2013 FIAT DOBLO COMBI Instructieboek (in Dutch)

77
F0V0046mfig. 72F0V0022mfig. 73
Druk kort op de knop Pvoor ontgrendelen van de laad-
ruimte (Cargo-uitvoering). Gelijktijdig wordt de plafond-
verlichting achter tijdelijk ingeschakeld en knipperen de
richtingaanwijzers twee keer. Als u de metalen baard in
het slot van het bestuurdersportier linksom draait, kunt
u uitsluitend de voorportieren ontgrendelen.
Druk kort op de knop
Qvoor het ontgrendelen van alle
portieren/deuren (uitvoeringen Doblò/Doblò Combi). Ge-
lijktijdig wordt de plafondverlichting tijdelijk ingeschakeld
en knipperen de richtingaanwijzers twee keer. Als u de me-
talen baard in het slot van het bestuurdersportier linksom
draait, kunt u alle portieren/deuren ontgrendelen.
Laadruimte ontgrendelen van binnenuit
(Cargo-uitvoering)
Druk vanuit het interieur van de auto op de knop A-fig. 73
(Cargo-uitvoering) voor het ontgrendelen van de laad-
ruimte (achterdeuren/achterklep en zijschuifdeuren). Het
brandend lampje geeft de vergrendeling van de laad-
ruimte aan.
PORTIEREN
CENTRALE PORTIERVER-/ONTGRENDELING
Portiervergrendeling van buitenaf
Alleen als alle portieren/deuren gesloten zijn, kunnen ze
centraal worden vergrendeld. Als een of meerdere por-
tieren/deuren niet vergrendeld zijn na het indrukken van
de knop Áop de afstandsbediening, gaan de richtingaan-
wijzers ongeveer 3 seconden snel knipperen. Als u de me-
talen baard in het slot van het bestuurdersportier recht-
som draait, kunt u alle portieren/deuren vergrendelen. Als
u de knop Á
op de afstandsbediening twee keer kort
indrukt,
schakelt het dead lock-systeem in (zie de para-
graaf Dead lock-systeem”).
Portierontgrendeling van buitenaf
Druk kort op de knop
Qvoor het op afstand ontgren-
delen van uitsluitend de voorportieren (Cargo-uitvoering).
Gelijktijdig wordt het plafondlampje voor tijdelijk inge-
schakeld en knipperen de richtingaanwijzers twee keer.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

78
Bij de Cargo-uitvoeringen wordt de zijschuifdeur in geheel
geopende stand door een vangmechanisme opengehou-
den: om de deur te vergrendelen, moet u de deur tegen
de aanslag drukken; om de deur te ontgrendelen moet u de
deur krachtig naar voren trekken.
Zorg er in ieder geval voor dat de geopende deur op de
juiste wijze is vastgehaakt aan het vangmechanisme.ZIJSCHUIFDEUREN
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTERControleer of een deur veilig kan worden
geopend.
ATTENTIE!
Controleer voor het tanken van brandstof
of de linker schuifdeur goed is gesloten; als
dit niet het geval is, dan kan de schuifdeur
of het blokkeermechanisme bij geopend tankklep-
je worden beschadigd.
Als tijdens het tanken het tankklepje ge-
opend is, dan mag de linker zijschuifdeur
niet worden geopend.Controleer of het tankklepje
gesloten is, voordat de zijschuifdeur geopend/ge-
sloten wordt om beschadigingen te voorkomen.
ATTENTIE!
Als de auto op een steile helling omlaag
geparkeerd staat, laat dan de auto niet
met de schuifdeur in het vangmechanisme ge-
blokkeerd open staan: als u tegen de deur stoot,
kan deze losraken en naar voren schuiven.
ATTENTIE!
Als de auto wordt geparkeerd met geo-
pende schuifdeuren, controleer dan of de-
ze goed in het vangmechanisme geblokkeerd zijn.
ATTENTIE!

79
F0V0085mfig. 74F0V0382mfig. 75
KINDERVEILIGHEIDSSLOT fig. 76
Hierdoor kunnen de zijschuifdeuren niet van binnenuit ge-
opend worden.
Het systeem kan alleen worden ingeschakeld bij geopen-
de zijschuifdeuren:
❒stand 1 – systeem ingeschakeld (deur vergrendeld);
❒stand 2 – systeem uitgeschakeld (deur kan van binnenuit
worden geopend).
Het systeem blijft ook ingeschakeld na het elektrisch ont-
grendelen van de portieren/deuren. Van buitenaf openen en sluiten
Openen: draai de metalen baard van de sleutel in het slot
en trek de handgreep A-fig. 74 in de richting van de pijl;
schuif vervolgens de deur naar de achterkant van de auto
tegen de aanslag totdat hij blokkeert.
Sluiten: pak de handgreep A-fig. 74 vast en duw de deur
naar de voorzijde van de auto. Draai de metalen baard van
de sleutel in de vergrendelstand.
Openen/sluiten van binnenuit
(uitvoeringen Doblò/Doblò Combi)
Openen: druk op het mechanisme A-fig. 75 om de deur te
ontgrendelen, trek vervolgens aan de hendel en schuif de
deur naar de achterkant van de auto tegen de aanslag tot-
dat hij in het vangmechanisme vergrendelt.
Sluiten: druk op het mechanisme A-fig. 75 om de deur te
ontgrendelen en schuif de deur vervolgens naar de voor-
kant van de auto.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Schakel dit systeem altijd in als u kinderen
vervoert.
ATTENTIE!

80
F0V0186mfig. 76
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DEUR BEVEILIGINGSSLOT (KEL) - fig. 77
De zijschuifdeuren zijn voorzien van een systeem dat alle
deuren met slot vergrendelt bij stroomuitval.
Het vergrendelsysteem kan als volgt worden ingeschakeld
bij geopende zijschuifdeuren:
❒stand 2: vergrendelsysteem uitgeschakeld (deuren ont-
grendeld)
❒stand 1: vergrendelsysteem ingeschakeld (steek de me-
talen baard van de sleutel in de opening en draai recht-
som), deur vergrendeld
Het vergrendelsysteem is uitgeschakeld en de deuren kun-
nen als volgt worden geopend:
Na afloop van een stroomuitval:
❒met afstandsbediening
of
❒open een voorportier door de sleutel in het slot te ste-
ken.
Als de stroomuitval blijft duren:
❒open het bestuurdersportier door de sleutel in het slot
te steken en de andere portieren (passagierszijde en
zijschuifdeur) door aan de binnenhandgreep te trekken.
F0V0383mfig. 77
Als bij ingeschakeld kinderslot en de voorheen beschre-
ven vergrendelingswijze de binnenhandgreep van een ach-
terportier wordt bediend, lukt het niet om het portier te
openen en komt alleen het knopje van de sloten omhoog.
Het portier kan alleen worden geopend door aan de bui-
tenhandgreep te trekken. In geval van een noodvergren-
deling wordt de ont-/vergrendelknop niet buiten werking
gesteld.
ACHTERDEUREN
De twee achterdeuren zijn ieder voorzien van een stan-
gensysteem dat de opening van de deur tot 90 graden be-
perkt.
De deuren kunnen verder, tot 180 graden, worden geo-
pend. Druk op het blokkeermechanisme A-fig. 78 (een per
zijde) zoals in de figuur is aangegeven en open tegelijker-
tijd de deur.

81
F0V0067mfig. 78F0V0079mfig. 79
Linker deur van buitenaf openen en sluiten
Openen: draai de metalen baard van de sleutel in het slot
of druk op knop Pvan de afstandsbediening en trek ver-
volgens de handgreep A-fig. 79 in de richting van de pijl.
Sluiten: draai de metalen baard van de sleutel in de ver-
grendelstand of druk op de knop
Ávan de afstandsbe-
diening. Draai de sleutel in het slot van de deur:
❒bij Cargo-uitvoeringen met achterdeur/achterklep:
centrale ontgrendeling laadruimte (zijschuifdeuren +
achterdeuren/achterklep), centrale vergrendeling van
alle portieren/deuren;
❒uitvoeringen Doblò/Doblò Combi met achterdeur:
ver-/ontgrendeling van de achterdeur.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Het systeem van klemveren is ontwikkeld
voor een beter gebruikscomfort; bij een
botsing of een windstoot kunnen de veren losha-
ken en kunnen de deuren onverwacht dichtvallen.
ATTENTIE!
Sluit eerst de rechter deur volledig en
daarna de linker deur. Sluit nooit beide
deuren gelijktijdig.
ATTENTIE!
Linker deur van binnenuit
in noodgevallen openen
Bedien vanuit het interieur de knop A-fig. 80.

82
F0V0078mfig. 81
F0V0080mfig. 80
Rechter deur openen
Trek na het openen van de linker deur de hendel A-fig. 81
in de richting van de pijl.
BELANGRIJK Bedien de handgreep A-fig. 81 uitsluitend in
de richting die in de figuur is aangegeven.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DAKLUIK
Gebruik van het dakluik fig. 81a:
❒Open de achterdeuren;
❒Trek de hendel A omlaag in de richting van de pijl, en
houd deze omlaag zodat de grendel niet uit de traver-
se steekt;
❒Gebruik beide handen bij het openen en gebruik hand-
greep B om het openen van het dakluik te begeleiden;
❒Trek het dakluik m.b.v. handgreep B omlaag om het
te sluiten.
BELANGRIJK Het dakluik blijft tijdens het rijden geopend
tot een snelheid van 110 km/h.
AB
F0V0270mfig. 81a

83
Ga voor het herstellen van de juiste werking van het sys-
teem als volgt te werk:
❒open de ruiten;
Als er geen storingen zijn, dan werkt de ruit weer normaal.
BELANGRIJK Als de contactsleutel in de stand STOP staat
of is uitgenomen, dan kunnen de ruiten nog onge-
veer 2 minuten worden bediend. Als een portier wordt
geopend, dan wordt het systeem echter onmiddellijk uit-
geschakeld.
ELEKTRISCHE RUITBEDIENING
VOOR EN ACHTER
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Bestuurdersportier
In de armsteun zijn vijf bedieningsschakelaars fig. 83 ge-
monteerd waarmee u, als de contactsleutel in stand MAR
staat, de zijruiten bedient:
A openen/sluiten ruit linksvoor;
B openen/sluiten zijruit rechtsvoor;
RUITBEDIENING
ELEKTRISCHE RUITBEDIENING VOOR
Op het portierpaneel aan bestuurderszijde fig. 82 zijn de
bedieningsschakelaars gemonteerd waarmee u, als de con-
tactsleutel in stand MAR staat, de zijruiten bedient:
A: Openen/sluiten linker zijruit
B: Openen/sluiten rechter zijruit
Druk op de knop A of B om de gewenste ruit te openen
of te sluiten.
Druk kort op een van de twee knoppen voor het staps-
gewijs” openen/sluiten van de ruit; als de knop langer
wordt ingedrukt, wordt de automatisch continue” wer-
king ingeschakeld zowel tijdens het openen als het slui-
ten. De ruit stopt in de gewenste stand als u nogmaals op
de knop A of B drukt.
De ruitbediening is voorzien van een beveiligingssysteem
(indien aanwezig) dat een eventueel obstakel kan regis-
treren als de ruit sluit. In dat geval onderbreekt het sys-
teem de ruitbeweging en wordt de ruitbeweging onmid-
dellijk omgekeerd.
BELANGRIJK Als de anti-letselfunctie binnen 1 minuut
5 keer inschakelt, dan voert het systeem automatisch
de recovery” uit (zelfbescherming). Hierbij gaat de ruit
telkens een klein stukje omhoog totdat de ruit geheel ge-
sloten is.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0V0020mfig. 82

84
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Onzorgvuldig gebruik van de elektrische
ruitbediening kan gevaarlijk zijn. Contro-
leer voor en tijdens het bedienen van de ruit altijd
of de passagiers niet kunnen worden verwond
door de bewegende ruiten, hetzij direct door con-
tact met de ruit, hetzij door voorwerpen die door
de ruit worden meegesleept of geraakt.
ATTENTIE!
Verwijder altijd de sleutel uit het contact-
slot als u de auto verlaat, om te voorko-
men dat een onverwachtse inschakeling van de
elektrische ruitbediening gevaar oplevert voor de
achtergebleven passagiers.
ATTENTIE!
F0V0175mfig. 83
C openen/sluiten zijruit linksachter;
D openen/sluiten zijruit rechtsachter;
E blokkeren van de schakelaars op de zijschuifdeuren.
Portier aan passagierszijde voor en schuifdeuren
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
In de armsteun van ieder portier is een schakelaar ge-
monteerd om die ruit te bedienen.
INITIALISATIE ELEKTRISCHE
RUITBEDIENING
Het automatische ruitbedieningssysteem moet geïnitiali-
seerd worden als gevolg van:
❒op de voorportieren;
– beveiligingszekering of loskoppeling van de accu;
❒op de achterportieren;
– beveiligingszekering of loskoppeling van de accu ter-
wijl de ruit in beweging is;
– opening van het portier terwijl de ruit in beweging is,
vanwege het in werking treden van de knelbeveili-
ging;
– 50 ruitbewegingen zonder dat de ruit ooit gesloten
wordt;
– 3 portierbewegingen, met bewegende ruit, zonder
dat de ruit ooit gesloten wordt
Ga als volgt te werk om het systeem te initialiseren:
1. sluit de ruit van het bestuurdersportier volledig, houd
de bedieningstoets minstens 5 seconden ingedrukt nadat
de (bovenste) eindaanslag bereikt is
2. ga op dezelfde wijze te werk op de toetsen voor het
passagiersportier en de toetsen voor de achterportieren.