VIII
125
VEILIGHEID
Houd u aan de volgende
veiligheidsvoorschriften voor
een maximale effectiviteit van de
airbags:
Maak er een gewoonte van om nor-
maal rechtop in de voorstoelen te
zitten.
Draag altijd een correct afgestelde
autogordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinde-
ren, huisdieren, objecten...). Dit kan
de goede werking van de airbag be-
lemmeren en/of de inzittende bij het
opblazen van de airbag verwonden.
Laat na een aanrijding of diefstal
van uw auto de airbagsystemen
controleren.
Werkzaamheden aan airbagsyste-
men mogen uitsluitend door het
CITROËN-netwerk of door een ge-
kwalifi ceerde werkplaats worden uit-
gevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voor-
schriften worden nageleefd, blijft
de kans bestaan op letsel of lichte
brandwonden aan het hoofd, de
borst of de armen als de airbag
wordt geactiveerd. De airbag wordt
namelijk zeer snel opgeblazen (bin-
nen enkele milliseconden) en loopt
vervolgens even snel leeg, waarbij
de warme gassen via de daarvoor
bestemde openingen naar buiten
stromen.
Airbags vóór
Houd het stuurwiel niet aan de spa-
ken vast en laat uw handen niet op
het stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten
niet op het dashboard laten rusten.
Het is raadzaam niet te roken in de
auto. Als de airbag wordt opgebla-
zen, kunnen brandende sigaretten
of een pijp brandwonden of ander
letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak
geen gaten in de stuurwielbekleding
en sla er niet op.
Zijairbags
Bedek de stoelen uitsluitend met
daarvoor goedgekeurde stoelhoe-
zen, die in combinatie met actieve
zijairbags gebruikt kunnen worden.
Voor informatie over de stoelhoezen
die geschikt zijn voor uw auto kunt u
zich wenden tot het CITROËN-net-
werk (zie hoofdstuk "Praktische in-
formatie - § Accessoires").
Bevestig nooit iets aan de rugleu-
ning van de stoelen (kleding...): dit
zou bij het afgaan van de airbags
kunnen leiden tot verwondingen aan
armen of borstkas.
Ga niet onnodig dicht tegen het por-
tierpaneel zitten.
Windowairbags
Bevestig nooit iets op de hemelbe-
kleding; dit zou bij het afgaan van
de windowairbags kunnen leiden tot
hoofdletsel.
Demonteer nooit de handgrepen
van het dak (indien aanwezig); deze
maken deel uit van de bevestiging
van de windowairbags.
308
TREFWOORDENREGISTER
V Ventilatie ...................... 24, 47, 48
Ventilatieroosters ............... 47, 48
Vergrendeling van
binnenuit ................................ 77
Vering Hydractive III+ ............ 159
Verkeersinformatie
(TA) ..................... 246, 259, 284
Verkeersinformatie
(TMC) .......................... 245, 246
Verklikkerlampjes ........ 34, 36, 38
Verlichting ................................ 96
Versnellingsbak,
automatische ............... 144, 173
Versnellingsbak,
elektronisch bediend .... 137, 141
Versnellingsbak,
handgeschakeld ......... 135, 136,
141, 173
Versnellingshendel .................. 24
Verwarming ....................... 24, 48
Voorstoelen ................. 60, 61, 63
W Waarschuwingslampjes ...... 32-34
Waarschuwingssignaal
sleutel in contact ................... 70
Waarschuwing vergeten
verlichting .............................. 87
Wiel demonteren ................... 179
Wiel monteren ....................... 179
Wiel verwisselen ................... 177
Window-airbags ............ 124, 125
X Xenonlampen ........................ 181
Z Zekeringen ............................ 191
Zekeringentabel .................... 191
Zekeringen vervangen .......... 191Z Zekeringkast dashboard ........ 191
Zekeringkast motorruimte ..... 191
Zij-airbags ..................... 124, 125
Zijknipperlicht ........................ 181
Zonneklep ............................... 98
Zonnescherm
panoramadak ........................ 83
Zonnescherm
panoramadak, bediening ....... 83
Zonnescherm panoramadak
openen .................................. 83
Zonwering ............................. 100
Zuinig rijden ............................. 24