Page 25 of 245

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
13DIEFSTALBEVEILIGINGS- INSTALLATIE
N.B.:
o Als de voorzijde van de schakelaar in het bestuurdersportier wordtingedrukt, worden alle portieren van de auto vergrendeld.
o Als de achterzijde van deze schakelaar wordt ingedruktworden alle portieren ontgrendeld.
o De centrale portiervergrendeling wordt bediend door de sleutellinksom of rechtsom te draaien. B070A01A-GXT (Indien gemonteerd) Met deze installatie wordt het binnendringen van onbevoegden in uwwagen bemoeilijkt. De installatie werkt in drie fasen: de eerste is de activeerfase, de tweede de alarmfaseen de derde de uitschakelfase. Als het alarm afgaat, wordt een sirene in werking gesteld.
B070B01O-AXT Activeerfase
Vergrendelen
B070B02HP
Ontgrendelen
Parkeer de wagen en zet de motor af. Activeer de installatie zoals hier onder beschreven.
(1) Verwijder de contactsleutel uit het contactslot.
(2) Zorg ervoor dat de motorkap en de
achterklep gesloten zijn.
(3) Vergrendel de portieren met behulp van de afstandsbediening van decentrale vergrendeling.
Nadat de bovenstaande handelingencorrect zijn uitgevoerd knipperen derichtingaanwijzers eenmaal om aan te geven dat het systeem is ingeschakeld.
Page 26 of 245

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
14
De sirene treedt in werking en de knipperlichten knipperen gedurende 27seconden. Om het systeem uit te schakelen, moet een portier of de achterklep met de afstandsbedieningworden ontgrendeld.
!LET OP:
Probeer niet de motor te starten terwijl het systeem is geactiveerd.
!
N.B.:
(1) Indien een portier, de achterklep
of de motorkap geopend blijft, wordt het systeem nietgeactiveerd.
(2) Als dit gebeurt, activeer dan het
systeem opnieuw, zoalshiervoor is beschreven. B070C02O-AXT Alarmfase Het alarm gaat af indien zich bij geparkeerde wagen en geactiveerde installatie één van de volgende omstandigheden voordoet:
(1) Een voor- of achterportier wordt
geopend zonder gebruik te maken van de afstandsbediening.
(2) De achterklep wordt geopend
zonder gebruik te maken van deafstandsbediening.
(3) De motorkap wordt geopend.
B070C01HP
LET OP:
Activeer de installatie niet als zich nog iemand in de wagen bevindt. Als dit wel geschiedt, zal het alarmafgaan als de betreffende persoon de wagen verlaat.
Page 27 of 245

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
15
!
B070D01HP-AXT Uitschakelfase
LET OP:
De alarminstallatie kan alleen met de afstandsbediening worden uitgeschakeld. Kan de installatieniet met de afstandsbediening worden uitgeschakeld, ga dan als volgt te werk:
1. Ontgrendel het portier met de sleutel; hierdoor wordt het alarm geactiveerd.
2. Steek de sleutel in het contactslot
en draai de sleutel in de stand"ON".
3. Wacht 30 seconden. Nadat de bovenstaande handelingen zijn uitgevoerd, wordt de alarminstallatie uitgeschakeld.
B070D01HP-1
Het systeem wordt op de volgende wijze uitgeschakeld: Het bestuurders- of passagiersportier wordt ontgrendeld door het indrukken van de "UNLOCK" toets van de afstandsbediening. Na het uitvoeren van de bovengenoemde handelingenknipperen de richtingaanwijzers tweemaal om aan te geven dat het systeem is uitgeschakeld. N.B.: Als een van de portieren, de achterklep of de motorkap niet binnen 30 seconden wordtgeopend, wordt het systeem weer ingeschakeld.
B070F01A-GXT Afstandsbediening (Keyless Entry System)(Indien gemonteerd) Portieren vergrendelen
1. Sluit alle portieren.
2. Druk de toets "LOCK" op de
afstandsbediening in.
3. Nadat de portieren zijn vergrendeld, knipperen de richtingaanwijzers eenmaal, om aan te geven dat hetsysteem is ingeschakeld.
Portieren ontgrendelen
1. Druk de toets "UNLOCK" op de afstandsbediening in.
2. Nadat de portieren zijn ontgrendeld,
knipperen de richtingaanwijzers tweemaal, om aan te geven dat het systeem is uitgeschakeld.
Page 28 of 245

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
16ELEKTRISCH BEDIENDE RUITEN
B060A03L-GXT De elektrische ruitbediening werkt alleen met de contactsleutel in de stand"ON". Met de hoofdschakelaars, die zich in de armleuning aan de bestuurderszijde bevinden, kunnen deruiten van de voor- en achterportieren worden bediend. Om een ruit te openen, moet het bovenste gedeeltevan de schakelaar worden ingedrukt en bij de gewenste stand worden losgelaten. Om de ruit te sluiten, moetde onderzijde van de schakelaar worden ingedrukt en bij de gewenste stand worden losgelaten. Voor hetopenen van de portierruit aan bestuurderszijde met de auto- schakelaar (1) worden ingedrukt toteen klik voelbaar is.
B060A01HP
(1)
Sluiten
Openen
B070E02HP-GXT Batterij vervangen Als de batterij van de afstandsbediening zwak begint te worden, kan het nodigzijn om de toets verschillende malen in te drukken om de portieren te vergrendelen en te ontgrendelen - ookde LED brandt niet. Vervang de batterij zo snel mogelijk. Batterijtype: CR1616 Vervangingsinstructies:
HMXOM033-2 HMXOM033-3
Opening
Batterij
Afdekking batterij
HuisZender
1. Verwijder de kruiskopschroef en maak het huis los. 2. Maak de zender en verwijder de
afdekking van de batterij.
3. Steek een platte schroevendraaier
in de opening en verwijder de batterij uit de zender. Noteer de polariteit van de batterij en controleer of de nieuwe batterij hetzelfde is (+ zijdeomhooggericht). Breng de batterij in de zender aan.
4. Het aanbrengen vindt plaats in de omgekeerde volgorde van hetverwijderen.
Page 29 of 245

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
17
Om de beweging van de ruit te stoppen, moet de schakelaar opnieuw licht worden ingedrukt en vervolgens worden losgelaten. Om de bediening van de achterportierruiten door de achterpassagiers te voorkomen, is inde armleuning van het bestuurdersportier een blokkeerschakelaar (2) aangebracht.Om de bediening van de achterportierruiten te voorkomen, moet deze blokkeerschakelaar wordeningedrukt. Om deze blokkering weer op te heffen, moet de blokkeerschakelaar (2) opnieuwworden ingedrukt.
HHP2013
(2)
B060A02HP
Sluiten
Openen
N.B.: Als de contactsleutel in de "ACC" of de "LOCK" stand is gedraaid, is het nog 30 sec mogelijk om deelektrisch bediende portierruiten te bedienen. Wanneer de voorportieren zijn geopend en decontactsleutel wordt in de stand "Lock" gezet en vervolgens verwijderd, kunnen de portierruitenniet worden geopend of gesloten.
!WAARSCHUWING:
(1) Let er bij het sluiten van een ruit op dat hoofd of handen niet bekneld raken.
(2) Probeer nooit de hoofdschakelaar en desubschakelaar tegelijkertijd integenovergestelde richting te bedienen, omdat de ruit dan stopt en het niet meer mogelijkis deze te openen of te sluiten.
(3) Laat kinderen nooit alleen in de
wagen achter. Verwijder voorhun veiligheid altijd de contactsleutel.
Page 30 of 245
1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
18
!WAARSCHUWING:
Om er zeker van te zijn dat de stoel correct is vergrendeld, dient de stoel voor- of achterwaarts verschovente worden zonder de vergrendelingshendel te bedienen.
B080C01A-AXT Rugleuning verstellen Trek de ontgrendelingsknop omhoog en zet de rugleuning in de gewenstestand. De rugleuning wordt vergrendeld door de knop los te laten.
HHP2027
STOELINSTELLING
!
ZB060A1-AX VOORSTOELEN VERSTELLEN
WAARSCHUWING:
De stoel niet verstellen tijdens het rijden. Hierdoor kunt u de machtover het stuur verliezen. B080B02A-AXT Stoel voorwaarts en achterwaarts verstellen Om de stoel naar voren of naar achteren te verstellen, dient men de stoelvergrendelingshendel naar bovente trekken. Nu kan de stoel in de gewenste positie versteld worden. Wanneer de gewenste positiegevonden is, laat dan de hendel los en schuif de stoel voorwaarts of achterwaarts totdat hij vast in devergrendeling zit en niet verder geschoven kan worden.
HHP2026
Page 31 of 245

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
19
!WAARSCHUWING:
Om het risico van persoonlijk letsel bij een ongeval of plotseling afremmen tot een minimum tebeperken, moeten de rugleuningen van de stoelen van zowel de bestuurder als de passagier altijdin een zo recht mogelijke stand staan wanneer met de auto wordt gereden. De bescherming die deveiligheidsgordels bieden wordt aanzienlijk beperkt als de rugleuning schuin achterover staat;het risico dat de bestuurder of passagier in dat geval onder de gordel doorschuift is groter,waardoor ernstig letsel kan ontstaan. B080D02JM-GXT Verstelbare hoofdsteunen Hoofdsteunen zijn ontworpen om de kans op nekletsel te verminderen. Trek de hoofdsteun naar boven om hem hoger te stellen. Druk de knop inen de hoofdsteun naar beneden om hem lager te stellen. Voor het verwijderen van de hoofdsteunmoet de knop worden ingedrukt en de hoofdsteun naar boven worden getrokken.
Vergrendelingsknop
B080D01HP B080D01JM!WAARSCHUWING:
o Om de optimale bescherming te kunnen bieden bij een aanrijding moet het midden van dehoofdsteun op gelijke hoogte met de ogen van de inzittende worden ingesteld. Omveiligheidsredenen wordt het gebruik van een kussen tussen de rugleuning en de rug van deinzittende afgeraden.
o Omwille van de veiligheid is het
niet aan te bevelen met verwijderdehoofdsteunen te rijden.
Page 32 of 245
1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
20
B80F01S-AXT Hoogte van voorstoel verstellen (Alleen bestuurdersstoel) Voor het verstellen van de zittinghoogte moet de draaiknop in de gewenste richting worden gedraaid.
HHP2028
B081D01LZ-AXT Naar voren en naar achteren kantelen (Indien gemonteerd) De hoofdsteun kan in drie standen naar voren worden gekanteld door hem naar voren te trekken. Om de hoofdsteun naar achteren te kantelen,trek de hoofdsteun geheel naar voren trekken en laat hem los. De hoofdsteun zodanig instellen dat hoofd en nekgoed worden ondersteund.
HHP2034 B080E02A-AXT Lendesteun instellen (Alleen bestuurdersstoel) De bestuurdersstoel van sommige Hyundai modellen is voorzien van een lendesteun. De welving van delendesteun neemt toe als de hefboom naar voren wordt bewogen en neemt af door de hefboom naar achteren tebewegen. 1. Minimale steun 2. Maximale steun
HHP2032
1
2
o Verstel de hoofdsteun niet tijdens
het rijden.