Page 225 of 245

6EENVOUDIG ONDERHOUD
26
HPG200B1-AX Zekeringen vervangen De zekeringhouder voor de verlichting en de overige elektrische accessoiresis onder het dashboard aan de bestuurderszijde aangebracht. In de zekeringhouder zijn het amperage ende beveiligde circuits aangegeven. Als de verlichting of andere elektrische accessoires uitvallen, moet dezekering worden gecontroleerd. De zekering is doorgebrand wanneer de metalen strip in de zekering isgesmolten. Ga in dit geval als volgt te werk: 1. Zet de ontsteking en alle andere
verbruikers uit.
2. Open de zekeringhouder en inspecteer alle zekeringen. Verwijder de zekeringen door zenaar u toe te trekken (een kleine "zekeringtrekker" waarmee dit gemakkelijker kan wordenuitgevoerd, bevindt zich in de relais- en zekeringhouder in de motorruimte).
G200B01HP
HHP4002
3. Na het vinden van de doorgebrande zekering moeten ook de overige zekeringen worden gecontroleerd.
Goed
G200B02L
Doorgebrand
4. Druk de nieuwe zekering met hetzelfde amperage op zijn plaats. De zekering moet goed worden aangebracht. Als u niet in het bezitbent van een extra zekering, gebruik dan een zekering van hetzelfde of een lager amperagevan een verbruiker die u tijdelijk buiten werking kunt stellen. Bijvoorbeeld de radio of desigarettenaansteker. Vergeet niet deze zekering te vervangen.
Page 226 of 245

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
27ACCU CONTROLEREN
!
!
LET OP:
Een doorgebrande zekering is een indicatie van een storing in een elektrisch circuit. Als de zekering na het vervangen direct weerdoorbrandt, moet de storing door een Hyundai dealer worden opgespoord en verholpen. Eenzekering mag nooit door een zekering met een hoger amperage worden vervangen. De montagevan een zwaardere zekering kan beschadigingen of brand tot gevolg hebben. ZG210A1-AX
WAARSCHUWING:
Accu's kunnen gevaarlijk zijn! Let bij het omgaan met accu's op onderstaande voorzorgsmaat-regelen teneinde verwondingen te voorkomen. o Als accuzuur op de huid terecht
komt moet de desbetreffende plaats gedurende tenminste 15 minuten met water worden afgespoeld. Raadpleeg een arts.
o Als accuzuur in uw ogen mocht komen, moet er direct een artsworden geraadpleegd.
o Als accuzuur wordt ingeslikt moet
direct een grote hoeveelheid waterof melk worden gedronken. Neem vervolgens magnesia, een rauw ei of plantaardige olie. Bezoek directeen arts.
Bij het laden van een accu (met een acculader of in de wagen met een dynamo) produceert de accu eenexplosief gas. Let op de volgende voorzorgsmaatregelen:
o Laad de accu alleen in een goed geventileerde ruimte.
o Let erop dat in de desbetreffende ruimte geen open vuur of vonken aanwezig zijn en ook dat er nietwordt gerookt.
o Houd kinderen uit de buurt van een accu.
HHP5020
De vloeistof in de accu bevat een
sterk zwavelzuur dat giftig en in hoge mate corrosief is. Let erop dat accuzuur niet met de huid of met de ogen in aanraking komen, handel danals volgt:
N.B.: Zie bladzijde 6-37 voor de beschrijving van de zekeringhouder.
Page 227 of 245

6EENVOUDIG ONDERHOUD
28
!
WERKING VAN ELEKTRISCHE KOELVENTILATOR CONTROLEREN
SG220A1-FX
WAARSCHUWING:
Het in werking treden van de
koelventilator is afhankelijk van de koelvloeistoftemperatuur, waardoor de ventilator ook bijuitgeschakelde ontsteking soms kan blijven draaien. Raak de venti- lator niet aan tot hij volledig totstilstand is gekomen.
Zodra de koelvloeistoftemperatuur
daalt wordt de ventilator automatischuitgeschakeld. Koelventilator controleren
De koelventilator moet automatisch
in werking treden zodra een bepaalde koelvloeistoftemperatuur wordt bereikt. Koelventilator van condensor (airconditioning) controleren
Deze ventilator moet in werking treden
zodra de airconditioning wordt ingeschakeld.
!
G210B01Y-GXT Accu controleren Houd de accu schoon. Verwijder eventuele corrosie bij de accupolen of-klemmen direct met water waaraan soda is toegevoegd. Smeer deaccupolen na het drogen in met wat zuurvrij vet.
WARRSCHUWING:
Volg altijd zorgvuldig de volgende instructies bij de omgang met een accu op. Houd brandende sigaretten, open vuur of vonken van de accu verwijderd.Waterstof, een zeerbrandbaar gas, is altijd inaccucellen aanwezig en kan exploderen. Houd accu's buiten het bereik van kinderen, omdat accu's het zeer agressieve ZWAVELZUURbevatten. Zorg ervoor dat accuzuurniet in aanraking komt met de huid, ogen, kleding of de lak van de auto.Als elektrolyt in de ogenkomt, de ogen ten minste15 minuten met schoon water spoelen en direct medische hulp inroepen.Indien mogelijk blijven spoelen met een spons of een doek totdat medischehulp is gearriveerd.Als elektrolyt op de huidkomt, de betreffende plek grondig spoelen. Als u pijn of een brandend gevoel hebt, direct medische hulp inroepen. Draag oogbescherming bij het opladen van of het werken bij een accu. Zorg altijd voor voldoende ventilatie als in een gesloten ruimte wordtgewerkt.
Page 228 of 245

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
29VLOEISTOFPEIL STUURBEKRACHTIGING
G230A03A-GXT
G230A01HP
HHP5014
Benzinemotor
Dieselmotor
Het peil in het vloeistofreservoir moet worden gecontroleerd overeenkomstig de voorschriften in hoofdstuk 5. Voor het controleren van het vloeistofpeilmoet het contact worden afgezet. Verwijder de peilstaaf, veeg hemschoon, breng hem geheel op zijnplaats en verwijder hem opnieuw. Controleer het peil op de peilstaaf. Hef vloeistofpeil moet zich tussen het"MAX" en het "MIN" merkteken bevinden. N.B.: Als een koude motor (beneden - 20°C) wordt gestart kan destuurbekrachtigingspomp een schurend geluid veroorzaken. Als dit geluid verdwijnt naarmate demotor warmer wordt is dat een normaal verschijnsel. Dit komt door de eigenschappen van destuurbekrachtigingsvloeistof onder extreem koude omstandigheden.
Aanbevolen vloeistof Gebruik PSF-3 automatische transmissie vloeistof. N.B.: Start de motor niet als het vloeistofreservoir droog staat.A SG230B2-FX SLANGEN VAN STUURBEKRACHTIGING Het is aan te bevelen de slangen van de stuurbekrachtiging regelmatig op vloeistoflekkage te controleren. De slangen moeten worden vervangenals ze sporen van scheurtjes, vervorming of beschadiging vertonen. Hierdoor kan de stuurbekrachtiginguitvallen.
Page 229 of 245

6EENVOUDIG ONDERHOUD
30
!
LET OP:
Houd de contactsleutel niet langer
dan 15 seconden in de START- stand, omdat de motor en debrandstofpomp hierdoor schade kunnen oplopen. G300B02HP-GXT
Verwijderen van water uit het brandstoffilter (Alleen Dieselmotor)
Als de controlelamp voor het
brandstoffilter gaat branden, betekent dit dat zich water in het brandstoffilterheeft verzameld. In dit geval moet het water op onderstaande wijze uit het filter worden verwijderd:
1. Draai de aftapplug aan de
onderzijde van het filter los.
2. Draai de aftapplug weer vast wanneer al het water uit het filter is verwijderd.
HHP5047
BRANDSTOFFILTER
G350B01HP-GXT
Ontluchten van het Brandstofsysteem (Alleen Dieselmotor)
Als de brandstoftank is leeggereden,
het brandstoffilter is vervangen of als de auto gedurende lange tijd niet isgebruikt, moet het brandstofsysteem worden ontlucht zoals aangegeven in de afbeelding.
1. Beweeg de handpomp binnen een
minuut ongeveer 20 tot 30 keer.
2. Draai de contactsleutel in de START-stand en stel de startmotor twee tot drie keer kort in werking totdat de motor aanslaat.
HHP5048
Page 230 of 245

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
31
!
3. Controleer of het
waarschuwingslampje gaat branden bij aangezet contact (sleutel in de stand "ON") en weer dooft zodra de motor is gestart. Raadpleeg bij twijfel een erkende HYUNDAI dealer.
N.B.: Het wordt aanbevolen water
verzameld in het brandstoffilter te laten verwijderen door een Hyundai-dealer.
WAARSCHUWING:
Verwijder het uit het brandstoffilter
geperste water zorgvuldig aangezien de brandstof in het wa- ter brandgevaar oplevert.G270A01B-GXT
Koplamp en richtingaanwijzer, voor
Instructies voor het vervangen:
1. Laat de gloeilamp afkoelen. Draag oogbescherming.
2. Open de motorkap.
3. Houd de gloeilamp altijd bij de lampfitting vast en voorkom dat hetglas wordt aangeraakt.
4. Verwijder m.b.v. een sleutel de bevestigingsbouten van de koplamp.
5. Maak de stekker aan de achterzijde van de koplamp los.
G270A01HP
6. Draai de kunststof afdekkap linksom en verwijder hem.
VERVANGEN VAN DE GLOEILAMPEN VAN DEKOPLAMPEN
G260A03A-GXT Voordat de gloeilamp van een
koplamp wordt vervangen, moet de schakelaar in de stand "OFF" staan.
De volgende paragraaf geeft aan, hoe
de gloeilampen kunnen worden bereiktom ze te kunnen vervangen. De defecte gloeilamp moet worden
vervangen door een gloeilamp vanhetzelfde type en wattage. Zie pagina 6-36 voor het vermogen.
! LET OP:
Let erop dat de lampen niet in
contact komen met petroleumhoudende productenzoals motorolie, benzine etc.
Page 231 of 245
6EENVOUDIG ONDERHOUD
32
!WAARSCHUWING:
Deze halogeen gloeilamp bevat gas
onder druk en kan onder invloed van schokken uit elkaar spatten.Draag daarom een veiligheidsbril als een dergelijke gloeilamp wordt vervangen. Let erop dat geenkrassen of schuurplekken op de lamp kunnen ontstaan en dat de lamp niet met vloeistoffen inaanraking komt als hij wordt ontstoken. De lamp mag alleen in werking worden gesteld als hij zich
G270A03HP
9. Verwijder de afscherming van de nieuwe gloeilamp en breng hem zodanig aan dat de lampfitting in de opening van de koplamp past. Druk de borgveer op zijn plaats, breng de stofkap aan en sluit de elektrische bedrading aan.
10.Gebruik de afscherming en de doos om de oude gloeilamp op teruimen.
11.Controleer de koplampafstelling. G270A03O
7. Maak de elektrische aansluiting
aan de achterzijde van de koplamp los van de lamphouder.
G270A02HP
8. Druk de borgveer los en verwijder de gloeilamp.
Page 232 of 245

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
33
in de reflector bevindt. Vervang de koplamp als deze is beschadigd of scheurtjes vertoont. Houd de lampbuiten bereik van kinderen en le- ver de oude gloeilamp in bij de daarvoor bestemde adressen. G290A01HP-GXT
KOPLAMPAFSTELLING CONTROLEREN Bij het afstellen van de koplampen
moet de volgende procedure worden aangehouden.
1. Controleer of de spanning van alle banden correct is.
2. Plaats de auto op een vlakke vloer en druk de voorbumper en de achterbumper enkele malen naar beneden. Plaats de auto op eenafstand van 3 meter van de muur.
3. Zorg ervoor dat de auto niet is beladen (het peil van de koelvloeistof en de motorolie moet correct zijn en de brandstoftankgevuld; reservewiel, krik en gereedschap moeten zich op hun plaats bevinden). De bestuurder ofeen voorwerp met een overeenkomstig gewicht moet zich op de bestuurdersstoel bevinden.
4. Reinig de koplampglazen en schakel het dimlicht in.
5. Open de motorkap.
6. Teken op een lichte wand verticale lijnen (door het midden van elkekoplamp) en een horizontale lijn (door het midden van beide koplampen).
G290A01HP G290A02HP
Verticale afstelling
Horizontale
afstelling
Verticale afstelling
Horizontale afstelling