Page 113 of 340

VII
111
VEILIG VERVOEREN VAN KINDEREN
ISOFIX-BEVESTIGINGEN
Uw auto voldoet aan de nieuwe
ISOFIX-normen
.
De buitenste zitplaatsen achterin
zijn voorzien van goedgekeurde
ISOFIX-bevestigingspunten.
Achterin
De ISOFIX-bevestigingen zorgen
voor een veilige, degelijke en snel-
le montage van het kinderzitje in
uw auto.
De ISOFIX-kinderzitjes
beschik-
ken over twee vergrendelingen
die eenvoudig, na het aanbrengen
van de geleiders (meegeleverd
met het kinderzitje), aan de twee
bevestigingsringen A
kunnen wor-
den verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn boven-
dien voorzien van een bovenste
bevestigingsriem
die kan worden
vastgemaakt aan de bovenste be-
vestigingsring B
of C
.
Verwijder, om deze riem aan de
achterzitplaatsen vast te maken,
de hoofdsteun van de achterzit-
plaats en berg deze op. Open het
klepje op de hoedenplank (Sedan)
of aan het dak (Tourer). Bevestig
vervolgens de haak aan de ring B
of C
en span de bovenste beves-
tigingsriem.
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje
kan het kind bij een aanrijding ern-
stig letsel oplopen.
De ISOFIX-kinderzitjes die in de
auto gebruikt kunnen worden,
staan vermeld in de tabel.
Sedan
Het systeem is voorzien van 3 be-
vestigingsringen bij elk van de bui-
tenste zitplaatsen achterin:
- twee ringen A
, die zich tussen
de rugleuning en de zitting van
de zitplaats bevinden, aangege-
ven met een sticker,
- de op de hoedenplank bevestig-
de bovenste ring B
. Deze wordt
aan het oog onttrokken door een
klepje met het TOP TETHER-
logo, achter de hoofdsteun
.
Tourer
- twee ringen A
, die zich tussen
de rugleuning en de zitting van
de zitplaats bevinden, aangege-
ven met een sticker,
- de bovenste ring C
die aan het
dak aan de zijde van de baga-
geruimte is bevestigd. Deze ring
wordt door een klepje met het
TOP TETHER-logo aan het oog
onttrokken.
Page 114 of 340

VII
112
VEILIG VERVOEREN VAN KINDEREN
*
Volgens land van bestemming en
de wetgeving in uw land.
ADVIEZEN VOOR KINDERZITJES
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de veilig-
heidsgordel moet over de schouder
van het kind liggen zonder de hals
te raken.
Controleer of de heupgordel goed
over de bovenbenen van het kind ligt.
CITROËN beveelt aan een stoelver-
hoger met rugleuning te gebruiken
voorzien van een gordelgeleider ter
hoogte van de schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
- geen kinderen zonder toezicht
achter in een auto,
- nooit een kind of een dier in een
auto achter wanneer alle ruiten
gesloten zijn en de auto in de
zon staat,
- de sleutels nooit binnen bereik van
de kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te voor-
komen dat de portieren per ongeluk
geopend worden.
Zorg er voor dat de achterzijruiten
niet verder dan voor 1/3 deel ge-
opend worden.
Plaats zonneschermen om uw jonge
kinderen tegen de zon te beschermen.
De onjuiste bevestiging van een kin-
derzitje brengt de veiligheid van het
kind in gevaar in geval van een bot-
sing.
Wanneer u een kinderzitje met de
veiligheidsgordel in de auto instal-
leert, let er dan wel op dat de gordel
goed gespannen is; het zitje moet
namelijk strak aan de autostoel zijn
bevestigd.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels
of het tuigje van het kinderzitje, zelfs
bij korte ritten, worden vastgemaakt
waarbij de speling ten opzichte van
het lichaam van het kind zoveel mo-
gelijk moet worden beperkt
.
Zorg er voor een optimale beves-
tiging van het kinderzitje "met het
gezicht in de rijrichting" voor dat de
rugleuning van het zitje tegen de
rugleuning van de stoel van de auto
aandrukt en dat de hoofdsteun geen
belemmering vormt.
Als de hoofdsteun verwijderd moet
worden, berg deze dan zorgvuldig
op om te voorkomen dat de hoofd-
steun door de auto vliegt bij krachtig
afremmen.
Kinderen jonger dan 10 jaar mogen
niet met het gezicht in de rijrichting op
de passagiersstoel voor worden ver-
voerd, behalve als de achterzitplaat-
sen al bezet zijn door andere kinderen
of als de achterbank niet bruikbaar,
neergeklapt of verwijderd is.
Schakel de airbag aan passagiers-
zijde * uit zodra een kinderzitje met
de rug in de rijrichting op de voor-
stoel wordt geplaatst. Het kind kan
anders bij het afgaan van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken.
Page 115 of 340
VII
11 3
VEILIG VERVOEREN VAN KINDEREN
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-bevestigingen. Het is in dat
geval verplicht het kinderzitje met de normale driepunts veiligheidsgordel op de zitplaats van de auto te bevestigen.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het zitje.
Het RÖMER Duo Plus ISOFIX
kinderzitje (gewichtsgroep B1
)
Groep 1: van 9 tot 18 kg
Wordt met het gezicht in de rijrichting geplaatst.
Voorzien van een bovenste riem voor verankering aan de bovenste
bevestiging B
of C
, de TOP TETHER.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand.
Page 116 of 340

VII
114
VEILIG VERVOEREN VAN KINDEREN
OVERZICHTSTABEL VOOR HET PLAATSEN VAN ISOFIX-KINDERZITJES
Deze tabel, die conform de Europese regelgeving (ECE 16) is opgesteld, toont op welke manier er een kinderzitje kan
worden geplaatst dat kan worden vastgezet op de plaatsen die voorzien zijn van ISOFIX-verankeringspunten.
Voor universeel of semi-universeel gehomologeerde ISOFIX-kinderzitjes geldt dat de ISOFIX-lengtemaat van het kinderzitje,
aangeduid door de letter A
en G
, naast het ISOFIX-logo op het kinderzitje is aangebracht.
IUF:
Zitplaats geschikt voor het plaatsen van een universeel ISOFIX-kinderzitje met het gezicht in de rijrichting dat vast-
gezet wordt met de bovenste riem.
IL-SU:
Zitplaats geschikt voor het plaatsen van een semi-universeel ISOFIX-kinderzitje:
- "met de rug in de rijrichting", voorzien van een bovenste bevestigingsriem of een bevestigingssteun,
- "met het gezicht in de rijrichting", voorzien van een bevestigingssteun,
- een reiswieg, voorzien van een bovenste bevestigingsriem of een bevestigingssteun.
Raadpleeg de paragraaf "Isofi x-bevestigingspunten" voor meer informatie over het vastmaken van de bovenste bevestigingsriem.
X:
Zitplaats niet geschikt voor een ISOFIX-kinderzitje voor de aangegeven lengtemaat.
Gewicht van het kind /
leeftijdsindicatie
Onder de 10 kg
(categorie 0)
Tot circa
6 maanden
Minder dan 10 kg
(categorie 0)
Minder dan 13 kg
(categorie 0+)
Tot circa 1 jaar
Van 9 tot 18 kg (categorie 1)
Van circa 1 tot 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje
Reiswieg
“rug in rijrichting”
“rug in rijrichting”
“gezicht in rijrichting”
ISOFIX-lengtemaat
F
G
C
D
E
C
D
A
B
B1
Universele en semi-universele
ISOFIX-kinderzitjes die
geplaatst kunnen worden op:
- Zitplaats voorpassagier
X
IL-SU
IL-SU
IUF / IL-SU
- Buitenste zitplaatsen achterin
*
IL-SU
*
IL-SU
IL-SU
IUF / IL-SU
- Middelste zitplaats achterin
Zitplaats zonder ISOFIX-bevestiging
*
De Isofi x-reiswieg die met de onderste bevestigingspunten op een Isofi x-zitplaats wordt vastgezet, neemt twee zitplaat-
sen achterin in beslag.
Page 117 of 340