IX
135
RIJDEN
TOESTAND
GEVOLGEN
4
Weergave van de meldingen "Storing hand-
rem"
en "Storing hill holder"
en het branden
van de volgende waarschuwingslampjes:
en/of knipperen
- De automatische bediening is uitgeschakeld.
- De hill holder is niet beschikbaar.
Om de elektrische handrem te bedienen:
)
Beveilig de auto tegen wegrollen en zet het contact uit.
)
Trek minimaal 5 seconden aan de hendel of totdat de handrem
wordt bediend.
)
Zet het contact aan en controleer of de controlelampjes van de
elektrische handrem gaan branden.
- Het bedienen duurt langer dan normaal.
- Als het controlelampje (!) knippert of als de controlelampjes niet
gaan branden met het contact aan, werkt deze methode niet.
Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk of een gekwa-
lifi ceerde werkplaats.
Om de elektrische handrem vrij te zetten:
)
Zet het contact aan.
)
Houd de hendel gedurende circa 3 seconden ingedrukt.
5
Weergave van de melding " Storing bediening
handrem - automatische stand geactiveerd"
en
branden van de volgende waarschuwingslampjes:
en/of
knipperen
- Alleen de functies van het automatisch bedienen bij het afzet-
ten van de motor en het automatisch vrijzetten bij het wegrijden
zijn beschikbaar.
- Het handmatig bedienen/vrijzetten van de elektrische handrem
is niet mogelijk en de dynamische noodremfunctie is niet be-
schikbaar.
6
Weergave van de melding " Storing hand-
rem
" en het branden van het volgende waar-
schuwingslampje:
knipperen
- Als de handrem wordt bediend, kan niet worden gegarandeerd
dat deze wordt aangetrokken.
- De functie handrem is op dit moment niet beschikbaar.
Als dit het geval is:
)
Wacht ongeveer 3 minuten.
)
Probeer, als na 3 minuten het controlelampje nog knippert, de
handrem te resetten door ofwel hendel A
in te drukken en los te
laten terwijl u het rempedaal intrapt, ofwel door langdurig aan
hendel A
te trekken.
7
Storing accu
- Als het laadstroomlampje gaat branden moet u de auto direct
stoppen (rekening houdend met het overige verkeer) en tegen
wegrollen beveiligen.
- Bedien de elektrische handrem alvorens de motor af te zetten.
IX!
136
RIJDEN
HILL START ASSIST
Dit systeem houdt bij het wegrijden
op een helling uw auto ongeveer
2 seconden op zijn plaats. In die tijd
kunt u uw voet van het rempedaal
naar het gaspedaal verplaatsen.
Deze functie is alleen actief:
- als de auto volledig stilstaat met
het rempedaal ingetrapt,
- bij bepaalde hellingcondities,
- als het bestuurdersportier is ge-
sloten.
De hill holder kan niet worden uitge-
schakeld.
Werking
Als de auto bergopwaarts stilstaat,
wordt deze even op zijn plaats ge-
houden wanneer u het rempedaal
loslaat:
- als bij de handgeschakelde ver-
snellingsbak de eerste versnelling
of de neutraalstand is ingescha-
keld,
- als bij de automatische versnel-
lingsbak de stand D
of M
is inge-
schakeld.
Als de auto bergafwaarts stilstaat
en de achteruitversnelling inge-
schakeld is, wordt de auto even
op zijn plaats gehouden wanneer
u het rempedaal loslaat.
Verlaat de auto niet in de korte
periode dat de Hill Start Assist
in werking is.
Als u de auto moet verlaten terwijl
de motor draait, gebruik dan de
handrem en controleer of het con-
trolelampje handrem (op het instru-
mentenpaneel) blijft branden.