Page 17 of 288

13
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Verwijder de sleutel nooit uit het contactslot
als de auto nog in beweging is. Bij de eerste
stuuruitslag blokkeert het stuur automatisch. Dit
geldt in alle gevallen, ook als de auto gesleept wordt.
ATTENTIE!
Het is streng verboden om de-
/montagewerkzaamheden uit te voeren,
waarvoor wijzigingen in de stuurinrichting of de
stuurkolom vereist zijn (bijv. bij montage van een
diefstalbeveiliging). Hierdoor kunnen de prestaties
van het systeem, de garantie en de veiligheid in
gevaar worden gebracht en voldoet de auto niet
meer aan de typegoedkeuring.
ATTENTIE!
Als het start-/contactslot is geforceerd (bijv.
bij een poging tot diefstal) moet u, voordat
u weer met de auto gaat rijden, de werking van het
slot laten controleren bij het Fiat Servicenetwerk.
ATTENTIE!
Neem altijd de sleutel uit het contactslot
als de auto wordt verlaten, om
onvoorzichtig gebruik van de bedieningsknoppen te
voorkomen. Vergeet niet de handrem aan te
trekken. Schakel de eerste versnelling in als de auto
op een helling omhoog staat en de achteruit bij
een helling omlaag (gezien vanuit de rijrichting).
Laat kinderen nooit alleen achter in de auto.
ATTENTIE!
STUURSLOT
Inschakelen
Zet de sleutel in stand STOP, trek de sleutel uit het start-
/contactslot en draai het stuur totdat het vergrendelt.
Uitschakelen
Draai het stuur iets heen en weer, terwijl u de sleutel in
stand MAR draait.
Page 18 of 288
14
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
INSTRUMENTENPANEEL
A Snelheidsmeter
B Multifunctioneel display
C Toerenteller
D Koelvloeistoftemperatuurmeter met
waarschuwingslampje voor te hoge
koelvloeistoftemperatuur
E Brandstofmeter met
waarschuwingslampje
brandstofreserve
F0N0518mfig. 10
Page 19 of 288
15
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0N0332mfig. 11F0N0013mfig. 12
TOERENTELLER fig. 12
De toerenteller geeft het toerental per minuut van de motor
aan.
BELANGRIJK De regeleenheid van de elektronische
inspuiting blokkeert tijdelijk de toevoer van brandstof als de
motor met te hoge toerentallen draait, waardoor het
motorvermogen zal afnemen.
Bij stationair draaiende motor kan de toerenteller onder
bepaalde omstandigheden een geleidelijke of herhaalde
toerentalstijging aangeven.
Dit is een normaal verschijnsel dat kan optreden als
bijvoorbeeld de airconditioning of de elektroventilateur
wordt ingeschakeld. In deze gevallen dient een geringe
toerentalstijging voor het behoud van de lading van de accu.INSTRUMENTEN
De achtergrondkleur en de vormgeving van de instrumenten
kunnen per uitvoering verschillen.
SNELHEIDSMETER fig. 11
Geeft de snelheid van de auto aan.
Page 20 of 288

F0N0014mfig. 13F0N0015mfig. 14
KOELVLOEISTOFTEMPERATUURMETER fig. 14
De wijzer geeft de temperatuur aan van de
motorkoelvloeistof, zodra de koelvloeistoftemperatuur hoger
wordt dan ongeveer 50°C.
Bij normaal gebruik van de auto kan de wijzernaald op
verschillende posities in het bereik staan, afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden van de auto.
C Lage koelvloeistoftemperatuur.
H Hoge koelvloeistoftemperatuur.
Als het waarschuwingslampje B gaat branden (op enkele
uitvoeringen verschijnt ook een melding op het
multifunctionele display), dan is de koelvloeistoftemperatuur
te hoog; zet in dat geval de motor uit en wendt u tot het Fiat
Servicenetwerk. BRANDSTOFMETER fig. 13
De wijzer geeft de hoeveelheid brandstof aan die in de tank
aanwezig is.
E brandstoftank leeg;
F brandstoftank vol (zie de paragraaf “Tanken”).
De inschakeling van het lampje A geeft aan dat in de tank
circa 10/12 liter brandstof (voor versies met tankinhoud van
90/120 liter) of 10 liter (voor versies met tankinhoud van 60
liter) is overgebleven. Rijd niet met een bijna lege
brandstoftank: door een onregelmatige brandstoftoevoer kan
de katalysator beschadigen.
BELANGRIJK Als de wijzernaald op de indicatie E staat en
het waarschuwingslampje A knippert, dan is er een storing in
het systeem. Wendt u in dit geval tot het Fiat Servicenetwerk
om het systeem te laten controleren.
BELANGRIJK Wij raden u aan de extra verwarming
(Webasto) niet in te schakelen als de auto op de
reservebrandstof rijdt.
16
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 21 of 288

17
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Als de wijzer van de koelvloeistoftempera-
tuurmeter in het rode gebied komt, zet dan
onmiddellijk de motor uit en wendt u tot het
Fiat Servicenetwerk.Het geleidelijk doven van de symbolen geeft het dalen van het
olieniveau aan.
Als de oliehoeveelheid voldoende is, branden er 4 of 5
symbolen. Als het vijfde symbool niet gaat branden, betekent
dit niet dat er een storing is of dat er te weinig olie in het
motorcarter zit.
Als het olieniveau lager is dan de minimum waarde, dan
verschijnt op het display de melding dat het minimum
olieniveau is bereikt en dat er olie moet worden bijgevuld.
BELANGRIJK Gebruik voor een exacte meting van het
oliepeil altijd de oliepeilstok (zie de paragraaf “Niveaus
controleren” in het hoofdstuk “Onderhoud en zorg”).
Na enkele seconden verdwijnen de symbolen die de
oliehoeveelheid weergeven en:
❒als de limiet voor het geprogrammeerd onderhoud bijna
is bereikt, wordt de nog af te leggen afstand weergegeven,
waarbij het symbool
õop het display gaat branden. Als
de limiet is bereikt, verschijnt op het display een
waarschuwing.
❒vervolgens wordt, als de termijn voor het olieverversen
bijna is verlopen, op het display de resterende afstand tot
de volgende olieverversing weergegeven. Als de limiet is
bereikt, verschijnt op het display een waarschuwing. MOTOROLIENIVEAUMETER
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De meter geeft grafisch de hoeveelheid olie in de motor
weer.
Als u de contactsleutel in de stand MAR draait, wordt op de
eerste regel het olieniveau aangegeven met het
branden/doven van vijf symbolen.F0N1021g
Page 22 of 288

F0N0519mfig. 15F0N0017mfig. 16
OPMERKING Bij het openen van een voorportier wordt het
display verlicht en wordt enkele seconden de tijd en de
kilometer-/mijltotaalteller weergegeven.
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 16
▲Om het scherm en de keuzemogelijkheden naar boven te
doorlopen of de weergegeven waarde te verhogen.
MODEKort indrukken voor toegang tot het menu en/of
naar het volgende scherm te gaan of de keuze te
bevestigen.
Even ingedrukt houden om terug te keren naar het
beginscherm.
▼Om het scherm en de keuzemogelijkheden naar beneden
te doorlopen of de weergegeven waarde te verlagen.
OPMERKING Bij de knoppen ▲en ▼hangt de werking van
het volgende af:
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het multifunctionele display kan alle nuttige en noodzakelijke
informatie tijdens de rit weergeven:
BEGINSCHERM fig. 15
Op het beginscherm kan het volgende worden weergegeven:
A Datum.
B Kilometerteller (weergave kilometer-/mijltotaalteller).
C Tijd.
D Buitentemperatuur.
E Stand koplampverstelling (alleen als het dimlicht is
ingeschakeld).
18
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 23 of 288

19
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
SETUP-MENU fig. 17
Het menu bestaat uit een aantal functies dat “cyclisch” wordt
weergegeven. De functies kunnen met de knoppen ▲en ▼
worden gekozen, waarna u de volgende keuzemogelijkheden
kunt selecteren of instellingen (setup) kunt uitvoeren. Bij
enkele opties (Klokje en Meeteenheid instellen) is er een
submenu.
Het setup-menu kan worden geactiveerd door de knop
MODE kort in te drukken.
Door de knop ▲of ▼telkens in te drukken, kunt u de lijst
van het setup-menu doorlopen.
De werking is afhankelijk van de geselecteerde menuoptie.
Een menuoptie selecteren in het hoofdmenu zonder submenu:
– als u de knop MODE kort indrukt, kunt u in het
hoofdmenu de instelling selecteren die u wilt wijzigen;
– met de knop ▲of ▼(door de knop telkens in te drukken)
kan de nieuwe instelling worden geselecteerd;
– als u de knop MODE kort indrukt, kunt u de instelling
opslaan en tegelijkertijd terugkeren naar de eerder
geselecteerde menuoptie in het hoofdmenu. Lichtsterkte interieur autoregelen
– als de buitenverlichting is ingeschakeld en het beginscherm
wordt weergegeven, dan kunt u hiermee de lichtsterkte in
het interieur regelen.
Setup-menu
– binnen het menu kunt u het menu naar boven of beneden
doorlopen;
– tijdens het instellen kunt u de waarde verhogen of verlagen.
Page 24 of 288

Als u de knop MODE langer indrukt:
– als u zich in het hoofdmenu bevindt, dan verlaat u het
setup-menu;
– als u zich op een ander punt in het menu bevindt (instellen
van een menuoptie in een submenu, in een submenu of
instellen van een menuoptie in het hoofdmenu), dan keert u
terug naar het hoofdmenu;
– worden alleen de reeds opgeslagen instellingen bewaard
(reeds bevestigd door het indrukken van de knop MODE).
Het setup-menu heeft een tijdregeling; als het menu na een
bepaalde tijd verdwijnt, worden alleen de door u opgeslagen
wijzigingen (bevestigd door het kort indrukken van de knop
MODE) bewaard. Een menuoptie selecteren in het hoofdmenu met submenu:
– als u de knop MODE kort indrukt, wordt de eerste
menuoptie van het submenu weergegeven;
– met de knop ▲of ▼(door de knop telkens in te drukken)
kunt u alle menuopties van het submenu doorlopen;
– als u de knop MODE kort indrukt, kunt u de weergegeven
menuoptie van het submenu selecteren en verschijnt het
betreffende setup-menu;
– met de knop ▲of ▼(door de knop telkens in te drukken)
kan de nieuwe instelling van deze menuoptie in het submenu
worden geselecteerd;
– als u de knop MODE kort indrukt, kunt u de instelling
opslaan en tegelijkertijd terugkeren naar de eerder
geselecteerde menuoptie in het submenu.
“Datum” en “Klokje instellen” selecteren:
– als u de knop MODE kort indrukt, kunt u de instelling
selecteren die u wilt wijzigen (bijv. uren /minuten of jaar
/maand /dag);
– met de knop ▲of ▼(door de knop telkens in te drukken)
kan de nieuwe instelling worden geselecteerd;
– als u de knop MODE kort indrukt, kunt u de instelling
opslaan en tegelijkertijd doorgaan naar de volgende
menuoptie. Als deze menuoptie de laatste is, dan wordt
teruggekeerd naar de daarvoor geselecteerde menuoptie.
20
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER