Page 313 of 333
Page 314 of 333
Page 315 of 333

03-12
Dit instructieboekje behandelt alle beschikbare
uitrustingen van dit model.
Uw auto is, afhankelijk van het uitrustingsniveau, de
uitvoering en de specifi eke kenmerken voor het land
waarvoor de auto bestemd is, slechts van een deel van
de in dit boekje vermelde uitrustingen voorzien.
Aansprakelijkheid voor de gegeven beschrijvingen en
illustraties wordt niet aanvaard. Automobiles CITROËN
behoudt zich het recht voor tussentijds wijzigingen aan
te brengen in de door haar gevoerde modellen en de
bijbehorende uitrusting en accessoires, zonder verplicht
te zijn dit instructieboekje aan te passen.
Dit instructieboekje maakt onlosmakelijk deel uit van uw
auto. Vergeet niet dit boekje bij doorverkoop van uw auto
aan de nieuwe eigenaar te geven. Automobiles CITROËN verklaart dat, door toepassing
van de voorschriften in de Europese regelgeving
(Richtlijn 2000/53) met betrekking tot autowrakken,
wordt voldaan aan de in deze richtlijn gestelde doelen
en dat recycleerbare materialen worden gebruikt voor de
fabricage van producten die door haar worden verkocht.
Reproductie of vertaling, zelfs gedeeltelijk, is verboden
zonder schriftelijke toestemming van Automobiles
CITROËN.
Gedrukt in de EU
Néerlandais
Neem voor alle werkzaamheden aan uw auto
contact op met een gekwalifi ceerde werkplaats
die beschikt over de juiste technische informatie,
vakkennis en apparatuur. Het CITROËN-netwerk is
in staat u dit te bieden.
Page 316 of 333
CRÉATIVE TECHNOLOGIE
2012 – DOCUMENTATION DE BORD4DconceptDiadeisEdipro
12.C5.0070
Néerlandais
Page 317 of 333

I
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
2
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Dynamische
stabiliteitscontrole
(CDS/ASR)
knippert. De CDS-/ASR-regeling is
actief. Deze functie verbetert de aandrijving en
zorgt voor een betere koersstabiliteit als
de wielen te weinig grip hebben of de auto
uit de koers dreigt te raken.
permanent. Storing in het CDS-/ASR-
systeem. Laat het systeem controleren door
het CITROËN-netwerk of door een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Bandenspanning
te laag
permanent. De bandenspanning van een
of meerdere wielen is te laag. Controleer zo snel mogelijk de
bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude
banden te worden uitgevoerd.
+
knipperend
en vervolgens
permanent, in
combinatie met het
verklikkerlampje
Service.
Het controlesysteem voor
de bandenspanning is
defect of de sensor van een
van de wielen wordt niet
gedetecteerd. De bandenspanning wordt niet meer
gecontroleerd.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats.
Uitschakeling
van de
automatische
werking
van de
elektrische
parkeerrem
permanent. De functies "automatisch
aantrekken" (bij het
afzetten van de motor) en
"automatisch vrijzetten" zijn
uitgeschakeld of werken niet. Activeer de functie (volgens land van
bestemming) via het confi guratiemenu
van de auto of raadpleeg het CITROËN-
netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats
als de parkeerrem niet meer automatisch
wordt aangetrokken of vrijgezet.
Raadpleeg voor meer informatie over de
elektrische parkeerrem de desbetreffende
rubriek.
Page 318 of 333
Controle tijdens het rijden
Enkele seconden na het aanzetten van het contact treedt de kilometerteller weer in
werking en blijft de sleutel branden
.
De factor tijd kan worden meegewogenbij de nog af te leggen kilometers, afhankelijk van de rijgewoonten van de bestuurder.
De sleutel kan dus ook gaan branden als het in het onderhouds- en garantieboekje
aangegeven onderhoudsinterval in tijd isoverschreden.
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende enkele seconden de sleutel knipperen
om aante geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo
spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden. Voorbeeld:u hebt de afstand tot deeerstvolgende onderhoudsbeur t met 300 km overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display een paar seconden het volgende
aan: -300 km.
Néerlandais
12ECH.A070
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden
Page 319 of 333

I
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
3
*
Volgens uitvoering.
Motorolieniveaumeter *
w Een controle van het olieniveau is
alleen betrouwbaar als de auto op
een vlakke, horizontale ondergrond
staat en de motor minstens 30 mi-
nuten niet heeft gedraaid.
Olieniveau correct
Te weinig olie
Als het motorolieniveau te laag is,
wordt de melding "Te laag olieni-
veau" op het instrumentenpaneel
weergegeven in combinatie met het
branden van het verklikkerlampje
Service en een geluidssignaal.
Controleer het olieniveau met de
peilstok. Als blijkt dat het olieniveau
te laag is, moet olie worden bijge-
vuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Raadpleeg de rubriek "Niveaus con-
troleren".
Als de melding "Ongeldige meting
olieniveau" wordt weergegeven,
duidt dit op een storing in de motor-
olieniveaumeter.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk
of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Storing van de
motorolieniveaumeter
Als de motorolieniveaumeter niet
werkt, wordt het motoroliepeil niet
meer gecontroleerd.
Zolang het systeem niet werkt,
moet u het motoroliepeil controle-
ren met de peilstok in de motor-
ruimte.
Raadpleeg de rubriek "Niveaus
controleren".
Page 320 of 333
VII
!
4
VEILIG VERVOEREN VAN KINDEREN
UITSCHAKELEN VAN
DE AIRBAG VÓÓR AAN
PASSAGIERSZIJDE
Plaats nooit een kind in een
kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" op de voorpassa-
giersstoel als de airbag vóór
aan passagierszijde is inge-
schakeld. Het kind kan in dat
geval bij een aanrijding ern-
stig en zelfs dodelijk gewond
raken.
Dit voorschrift wordt tevens vermeld
op de waarschuwingssticker aan
beide zijden van de zonneklep aan
passagierszijde. Conform de wette-
lijke voorschriften vindt u op de vol-
gende tabellen deze waarschuwing
in alle benodigde talen.
Airbag aan passagierszijde OFF
Raadpleeg de rubriek "Airbags"
voor meer informatie over het uit-
schakelen van de airbag vóór aan
passagierszijde.