Page 169 of 216

7.19
22
33
11
55
66
44
CD-KOPIE OP DE JUKEBOX
OK
KOPIËREN STOPPEN
COMPLETE CD
Selecteer CD-KOPIE OP DE JUKEBOX en druk op de knop om te bevestigen.
Selecteer COMPLETE CD om devolledige inhoud van de CD te kopiëren en druk op de knop om te bevestigen.
Herhaal, om het kopiëren testoppen, de punten 2 en 3. Selecteer KOPIËREN STOPPEN en druk op deknop om te bevestigen.
De optie AUTOMATISCH CREËREN kopieert de CD automatisch naar een album van het type "album nr. ...".
De audio- of MP3-CD wordt naar de harde schijf gekopieerd. Afhankelijk van de speelduur van de CD duurt het kopiëren tot 20 minuten. Tijdens het kopiëren kunnen de reeds op de harde schijf opgeslagen albums en CD's niet worden afgespeeld.
Selecteer de letters één voor één en selecteer OK om te bevestigen.
CD
Als het geen CD met MP3-bestanden betreft, comprimeert deJukebox de nummers van de CD automatisch naar MP3-formaat. Afhankelijk van de speelduur van de CD duurt het comprimerenongeveer 20 minuten. Tijdens het comprimeren kunnen de CD ende reeds op de harde schijf opgeslagen albums worden afgespeeld.
Druk lang op de toets SOURCE om met het kopiëren van de CD te beginnen.
Bij het kopiëren van een MP3-CD bewaart de Jukebox alleen het laatste albumniveau. Het kopiëren van bestanden van de Jukebox naar een CD is niet mogelijk.
De functie KOPIE STOPPEN verwijdert niet de bestanden die al naar de harde schijf van de jukebox gekopieerd zijn.
Selecteer AUDIOFUNCTIES, selecteer CD en druk op de knop om te bevestigen.
Plaats een audio- of MP3-CD in de speler en druk op de toets MENU.
FUNCTIE JUKEBOX
EEN CD NAAR DE HARDE SCHIJF KOPIËREN
Page 170 of 216
7.20
66
77
55
2
33
44
11
HERNOEMEN
JUKEBOX
BEHEER JUKEBOX
Druk op de toets MENU.
Selecteer AUDIOFUNCTIES en drukop de knop om te bevestigen.
Selecteer de functie JUKEBOX en druk op de knop om te bevestigen.
Selecteer de functie BEHEER JUKEBOX en druk op de knop om tebevestigen.
Selecteer het te hernoemen album endruk op de knop om te bevestigen.
Selecteer de functie HERNOEMENen druk op de knop om te bevestigen.
Draai aan de knop en selecteer éénvoor één de letters van de titel van het album en bevestig de letters door opde knop te drukken.
Gebruik het alfanumerieke toetsenbord om de letters van de titel van het album één voor één in te voeren.
FUNCTIE JUKEBOX
EEN ALBUM HERNOEMEN
Page 171 of 216
7.21
88
2
33
11
VERWIJDER
OKJUKEBOX
Druk herhaalde malen op de toetsSOURCE en selecteer de functie JUKEBOX.
Druk op de toets LIST.
Draai aan de knop om de bestandente selecteren.
Druk op de toets ESC om terug te keren naar het eerstebestandsniveau.
Selecteer OK en druk op de knop om te bevestigen.
Selecteer om de nummers van een album te hernoemen de te hernoemen nummers en volg dezelfde procedure. Gebruik de toets ESC om de lijst met nummers te verlaten.
Selecteer de functie VERWIJDER om een album of een nummer uit de Jukebox te verwijderen.
FUNCTIE JUKEBOX
AFSPELEN VAN DE JUKEBOX
Page 172 of 216

7.22
11
22
11
33
22
Druk op de toets MENU en selecteer achtereenvolgens de functies CONFIGURATIE, GELUID en ACTIVEREN EXTERNE GELUIDSBRON om de AUX-ingang van de autoradio te activeren.
Sluit het externe apparaat (MP3-speler…) aan op de JACK-aansluiting of op de audioaansluitingen (wit en rood, typeRCA) in het dashboardkastje met eengeschikte kabel.
Druk herhaalde malen op de toets SOURCE om AUX te selecteren.
De weergave- en bedieningsfuncties verlopen via de externe apparatuur zelf.
Het is niet mogelijk om bestanden vanaf de externe apparatuur naar de harde schijf te kopiëren.
AUX-INGANG GEBRUIKEN
JACK-/RCA-AUDIOKABEL NIET BIJGELEVERD
AUDIO-CD-WISSELAAR
EEN CD AFSPELEN
Plaats de CD's één voor één in een CD-wisselaar met meerdere openingen (zonder MP3-afspeelmogelijkheid). Druk, bij een wisselaar met éénopening (met MP3-afspeelmogelijkheid), op LOAD, kies het nummer van de CD en plaats de CD vervolgens of druk lang op LOAD en plaats de CD's één voor één.
Druk herhaalde malen op de toetsSOURCE en selecteer de CD-WISSELAAR.
Druk op een van de toetsen van hetalfanumerieke toetsenbord om de desbetreffende CD te selecteren.
Druk op een van de toetsenom een nummer van de CDte selecteren.
Het is niet mogelijk om de bestanden vanaf een CD in deCD-wisselaar naar de harde schijf te kopiëren.
CD-WISSELAAR.
Page 173 of 216
7.23
11
22
33
44
55
66
77
INSCHAKELEN VIDEOFUNCTIE
PARAMETERS VIDEO
U kunt op de drie audio-/videoaansluitingen in het dashboardkastje een videoapparaat (camcorder, digitale camera, DVD-speler...) aansluiten.
Draai aan de knop en selecteer defunctie VIDEO.
Druk op de toets MENU nadat u hetvideoapparaat hebt aangesloten.
Draai aan de knop en selecteer de functie INSCHAKELEN VIDEOFUNCTIE om de videofunctie in of uit te schakelen.
Druk op de knop om de selectie tebevestigen.
Druk op de knop om de selectie tebevestigen.
Druk herhaalde malen op de toets "SOURCE" om een anderegeluidsbron te selecteren dan het videoapparaat.
Druk op de toets "DARK" om de videoweergave te onderbreken.
Draai aan de knop en selecteer de functie PARAMETERS VIDEO om het formaat van de weergave, de lichtsterkte, het contrast en de kleurenin te stellen.
Druk op de knop om de selectie tebevestigen.
MENU VIDEO
De videoweergave is uitsluitend mogelijk als de auto stilstaat.
Page 174 of 216
7.24
11
22
33
11
22
06
GEÏNTEGREERDE TELEFOON
INVOEREN VAN DE PIN-CODE
Open de lade door de knop in te drukken met de punt van een pen.
Plaats de SIM-kaartin de houder ensteek deze in de lade.
Voer stap 1 nogmaals uit om de SIM-kaart weer teverwijderen.
Verwijder of plaats uw SIM-kaart pas nadat u de NaviDrive hebt uitgeschakeld en het contact hebt afgezet.
Voer de PIN-code in met behulp van het toetsenbord.
Druk op de toets # om de PIN-code te bevestigen.
PIN-code
Selecteer bij het invoeren van uw PIN-code de optie PIN-CODE OPSLAAN om de telefoon te kunnen gebruiken zonder telkens dePIN-code te hoeven invoeren.
INSTALLEREN VAN UW SIM-KAART
(NIET BIJ DE AUTO GELEVERD)
Page 175 of 216

7.25
33
22
11
44
06
De beschikbare functies van de telefoon zijn afhankelijk van het netwerk, de SIM-kaart en de compatibiliteit met de gebruikte Bluetooth-apparatuur. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw telefoon en uw provider voor meer informatie over de beschikbare functies. Een overzicht van de meest geschikte telefoons is verkrijgbaar via het netwerk.
BLUETOOTH-TELEFOON
EEN BLUETOOTH TELEFOON
KOPPELEN
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan de handsfree-set van het systeem mag om veiligheidsredenen en vanwege het feit dat deze handeling volledige aandacht van de bestuurder vraagt,uitsluitend worden uitgevoerd bij stilstaande auto.
Activeer de functie Bluetooth van uw telefoon. De laatst gekoppelde telefoon wordt automatisch opnieuw gekoppeld.
Selecteer WIJZE VAN ACTIVEREN BLUETOOTH en vervolgens ACTIEFEN ZICHTBAAR. Druk op dedraaiknop om iedere handeling tebevestigen.
Druk op de toets MENU, selecteer TELEMATICA en vervolgensFUNCTIES BLUETOOTH. Druk op de draaiknop om iedere handeling tebevestigen.
Selecteer op uw telefoon de naam van de CITROËN-radiotelefoon.Voer de toegangscode in(standaard 0000).
Herhaal, om de naam van de CITROËN-radiotelefoonn te kennen ente wijzigen, stap 2 en selecteer NAAM VAN DE RADIOOTELEFOON WIJZIGEN.
Page 176 of 216
7.26
06
de radiotelefoon vanuit de auto.
Als de telefoon is gekoppeld kan het systeem het adresboek en degesprekkenlijst synchroniseren. Herhaal stap 2 en selecteer WIJZE VAN SYNCHRONISEREN INDEX. Selecteer de synchronisatie van uw keuze en druk op de draaiknop om te bevestigen.
De synchronisatie kan enkele minuten duren.
Herhaal, om de gekoppelde telefoon te wijzigen, stap 2, selecteer LIJST GEKOPPELDE TELEFOONS en druk op ok om te bevestigen. De lijst met eerder gekoppelde telefoons (maximaal 10) verschijnt.Selecteer de telefoon van uw keuze, bevestig, selecteer KOPPELEN en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Herhaal, om de toegangscode te wijzigen, stap 2, selecteer TOEGANGSCODE en sla de code van uw keuze op.
BLUETOOTH TELEFOON
EEN BLUETOOTH TELEFOON
KOPPELEN