88Instrumenten en bedieningsorganen
Pers. inst. voor bestuurder
Met deze instelling kan de bestuurder zijn favorieten in de radio opslaan.
Diefst.alarm oplaadkabel
Met deze instelling kan Diefst.alarm
oplaadkabel worden in- of uitgescha‐
keld.
Alarm lage acculading
Met deze instelling kan Alarm lage
acculading worden in- of uitgescha‐
keld.
Talen (Languages) Met deze instelling kunt u de gewen‐ste taal selecteren.
Buitenverlichting
Selecteer het verlichtingsmenu en de
volgende opties verschijnen:
■ Duur tijdens uitstappen
■ Buitenverlichting bij ontgr.
Duur tijdens uitstappen
Hier kunt u selecteren hoelang het
dimlicht blijft branden als u uit de auto
stapt en het buiten donker is.De beschikbare opties zijn:
■ Uit
■ 30 seconden
■ 1 minuut
■ 2 minuten
Buitenverlichting bij ontgr.
Zo kan de contourverlichting worden
in- of uitgeschakeld: Na het inscha‐
kelen gaan het dimlicht, de stadslich‐
ten, achterlichten, kentekenplaatver‐
lichting en de achteruitrijlichten bran‐
den als u op de handzender op
( drukt.
Portiervergrendeling
Selecteer Portiervergrendeling en de
volgende opties verschijnen:
■ Automatische portiervergr.
■ Geen vergr. bij portier open
■ Vertr. portiervergrendeling
Automatische portiervergr.
Na het activeren van deze functie
worden alle portieren na het uitscha‐
kelen van P (parkeerstand) vergren‐
deld.De beschikbare opties zijn:
■ Aan
■ Uit
Geen vergr. bij portier open
Na het activeren voorkomt deze in‐
stelling dat het bestuurdersportier
wordt ontgrendeld totdat de deur
wordt gesloten. Na het activeren van deze functie is het menu Vertr. por‐
tiervergrendeling niet beschikbaar.
Vertr. portiervergrendeling
Na het activeren vertraagt deze func‐
tie het vergrendelen van de portieren. Negeer de vertraging door op de
schakelaar elektrische portierver‐
grendeling te drukken.
De beschikbare opties zijn: ■ Aan
■ Uit
166Verzorging van de autoZekeringenkast
instrumentenpaneel
Zekeringenkast
instrumentenpaneel op het
linker uiteinde
De linker zekeringenkast instrumen‐
tenpaneel bevindt zich op het linker
uiteinde van het instrumentenpaneel.
Trek de klep van de zekeringenkast
eruit voor toegang tot de zekeringen.
In de zekeringenkast in de motor‐
ruimte zit een zekeringtrekker.
ZekeringenGebruikF112 V-aansluiting -
bovenin opbergvak
instrumentenpaneelF2RadioF3Instrumentengroep
(auto met stuur links)F4InfotainmentdisplayF5Schakelaar verwar‐
ming, ventilatie en
airco / geïntegreerd
middenrekZekeringenGebruikF6Airbag (sensor- en
diagnosemodule)F7Primaire datalinkcon‐
nector links (auto met
stuur links), secundaire
datalinkconnector links
(auto met stuur rechts)F8Kolomslot (auto met
stuur links)F9Telefoon met hand‐
sfreefunctieF10Carrosserieregelmo‐
dule 1/elektronica
carrosserieregelmo‐
dule/afstandsbedie‐
ning/vermogensmodus/
derde remlicht/ kente‐
kenverlichting/dagrij‐
licht links/contourver‐
lichting links/ relaisrege‐ ling ontgrendeling
achterklep/ relaisrege‐
ling sproeierpomp/
schakelaarverklikker‐
lichtjes
200KlantinformatieKlantinformatieKlantinformatie........................... 200
Registratie van voertuigdata en
privacy ....................................... 201Klantinformatie
Conformiteitsverklaring
Deze auto heeft systemen die radio‐
golven conform Richtlijn 1999/5/EC
verzenden en/of ontvangen. Deze
systemen voldoen aan de essentiële
vereisten en alle andere relevante be‐
palingen van Richtlijn 1999/5/EC. Exemplaren van de originele Confor‐
miteitsverklaringen vindt u op onze
website.
Customer Assistance
Centers
Bij een ongeval Wij willen u als klant een uitstekende
rijbeleving bieden.
Mocht u ondanks alles toch een pro‐
bleem hebben, is uw erkende dealer
u graag van dienst.
Eventueel kan onze My Ampera-hulp‐
lijn u extra ondersteuning bieden door het oproepen van de wegenwacht of
het beantwoorden van uw eventuele
opmerkingen of vragen over uw auto.Voorzichtig
Neem bij een ongeval onmiddellijk contact op met uw plaatselijke
MyAmpera helpline, omdat de
hoogspanningsaccu wellicht moet
worden ontladen.
Neem eventueel contact op met
uw Opel Partner.
■ Oostenrijk:
0800 301024
■ België:
0800 58115
■ Bulgarije:
00800 111 4980
■ Tsjechische Republiek:
800 701018
■ Denemarken:
804 04 933
■ Estland:
003612981148
■ Finland:
0800 523 109
202Klantinformatie
■ Reacties van de auto in specifiekeverkeerssituaties (bijv. ontplooien
van een airbag, activeren van de
stabiliteitsregeling)
■ Omgevingscondities (bijv. tempe‐ ratuur)
Deze gegevens zijn uitsluitend tech‐ nisch en helpen bij het identificeren
en corrigeren van fouten en het opti‐
maliseren van boordfuncties.
Bewegingsprofielen die op afgelegde
routes duiden, kunnen niet met deze
gegevens worden aangemaakt.
Als er services worden gebruikt (bijv.
reparatiewerkzaamheden, onder‐
houdsprocessen, garantieclaims,
kwaliteitsborging), kunnen medewer‐
kers van het servicenetwerk (inclusief de fabrikant) deze technische infor‐
matie met speciale diagnoseappara‐
tuur uit de voorvaal- en foutgege‐
vensopslagmodules aflezen. Raad‐
pleeg desgewenst deze werkplaat‐
sen voor meer informatie. Na het cor‐
rigeren van een fout worden de ge‐
gevens gewist uit de foutopslagmo‐
dule of worden ze constant over‐ schreven.Bij het gebruik van deze auto kunnen
er zich situaties voordoen waarin
deze technische gegevens in ver‐
band met andere informatie (o.a. on‐
gevalmelding, schade aan de auto,
getuigenverklaringen) met een per‐
soon kunnen worden geassocieerd -
mogelijk met behulp van een expert.
Bij extra contractueel met de klant
overeengekomen functies (bijv. loka‐
liseren van de auto in noodgevallen)
mogen er bepaalde gegevens m.b.t.
de auto vanuit de auto worden ver‐
zonden.Radiofrequentie-
identificatie (RFID)
RFID-technologie wordt in sommige
voertuigen gebruikt voor functies
zoals de controle van de banden‐
spanning en beveiliging van het ont‐
stekingssysteem. Het wordt ook sa‐
men gebruikt met apparaten zoals
handzenders voor het vergrendelen/
ontgrendelen van de deuren en star‐
ten en zenders in de auto voor het
openen van garagedeuren. RFID-
technologie in Opel-voertuigen ge‐
bruikt geen persoonlijke informatie,
houdt ze niet bij of koppelt deze niet
aan andere Opel-systemen die per‐
soonlijke informatie bevatten.
207
Profieldiepte ............................... 174
Programmeerbaar opladen ........132
R Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 202
Regelbare instrumentenverlichting .............93
Regeneratief remmen .................119
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 201
Remmen ............................ 116, 155
Remsysteem ................................ 76
Remvloeistof ...................... 155, 189
Richtingaanwijzer ........................74
Richtingaanwijzers ....................... 92
Rugleuning van zitplaatsen achterin neerklappen ................61
Ruiten ........................................... 33
Rijmodi........................................ 111 Rijregelsystemen ........................119
Rijverlichting .......................... 12, 79
S Service ............................... 104, 188
Service-display ............................ 71
Service-informatie ...................... 188
Sjorogen ...................................... 63
Sleutels ........................................ 19
Sleutels, sloten ............................. 19Sneeuwkettingen .......................175
Snelheidsmeter ............................ 69
Spiegelverstelling ..........................8
SPORT-modus ............................ 77
Sproeiervloeistof ........................155
Startbeveiliging ......................31, 79
Starten en bedienen ...................106
Starthulp gebruiken ...................180
Stoelpositie .................................. 38
Stoelverstelling ........................7, 39
Storingsindicatielamp ..................75
Stroomtarievenschema............... 132
Stuurbedieningsknoppen .............65
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 65
Symbolen ....................................... 4
T
Tanken ....................................... 145
Te laag brandstofpeil ...................79
Top-Tether-bevestigingsogen ......56
Traction Control .........................119
Traction Control-systeem UIT....... 78 Trekken............................... 147, 183
Typeplaatje ................................ 191
Tijdelijke oplaadmodus annuleren ................................ 132
Tijdelijke oplaadmodus negeren. 132U
Uitlaatgassen ............................. 114
Uitstapverlichting .........................95
Ultrasoonparkeerhulp .................126
USB-poort ..................................... 59
Uw autogegevens ..........................3
V Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 174
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................42
Velgen en banden .....................170
Verbanddoos ............................... 63
Vergrendelingssysteem ...............28
Verkeersbordherkenning ............130
Verlengingsmodus actieradius ...111
Verlichtingsfuncties....................... 95
Vertraagde uitschakeling stroom 107
Vertraagde vergrendeling .............26
Vervangen van de accu ................20
Verwarmde spiegels ....................32
Verwarming ................................. 40
Verwarming met behulp van de motor ......................................... 20
Verzorging .................................. 185
Verzorging exterieur ..................185
Verzorging interieur ...................187
Voertuig gereed ............................ 79