XI
!
183
PRAKTISCHE INFORMATIE
LAMP VERVANGEN
Lichten voor
Uitvoering met xenonlampen
(D1S)
1.
Bi-xenonlampen
(dimlicht/grootlicht):
D1S
2.
Hoekverlichting:
HP 19
3.
Dagrijverlichting /
parkeerlichten (
LED
)
Raadpleeg het CITROËN-netwerk
of een gekwalifi ceerde werkplaats
voor het onderhoud aan de koplam-
punits en het vervangen van de lam-
pen HP19, D1S en de LED-lampen.
Elektrocutiegevaar
Het vervangen van xenonlampen
moet door het CITROËN-netwerk
of een gekwalifi ceerde werkplaats
worden uitgevoerd.
Als een van beide D1S-lampen
defect is, verdient het aanbeveling
om beide lampen gelijktijdig te ver-
vangen. De koplampunits zijn voorzien
van glas van polycarbonaat
met een speciale vernislaag:
)
reinig de koplampen nooit
met een droge of schurende
doek en gebruik geen oplos-
middelen,
)
gebruik een spons met zeep-
water,
)
wanneer u met een hogedruk-
reiniger hardnekkig vuil pro-
beert te verwijderen, houd de
straal dan nooit langdurig op
de koplampen, de achterlichten
en de randen ervan gericht, om
beschadiging van de vernislaag
en de afdichtrubbers te voorko-
men.
)
Raak de lamp niet met de vin-
gers aan, maar gebruik een
niet-pluizende doek.
Bij het vervangen van lampen moet
de verlichting minstens enkele mi-
nuten uitgeschakeld zijn (risico van
ernstige verbranding).
In verband met het behoud van de
kwaliteit van de koplampen mogen
uitsluitend anti-UV-lampen worden
gebruikt.
Vervang een kapotte lamp altijd
door een nieuwe lamp met dezelf-
de specifi caties.