Page 201 of 216

7.51
11
66
22
77
44
99
55
101
33
88
06
Saisir code authentification
01
OK Del23456789 _
BLUETOOTH FUNCTIES
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan het Bluetooth-systeem van uw autoradio mag om veiligheidsredenen en vanwege het feit dat deze handeling volledige aandacht van de bestuurder vraagt, uitsluitend worden uitgevoerd bij stilstaande auto en met aangezetcontact.
Activeer de functie Bluetooth van uw telefoon.
Er wordt een venster weergegeven met de tekst "Bezig met zoeken...".
Druk op de toets MENU.
Kies in het menu:
- Bluetooth-telefoon - Audio
- Bluetooth confi guratie
- Zoeken via Bluetooth
De beschikbare functies zijn afhankelijk van het netwerk, de SIM-kaart en de compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-apparatuur.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw telefoon en uw provider voor meer informatie over de beschikbare functies. Een overzicht van de meest geschikte telefoons is verkrijgbaar via het netwerk. Raadpleeg het CITROËN-netwerk. BLUETOOTH-TELEFOON
DISPLAY C
Met het menu TELEFOON krijgt u onder andere toegang tot de volgendefuncties: Adresboek *
, Logboek gesprekken, Beheer van de koppelingen.
De eerste vier herkende telefoons worden in dit venster weergegeven.
Op het scherm wordt een toetsenbordweergegeven: voer een code van minimaal 4 cijfers in. Bevestig met OK.
Op het scherm verschijnt "Koppeling Naam_telefoon geslaagd".
Selecteer in de lijst de te koppelen telefoon. U kunt slechts één telefoon per keer koppelen.
Op het scherm van de geselecteerde telefoon wordt een bericht weergegeven: voer, om de koppeling te accepteren, in de telefoon dezelfde code in enbevestig vervolgens met OK. Mocht de koppeling niet gelukt zijn, dan kunt u hetnogmaals proberen. Dit kan een onbeperkt aantal keren.
De toegestane automatische verbinding wordt geactiveerd nadat detelefoon is geconfi gureerd.Het adresboek en het logboek gesprekken zijn na de synchronisatie beschikbaar.
OK
KOPPELEN VAN EEN TELEFOON
U kunt ook via de telefoon de koppeling tot stand brengen.
*
als uw telefoon volledig compatibel is.
Page 202 of 216

7.52
11
22
11
11
22
33
22
JA
EEN GESPREK ONTVANGEN
Een inkomend gesprek wordt aangegeven door een beltoon en het verschijnen van een venster op het multifunctionele display.Start de koppelingsprocedure tussen de telefoon en de auto. Deze procedure kan gestart worden via het telefoonmenu van de auto of via het toetsenbordvan de telefoon, zie hiervoor de eerder beschrevenstappen 1 t/m 10. Tijdens de koppeling moet deauto stilstaan en het contact aanstaan.
Selecteer in het telefoonmenu de te koppelen telefoon. Het audiosysteem wordt automatisch verbonden met de zojuistgekoppelde telefoon.
Selecteer met behulp van de toetsen de knop JA op het scherm en bevestig met OK.
Druk op de toets OK op het stuurwiel om hetgesprek te accepteren.
Selecteer in het menu Bluetooth-telefoon Audio, Beheer van het telefoongesprek en vervolgens Bellen, Logboek gesprekken of Index.
Druk gedurende meer dan twee seconden op het uiteinde van de hendel aan de stuurkolom omtoegang te krijgen tot uw adresboek. Of
Gebruik, als de auto stilstaat, het toetsenbord van uw telefoon om een nummer in te voeren.
BELLEN
STREAMING BLUETOOTH-AUDIO
(IN DE LOOP VAN HET JAAR BESCHIKBAAR)
Draadloze overdracht van muziekbestanden van de telefoon naar het audiosysteem van de auto. De telefoon moet de desbetreffende Bluetooth-profi elen (A2DP/AVRCP) kunnen ondersteunen.
*
In sommige gevallen moet het afspelen van audiobestanden via hettoetsenbord worden geactiveerd. **
Als de telefoon deze functie ondersteunt.
Activeer de bron Streaming door op de toets SOURCE *
te drukken. Via de toetsen op het bedieningspaneelvan de radio en de bediening op het stuurwiel kunt u op de gebruikelijke wijze de muziekstukken aansturen **
.De informatie over de muziekstukkenkan op het display wordenweergegeven.
Page 203 of 216

7.53
07
SNELKEUZE
BEDIENING OP HET STUURWIEL
RADIO: selecteren van de volgendevoorkeuzezender. CD-WISSELAAR: selecteren van de volgende CD.Selecteren van het volgende item van een menu.
RADIO: selecteren van de vorige voorkeuzezender.CD-WISSELAAR: selecteren van de vorige CD. Selecteren van het vorige item van een menu.
RADIO: automatisch zoeken naar zenders in oplopende volgorde. CD/CD-WISSELAAR/MP3: selecteren van het volgende nummer. CD/CD-WISSELAAR: lang indrukken: versneld vooruitspoelen.
Selecteren van het vorige item.
RADIO: automatisch zoeken naar zenders in afl opendevolgorde.CD/CD-WISSELAAR/MP3: selecteren van het vorige nummer. CD/CD-WISSELAAR: lang indrukken: versneldterugspoelen.gSelecteren van het volgende item.
Volume verhogen.
Volume verlagen.
Geluid onderbreken:gelijktijdig indrukken van devolumetoetsen.
Druk op een van detwee volumetoetsen om terug te keren naar het oorspronkelijke volume.
- Wijzigen van de geluidsbron.- Bevestigen van een selectie. - Te l efoon opnemen/ophangen.- Langer dan 2 seconden indrukken:toegang tot het telefoonmenu.
Page 204 of 216
7.54
55
66
77
88
11
22
33
44
08
CONFIGURATIE
Druk op de toets MENU.
Selecteer met de pijltoetsen de functie PERSOONLIJKE INSTELLING - CONFIGURATIE.
Druk op de toets om de selectie tebevestigen.
Selecteer met de pijltoetsen de functie CONFIGURATIE BEELDSCHERM.
Druk op de toets om de selectie te bevestigen.
Druk op de toets om de selectie te bevestigen.
Selecteer met de pijltoetsen de functie DATUM EN TIJD INSTELLEN.
Stel de parameters één voor één indoor deze te bevestigen met de toetsOK. Selecteer vervolgens de knopOK op het scherm om de instellingen te bevestigen.
CONFIGURATIE BEELDSCHERM.
DATUM EN TIJD INSTELLEN
OK
PERSOONLIJKE INSTELLING - CONFIGURATIE
DATUM EN TIJD INSTELLEN
DISPLAY C
Page 205 of 216

7.55
123
23
1
2
3
4
3
4
3
4
2
3
4
3
4
3
3
3
2
1
2
2
1
2
3
2
3
4
4
4
4
4
4
09
3
3
3
2
3
3
3
3
3
datum en tijd instellen
dag/maand/jaar instellen
uren/minuten instellen
keuze cyclus 12u/24u
py
MENUSTRUCTUREN display C
BOORDCOMPUTER
BASISFUNCTIE
*
De parameters variëren afhankelijk van deauto (zie "Multifunctionele displays").
KEUZE A
keuze A1
keuze A2
KEUZE B...
RDM-functie (random)
inschakelen/uitschakelen
VOORKEUZE FM
RDS-functie
inschakelen/uitschakelen
REG-functie
inschakelen/uitschakelen
weergave radiotext (RDTXT)
inschakelen/uitschakelen
VOORKEUZE CD-AUDIO
RPT-functie (CD herhalen)
inschakelen/uitschakelen
VOER AFSTAND TOT BESTEMMING IN
afstand: ... km
LOGBOEK WAARSCHUWINGEN
diagnose
regeling weergave
normale weergave
omgekeerde weergave
regeling helderheid (- +)
STATUS VAN FUNCTIES *
functies ingeschakeld of uitgeschakeld
PERSOONLIJKE INSTELLING - CONFIGURATIE
PARAMETERS VAN DE AUTO DEFINIËREN *
CONFIGURATIE BEELDSCHERM
TAALKEUZE
deutsch
english
español
français
italiano
nederlands
portugais
portugais-brasil
Page 206 of 216
7.56
1
2
3
2
1
2
3
3
1
2
2
2
2
1
2
1
2
2
AIRCONDITIONING
UITSCHAKELEN AIRCONDITIONING (A/C OFF)
CENTRALE REGELING Li-Re
activeren/deactiveren
TELEFOON
BLUETOOTH CONFIGURATIE
TOESTEL KOPPELEN/AFKOPPELEN
Telefoonfunctie
Audio streaming functie
RAADPLEGEN GEKOPPELDE TOESTELLEN
VERWIJDEREN GEKOPPELD TOESTEL
ZOEKEN VIA BLUETOOTH
BEHEER VAN EEN GESPREK
HUIDIGE GESPREK BEËINDIGEN
INSCHAKELEN MUTEFUNCTIE
BELLEN
LOGBOEK VAN OPROEPEN
TELEFOONBOEK
Page 207 of 216

7.57
VRAAGOPLOSSING ANTWOORD
Er is een verschil ingeluidskwaliteit tussende verschillende geluidsbronnen (radio,CD, CD-wisselaar...).
Controleer of de audio-instellingen (volume, bassen, hoge tonen, muziekstijl, loudness) zijnafgestemd op de verschillende geluidsbronnen. Het is raadzaam de AUDIO-functies (bassen, hoge tonen, balans V-A, balans L-R) in demiddelste stand te zetten, de muziekstijl "Geen"te selecteren en de functie Loudness in de stand "Actief" te zetten als de CD-speler is geselecteerd en in de stand "Inactief" te zettenals de radio is geselecteerd.
Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-instellingen (volume,bassen, hoge tonen, muziekstijl, loudness) voor elke geluidsbronafzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een anderegeluidsbron (radio, CD, CD-wisselaar...) verschillen in de geluidskwaliteithoorbaar zijn.
De CD wordt steedsuitgeworpen of kan nietworden afgespeeld door de CD-speler.
- Controleer of de CD met de juiste zijde bovenin de speler is geplaatst.
- Controleer de staat van de CD: de CD kanniet worden gelezen als deze te veel is beschadigd.
- Controleer de inhoud van de CD als deze zelf is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk Audio.
- De CD-speler van de autoradio kan geen DVD's afspelen.
- De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD's is onvoldoende om deze door de autoradio telaten afspelen.
De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden gelezen,bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem dat niet door de autoradiowordt herkend.
VEELGESTELDE VRAGEN
De CD-speler levert een slechte geluidskwaliteit.
De gebruikte CD is gekrast of van slechte kwaliteit.
Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen, muziekstijl) zijn niet op deCD-speler afgestemd.
Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen op 0, zonder een muziekstijl te selecteren.
Page 208 of 216

7.58
VRAAG OPLOSSING ANTWOORD
De voorkeuzezenderskunnen niet wordenontvangen (geen geluid, 87,5 Mhz wordtweergegeven...).
Het verkeerde golfbereik is geselecteerd.
Druk op de toets BAND AST om het golfbereik (AM, FM1, FM2, FMAST) terug te vinden waarinde voorkeuzezenders zijn opgeslagen.
De functie TA (verkeersinformatie) is ingeschakeld, maar ik krijg geenverkeersinformatie te horen.
Stem af op een zender die wel verkeersinformatieuitzendt. De geselecteerde radiozender maakt geen deel uit van het regionale netwerk van zenders die verkeersinformatie uitzenden.
De ontvangstkwaliteitvan de beluisterde radiozender neemtgeleidelijk af of de voorkeuzezenders kunnen niet wordenontvangen (geen geluid, 87,5 Mhz wordtweergegeven...).
De auto bevindt zich te ver van de zender van het beluisterde radiostation of er bevindt zich geen zender in het gebied waarin de auto zich bevindt.
De omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.) veroorzaakt storingen in de ontvangst, ook als de RDS-functie is ingeschakeld.
De antenne is niet aanwezig of beschadigd (bijvoorbeeld in een wasstraat of ondergrondse parkeergarage).
Activeer de functie RDS om het systeem te latencontroleren of er een sterkere zender in hetgebied aanwezig is.
Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te maken met een storing in de autoradio.
Laat de antenne controleren door het CITROËN-netwerk.
Het geluid van de radiovalt 1 tot 2 seconden weg.
Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking van het geluid naar een eventuele sterkere zender voor een betere ontvangst van het station. Schakel de RDS-functie uit als dit verschijnsel zich te vaak en steeds op hetzelfde trajectvoordoet.
Na het afzetten van demotor wordt de radio naenkele minuten automatischuitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft de radio nog werken zolang de laadtoestandvan de accu dat toestaat.Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco-modus van de autoradiois geactiveerd om te voorkomen dat de accu van de auto ontladen raakt.
Start de motor om de accu op te laden.
De melding "hetaudiosysteem isoververhit" verschijnt op het display.
Schakel het audiosysteem enkele minuten uit om het systeem te laten afkoelen.Om het audiosysteem te beschermen tegen een te hoge omgevingstemperatuur, activeert de autoradio automatisch een thermische beveiliging die het geluidsvolume verlaagt of de CD-speler uitschakelt.