linkerkant erin.
7. Druk de veerclip op zijn plaats.
Mistachterlicht
Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.Elektrisch systeem
Hoogspanningsapparaten
en bedrading9 Waarschuwing
Blootstelling aan hoogspanning
kan elektrische schokken, brand‐
wonden en zelfs de dood tot ge‐
volg hebben. Laat uitsluitend spe‐
ciaal opgeleide monteurs aan de
hoogspanningscomponenten in
de auto werken.
Hoogspanningscomponenten zijn
voorzien van labels. U mag deze
componenten niet uitbouwen,
openen, uiteen nemen of modifi‐
ceren. Hoogspanningskabels of -
bedrading heeft een oranje man‐
tel. U mag hoogspanningskabels
of -bedrading niet doormeten, ma‐ nipuleren, doorknippen of modifi‐
ceren.
Page 163 of 211

Verzorging van de auto161Overbelasting elektrisch
systeem
De auto heeft zekeringen en stroom‐ kringonderbrekers ter bescherming
tegen overbelasting van het elektri‐
sche systeem.
Bij een elektrische overbelasting
opent en sluit de stroomkringonder‐
breker en beschermt deze het circuit totdat de belasting weer normaal is of het probleem verholpen is. Hierdoor
neemt de kans op overbelasting van
de stroomkring en brand als gevolg
van elektrische problemen aanzienlijk
af.
Zekeringen en stroomkringonderbre‐ kers beschermen de volgende onder‐ delen in de auto:
■ Koplampkabelbomen
■ Motor voorruitenwissermotor
■ Elektrisch bediende ruiten en an‐ dere elektrische accessoires
Vervang een doorgebrande zekering
door een nieuw exemplaar met de‐
zelfde maat en capaciteit. Als u bij
een probleem onderweg een zeke‐ring moet vervangen, kunt u een an‐
dere aanwezige zekering met de‐
zelfde capaciteit gebruiken. Kies een
functie van de auto die tijdelijk niet
nodig is en vervang de geleende ze‐
kering zo snel mogelijk.
Koplampkabelbomen Bij een elektrische overbelasting kande verlichting aan en uit gaan en in
sommige situaties uitblijven. Laat in
dat geval de koplampkabelbomen on‐ middellijk door een werkplaats in‐
specteren.
Voorruitwissers
Bij oververhitting van de ruitenwisser‐
motor als gevolg van zware sneeuw‐
val of ijsvorming stoppen de vooruit‐
enwissers totdat de motor is afge‐
koeld en wordt de ruitenwisserknop
uitgeschakeld. Na het wegnemen van
de blokkering start de ruitenwisser‐
motor opnieuw als u de knop in de
gewenste modus zet.
Hoewel de stroomkring tegen elektri‐
sche overbelasting en overbelasting
als gevolg van zware sneeuwval ofijsvorming beveiligd is, kan het stan‐
genstelsel van de ruitenwissers
schade oplopen.
Ontdoe de voorruit vóór gebruik van
de voorruitenwissers altijd van ijs en
dikke sneeuwlagen. Als de overlast is
veroorzaakt door een elektrisch pro‐
bleem en niet sneeuw of ijs, is er on‐ derhoud vereist.
ZekeringenControleren of het opschrift op de ver‐
vangende zekering overeenkomt met
dat op de defecte zekering.
Er zitten vier zekeringenkasten in de
auto:
■ linksvoor in de motorruimte,
■ op het rechter en het linker uiteinde
van het instrumentenbord,
■ achter een deksel aan de linkerkant
van de bagageruimte.
Alvorens een zekering te vervangen,
de desbetreffende schakelaar en de
ontsteking uitschakelen.
Page 164 of 211
162Verzorging van de auto
Een defecte zekering is te herkennenaan de doorgebrande smeltdraad.
Zekering pas vervangen wanneer de oorzaak van de storing verholpen is.
Sommige functies worden door meer‐ dere zekeringen beveiligd.
Er kunnen zekeringen aanwezig zijn
die geen functie hebben.
Zekeringtrekker
In de zekeringenkast in de motor‐
ruimte zit mogelijk een zekeringtrek‐
ker.
Page 165 of 211
Verzorging van de auto163
Zekeringtrekker van bovenaf of van
opzij op zekering steken en zekering
lostrekken.
Zekeringenkast in
motorruimte
De zekeringenkast zit linksvoor in de
motorruimte.
Open de klep van de zekeringenkast
door voor en achter op de clips te
drukken en de klep omhoog opzij te
draaien.
Minizeke‐
ringenGebruik1Motorregelmodule -
geschakeld
vermogen2Emissie3–4Bobines / verstui‐
vers5Kolomslot6–7–
Page 166 of 211
164Verzorging van de auto
Minizeke‐
ringenGebruik8–9Verwarmde spie‐
gels10Regelmodule airco11Omzettermodule
tractievermogen -
accu12–13Cabineverwar‐
mingspomp en -klep14Diefstalalarm -
sirene15Omzettermodule
tractievermogen en
transmissieregel‐
module - accu17Motorregelmodule -
accu22Grootlicht links24–25–Minizeke‐
ringenGebruik26Diefstalalarm -
claxon31–32Ronddraaien -
sensor- en diagno‐
semodule, instru‐
mentengroep,
display passagiers‐
airbag, schakelaar
koplamphoogtere‐
geling, automatisch
dimmende achter‐
uitkijkspiegel33Ronddraaien -
regelmodule boord‐
integratie34Regelmodule
boordintegratie -
accu35–36Elektrische koel‐
vloeistofpomp elek‐
tronicaMinizeke‐
ringenGebruik37Regelmodule cabi‐
neverwarming38Koelvloeistofpomp
oplaadbaar energie‐
opslagsysteem
(hoogspannings‐
accu)39Regelmodule
oplaadbaar energie‐
opslagsysteem
(hoogspannings‐
accu)40Wis-/wasinstallatie
voor41Grootlicht rechts46–47–49–
Page 167 of 211
Verzorging van de auto165
Minizeke‐
ringenGebruik50Ronddraaien -
achteruitkijkcamera,
voedingsmodule
accessoires,
controle banden‐
spanning, motoren
koplamphoogtere‐
geling51Ronddraaien - voor
ABS/oplaadbaar
energieopslagsys‐
teem (hoogspan‐
ningsaccu)52Motorregelmodule/
transmissieregel‐
module - rond‐
draaienMinizeke‐
ringenGebruik53Omzettermodule
tractievermogen -
ronddraaien54Ronddraaien -
regelmodule brand‐
stofsysteem, regel‐
module airco,
boordopladerJ-case zeke‐
ringenGebruik16–18–19Elektrische ruitbe‐
diening voorin20–21Elektronische
regelmodule anti‐
blokkeersysteem23–27–28–J-case zeke‐
ringenGebruik29–30Motor antiblok‐
keersysteem42Koelventilator
rechts43Voorruitwissers44Oplader45–48Koelventilator
links
Klik na het vervangen van doorge‐
brande zekeringen het deksel van de
zekeringenkast weer vast.
Wanneer u de klep van de zekering‐
houder niet goed sluit, kunnen er sto‐ ringen optreden.
Page 168 of 211

166Verzorging van de autoZekeringenkast
instrumentenpaneel
Zekeringenkast
instrumentenpaneel op het
linker uiteinde
De linker zekeringenkast instrumen‐
tenpaneel bevindt zich op het linker
uiteinde van het instrumentenpaneel.
Trek de klep van de zekeringenkast
eruit voor toegang tot de zekeringen.
In de zekeringenkast in de motor‐
ruimte zit een zekeringtrekker.
ZekeringenGebruikF112 V-aansluiting -
bovenin opbergvak
instrumentenpaneelF2RadioF3Instrumentengroep
(auto met stuur links)F4InfotainmentdisplayF5Schakelaar verwar‐
ming, ventilatie en
airco / geïntegreerd
middenrekZekeringenGebruikF6Airbag (sensor- en
diagnosemodule)F7Primaire datalinkcon‐
nector links (auto met
stuur links), secundaire
datalinkconnector links
(auto met stuur rechts)F8Kolomslot (auto met
stuur links)F9Telefoon met hand‐
sfreefunctieF10Carrosserieregelmo‐
dule 1/elektronica
carrosserieregelmo‐
dule/afstandsbedie‐
ning/vermogensmodus/
derde remlicht/ kente‐
kenverlichting/dagrij‐
licht links/contourver‐
lichting links/ relaisrege‐ ling ontgrendeling
achterklep/ relaisrege‐
ling sproeierpomp/
schakelaarverklikker‐
lichtjes