Page 137 of 245

2HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
10AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
HHP3018
!
C090A01HP-GXT (Indien gemonteerd) De hoogwaardige Hyundai automatische transmissie heeft vier versnellingen vooruit en 1 achteruit enheeft een conventioneel schakelpatroon zoals hieronder is afgebeeld. Bij ingeschakelde verlichtingis ook het symbool dat de keuzestand aangeeft verlicht. LET OP:
Schakel nooit de standen "R" of"P" in terwijl het voertuig nog rijdt. N.B.: Druk het rempedaal in en druk de ontgrendelingsknop in tijdens het schakelen Ontgrendelingsknop indrukkentijdens het schakelen. De keuzehandel kan zonder het indrukken van deze knopworden verplaatst.
Druk voor een gunstigbrandstofverbruik het gaspedaal gelijkmatig in. De automatische transmissie schakelt automatisch detweede, derde en overdrive versnelling in.o Als bij hogere snelheden de macht over het stuur verloren gaat, neemt de kans opomkantelen sterk toe.
o De macht over het stuur gaat
vaak verloren als twee of meerwielen naast de weg komen en de bestuurder het stuur te ver verdraait om weer op de weg terugte komen.
o Als de auto naast de weg raakt,
moet niet scherp wordenteruggestuurd, maar moet de snelheid worden verminderd voordat wordt geprobeerd om de auto weer op de weg terug te krijgen.
o Nooit de geldende snelheidslimiet overschrijden.
Page 138 of 245

2
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
11
!
C090B01HP-GXT Standen van het keuzehandel:
o P (Parkeerstand) Plaats het keuzehandel in de stand "P" voor het parkeren of het starten van de motor. Bij het parkeren moet bovendien de parkeerrem worden aangetrokken.
LET OP:
Plaats het keuzehandel nooit in de stand "P" als het voertuig nog rijdt. Dit kan ernstige schade tot gevolg hebben. C090C01A-GXT
o R (Achteruit): Stand voor achteruitrijden; deze stand mag uitsluitend bij geheel stilstaand voertuig worden gekozen. C090D01HP-GXT
o N (Neutraalstand): In deze stand vindt geen aandrijving plaats. De motor kan worden gestart.Dit is echter niet raadzaam tenzij de motor afslaat en de wagen nog rijdt. C090E01HP-GXT
o D (Rijstand): Dit is de normale rijstand. De transmissie schakelt automatisch op de meest gunstige en economische momenten de juiste versnelling in.Schakel nooit met de hand terug naar stand "2" of "L" als de rijsnelheid hoger is dan 95 km/h.
C090F01A-GXT
o 2 (Tweede versnelling): Kies deze stand voor het rijden op een glad wegdek, voor het bergopwaartsrijden of voor het afremmen op de motor. De transmissie schakelt automatisch tussen de eerste en detweede versnelling. Dit houdt ook in dat het opschakelen naar de derde versnelling in principe niet plaatsvindt,tenzij het motortoerental te hoog wordt. Zet het keuzehandel weer in de stand "D" zodra de omstandigheden dittoelaten.
Page 139 of 245

2HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
12
!
C090H01HP-GXT
LET OP:
o Schakel alleen in "R" of "P" wanneer het voertuig geheel stilstaat.
o Breng de motor niet op toeren bij
ingeschakelde versnelling(vooruit of achteruit) terwijl het rempedaal of de parkeerremworden bediend.
o Als van stand "P" of "N" de stand
"R", "D", "2" of "L" wordtingeschakeld moet het rempedaal worden ingedrukt.
o Gebruik stand "P" niet als vervanging van de parkeerrem.Trek, wanneer u het voertuig verlaat, ook al is dit maar voorkorte tijd, altijd de parkeerrem aan, zet het keuzehandel in "P" en zet het contact af. Laat hetvoertuig nooit onbewaakt achter met draaiende motor.
o Controleer het vloeistofpeil van de automatische transmissieregelmatig en vul zonodig de juiste ATF vloeistof bij.
N.B.:
o Bij het inschakelen van een vooruit-
of de achteruit versnelling vanuit "N" of "P" is het aan te bevelen het rempedaal in te drukken.
o Het keuzehandel kan vanuit de stand "P" naar een andere stand wordenverplaatst als de contactsleutel in de stand "ON" staat en het rempedaalgeheel is ingedrukt.
o Het is altijd mogelijk vanuit een
van de standen "R", "N", "D", "2"en "L" in "P" te schakelen.! LET OP:
o P (Parkeerstand): Zet het handel in deze stand wanneer het voertuig geparkeerd staat en tevens bij het starten eneen eventuele opwarmfase van de motor.
o N (Neutral): De motor kan in deze stand worden gestart, maar uit veiligheidsoverwegingen adviseren wij u gebruik te makenvan de "P" stand.
C090G01HP-GXT
o L (Lage versnelling): Kies deze stand voor het oprijden of afdalen van zeer steile hellingen waarbijmaximaal op de motor moet worden afgeremd. Als deze stand wordt gekozen blijft de transmissie in detweede versnelling tot de rijsnelheid zodanig is dat de eerste versnelling kan worden ingeschakeld. Rijd nietsneller dan 50 km/h met het keuzehandel in de stand "L". De transmissie zal niet overschakelennaar de tweede of derde versnelling, tenzij het motortoerental te hoog wordt. Zet het keuzehandel weer in de stand"D" zodra de omstandigheden dit toelaten.
Page 140 of 245

2
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
13
C090J01HP-GXT OVERDRIVE SCHAKELAAR Zodra de overdriveschakelaar wordt bediend schakelt de transmissie automatisch de tweede, derde en over- drive versnellingen in. Als deoverdriveschakelaar wordt uitgeschakeld wordt de overdriveversnelling niet ingeschakeld.Onder normale rij-omstandigheden moet het keuzehandel in de stand "D" staan en moet de overdriveschakelaarzijn ingeschakeld. Voor het verplaatsen van het keuzehandel kan het nodig zijn de ontgrendelingsknop aan de zijkantin te drukken.
HHP3019 Voor een snelle acceleratie moet het gaspedaal geheel worden ingedrukt.Afhankelijk van de rijsnelheid schakelt de transmissie terug naar een lagere versnelling. N.B.: Maak gebruik van de overdrive voor een gunstig brandstofverbruik en comfortabel rijden. Als op de motormoet worden afgeremd moet stand "D" worden gekozen; dit geldt ook als herhaaldelijk tussen de derdeen vierde versnelling wordt geschakeld; bijvoorbeeld bij het oprijden van een licht helling.Schakel de overdrive zo snel mogelijk weer in. C090N03A-AXT Een goede rijstijl
o Plaats bij ingedrukt gaspedaal de
keuzehandel vanuit een rijstand nooit in stand "P" of "N".
o Plaats de keuzehandel nooit in stand
"P" wanneer de wagen rijdt.
o Zorg er voor dat de wagen stil staat voordat stand "R" wordtingeschakeld.
o Zet de keuzehandel nooit in stand "N" tijdens het bergafwaarts rijden.Dit is uiterst gevaarlijk. Laat dekeuzehandel altijd in een rijstand staan.
o Laat uw voet niet op het rempedaal rusten. Hierdoor kunnen de remmente warm worden waardoor zij niet meer optimaal functioneren. Neembij het bergafwaarts rijden tijdig gas terug en schakel een lagere versnelling in. Hierdoor remt dewagen op de motor af waardoor de rijsnelheid wordt verminderd.
o Neem gas terug voordat u een lagere versnelling inschakelt. Anders is hetmogelijk dat de lagere versnelling niet in aangrijping komt.
Page 141 of 245

2HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
14
o Als de auto naast de weg raakt,
moet niet scherp worden teruggestuurd, maar moet de snelheid worden verminderd voordat wordt geprobeerd om deauto weer op de weg terug te krijgen.
o Nooit de geldende
snelheidslimiet overschrijden.
o Veel gas geven als de auto is
vastgereden, bijv. in modder of sneeuw, etc, kan ernstige schade aan de eindaandrijving veroorzaken. Laat de auto zo nodig vrij trekken.!
o Plaats de keuzehandel niet alleen instand "P" om de auto in stilstand te houden, maar trek altijd de handrem aan.
o Wees uiterst voorzichtig bij het rijden
op een glad wegdek. Wees vooralvoorzichtig bij het remmen, het gas geven en het schakelen. Op eenglad wegdek en bij een abrupte wijziging van het motortoerental kunnen de aangedreven wielen hungrip verliezen waardoor de wagen in een slip raakt.
o Maak gebruik van de overdrive voor een gunstig brandstofverbruik encomfortabel rijden. Als op de motor moet worden afgeremd moet stand"D" worden gekozen; dit geldt ook als herhaaldelijk tussen de derde en de vierde versnelling wordtgeschakeld; bij voorbeeld bij het oprijden van hellingen. Schakel de overdrive zo snel mogelijk weer in. WAARSCHUWING:
o Voorkom hoge bochtsnelheden.
o Maak geen snelle stuurwielbewegingen, zoalsplotseling van rijbaan veranderenof snelle scherpe bochten.
o Draag altijd veiligheidsgordels.
Bij een ongeval heeft eeninzittende die geen veiligheidsgordel gebruikt duidelijk meer kans op ernstigletsel dan iemand die wel een veiligheidsgordel gebruikt.
o Als bij hogere snelheden de macht over het stuur verloren gaat, neemt de kans opomkantelen sterk toe.
o De macht over het stuur gaat
vaak verloren als twee of meerwielen naast de weg komen en de bestuurder het stuur te ver verdraait om weer op de wegterug te komen.
Page 142 of 245

2
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
15
C350A01HP-GXT Part-time 4WD (bij in-/uitschakelbarevierwielaandrijving) 1. Keuzeschakelaarstand Deze wordt gebruikt om de verschillende standen te kiezen. 2H (Achterwielaandrijving) Als wordt gereden op verharde wegen. 4H (Vierwielaandrijving, hoge overbrenging) Als in het terrein of op natte of met sneeuw bedekte wegen wordt geredenVIERWIELAANDRIJVING (4WD)
D090A01P-GXT Het volledig motorvermogen kan zowel over de voor- als de achterwielen worden verdeeld. 4WD is nuttig als wordt gereden op sneeuw, modder,ijs, in bergachtig of zanderig terrein waar een goede tractie vereist is, of als de wielen grip verliezen bij het rijdenmet tweewielaandrijving.
HHP2113 met normale snelheid. De 4WD controlelamp ( ) wordtingeschakeld, om u eraan te herinneren dat de vierwielaandrijving met hoge overbrenging is ingeschakeld. 4L (Vierwielaandrijving, lage overbrenging) Gebruik "4L" voor het oprijden en afdalen van steile heuvels, het rijden inhet terrein en als de auto wordt gebruikt om te slepen. Vooral handig als extra aandrijfkrachtwordt gevraagd. De controlelamp ( ) wordt ingeschakeld, om u eraan te herinnerendat de vierwielaandrijving met lage overbrenging is ingeschakeld.
Page 143 of 245

2HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
16
D090E01HP-GXT Veilig rijden met 4-wielaandrijving
o Ga bij het rijden meer rechtop endichter bij het stuur zitten dan normaal. Stel de stoel zodanig af dat het stuurwiel en de pedalen gemakkelijk kunnen wordenbediend.
o Draag de veiligheidsgordel.
o Rijd voorzichtig in het terrein en
vermijd gevaarlijke plaatsen.
o De 4WD-uitvoering heeft een
grotere bodemvrijheid en eensmallere spoorbreedte, zodat hij geschikt is voor een grote verscheidenheid aanterreinomstandigheden. Door de 4L
4H
1. Stop de auto.
2. Druk het koppelingspedaal (handbediende versnellingsbak) in of zet het keuzehandel (automatische transmissie) in de neutraalstand.
3. Kies de 4H stand.
versnellingsbak) in te drukken of het keuzehandel (automatischetransmissie) in de neutraalstand te zetten. Doe dit alleen als rechtuit wordt gereden.
4H
2H
Draai de keuzeschakelaar van de stand 4H naar de stand 2H bij snelheden lager dan 80 km/h. Het is niet nodig hetkoppelingspedaal (handbediende versnellingsbak) in te drukken of het keuzehandel (automatischetransmissie) in de neutraalstand te zetten. Doe dit alleen als rechtuit wordt gereden. 4H
4L
1. Stop de auto.
2. Druk het koppelingspedaal (handbediende versnellingsbak) in of zet het keuzehandel (automatische transmissie) in de neutraalstand.
3. Kies de 4L stand.
! LET OP:
Selecteer 4WD (4H of 4L) niet op een droog wegdek, vooral niet op droge snelwegen.Rijden met vierwielaandrijving op droge wegen gedurende langere tijd verhoogt het brandstofverbruik, degeluidsproductie en de bandenslijtage. Daarnaast wordt door de verhoogdevloeistoftemperatuur in het differentieel de slijtage in de aandrijflijn verhoogd. 2. Bediening keuzeschakelaar Door de keuzeschakelaar (4H, 4L) te bedienen worden beide assen van de auto star met elkaar verbonden. Ditverbetert de tractie-eigenschappen.
2H
4H
Draai de keuzeschakelaar van de stand2H naar de stand 4H bij snelhedenlager dan 80 km/h. Het is niet nodig het koppelingspedaal (handbediende
Page 144 of 245

2
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
17
specifieke constructiekenmerken ligt het zwaartepunt hoger dan bijgewone auto's. Een voordeel van de grotere bodemvrijheid is het betere zicht op de weg, zodatproblemen eerder worden voorzien. Een dergelijke auto is niet bestemd om met dezelfde snelheid als meteen conventionele 2-wiel aangedreven auto door een bocht te rijden, net zo min als een laaggebouwde sportauto geschikt is voor terreinrijden. Voorkom, indien mogelijk, scherpe bochten of abruptemanoeuvres. Evenals bij andere auto's van dit type, kan bij een onjuist gebruik de controle over de autoverloren gaan of kan de auto kantelen.
o Houd het stuurwiel bij het rijden in terrein niet aan de binnenzijde aande stuurwielspaken vast. Het stuurwiel kan plotseling verdraaienen de handen verwonden. Houd het stuurwiel bij het rijden in het terrein altijd stevig aan de buitenrand vast.
o Rijd bij sterke zijwind met lagere snelheid. Door het hoge zwaartepuntvan de auto wordt de stabiliteit door zijwind nadelig beïnvloed. Door eenlagere snelheid kan de auto beteronder controle worden gehouden.
o Controleer de werking van de
remmen nadat door modder of wa-ter is gereden. Druk het rempedaal bij langzaam rijden meerdere keren in, totdat de normale remwerking isteruggekeerd.
o Bij het rijden met vierwielaandrijving
op vlakke en normale wegen kunnenbij het verdraaien van het stuurwiel grote krachten optreden en kan schade ontstaan.
Rijden op droge verharde wegen en snelwegen Kies 2H (2WD) voor rijden op droge verharde wegen. Vooral op drogesnelwegen moet nooit 4H of 4L (4WD) worden gekozen. Rijden op besneeuwde of gladde wegen Kies 4H of 4L in overeenstemming met de wegomstandigheden en druk het gaspedaal gelijkmatig in zodat soepelwordt weggereden. Rijden op zandige of modderige wegen Kies 4H of 4L en druk vervolgens het gaspedaal gelijkmatig in zodat soepelwordt weggereden. Houd het gaspedaal iets ingedrukt en wijzig de stand zo weinig mogelijk. Rijd met eenlage snelheid. Een steile helling oprijden Kies 4L zodat het motorkoppel maximaal kan worden benut. Een steile helling afrijden Kies 4L zodat het remvermogen van de motor maximaal kan worden benut en rijd langzaam naar beneden.(bij permanente vierwielaandrijving)