Page 49 of 245

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
37
Duo/ Römer ISOFIX GR1 en de Römer Duo ISOFIX / Britax Duo ISOFIXgoedgekeurd overeenkomstig de ECE- R44 norm. Dit zitje is door Hyundai uitgebreid getest en aanbevolen vooruw Hyundai. N.B.: Op dit moment is dit zitje het enige dat aan de normen voldoet. In hetgeval dat andere fabrikanten een overeenkomstige goedkeuring kunnen overleggen, zal Hyundai datzitje zorgvuldig beoordelen en aanbevelen als het aan de normen voldoet. Raadpleeg uw Hyundaidealer voor meer informatie over dit onderwerp. Aan beide zijden van de achterbank, tussen de zitting en de rugleuning, bevinden zich een paar ISOFIX bevestigingspunten, terwijl aan dehoedenplank bevestigingspunten voor de bovenzijde van het zitje zijn aangebracht. Druk het zitje bij hetaanbrengen zodanig op de bevestiging dat het hoorbaar aangrijpt (controleer de bevestiging door er aan te trekken!)en bevestig het zitje met de bovenste bevestigingsband aan de hoedenplank. Volg bij het aanbrengen en het gebruikvan het kinderzitje de aanwijzingen in de montagehandleiding voor het ISOFIX-zitje. N.B.: Een ISOFIX-zitje kan alleen worden aangebracht als de zitting in de auto voldoet aan de ECE-R44 norm.Voordat een ISOFIX-zitje wordt gebruikt dat voor een andere auto is bestemd, moet aan uw Hyundaidealer worden gevraagd of dat type zitje voor uw Hyundai is goedgekeurd en aanbevolen.
ISOFIX- bevestiging
B230D02HP
Indicator voor ISOFIX-bevestiging
Page 50 of 245

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
38
Kinderzitje aanbrengen
1. Druk het slot van het zitje bij hetaanbrengen in de ISOFIX bevestiging. Er moet een "klik" hoorbaar zijn.
2. Bevestig de haak van de bovenste bevestigingsband aan de houderaan en trek de band aan om het zitjegoed vast te zetten. Raadpleeg "Kinderzitje met Tether Anchorage Systeem bevestigen" op bladzijde1-35.
B230D03HP
!WAARSCHUWING:
o Breng geen kinderzitje met gebruikmaking van de ISOFIX bevestigingspunten op demiddelste zitplaats op de achterbank aan. De ISOFIX bevestigingspunten wordenalleen voor de linker en rechter buitenste zitplaats geleverd. Gebruik de ISOFIXbevestigingspunten niet op de verkeerde manier door een kinderzitje op de middelstezitplaats aan de ISOFIX bevestigingspunten te bevestigen. De ISOFIX- gordelsvan het kinderzitje zijn misschien niet sterk genoeg om bij een ongeval het zitje op de middelstezitplaats vast te houden en kunnen breken, met ernstig of dodelijk letsel als gevolg. o Bevestig niet meer dan één
kinderzitje met een enkelvoudige gordel aan het onderste bevestigingspunt. Door dehogere belasting kunnen de bevestigingspunten of kan de gordel breken, met ernstig ofdodelijk letsel als gevolg.
o Bevestig ISOFIX of ISOFIX-
vergelijkbare kinderzitjes alleenop de afgebeelde plaatsen.
o Volg altijd de montage- en
gebruiksvoorschriften van defabrikant van het kinderzitje op.
Page 51 of 245

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
39
B230H02HP-GXT Geschiktheid van veiligheidssysteem voorkinderen voor zitplaatsen Gebruik een veiligheidssysteem voor kinderen dat officieel is goedgekeurd en dat voor uw kinderen geschikt is.Raadpleeg de volgende tabel bij het gebruik van kinderstoelen. U : Geschikt voor "universele"
categorie veiligheidssystemen goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse
UF : Geschikt voor in voorwaartse richting geplaatste "universele"categorie veiligheidssystemen goedgekeurd voor gebruik in dezegewichtsklasse
L1 : Geschikt voor "Römer ISOFIX
GR1" goedgekeurd voor dezegewichtsgroep (Goedkeuringsnr.: E1 R44- 03301133)
X : Zitplaats niet geschikt voor kinderen in deze gewichtsklasse B180B03HP-GXT Veiligheidsgordel met gordelspanner
Achter,
midden
Leeftijdsgroep Zitplaats
UU
X UU
Achter,
buitenzijde
Voor-
passagier
0 : Tot 10 kg (0 ~ 9 maanden)0+ : Tot 13 kg(0 ~ 2 jaar)I : 9 kg tot 18 kg(9 maanden~4jaar)II & III : 15 kg tot36 kg (4 ~ 12jaar) X
X U, L1 U XU
FUF
HXG229
Uw Hyundai is voorzien van veiligheidsgordels met gordelspanners voor de bestuurder en devoorpassagier. De gordelspanner zorgt er bij een zware frontale aanrijding voor dat deveiligheidsgordel strak tegen het lichaam van de inzittende wordt getrokken. De gordelspanners kunnenalleen worden geactiveerd of, als de frontale aanrijding ernstig genoeg is, samen met de airbags.
Page 52 of 245

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
40
De veiligheidsgordel met gordelspanner werkt op dezelfde wijzeals de veiligheidsgordel met oprolautomaat ELR (Emergency Lock- ing Retractor =noodblokkeringssysteem). Als de auto sterk wordt afgeremd of als de inzittende zich te snel naar vorenbeweegt, blokkeert de veiligheidsgordel. Bij een voldoende zware frontaleaanrijding wordt de gordelspanner geactiveerd, waardoor de veiligheidsgordel strakker tegen hetlichaam van de inzittende wordt getrokken.
B180B01HP
Airbageenheid voor bestuurderszijde1
2 3Airbageenheid voor passagierszijde
!WAARSCHUWING:
Om maximaal te profiteren van de veiligheidsgordel met gordelspanner:
1. Gesp de veiligheidsgordel altijd correct om.
2. Stel de veiligheidsgordel correct af.
Het systeem van veiligheidsgordels met gordelspanner bestaat uit devolgende belangrijke onderdelen. De montageplaatsen zijn in de afbeelding aangegeven.
1. SRS airbag controlelamp
2. Veiligheidsgordel met
gordelspanner
3. SRS regeleenheid N.B.:
o Zowel de gordelspanner voor de
bestuurder als de voorpassagier worden onder bepaaldeomstandigheden bij een frontale aanrijding geactiveerd. De gordelspanners kunnen alleenworden geactiveerd, of als de frontale aanrijding ernstig genoeg is, samen met de airbags.
o Bij het activeren van de gordelspanners is er een hardgeluid hoorbaar en komt er fijnestof (dat op rook kan lijken) vrij in de auto. Dit is normaal en niet gevaarlijk.
o Hoewel het ongevaarlijk is kan de huid door de fijne stofgeïrriteerd raken en moet het nietgedurende langere tijd worden ingeademd. Daarom moeten de handen en het gezicht zorgvuldigworden gewassen nadat bij een aanrijding de gordelspanners zijn geactiveerd.
Page 53 of 245

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
41
!!WAARSCHUWING:
o De gordelspanners zijn ontworpen om maar eenmaal te werken. Nadat de gordelspannerszijn geactiveerd, moeten de gordels met gordelspanners worden vervangen. Alleveiligheidsgordels, van elk type, moeten altijd worden vervangen als ze tijdens een aanrijding zijngedragen.
o Het mechanisme van de
gordelspanner wordt bij hetactiveren zeer warm. Raak de gordelspanner de eerste minuten na het activeren niet aan.
o Tracht niet om de veiligheidsgordel metgordelspanner zelf te controlerenof te vervangen. Laat dit door een Hyundai dealer uitvoeren.
o Tik niet tegen de veiligheidsgordel metgordelspanner.
o Tracht niet om onderhoud of reparaties aan deveiligheidsgordel met gordelspanner uit te voeren.
LET OP:
o De sensor die de SRS-airbag activeert is verbonden is metgordelspanners.Het SRS-airbag waarschuwings- lampje knippert ongeveer 6 seconden nadat het contact isingeschakeld (stand "ON") of de motor is gestart is. Daarna moet het uitgaan.
o Als de gordelspanners een stor- ing vertonen blijft ditwaarschuwingslampje ookbranden. Zelfs als er geen stor-
ing in de SRS airbag is. Als het SRS airbag waarschuwings-lampje niet ongeveer 6 seconden knippert bij inschakeling van het contact of het starten van demotor. Of tijdens het rijden blijft branden, laat dan zo snel mogelijk het SRS airbag engordelspannersysteem door een Hyundai dealer inspecteren.
o Als de gordel met gordelspanner
onjuist wordt behandeld en de genoemde waarschuwingen (niet tegen de gordelspanner tikken,de veiligheidsgordel met gordelspanner niet wijzigen, controleren, vervangen,onderhoud of reparaties uit voeren) niet worden opgevolgd, kan dit een onjuiste werking vangordelspanner tot gevolg hebben of kan hij ongewild in werking treden en ernstige verwondingenveroorzaken.
o Tijdens het rijden moeten de
veiligheidsgordels zowel door debestuurder als de passagiers worden gebruikt.
Page 54 of 245

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
42AIRBAGSYSTEEM
Airbageenheid voor bestuurderszijde
B240A01HP
SB110A4-FX Uw Hyundai is uitgerust met een airbagsysteem. Dit is herkenbaar aanhet opschrift "SRS Airbag" op de afdekking van de airbag in het stuurwiel en de afdekking boven hetdashboardkastje aan passagierszijde. De airbags zijn aangebracht onder de afdekking van het stootvlak in het stuurwiel en de afdekking boven het dashboardkastje aan passagierszijde.De airbag zorgt ervoor dat de bestuurder en/of de voorpassagier bij een frontale aanrijding meerbescherming wordt geboden dan alleen met behulp van de veiligheidsgordels mogelijk is.
Aanrijding van achteren
B240A02HP
Aanrijding van opzij
Over de kop slaan
!WAARSCHUWING:
o De airbag is bedoeld als aanvulling op de driepuntsgordels van de bestuurder en de voorpassagier en niet als een vervanginghiervoor. Daarom moet tijdens het rijden ten allen tijde de veiligheidsgordel wordengedragen. De airbag treedt alleen in werking bij een frontale aanrijding met een dusdanigesnelheid dat de kans op verwondingen groot is.
o De airbags treden alleen in werking bij een aanrijding ondereen hoek die kleiner is dan 30°, gezien vanaf de lengte-as van deauto. De airbags treden niet in werking bij een aanrijding van opzij, van achteren of bij het overde kop slaan van de auto. o De frontairbags worden bij een
lichte aanrijding niet geactiveerd,omdat de veiligheidsgordels danvoldoende bescherming bieden.
N.B.: Lees de informatie t.a.v. de airbag op de stickers aan de achterzijde van de zonneklep en in hetdashboardkasje.
o De airbags, vóór, worden nietgeactiveerd bij aanrijdingen vanopzij of van achteren of bij hetover de kop slaan. Bovendien worden ze niet geactiveerd bij frontale botsingen die benedende drempelwaarde liggen.
o Voor een maximale veiligheid bij
alle typen aanrijdingen moetenalle inzittenden, inclusief de bestuurder, altijd de veiligheidsgordel dragen. Ditgeldt ook indien hun zitplaats is voorzien van een airbag.
Page 55 of 245

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
43
B240B01HP-GXT Componenten en werking van airbagsysteem Het airbagsysteem bestaat uit de volgende componenten:
- Airbageenheid voor bestuurderszijde
- Airbageenheid voor passagierszijde
- Kniebeschermer
- SRS onderhoudsindicatie (SRI)
- SRS airbagmoduul (SRSCM)
B240B02L B240B03L
B240B01L Het airbagmoduul controleert bij aangezet contact continu alleomstandigheden om te bepalen of een frontale aanrijding of een aanrijding onder een hoek ernstig genoeg is omde airbag in werking te laten treden. De SRS onderhoudsindicatie (SRI) in het instrumentenpaneel knippert ca. 6seconden nadat de contactsleutel in de stand "ON" is gedraaid of nadat de motor is gestart en dooft vervolgens.
De airbageenheden bevinden zich inhet midden van het stuurwiel en achterde afdekking boven het dashboardkastje aan passagierszijde. Als het airbagmoduul een frontaleaanrijding van een bepaalde kracht registreert, worden de airbags automatisch geactiveerd. Bij het in werking treden doorbreekt de airbag de breukpunten in het stootvlak van het stuurwiel, hierna wordt hetstootvlak geheel geopend en wordt de airbag volledig opgeblazen.
Page 56 of 245

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
44
Een volledig opgeblazen airbag in combinatie met een correct gedragenveiligheidsgordel zal de voorwaartse beweging van de bestuurder of de voorpassagier dempen, waardoor dekans op verwondingen aan het hoofd of het bovenlichaam wordt verminderd. Nadat de airbag is opgeblazen, zal hij onmiddellijk weer beginnen met leeglopen, zodat de bestuurder weernaar voren kan kijken en de wagen kan besturen.
B240B01HP
Airbag voor passagierszijde
!WAARSCHUWING:
o Het in werking treden van de airbag gaat gepaard met een luide knal, terwijl eveneens enige rook vrijkomt. Dit is normaal en is niet gevaarlijk. De rook die bij het inwerking treden van de airbag vrijkomt kan echter huidirritatie veroorzaken. Na een aanrijdingwaarbij de airbag in werking is getreden, moeten de handen en het gezicht grondig metlauwwarm water en een milde zeep worden gewassen.
o SRS functioneert alleen als het contact in de "ON" stand staat.Als het SRS-lampje niet knippert, of na zes seconden knipperen,dan wel bij het starten van de motor en/of tijdens het rijden blijft branden, werkt SRS niet naarbehoren. Laat uw auto in zo'n geval direct door uw Hyundai dealer inspecteren.! LET OP:
Een flacon luchtverfrisser mag in de auto niet dichtbij het instrumentenpaneel of op het dash- board worden geplaatst. Dooreventuele lekkage van de luchtverfrisser op deze delen (instrumentenpaneel, dashboard ofaanjager) kunnen ze worden beschadigd. Als de vloeistof van de luchtverfrisser op deze delen komtmoeten ze direct met water worden gereinigd.
B240B05L
Airbag voor passagierszijde