Page 169 of 340
XX
167
ONDERHOUD
BENZINEMOTOREN
Dit overzicht is een hulpmiddel bij
het controleren van de verschillende
vloeistofniveaus en het vervangen
van bepaalde onderdelen.
1.
Reservoir ruiten- en koplamp-
sproeiers.
2.
Reservoir vloeistof stuurbe-
krachtiging of reservoir vloeistof
stuurbekrachtiging/LHM.
3.
Reservoir koelvloeistof.
4.
Oliepeilstok.
5.
Motorolie (bij)vullen.
6.
Reservoir remvloeistof.
7.
Accu.
8.
Luchtfi lter.
1.6i THP
1.6i VTi
167
Page 170 of 340
X
!
168
ONDERHOUD
Auto's met de 2.0i 16V
-motor
kunnen zijn voorzien van een
conventioneel veersysteem.
In dat geval wijkt het reservoir van
de stuurbekrachtigingsvloeistof af.
2.0i 16V
1.
Reservoir vloeistof ruiten- en
koplampsproeiers.
2.
Reservoir stuurbekrachtigings-
vloeistof of reservoir stuurbe-
krachtigingsvloeistof/LHM.
3.
Koelvloeistofreservoir.
4.
Oliepeilstok.
5.
Motorolie (bij)vullen .
6.
Remvloeistofreservoir.
7.
Accu.
8.
Luchtfi lter.
Page 171 of 340
X
!
169
ONDERHOUD
DIESELMOTOREN
Dit overzicht is een hulpmiddel bij
het controleren van de verschillende
vloeistofniveaus, het vervangen van
bepaalde onderdelen en het ont-
luchten van het brandstofcircuit.
1.
Reservoir ruiten- en koplamp-
sproeiers.
2.
Reservoir vloeistof stuurbekrach-
tiging of reservoir vloeistof stuur-
bekrachtiging/LHM (afhankelijk
van de uitvoering).
3.
Reservoir koelvloeistof.
4.
Oliepeilstok.
5.
Motorolie (bij)vullen.
6.
Luchtfi lter.
7.
Reservoir remvloeistof.
8.
Accu.
Het brandstofcircuit staat on-
der hoge druk: werkzaam-
heden aan dit circuit zijn niet
toegestaan.
Auto's met de HDi 140
-motor kun-
nen zijn voorzien van een conven-
tioneel veersysteem. In dat geval
wijkt het reservoir van de stuurbe-
krachtigingsvloeistof af.
HDi 110
/ e-HDI 110
HDi 140
Page 172 of 340
X!
170
ONDERHOUD
Motor HDi 160 HDi 200
(met roetfilter)
1.
Reservoir ruiten- en koplamp-
sproeiervloeistof.
2.
Reservoir vloeistof stuurbe-
krachtiging en vering.
3.
Koelvloeistofreservoir.
4.
Oliepeilstok.
5.
(Bij)vullen motorolie.
6.
Luchtfi lter.
7.
Remvloeistofreservoir.
8.
Accu
.
Het brandstofcircuit staat on-
der hoge druk:
- Werkzaamheden aan dit circuit
zijn niet toegestaan.
- In de HDi-motoren is veel
hoogwaardige technologie toe-
gepast.
Laat werkzaamheden aan deze
motoren daarom altijd over aan
het personeel van het CITROËN-
netwerk, dat daar speciaal voor is
opgeleid.
HDi 160
HDi 200
Page 173 of 340
X!
171
ONDERHOUD
Motor V6 HDi 240 (met
roetfilter)
V6 HDi 240
1.
Reservoir ruitensproeier en kop-
lampwissers.
2.
Reservoir vloeistof stuurbe-
krachtiging en vering.
3.
Koelvloeistofreservoir.
4.
Oliepeilstok.
5.
Vulopening voor motorolie.
6.
Luchtfi lter.
7.
Remvloeistofreservoir.
8.
"+" en "-" pool voor het starten
met een hulpaccu.
Vanwege de hoge druk in
het brandstofsysteem van de
dieselmotor geldt:
- Ingrepen aan het circuit zijn
niet toegestaan.
- HDi-motoren maken gebruik
van geavanceerde technolo-
gie.
Elke ingreep aan deze motor ver-
eist specialistische kennis; bij het
CITROËN-netwerk is deze gega-
randeerd aanwezig.
Page 174 of 340

X!
172
ONDERHOUD
Controleer de onderstaande niveaus
regelmatig en vul indien nodig bij,
tenzij anders aangegeven.
Laat in het geval van een sterk
gedaald niveau het desbetref-
fende circuit controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalifi -
ceerde werkplaats.
Motorolieniveau
Olie verversen
Raadpleeg het onderhoudsboekje
voor het verversingsinterval voor uw
auto.
Type motorolie
Gebruik de door de fabrikant aan-
bevolen motorolie voor uw auto en
motoruitvoering.
Remvloeistofniveau
Remvloeistof verversen
Raadpleeg het onderhoudsboekje
voor het voorgeschreven verver-
singsinterval.
Deze vloeistof moet regelmatig wor-
den ververst. Als de vloeistof te oud
is geworden verliest hij zijn doeltref-
fende werking.
Type remvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voor-
geschreven remvloeistof die voldoet
aan de DOT4-norm.
Een controle van het mo-
torolieniveau is alleen be-
trouwbaar als de auto op
een vlakke, horizontale on-
dergrond staat en de motor
ten minste 30 minuten niet heeft ge-
draaid.
Het motorolieniveau kan bij aange-
zet contact worden gecontroleerd
via de motorolieniveaumeter op het
instrumentenpaneel, of met de olie-
peilstok.
Controleer ook het niveau tussen
elke periodieke onderhoudsbeurt en
voordat u een lange tocht gaat ma-
ken.
Wees voorzichtig bij werkzaamhe-
den onder de motorkap, want som-
mige delen van de motor kunnen
zeer warm zijn (kans op brandwon-
den). Het remvloeistofniveau dient
zich zo dicht mogelijk bij het
merkteken "MAXI" te bevin-
den. Controleer indien dit niet
het geval is of de remblokken
van uw auto zijn versleten.
Om een verminderde be-
trouwbaarheid van de mo-
tor en de emissieregeling te
voorkomen, is het gebruik
van additieven in de motor-
olie niet toegestaan.
Niveau van de
stuurbekrachtigingsvloeistof
of van de
stuurbekrachtigings- en
veersysteemvloeistof
Neem voor het bijvul-
len contact op met het
CITROËN-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Motoroliepeilstok
Op de peilstok zijn twee
merktekens aangebracht:
- A
= maxi; zorg ervoor
dat het peil nooit bo-
ven dit niveau komt,
- B
= mini; vul bij met
de voor uw type motor
geschikte motorolie
via de olievuldop.
Page 175 of 340

X
!
173
ONDERHOUD
Niveau ruiten- en
koplampsproeiervloeistof
Type ruiten- en
koplampsproeiervloeistof
Voor een optimale reiniging en om
het bevriezen van de sproeiers te
voorkomen is het (bij)vullen van het
reservoir met water niet toegestaan.
Inhoud van het reservoir:
- ruitensproeiervloeistof: circa 3,5 liter,
- ruitensproeiervloeistof en vloeistof
koplampwissers: circa 6,15 liter.
Niveau brandstofadditief
(diesel met roetfilter)
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mo-
gelijk uitvoeren door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalifi ceerde
werkplaats.
Afgewerkte producten
Vermijd langdurig huidcontact
met afgewerkte olie en ande-
re vloeistoffen.
De meeste van deze vloeistoffen
zijn bijtend en schadelijk voor de
gezondheid.
Gooi afgewerkte olie en ande-
re vloeistoffen niet in het riool,
in het water of op de grond.
Deponeer afgewerkte olie in de
daarvoor bestemde containers bij
het CITROËN-netwerk of een ge-
kwalifi ceerde werkplaats. Wanneer uw auto is voor-
zien van koplampsproeiers,
wordt een te laag vloeistof-
niveau van de ruiten- en
koplampsproeiers aangegeven door
een geluidssignaal en een melding
op het multifunctionele display.
Vul bij de eerstvolgende gelegen-
heid het reservoir bij.
Koelvloeistofniveau
Koelvloeistof verversen
De koelvloeistof behoeft niet te wor-
den ververst.
Type koelvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voor-
geschreven koelvloeistof.
Het koelvloeistofniveau dient
zich zo dicht mogelijk bij het
merkteken "MAXI" te bevin-
den, maar mag beslist niet
hoger zijn.
Als de motor warm is, wordt de tem-
peratuur van de koelvloeistof gere-
geld door de koelventilator. Deze
kan ook bij afgezet contact werken.
Bij uitvoeringen voorzien van een
roetfi lter kan de koelventilator bij
afgezet contact nog (gaan) wer-
ken, zelfs bij koude motor.
Wacht bovendien alvorens werk-
zaamheden aan het koelsysteem
uit te voeren ten minste 1 uur nadat
de motor gedraaid heeft, omdat het
koelsysteem onder druk staat.
Draai om brandwonden te voorkomen
de dop eerst 2 omwentelingen los om
de druk te laten dalen. Verwijder, als
de druk eenmaal gedaald is, de dop
en vul koelvloeistof bij. Een te laag niveau in
het additiefreservoir
wordt aangegeven
door het permanent
branden van dit lampje in combinatie
met een geluidssignaal en een mel-
ding op het multifunctionele display.
Page 176 of 340

X
174
ONDERHOUD
CONTROLES Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, de bladzij-
den in het onderhoudsboekje die betrekking heb-
ben op de motoruitvoering van uw auto voor het
laten controleren van bepaalde onderdelen volgens
het onderhoudsschema van de constructeur.
Laat de controles eventueel uitvoeren door
het CITROËN-netwerk of een gekwalifi ceer-
de werkplaats.
Accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam
om regelmatig te controle-
ren of de accupolen en -
klemmen schoon zijn,
vooral bij warm weer en in
de winter.
Raadpleeg voordat u de accukabels
losneemt het hoofdstuk "Praktische
informatie" voor meer informatie
over de te nemen voorzorgsmaatre-
gelen.
Luchtfilter en interieurfilter
Laat de fi lters periodiek
vervangen volgens de in
het onderhoudsboekje
aangegeven intervallen.
Als de omgeving (veel
stof...) en het gebruik (veel stads-
verkeer...) daartoe aanleiding ge-
ven, moeten de fi lters twee keer
zo vaak worden vervangen
(zie
paragraaf "Motoren").
Een verstopt interieurfi lter kan de
prestaties van de airconditioning
verstoren en onaangename geuren
veroorzaken.
Oliefilter
Laat bij het olie verversen
tevens het oliefi lter vervan-
gen.
Roetfilter (diesel)
Als aanvulling op de katalysator le-
vert dit fi lter een actieve bijdrage
aan het verbeteren van de luchtkwa-
liteit door het tegenhouden van niet-
verbrande vuildeeltjes. Ook wordt
zwarte uitlaatrook voorkomen.
Nadat u langdurig met lage snelhe-
den hebt gereden of nadat de motor
langdurig stationair heeft gedraaid,
kan het in uitzonderlijke gevallen
voorkomen dat waterdamp bij de
uitlaat zichtbaar is bij het gas geven.
Dit is niet van invloed op de werking
van de auto of het milieu.
Bij het gevaar van verstopping van
het roetfi lter verschijnt een melding
op het display van het instrumen-
tenpaneel, vergezeld van een ge-
luidssignaal en het branden van het
waarschuwingslampje SERVICE.
Deze waarschuwing wijst op een
beginnende verzadiging van het
roetfi lter (veelvuldige stadsritten:
lage snelheden, verkeersopstop-
pingen…).
Om het fi lter te regenereren wordt
aangeraden zo spoedig mogelijk,
als de verkeerssituatie dit toelaat,
gedurende ten minste 5 minuten
met een snelheid van meer dan
60 km/h te gaan rijden (tot de waar-
schuwing verdwijnt).
Raadpleeg als de waarschuwing
aanwezig blijft het CITROËN-net-
werk of een gekwalifi ceerde werk-
plaats. Raadpleeg het onderhoudsboekje
voor het vervangingsinterval.
Deze sticker, die hoort bij het Stop &
Start-systeem, geeft aan dat er
een speciale 12 V loodaccu is ge-
bruikt die alleen losgekoppeld en/of
vervangen mag worden door het
CITROËN-netwerk of door een ge-
kwalifi ceerde werkplaats.
Het negeren van deze aanwijzing
kan ertoe leiden dat de accu vroeg-
tijdig aan vervanging toe is.