
SA050A1-FXWAARSCHUWING M.B.T. STEREO GELUIDSINSTALLATIES
Uw wagen is voorzien van elektronische componenten en in sommige gevallen van een elektronische benzine-inspuiting. Een onvakkundig gemonteerde stereo radio kan een zeernadelige invloed op dergelijke elektronische systemen uitoefenen. Daarom adviseren wij ude inbouwinstructies van de fabrikant van het radiotoestel strikt op te volgen of de montagevan een radio aan uw Hyundai dealer over te laten.
!
SA040A1-FX
LET OP : WIJZIGINGEN AAN UW HYUNDAI
Het uitvoeren van wijzigingen kan het verlies van garantie tot gevolg hebben. Het is niet toegestaan uw Hyundai op welke manier dan ook te wijzigen. Wijzigingen kunneneen zeer nadelige invloed hebben op de veiligheid, betrouwbaarheid en de prestaties vanuw Hyundai. Het wijzigen van componenten of het monteren van extra componentenhetgeen schade tot gevolg heeft, vallen niet onder de garantie van de wagen.

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
109
B750A02L B750A03L
B750A01L
STEREO
GELUIDSINSTALLATIE
SR010A1-FX (Indien gemonteerd) De werking van een autoradio uitzending over een grotere afstand dan een FM uitzending worden ontvangen.
Ionosfeer
FM-ontvangst
AM-ontvangstBergen
FM radiostation
AM en FM radiosignalen worden door het radiostation uitgezonden. Deze signalen worden ontvangen door de radioantenne op het spatscherm vanuw wagen. Dit signaal wordt dan ontvangen door de radio en doorgestuurd naar de luidsprekers.Als een krachtig radiosignaal uw wagen bereikt zorgt de moderne techniek van uw geluidsinstallatie voor een hogekwaliteit van de geluidsweergave. In sommige gevallen is het ontvangen signaal echter niet krachtig en helder.Dit kan worden veroorzaakt door bijvoorbeeld de afstand tot het radiostation, andere krachtige stations of de aanwezigheid van gebouwen,bruggen of grotere obstakels in het desbetreffende gebied. In het algemeen is de ontvangst van AM signalen beter dan van FM signalen. Dit komt doordat AMradiogolven met een lage frequentie worden uitgezonden. Deze lange golven met een lage frequentie volgenhet aardoppervlak en verplaatsen zich niet recht in de atmosfeer. Bovendien ontwijken ze obstakels zodat over hetalgemeen een betere signaalweergave het gevolg is. Daarom kan een AM
FM signalen worden met een hoge frequentie uitgezonden en volgen hierbij niet het aardoppervlak. Daarom ontstaat bij FM uitzendingen op eenrelatief korte afstand van het radiostation vervorming. Bovendien ondervinden FM signalen nadeligeinvloeden door gebouwen, bergen of andere obstakels. Dit kan een geluidsweergave tot gevolg hebbenwaardoor u veronderstelt dat uw geluidsinstallatie niet in orde is. De volgende condities zijn normaal enduiden niet op een storing:
Ionosfeer
Onbelemmerd gebied
Gebouwen
Belemmerd gebied ijzeren bruggen

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
110
!
B750B03Y-GXT Gebruik van een mobiele telefoon of radiozender Bij gebruik van een mobiele telefoon in de auto kan de audioapparatuurstorende geluiden voortbrengen. Dit betekent niet dat er iets verkeerd is met de audioapparatuur. In dat gevalmoet de mobiele telefoon op een zo groot mogelijke afstand van de audio- apparatuur worden gebruikt.
LET OP:
Bij gebruik van een mobiele telefoonof een radiozender in de auto, moet een afzonderlijke antenne worden gemonteerd. Door het gebruik vaneen mobiele telefoon of radiozender met een interne antenne, kunnen storingen aan de elektrischeinstallatie van de auto worden veroorzaakt en kan de veilige werking van de auto in gevaarkomen.
o Vervorming. Tijdens het rijden kan
de afstand ten opzichte van het radiostation gewijzigd worden, het signaal wordt zwakker en er treedt vervorming op. In een dergelijk geval adviseren wij u op een ander enkrachtiger station af te stemmen.
o "Flutter" - Zwakke FM signalen of
grote obstakels tussen de zendenen de radio vervormen het signaal waardoor er flutter ontstaat. Deze storing kan iets worden onderdruktdoor de hoge tonen te verminderen. o Bij het zwakker worden van het FM
signaal is het mogelijk dat het signaal
van een nabij gelegen, krachtige zender op dezelfde frequentie wordt ontvangen. Dit komt omdat uw radio is ontworpen om op het sterkste signaalaf te stemmen. In dit geval adviseren wij u een andere zender op te zoeken.
o Als radiosignalen vanuit diverse richtingen worden ontvangen heeftdit vervorming tot gevolg. Dit kan worden veroorzaakt door een directen een gereflecteerd signaal van hetzelfde station of door signalen van twee stations met dicht bij elkaarliggende frequenties. In dit geval adviseren wij u op een andere zender af te stemmen.
B750A04L B750A05L

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
114
HHP2184
ANTENNE
B870C01HP
B870A01A-GXT Vaste staafantenne Uw auto is voorzien van een staafantenne voor het ontvangen van zowel AM als FM radiosignalen. Deze antenne kan worden verwijderd.Draai de antenne linksom om hem te verwijderen is. Draai de antenne rechtsom om hem weer aan te brengen.
LET OP:
Verwijder de antenne voordat deauto in een wasinstallatie wordt gewassen, anders kan de antenne worden beschadigd. B880C02B-GXT Ruitantenne (Indien gemonteerd) Als de radio is ingeschakeld en de contactschakelaar staat in de stand "ON" of "ACC", ontvangt de radio zowelhet AM- als het FM-signaal via de antenne in de achterste zijruit.
Wanneer een cassette erg koud of warm is, moet worden gewacht totdeze weer de normale temperatuur heeft bereikt alvorens hem in het toestel aan te brengen.
!

2HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
4SLEUTELSTANDEN
!
ZC050A1-AX
WAARSCHUWING:
Als de wagen nog rijdt mag de motor niet worden afgezet en mag decontactsleutel niet worden verwijderd.
"START" In deze stand wordt de motor gestart. De startmotor blijft draaien totdat de sleutel wordt losgelaten. N.B.: Bedien de startmotor niet langer dan 15 seconden achtereen. "ON" In deze stand is de ontsteking ingeschakeld en kunnen alle elektrische accessoires in werkingworden gesteld. Als de motor niet draait mag de contactsleutel niet in de "ON" stand blijven staan. Hierdoor wordt deaccu ontladen en kan schade aan het ontstekingssysteem ontstaan. N.B.: Zie voor meer informatie de rubriek "Starten van de motor". "ACC" Met de contactsleutel in de stand "ACC" kunnen de radio en andere elektrische verbruikers worden ingeschakeld.
C040A01E
LOCK
ACC
ON
START
!WAARSCHUWING: (Alleen Dieselmotor)
Om er bij koud weer voor te zorgen dat voldoende vacuüm in het remsysteem aanwezig is nadat demotor is gestart, moet de motor enige tijd stationair draaien zoals in de volgende tabel is aangegeven. Nadat de motor is gestart moet eerst de controlelamp voor het remvacuüm zijn gedoofd, voordat met de auto mag wordenweggereden. Wanneer de bovenstaande proce- dure niet wordt opgevolgd, kan voorhet verkrijgen van de noodzakelijke remwerking een grotere pedaalkracht nodig zijn.
Buitentemperatuur
Boven -15°C(5°F)
Beneden -15°C(5°F) Opwarmtijd
3 minuten of langer 6 minuten of langer

6EENVOUDIG ONDERHOUD
12
G060B01HP-GXT
BOUGIES VERVANGEN
De bougies moeten worden vervangen
overeenkomstig het onderhoudsoverzicht in Hoofdstuk 5 of wanneer de prestaties van de mo-tor afnemen. Indicaties dat de bou- gies moeten worden vervangen zijn onder andere het overslaan van demotor, een hoger brandstofverbruik, slechte acceleratie, etc. Gebruik altijd door Hyundai aanbevolen bougies.Het gebruik van andere bougies kan prestatieverlies, radiostoringen of schade aan de motor tot gevolghebben.
N.B.:
o Bij het vervangen van de bou- gies moeten de originele bou-gies met weerstand wordengemonteerd.
o Laat de bougies door een
Hyundai dealer vervangen.
G060A01L
BOUGIES
G060A01HP-GXT
(Benzinemotor)
Vanaf de fabriek kan uw wagen uitgerust zijn met bougies met eenplatina elektrode.Deze bougies hebben een aanzienlijklangere levensduur dan conventionelebougies en zijn herkenbaar aan de blauwe lijnen op het keramische omhulsel. N.B.: Bougies met een platina elektrode niet schoonmaken en niet opnieuw afstellen.
!
7. Breng de radiateurdop en de dop van het expansiereservoir aan en controleer of de aftapplug goed vast zit.
1,0 ~ 1,1mm
WAARSCHUWING:
De werking van de koelventilator wordt geregeld door dekoelvloeistoftemperatuur. De ven- tilator kan gaan draaien terwijl de motor niet draait. Let daarom zeergoed op bij werkzaamheden in de omgeving van de koelventilator om verwondingen door de draaiendeventilator te voorkomen. Zodra de motor voldoende is afgekoeld stopt de koelventilator. Dit is de normalewerking.

6EENVOUDIG ONDERHOUD
26
HPG200B1-AX Zekeringen vervangen De zekeringhouder voor de verlichting en de overige elektrische accessoiresis onder het dashboard aan de bestuurderszijde aangebracht. In de zekeringhouder zijn het amperage ende beveiligde circuits aangegeven. Als de verlichting of andere elektrische accessoires uitvallen, moet dezekering worden gecontroleerd. De zekering is doorgebrand wanneer de metalen strip in de zekering isgesmolten. Ga in dit geval als volgt te werk: 1. Zet de ontsteking en alle andere
verbruikers uit.
2. Open de zekeringhouder en inspecteer alle zekeringen. Verwijder de zekeringen door zenaar u toe te trekken (een kleine "zekeringtrekker" waarmee dit gemakkelijker kan wordenuitgevoerd, bevindt zich in de relais- en zekeringhouder in de motorruimte).
G200B01HP
HHP4002
3. Na het vinden van de doorgebrande zekering moeten ook de overige zekeringen worden gecontroleerd.
Goed
G200B02L
Doorgebrand
4. Druk de nieuwe zekering met hetzelfde amperage op zijn plaats. De zekering moet goed worden aangebracht. Als u niet in het bezitbent van een extra zekering, gebruik dan een zekering van hetzelfde of een lager amperagevan een verbruiker die u tijdelijk buiten werking kunt stellen. Bijvoorbeeld de radio of desigarettenaansteker. Vergeet niet deze zekering te vervangen.