Page 9 of 283

5
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DE SLEUTELS
CODE-CARD fig. 2
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Bij de auto worden twee sleutels geleverd en de CODE-
card waarop staat aangegeven:
A de elektronische code;
B de mechanische code van de sleutels die bij aanvraag
van duplicaatsleutels aan het Fiat Servicenetwerk moet
worden overhandigd.
BELANGRIJK Om schade aan de elektronische schake-
lingen in de sleutels te voorkomen, mogen de sleutels niet
aan directe zonnestraling worden blootgesteld. Draai in dat geval de sleutel in stand STOP en vervolgens
opnieuw in stand MAR; als de motor geblokkeerd blijft,
probeer het dan opnieuw met de andere geleverde sleu-
tels. Als de motor nog niet aanslaat, wendt u dan tot het
Fiat Servicenetwerk.
Als het lampje
Ytijdens het
rijden gaat branden
❒Als het lampjeYgaat branden, betekent dit dat het
systeem zichzelf controleert (bijv. bij een vermindering
van de spanning).
❒Als het lampjeYblijft branden, wendt u dan tot het
Fiat Servicenetwerk.
Bij krachtige stoten kunnen de elektroni-
sche componenten in de sleutel beschadigd
worden.
F0V0104mfig. 2
Als de auto wordt verkocht, moeten alle
sleutels en de CODE-card overhandigd wor-
den aan de nieuwe eigenaar.
Page 10 of 283

F0V0003mfig. 3F0V0004mfig. 4
Ga voor het inklappen in de handgreep als volgt te werk:
❒houd de knop B ingedrukt en verplaats de metalen
baard A;
❒laat de knop B los en draai de metalen baard A totdat
hij op de juiste wijze is ingeklapt en vergrendeld. MECHANISCHE SLEUTEL fig. 3
De metalen baard A dient voor:
❒het start-/contactslot;
❒de sloten van de portieren;
❒het ont-/vergrendelen van de tankdop.
SLEUTEL MET AFSTANDSBEDIENING fig. 4
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De metalen baard A dient voor:
❒het start-/contactslot;
❒de sloten van de portieren;
❒het ont-/vergrendelen van de tankdop.
Druk op de knop B voor het uitklappen van de metalen
baard.
6
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Druk de knop B alleen in als de sleutel ver
genoeg van het lichaam (vooral de ogen)
en van voorwerpen die snel beschadigen (bijvoor-
beeld kledingstukken) is verwijderd. Laat de sleu-
tel nooit onbeheerd achter om te voorkomen dat
anderen, met name kinderen, de sleutel kunnen
gebruiken en per ongeluk op de knop drukken.
ATTENTIE!
Page 11 of 283

7
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0V0022mfig. 5F0V0005mfig. 6
Batterij van de sleutel met afstandsbediening
vervangen fig. 6
Ga voor het vervangen van de batterij als volgt te werk:
❒druk op de knop A en klap de metalen baard B uit;
❒draai de schroef C in stand:m.b.v. een kleine schroe-
vendraaier;
❒trek de batterijhouder D naar buiten en vervang de bat-
terij E; let daarbij goed op de polariteit;
❒plaats de batterijhouder D in de sleutel en draai de
schroef C in stand
;. Knop
Qdient voor de ontgrendeling van alle portieren
(inclusief de achterklep of de achterdeuren en de zij-
schuifdeuren voor bepaalde uitvoeringen/markten).
Knop;dient voor de vergrendeling van alle portie-
ren/deuren.
KnopPdient voor de ontgrendeling van de achterklep
of de achterdeuren en de zijschuifdeuren (afhankelijk van
de uitvoering).
Laadruimte ont-/vergrendelen van binnenuit
(Cargo-uitvoeringen)
Druk vanuit het interieur van de auto op de knop A-fig. 5
voor het ontgrendelen van de laadruimte (achterdeu-
ren/achterklep en zijschuifdeuren). Het brandend lampje
geeft de vergrendeling van de laadruimte aan.
Lege batterijen zijn schadelijk voor het mi-
lieu. Ze moeten in daarvoor bestemde con-
tainers worden gedeponeerd of kunnen in-
geleverd worden bij het Fiat Servicenetwerk. Dit zal
vervolgens zorgdragen voor de afvoer.
Page 12 of 283

Systeem inschakelen
Het systeem schakelt op alle portieren/deuren automa-
tisch in als de knop
;op de sleutel met afstandsbedie-
ning twee keer wordt ingedrukt.
Als het systeem is ingeschakeld, knipperen de richting-
aanwijzers 2 keer.
Het systeem schakelt niet in als een of meerdere portie-
ren/deuren niet goed gesloten zijn: zo wordt voorkomen
dat een persoon via het geopende portier het interieur van
de auto kan betreden en, als het portier vervolgens wordt
gesloten, de auto niet meer kan verlaten.
Systeem uitschakelen
Het systeem schakelt in de volgende gevallen automatisch
op alle portieren/deuren uit:
❒als de portieren/deuren worden ontgrendeld;
❒als de contactsleutel in stand MAR wordt gedraaid. Extra afstandsbedieningen bestellen
Het systeem kan maximaal 8 afstandsbedieningen herken-
nen. Als u in de loop der tijd een nieuwe afstandsbedie-
ning nodig hebt, kunt u zich tot het Fiat Servicenetwerk
wenden. Neem dan de CODE-card, een identiteitsbewijs
en het kentekenbewijs mee.
DEAD LOCK-SYSTEEM
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit veiligheidssysteem verhindert de werking van de bin-
nenhandgrepen, waardoor de portieren/deuren niet van
binnenuit kunnen worden geopend bij een inbraakpoging
(bijvoorbeeld na het inslaan van een ruit).
Het dead lock-systeem biedt dus de beste bescherming te-
gen inbraakpogingen. Daarom raden wij u aan om iedere
keer als u de auto verlaat, het systeem in te schakelen.
8
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Als het dead lock-systeem is ingeschakeld,
kunnen de portieren/deuren op geen enke-
le wijze van binnenuit worden geopend. Controleer
daarom, voordat u de auto verlaat, of er geen per-
sonen meer aan boord zijn.
ATTENTIE!
Als de batterij van de sleutel met afstands-
bediening leeg is, kan het systeem alleen
worden uitgeschakeld door met de metalen sleutel
het slot van de portieren te bedienen: in dat geval
blijft het systeem alleen op de deuren van de laad-
ruimte ingeschakeld.
ATTENTIE!
Page 13 of 283

9
START-/CONTACTSLOT
De sleutel kan in drie standen worden gedraaid fig. 7:
❒STOP: motor uit, sleutel uitneembaar, stuurslot inge-
schakeld. Enkele elektrische installaties werken (bijv.
autoradio, centrale portiervergrendeling).
❒MAR: contact aan. Alle elektrische installaties werken.
❒AVV: motor starten (stand zonder vergrendeling).
Het contactslot is voorzien van een herstartbeveiliging. Als
de motor bij de eerste poging niet aanslaat, moet u de sleu-
tel terugdraaien in stand STOP en nogmaals starten.
F0V0006mfig. 7
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
STUURSLOT
Inschakelen
Zet de sleutel in stand STOP, trek de sleutel uit het start-/
contactslot en draai het stuur totdat het vergrendelt.
Uitschakelen
Draai het stuur iets heen en weer, terwijl u de sleutel in
stand MAR draait.
Als het start-/contactslot is geforceerd
(bijv. bij een poging tot diefstal) moet u,
voordat u weer met de auto gaat rijden, de wer-
king van het slot laten controleren bij het Fiat Ser-
vicenetwerk.
ATTENTIE!
Page 14 of 283

10
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Verwijder de sleutel nooit uit het contact-
slot als de auto nog in beweging is. Bij de
eerste stuuruitslag blokkeert het stuur automa-
tisch. Dit geldt in alle gevallen, ook als de auto ge-
sleept wordt.
ATTENTIE!
Het is streng verboden om de-/montage-
werkzaamheden uit te voeren, waarvoor
wijzigingen in de stuurinrichting of de stuurko-
lom vereist zijn (bijv. bij montage van een dief-
stalbeveiliging). Hierdoor kunnen de prestaties van
het systeem, de garantie en de veiligheid in gevaar
worden gebracht en voldoet de auto niet meer
aan de typegoedkeuring.
ATTENTIE!
Neem altijd de sleutel uit het contactslot
als de auto wordt verlaten, om onvoor-
zichtig gebruik van de bedieningsknoppen te
voorkomen. Vergeet niet de handrem aan te trek-
ken. Schakel de eerste versnelling in als de auto
op een helling omhoog staat en de achteruit bij
een helling omlaag (gezien vanuit de rijrichting).
Laat kinderen nooit alleen achter in de auto.
ATTENTIE!
Page 15 of 283
11
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
INSTRUMENTENPANEEL
Uitvoeringen
met digitaal display
A Snelheidsmeter
B Brandstofmeter met waarschu-
wingslampje brandstofreserve
C Koelvloeistoftemperatuurmeter
met waarschuwingslampje voor te
hoge koelvloeistoftemperatuur
D Toerenteller
E Digitaal display
Uitvoeringen
met multifunctioneel display
A Snelheidsmeter
B Brandstofmeter met waarschu-
wingslampje brandstofreserve
C Koelvloeistoftemperatuurmeter
met waarschuwingslampje voor te
hoge koelvloeistoftemperatuur
D Toerenteller
E Multifunctioneel display
F0V0001mfig. 9
F0V0002mfig. 10
Page 16 of 283

12
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0V0007mfig. 11F0V0008mfig. 12
TOERENTELLER fig. 12
De toerenteller geeft het toerental per minuut van de mo-
tor aan.
BELANGRIJK De regeleenheid van de elektronische in-
spuiting blokkeert tijdelijk de toevoer van brandstof als de
motor met te hoge toerentallen draait, waardoor het mo-
torvermogen zal afnemen.
Bij stationair draaiende motor kan de toerenteller onder
bepaalde omstandigheden een geleidelijke of herhaalde toe-
rentalstijging aangeven.
Dit is een normaal verschijnsel dat kan optreden als bij-
voorbeeld de airconditioning of de elektroventilateur
wordt ingeschakeld. In deze gevallen dient een geringe toe-
rentalstijging voor het behoud van de lading van de accu.INSTRUMENTEN
De achtergrondkleur en de vormgeving van de instru-
menten kunnen per uitvoering verschillen.
SNELHEIDSMETER fig. 11
Geeft de snelheid van de auto aan.