Page 313 of 340

311
04
1
2
3
Selecteer voor het branden van een CD-R of CD-RW de standaardISO 9660 niveau 1,2 of bij voorkeur Joliet om deze te kunnen
afspelen.
Als de CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijn dat dezeniet goed wordt afgespeeld.
H
et is raadzaam voor één CD niet meer dan één standaard voor het branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke snelheid(maximaal 4x) in voor een optimale geluidskwaliteit.
Voor het branden van een multisessie-
CD is het raadzaam de
standaard Joliet te gebruiken.
De autoradio speelt uitsluitend bestanden met de extensie
".mp3" en een samplingfrequentie van 22,05 kHz of 44,1 kHz af.Geluidsbestanden met een andere extensie (.wma, .mp4, .m3u...) kunnen niet worden afgespeeld.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters en verwijder speciale tekens (bijv.: " ", ?, ù) om problemen met het afspelen of
de weergave te voorkomen.
Le
ge CD's worden niet herkend en kunnen het audiosysteem
beschadigen.
CD MP3
INFORMATIE EN TIPS
AUDIO
Het formaat MP3 (afkorting van MPEG 1,2 & 2.5 Audio Layer 3) is een standaard voor het comprimeren van geluid die de mogelijkheid
biedt enkele tientallen speellijsten op één CD te plaatsen.
Plaats een MP3-
CD in de speler.
De
CD-speler scant vervolgens de CD tot alle nummers zijngevonden, hierdoor kan het enkele tot enkele tientallen seconden
duren voordat het afspelen begint.
MP3-CD
EEN MP3-CD AFSPELEN
De CD-speler kan CD's met maximaal 255 MP3-bestanden, verdeeld over 8 speellijsten, afspelen. Het is echter raadzaam het aantal afspeellijsten tot
twee te beperken om een lange laadtijd van de CD te voorkomen.
Bij het afspelen wordt geen rekening gehouden met demappenstructuur.
Alle bestanden worden op hetzelfde niveau weergegeven.
Als er al een CD in het apparaat zit die
u wilt beluisteren, druk dan herhaaldemalen op de toets SOURCE om deCD-functie te selecteren.
Druk op een van de toetsen om een
nummer van de
CD te selecteren.
Druk op de toets LI
ST REFRESH om de speellijsten van de MP3-CD weer te geven.
Houd een van de toetsen in
gedrukt
om snel vooruit of terug te spoelen.
Page 314 of 340

312
05
1
2
3
1
USB-BOX
Het systeem stelt playlists samen (tijdelijk geheugen). De tijd die
hiervoor nodig is, hangt af van de capaciteit van de USB-uitrusting.
Gedurende deze tijd zijn andere bronnen beschikbaar.
De pla
ylists worden iedere keer dat het contact wordt afgezet of een USB-stick wordt aangesloten, geactualiseerd.
Bi
j een eerste aansluiting wordt een indeling in mappen als indeling
aangeboden. Bij een volgend gebruik wordt de laatstgekozen
mappenstructuur aangehouden. Sluit de USB-stick direct of via een snoer aan o
p
de USB-poort. Als de autoradio is ingeschakeld,
wordt de USB-bron gedetecteerd zodra deze
wordt aangesloten. Het lezen begint automatisch na een bepaalde tijd, afhankelijk van de capaciteit van de USB-stick.
De herkende bestands
formaten zijn .mp3(uitsluitend mpeg1 layer 3), .wma (uitsluitend standaard 9, comprimeren met 128 kbit/s), .waven .ogg.
Uitsluitend pla
ylists van het type m3u, .pls en .wpl worden geaccepteerd.
Deze module bestaat uit een USB-
poort en eenJack-aansluiting
* . De bestanden op het externe
apparaat, zoals een draagbare MP3-speler of een USB-stick, worden overgebracht op uwAutoradio. Via de luidsprekers van de auto wordt de muziek weergegeven.
USB-stick
(1.1, 1.2 en 2.0) of iPod®
van de vijfde®
generatie of hoger:
- de U
SB-stick moet in FAT of FAT 32
geformateerd zijn (niet compatibel
met NTFS-formaat),
- het snoer van de iPod
®
is noodzakelijk,
- navi
gatie door de bestanden is mogelijk via
de bediening op het stuurwiel,
- de iPod-software moet voor een optimale
ver
binding regelmatig geüpdatet worden.
iPod ® 's van oudere
generaties en spelers die gebruik maken van het MTP-protocol * :
- afspelen uitsluitend via een Jack-Jack-snoer
(niet meegeleverd),
- nav
igatie door de bestanden is mogelijk viahet externe apparaat.
Een lijst met geschikte uitrustingen en compatible compressies is beschikbaar bij het CITROËN-netwerk. jg g
GEBRUIK VAN DE USB-BOX
AANSLUITEN VAN EEN USB-STICK
*
Afhankeli
jk van de uitvoering.
Page 315 of 340

313
05
42
3
1
5
OK
USB-BOX
GEBRUIK VAN DE USB-BOX
Druk LIST kort in voor de indeling die u de vorige keer hebt gekozen.
Navi
geer in de lijst met behulp van de
toetsen links/rechts en omhoog/omlaag.
Bevesti
g de selectie door op OK tedrukken. De beschikbare li
jsten zijn Artiest, Genre en Playlist (zoals
weergegeven via de iPod ® ).®
Selectie en Navigatie zijn hierboven beschreven in de stappen 1 t/m 5.
Sluit geen harde schijf of een niet-audio USB-apparaat aan op deUSB-poort, aangezien hierdoor uw installatie beschadigd kan raken.
AANSLUITEN VAN EEN iPOD
®
-VIA DE USB-POORT
Druk op een van deze toetsen om
tijdens het lezen naar de vorige/volgende track te gaan volgens de
weergegeven indeling.
Houd een van de toetsen in
gedrukt
voor snel vooruit/achteruit
verplaatsen.
Druk o
p een van deze toetsen om te gaan naar volgende/vorige Genre, Map, Artiest of Playlist, afhankelijk
van de weergegeven indeling tijdens het lezen.
Druk LIST lan
g in voor het weergeven
van de indelingen.
Kies per Map
/ Artiest / Genre / Playlist,
druk op OK om de gekozen indeling te
bevestigen en vervolgens opnieuw op OK
om de keuze vast te leggen.
-per Map: alle mappen met audio-bestanden worden in een algemeen
overzicht en alfabetisch geordend
weergegeven, zonder dat daarbij rekening
is
gehouden met de mappenstructuur.
- per Artiest: alle artiestennamen
worden weergegeven in ID3 Tag en
in alfabetische volgorde.
- per Genre : alle genres worden
weergegeven in ID3 Tag.
- per Playlist : zoals weergegeven in de
playlist van de USB-stick of het USB-apparaat aangesloten op de USB-poort.
Page 316 of 340
314
05
1
2
1
2
De weergave- en bedieningsfuncties verlopen
via de externe apparatuur zelf.
Stel eerst het volume van uw draagbare
apparatuur af.
Stel vervolgens het volume van deautoradio af. De AUX-aansluitin
g JACK of USB dient om een extern apparaat(mp3-speler…) aan te sluiten.
Sluit het externe apparaat(mp3-speler...) met behulp
van een adapterkabel (niet
meegeleverd) op de JACK- of USB-aansluiting aan.
Druk herhaalde malen op de toets
SOURCE om AUX te selecteren.
AUX-INGANG GEBRUIKEN
JACK- of USB-AANSLUITING (afhankelijk
van de
uitvoering van de auto)
VOLUMEREGELING EXTERNE
APPARATUUR
Sluit eenzelfde extern apparaat niet tegelijkertijd aan via de JACK-aansluiting en de USB-aansluiting.
USB-BOX
Page 317 of 340

315
06
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
BLUETOOTH FUNCTIES
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan het Bluetooth-systeem
van uw autoradio mag om veiligheidsredenen en vanwege het
feit dat deze handeling de volledige aandacht van de bestuurder
vraagt, uitsluitend worden uitgevoerd bij stilstaande auto en met
aangezet contact.
Druk op de toets MENU.
Er wordt een venster weergegeven met de tekst "Bezig met
zoeken...".
A
ctiveer de functie Bluetooth van uw telefoon.
Ki
es in het menu:
- Bl
uetooth-telefoon - Audio
- Bluetooth confi
guratie
-
Zoeken via Bluetooth
De beschikbare functies zijn afhankelijk van het netwerk, de SIM-kaart ende compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-apparatuur.Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw telefoon of neem contact op met uw provider
voor meer informatie over de beschikbare functies. Een overzicht van de meest
geschikte telefoons is verkrijgbaar via het netwerk. Raadpleeg het CITROËN-netwerk.
BLUETOOTH-TELEFOON DISPLAY C
Met het menu TELEF
OON krijgt u onder andere toegang tot de
volgende functies: Adresboek * , Logboek gesprekken, Beheer van
de koppelingen.
D
e eerste vier herkende telefoons worden in dit venster
weergegeven.
Op het scherm wordt een toetsenbord
weergegeven: voer een code van
minimaal 4 cijfers in.
Bevesti
g met OK.
Mocht de koppeling niet gelukt zijn dan kunt u het, een onbeperkt
aantal keren, no
gmaals proberen.
Selecteer in de li
jst de te koppelen telefoon. U kunt slechts één
telefoon per keer koppelen.
Op het scherm van de geselecteerde telefoon
wordt een bericht weergegeven: voer, om de koppeling te accepteren, in de telefoon dezelfde code in en bevestig vervolgens met OK.
Op het scherm verschijnt "Koppeling Naam_telefoon geslaagd".
De toe
gestane automatische verbinding wordt geactiveerd nadat
de telefoon is geconfi gureerd.
Het adresboek en het lo
gboek gesprekken zijn na desynchronisatie beschikbaar.
KOPPELEN VAN EEN TELEFOON
*
Als uw telefoon volledig compatibel is.
U kunt ook via de tele
foon de koppeling tot stand brengen.
(AFHANKELIJK VAN MODEL EN UITVOERING)
Page 318 of 340

316
06
1
2
1
2
2
3
EEN GESPREK ONTVANGEN
Een inkomend gesprek wordt aangegeven door een beltoon en het
verschijnen van een venster op het multifunctionele display.
Start de koppelingsprocedure tussen de telefoon
en de auto. Deze procedure kan gestart worden
via het telefoonmenu van de auto of via het
toetsenbord van de telefoon; zie hiervoor de
eerder beschreven stappen 1 t/m 10. Tijdens de koppeling moet de auto stilstaan en het contact aanstaan.
Selecteer in het telefoonmenu de te ko
ppelen telefoon.
Het audios
ysteem wordt automatisch verbonden met de zojuistgekoppelde telefoon.
Selecteer met behulp van de
toetsen de knop JA op het scherm
en bevestig met OK.
Druk op de toets
OK op het stuurwiel om het gesprek te accepteren.
Selecteer in het menu Bluetooth-telefoon - Audio, Beheer van het
telefoongesprek en vervolgens Bellen, Logboek gesprekken of Adresboek.
Druk
gedurende meer dan twee seconden op het uiteinde van de hendel aan de stuurkolom om
toegang te krijgen tot uw adresboek.
Of
Gebruik, als de auto stilstaat, het toetsenbord vanuw telefoon om een nummer in te voeren.
BELLEN
BLUETOOTH STREAMING AUDIO
Draadloze overdracht van muziekbestanden van de telefoon naar
het audiosysteem van de auto. De telefoon moet de desbetreffende
Bluetooth-profi elen (A2DP/AVRCP) kunnen ondersteunen.
*
In sommige gevallen moet het afspelen van audiobestanden via het
toetsenbord worden geactiveerd.
**
Al
s de telefoon deze functie ondersteunt.
Activeer de bron
Streaming door opde toets SOURCE *
te drukken. Via
de toetsen op het bedieningspaneel
van de radio en de bediening op het
stuurwiel kunt u op de gebruikelijke
wijze de muziekstukken aansturen ** .
De informatie over de muziekstukkenkan op het display worden
weergegeven.
BLUETOOTH FUNCTIES
Page 319 of 340
317
07
1
2
3
4
5
6
7
8
CONFIGURATIE
Druk op de toets MENU.
Selecteer met de pi
jltoetsen
de functie PERSOONLIJKE
INSTELLING - CONFIGURATIE.
Druk op de toets om de selectie te
bevestigen.
Selecteer met de pi
jltoetsen
de functie CONFIGURATIE
BEELDSCHERM.Druk o
p de toets om de selectie te
bevestigen.
Druk op de toets om de selectie te
bevesti
gen. Selecteer met de pi
jltoetsen
de functie DATUM EN TIJD
INSTELLEN.
Stel de
parameters één voor één in
door deze te bevestigen met de toetsOK. Selecteer vervolgens de knop OK op het scherm om de instellingen
te bevestigen.
DATUM EN TIJD INSTELLEN
DISPLAY C
Page 320 of 340

318
1
08
AAls de knop op het uiteinde van deruitenwisserschakelaar meermaals wordtingedrukt, worden de verschillende functies van deboordcomputer achtereenvolgend weergegeven ophet display.
- h
et tabblad " auto
" met:
●
de actieradius, het huidi
ge verbruik en de nog af te leggen afstandof de teller van het Stop & Start-systeem,
- de stand " 1 "
(traject 1) met:
●
de
gemiddelde snelheid, het gemiddelde verbruik en de afgelegde
afstand berekend over het traject "1"
,
- de stand " 2 "
(traject 2) met dezelfde gegevens voor een tweede
traject.
ENKELE DEFINITIES
Op 0 zetten
Druk de knop langer dan twee seconden in zodra het gewenste
traject wordt aangegeven.
BOORDCOMPUTER
Actieradius:in deze stand geeft de computer aan hoeveel kilometer u
nog met de resterende hoeveelheid brandstof kunt rijden, berekend op
basis van het gemiddelde verbruik over de laatste afgelegde kilometers.
De weer
gegeven waarde kan sterk variëren door een verandering in de
wagensnelheid of het landschap.
Als de actieradius minder dan 30 km bedraa
gt, verschijnen streepjes op het
display. Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof wordt de actieradius
opnieuw berekend en weergegeven zodra deze meer dan 100 km bedraagt.
Raadplee
g het CITROËN-netwerk als tijdens het rijden voortdurend
streepjes worden weergegeven in plaats van cijfers.
Momenteel verbruik: dit verbruik wordt berekend en weergegeven vanaf 30 km/h.
Gemiddeld verbruik:dit is het gemiddelde verbruik sinds de laatste
nulstelling van de boordcomputer.
Gemiddelde snelheid
: dit is de gemiddelde snelheid sinds de laatste
nulstelling van de boordcomputer (contact aan).
Afgelegde afstand:deze afstand wordt berekend sinds de laatste
nulstelling van de boordcomputer.
No
g af te leggen afstand:dit is de afstand tot de door de gebruiker
ingevoerde eindbestemming. Als het navigatiesysteem in gebruik is, wordt
deze a
fstand op elk moment tijdens het rijden opnieuw berekend.
Sto
p & Start-teller
(minuten/seconden of uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met Stop & Start, registreert een teller hoelang de STOP-
stand tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt, elke keer als u het contact met de sleutel aanzet, weer op nul gezet.