Page 81 of 288

❒ongeveer 3 minuten bij het openen van een voorportier;
❒ongeveer 10 seconden bij het sluiten van een portier.
De brandduurregeling schakelt automatisch uit als de
portieren worden vergrendeld.
PLAFONDVERLICHTING ACHTER IN
LAADRUIMTE fig. 74
Deze bevindt zich boven de achterdeur. Druk voor
inschakeling op het lampenglas op het in de afbeelding
aangegeven punt.
77
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
BELANGRIJK Controleer voordat u de auto verlaat of beide
schakelaars in de middelste stand staan. Op deze manier
zullen de lampjes van de plafondverlichting doven bij het
sluiten van de portieren, en voorkomt u dat de accu ontlaadt.
Als de schakelaar in de rechter stand is blijven staan, schakelt
de verlichting 15 minuten na het uitzetten van de motor
automatisch uit.
Brandduurregeling van de plafondverlichting
Bepaalde uitvoeringen hebben, om het in- en
uitstappen vooral in het donker te vergemakkelijken,
2 brandduurregelingen.
BRANDDUURREGELING BIJ HET INSTAPPEN
De plafondlampjes gaan op de volgende manier branden:
❒ongeveer 10 seconden tijdens het ontgrendelen van de
voorportieren;
❒ongeveer 3 minuten bij het openen van een zijportier;
❒ongeveer 10 seconden bij het sluiten van de portieren.
De werking van de brandduurregeling wordt onderbroken als
de contactsleutel in stand MAR wordt gedraaid.
BRANDDUURREGELING BIJ HET UITSTAPPEN
Als de contactsleutel uit het start-/contactslot wordt
verwijderd, gaan de plafondlampjes op de volgende manier
branden:
❒ongeveer 10 seconden binnen 2 minuten na het uitzetten
van de motor;
F0N0042mfig. 74
Page 82 of 288
F0N0220mfig. 76F0N0219mfig. 75
UITNEEMBARE PLAFONDVERLICHTING fig. 76
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Deze kan als vast licht gebruikt worden en als zaklamp.
Als de uitneembare plafondverlichting in de vaste houder zit,
wordt de batterij van de zaklamp automatisch opgeladen.
Het opladen van de plafondverlichting bij stilstaande auto en
met de contactsleutel in stand STOP of uitgenomen,
is beperkt tot 15 minuten. PLAFONDVERLICHTING AAN DE ZIJKANT IN
LAADRUIMTE fig. 75
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk voor inschakeling op het lampenglas op het in de
afbeelding aangegeven punt.
78
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 83 of 288

F0N0044mfig. 77F0N0045mfig. 78
De functie schakelt automatisch uit als de remvertraging niet
meer het karakter van een noodstop heeft.
Deze functie voldoet aan de huidige wettelijke voorschriften.
MISTLAMPEN VOOR fig. 78
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk bij ingeschakelde buitenverlichting op knop
5.
Op het instrumentenpaneel gaat het controlelampje
5branden.
Druk voor uitschakeling nogmaals op de knop.
Het gebruik van de mistlampen is afhankelijk van de wetgeving
van het land waarin u zich bevindt. Houdt u aan de
voorschriften.
BEDIENINGSKNOPPEN
WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHTEN fig. 77
Deze worden ingeschakeld als op knop A wordt gedrukt,
ongeacht de stand van de contactsleutel.
Als het systeem is ingeschakeld, knipperen de lampjes
Îen ¥op het instrumentenpaneel.
Druk voor uitschakeling nogmaals op de knop.
Het gebruik van de waarschuwingsknipperlichten is
afhankelijk van de wetgeving van het land waarin u zich
bevindt. Houdt u aan de voorschriften.
Noodstop
Bij een noodstop schakelen automatisch de
waarschuwingsknipperlichten in en gaan gelijktijdig de lampjes
Îen
¥op het instrumentenpaneel branden.
79
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 84 of 288

F0N0046mfig. 79
F0N0043mfig. 80
PARKEERVERLICHTING
Draai met de sleutel in stand STOP of met uitgenomen
sleutel, de draaiknop van de linker hendel eerst in stand Oen
vervolgens in stand
6of 2. Op het instrumentenpaneel
gaat het controlelampje
3branden.
ACHTERRUITVERWARMING fig. 80
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk voor inschakeling op de knop A. Bij ingeschakelde
achterruitverwarming zorgt een tijdschakeling ervoor dat de
verwarming na ongeveer 20 minuten uitschakelt.
HOOFDSTROOMSCHAKELAAR (ONDERBREKER)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De hoofdstroomschakelaar voor loskoppeling van de accu
wordt geactiveerd door de contactsleutel in stand BATT te
draaien, zoals is aangegeven op het speciale plaatje dat in
fig. 81 staat afgebeeld. Om de contactsleutel in stand BATT
te kunnen draaien moet u op de (rode) knop A fig. 82
drukken. De accu wordt losgekoppeld door onderbreking
van de massakabel circa 45 seconden nadat de sleutel in stand
BATT is gedraaid.
Deze 45 seconden zijn nodig om:
❒de inzittenden te gelegenheid te geven de auto te verlaten
en de portieren met behulp van de afstandsbediening te
vergrendelen;
❒te garanderen dat alle elektrische systemen van de auto
uitgeschakeld zijn.
Bij losgekoppelde accu is toegang tot de auto uitsluitend
mogelijk nadat het slot van het bestuurdersportier met
behulp van de sleutel is ontgrendeld. MISTACHTERLICHT fig. 79
Het mistachterlicht werkt alleen als het dimlicht of de
buitenverlichting en mistlampen voor (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) zijn ingeschakeld en knop 4wordt
ingedrukt. Op het instrumentenpaneel gaat het controlelampje
4branden. Druk voor uitschakeling nogmaals op de knop of
schakel het dimlicht en/of de mistlampen voor (indien
aanwezig) uit. Het gebruik van het mistachterlicht is afhankelijk
van de wetgeving van het land waarin u zich bevindt. Houdt u
aan de voorschriften.
80
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 85 of 288
F0N0811mfig. 81
F0N0810mfig. 82F0N0132mfig. 84
F0N0047mfig. 83
PORTIERVERGRENDELING fig. 83-84
U kunt de centrale portiervergrendeling inschakelen door de
knop A op de middenconsole in te drukken, onafhankelijk van
de stand van de contactsleutel. Druk voor het ontgrendelen
van de portieren op de knop B. Op het paneel voor de
ruitbediening bevindt zich een knop D waarmee u de deuren
van de laadruimte onafhankelijk kunt ver-/ontgrendelen. Om de verbinding van de accu te herstellen, moet u de
contactsleutel in het contactslot steken en in stand MAR
draaien, waarna de auto op de normale manier kan worden
gestart.
Als de accu losgekoppeld is geweest, dan moeten enkele
elektrische systeem opnieuw worden ingesteld (bijv. klokje,
datum enz.).
81
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 86 of 288

F0N0048mfig. 85
NOODSCHAKELAAR VOOR
ONDERBREKING
BRANDSTOFTOEVOER EN ELEKTRISCHE
VOEDING
De auto is uitgerust met een brandstofnoodschakelaar. De
schakelaar springt omhoog bij een ongeval, waardoor de
toevoer van brandstof wordt gestopt en de motor afslaat. Als
de brandstofnoodschakelaar inschakelt, wordt niet alleen de
brandstoftoevoer gestopt, maar schakelen ook de
waarschuwingsknipperlichten, de buitenverlichting en de
plafondverlichting in, worden alle portieren/deuren
ontgrendeld en verschijnt op het instrumentenpaneel de
bijbehorende melding; druk voor de uitschakeling op de knop
A. Er is bovendien een extra veiligheidsschakelaar aanwezig
die inschakelt bij een ongeval, waardoor de elektrische
voeding wordt onderbroken. Hierdoor wordt
brandstoflekkage bij leidingbreuken en vonkvorming bij
beschadiging van de elektrische componenten van de auto
voorkomen.
BELANGRIJK Vergeet niet na een botsing de sleutel uit het
contactslot te nemen om te voorkomen dat de accu ontlaadt.
Als u na het ongeval geen brandstoflekkage waarneemt en
geen beschadiging van de elektrische componenten van de
auto (bijv. de koplampen) en de auto kan nog verder rijden,
schakel dan de brandstofnoodschakelaar en de
veiligheidsschakelaar voor de elektrische voeding (voor
bepaalde uitvoeringen/markten) weer in, volgens de hierna
beschreven procedure.
82
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Als u na een ongeval een brandstoflucht
ruikt of merkt dat het brandstofsysteem
lekt, schakel dan de schakelaars niet weer in, zodat
brand wordt voorkomen.
ATTENTIE!
Brandstofnoodschakelaar weer inschakelen fig. 85
Druk om de brandstofnoodschakelaar weer in te schakelen
op de knop A.
Page 87 of 288

F0N0127mfig. 86
BELANGRIJK Bij andere uitvoeringen dan de
Schoolbus/Minibus is de knop B vervangen door een
zekering; wendt u voor vervanging van die zekering tot het
Fiat Servicenetwerk.
83
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Voordat u de schakelaar voor de elektrische
voeding weer inschakelt, moet zorgvuldig
worden gecontroleerd of er geen brandstoflekkage is
en of de elektrische componenten (bijv. de
koplampen) niet zijn beschadigd.
ATTENTIE!
Voordat u de brandstofnoodschakelaar weer
inschakelt, moet zorgvuldig worden
gecontroleerd of er geen brandstoflekkage is en of de
elektrische componenten (bijv. de koplampen) niet
zijn beschadigd.
ATTENTIE!
Veiligheidsschakelaar voor elektrische voeding weer
inschakelen (Schoolbus/Minibus)
fig. 86
De schakelaar bevindt zich op de pluspool van de accu. Ga als
volgt te werk om de schakelaar weer in te schakelen:
❒druk om de brandstofnoodschakelaar weer in te
schakelen op de knop A;
❒druk om de schakelaar voor de elektrische voeding weer
in te schakelen op de knop B.
Page 88 of 288
84
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0N0049mfig. 87
INTERIEURUITRUSTING
BOVENSTE DASHBOARDKASTJE –
KOEL/WARMHOUDVAK fig. 87
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Til voor het gebruik het deksel op zoals is afgebeeld.
Als de auto is uitgerust met airconditioning, kan het vak met
flessenhouder gekoeld/verwarmd worden via een
uitstroomopening die verbonden is met de airconditioning.DASHBOARDKASTJE fig. 88
Trek aan de handgreep A om het dashboardkastje te openen.
F0N0050mfig. 88