Page 41 of 590

39
1
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
●Beide curtain airbags worden mogelijk ook
geactiveerd bij een zware frontale aanrij-
ding.
■Omstandigheden waarbij de airbags
geactiveerd kunnen worden, anders
dan bij een aanrijding
De airbags voor, de side airbags en de cur-
tain airbags kunnen ook geactiveerd worden
bij zware stoten tegen de onderkant van de
auto. Zie de afbeelding voor een aantal voor-
beelden.
●Raken van een stoeprand of een ander
hard voorwerp
●In of over een diepe kuil rijden
●Hard neerkomen
■Soorten aanrijdingen waarbij de airbags
soms niet geactiveerd worden (airbags
voor)
De airbags voor worden over het algemeen
niet geactiveerd bij aanrijdingen van opzij of
van achteren, als de auto over de kop slaat of
bij een frontale aanrijding op lage snelheid.
Maar wanneer een aanrijding voldoende
voorwaartse deceleratie veroorzaakt, wor-
den de airbags voor mogelijk geactiveerd.
●Aanrijding van opzij
●Aanrijding van achteren
●Over de kop slaan
■Soorten aanrijdingen waarbij de side air-
bags, curtain airbags en airbags midden-
voor mogelijk niet worden geactiveerd
De side airbags, curtai n airbags en airbags
middenvoor treden mogelijk niet in werking
bij aanrijdingen van opzij onder een bepaalde
hoek of bij aanrijdingen v an opzij waarbij het
passagierscompartiment niet wordt geraakt.
●Aanrijding van opzij waarbij het passa-
gierscompartiment niet wordt geraakt
●Aanrijding van opzij onder een hoek
De side airbags en ai rbags middenvoor tre-
den over het algemeen niet in werking bij
aanrijdingen van voren of van achteren, als
de auto over de kop slaat of bij een aanrijding
van opzij op lage snelheid.
●Aanrijding van voren
●Aanrijding van achteren
●Over de kop slaan
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 39 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
Page 42 of 590

40
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
De curtain airbags treden over het algemeen
niet in werking bij aanrijdingen van achteren,
als de auto over de kop slaat of bij een aanrij-
ding van opzij of bij een frontale aanrijding op
lage snelheid.
●Aanrijding van achteren
●Over de kop slaan
■Wanneer moet u contact opnemen met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige
In de volgende gevallen zal controle en/of
reparatie van de auto nodig zijn. Neem zo
snel mogelijk contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
●Nadat een of meer airbags zijn geacti-
veerd.
●De voorzijde van de auto is beschadigd of
vervormd of de auto was betrokken bij een
ongeval dat niet van zodanige aard was
dat de airbags vóór werden geactiveerd.
●Bij beschadiging of vervorming van een
gedeelte van een portier of het omliggende
gebied, wanneer er een gat in is gemaakt
of bij een ongeval dat niet van zodanige
aard was dat de side airbags, curtain air-
bags en airbags middenvoor werden geac-
tiveerd.
●Bij krassen, scheuren of andere beschadi-
gingen in het middelste deel van het stuur-
wiel of het dashboard bij de voorpassagier-
sairbag.
●Bij krassen, scheuren of andere beschadi-
gingen aan de zijkant van de leuning van
een voorstoel met een side airbag of air-
bag middenvoor.
●Bij krassen, scheuren of andere beschadi-
gingen in het deel van de voor- en achter-
stijl en de daklijstbekleding met de curtain
airbags.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 40 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
Page 43 of 590

41
1
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen airbags
Neem met betrekking tot de airbags de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan dodelij k of ernstig letsel
tot gevolg hebben.
●Alle inzittenden dienen hun veiligheids-
gordel op de juiste manier te dragen.
De airbags zijn aanvullende middelen
die samen met de veiligheidsgordels
gebruikt moeten worden.
●De bestuurdersairbag wordt met een
aanzienlijke kracht geactiveerd, waar-
door dodelijk of ernstig letsel kan ont-
staan, vooral wanneer de bestuurder
zich erg dicht bij de airbag bevindt.
Het gevaarlijkst bij de activering van de
airbag zijn de eerste 50 - 75 mm; door een
afstand van minimaal 250 mm tot het
stuurwiel aan te houden, hanteert u een
veilige marge. Dit is de afstand gemeten
vanaf het midden van het stuurwiel tot aan
uw borstbeen. Als u nu minder dan 250
mm van de airbag zit, kunt u uw zitpositie
op verschillende manieren wijzigen:
• Plaats uw stoel zo ver mogelijk naar achteren terwijl de pedalen nog goed
kunnen worden bediend.
• Zet de rugleuning iets achterover. Hoewel auto's verschillen, verkrijgen
veel bestuurders, zelfs met de bestuur-
dersstoel helemaal naar voren, de
afstand van 250 mm door simpelweg de
rugleuning iets achterover te zetten. Als
u door het achterover zetten van uw
stoel de weg niet goed meer kunt zien,
kunt u een stevig, niet-glad kussen
gebruiken om hoger te zitten, of uw
stoel hoger zetten wanneer uw auto
deze mogelijkheid biedt.
• Als het stuurwiel verstelbaar is, kantel het dan naar beneden. Hierdoor wijst de
airbag naar uw borst in plaats van naar
uw hoofd en nek.
De stoel dient te worden afgesteld zoals
hierboven aanbevolen, terwijl de pedalen
en het stuurwiel nog steeds goed bediend
kunnen worden en u het instrumentenpa-
neel nog goed kunt zien.
●De voorpassagiersairbag wordt ook met
een aanzienlijke kracht geactiveerd
waardoor dodelijk of ernstig letsel kan
ontstaan, vooral wanneer de voorpassa-
gier zich erg dicht bij de airbag bevindt.
De voorpassagiersstoel dient zo ver
mogelijk van de airbag af te staan, met
de rugleuning rechtop.
●Kinderen die niet goed op de stoel zitten
en/of niet goed vastzitten, kunnen ern-
stig letsel oplopen door een geacti-
veerde airbag. Gebruik de veiligheids-
gordels nooit voor baby's of kleine kin-
deren, maar zet hen goed vast in een
baby- of kinderzitje. Toyota beveelt ten
zeerste aan dat alle kinderen op de ach-
terstoelen plaatsnemen en op de juiste
wijze vastzitten. Achterin zitten kinderen
veiliger dan op de voorpassagiersstoel.
( Blz. 47)
●Ga niet op het puntje van de stoel zitten
en leun niet op het dashboard.
●Laat een kind niet op de voorpassa-
giersstoel staan of bij een voorpassagier
op schoot zitten.
●Sta niet toe dat voorpassagiers voorwer-
pen op hun knieën vasthouden.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 41 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
Page 44 of 590

42
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
WAARSCHUWING
●Leun niet tegen het portier, de dakzijrail
en de voor-, midden- en achterstijl.
●Laat niemand knielen op de passagiers-
stoel in de richting van het portier of
hoofd en handen buiten de auto steken.
●Bevestig niets aan en laat niets rusten
tegen componenten als het dashboard
of het stuurwielkussen.
Alles wat op deze componenten bevestigd
is of er tegenaan rust, kan als een projec-
tiel worden gelanceerd als de bestuur-
dersairbag en de voorpassagiersairbag
geactiveerd worden.
●Bevestig niets aan het portier, de voor-
ruit, de zijruiten, de voor- en achterstijl,
de dakzijrail of de handgreep. (Behalve
het label voor de snelheidsbeperking
Blz. 389)
●Hang geen kleerhangers of andere
harde voorwerpen aan de kledinghaak-
jes. Al deze voorwerpen kunnen projec-
tielen worden en dodelijk of ernstig let-
sel veroorzaken als de curtain airbags
worden geactiveerd.
●Gebruik geen accessoires op de stoelen
die het gedeelte van de stoel waarin de
side airbags of airbags middenvoor aan-
wezig zijn afdekken omdat dat een
negatieve invloed kan hebben op een
juiste werking van de airbags. Derge-
lijke accessoires kunnen tot resultaat
hebben dat de side airbags en airbags
middenvoor niet op de juiste wijze geac-
tiveerd worden, helemaal niet geacti-
veerd worden of per ongeluk geacti-
veerd worden, waardoor dodelijk of ern-
stig letsel kan ontstaan.
●Oefen geen overmatige kracht uit op
delen waarin onderdelen van het air-
bagsysteem aanwezig zijn of op de
voorportieren.
Als dat wel gebeurt, kunnen er storingen
aan de airbags ontstaan.
●Raak onderdelen va n het airbagsysteem
niet aan direct nadat de airbags geacti-
veerd zijn, omdat deze heet kunnen zijn.
●Als u na het activeren van de airbags
moeilijkheden met de ademhaling
ondervindt, open dan een portier of
zijruit om frisse lucht binnen te laten of
verlaat de auto als u dat op een veilige
manier kunt doen. Als er poederdeeltjes
op uw huid zijn terechtgekomen, was
deze er dan zo snel mogelijk af om hui-
dirritatie te voorkomen.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 42 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
Page 45 of 590

43
1
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
●Als de delen van de auto waarin airbags
ondergebracht zijn, zoals het stuurwiel-
kussen en de bekleding van de voor- en
achterstijlen, beschadigd of gescheurd
zijn, laat deze dan vervangen door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
■Wijzigingen aan en afvoeren van
onderdelen van het airbagsysteem
Voer uw auto niet af en voer geen van
onderstaande veranderingen uit zonder
eerst een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige te raadplegen. De airbags
kunnen defect raken of per ongeluk wor-
den geactiveerd, waardoor dodelijk of ern-
stig letsel kan ontstaan.
●Plaatsen, verwijderen, demonteren en
repareren van de airbags
●Reparatie, aanpassing, verwijdering of
vervanging van stuurwiel, instrumenten-
paneel, dashboard, stoelen of stoelbe-
kleding, voor-, midden- en achterstijlen,
dakzijrails, voorportierpanelen, voorpor-
tierbekleding of luidsprekers in de voor-
portieren
●Aanpassing van het voorportierpaneel
(bijvoorbeeld een gat erin maken)
●Reparaties of wijzigingen aan het voor-
spatbord, de voorbumper of de zijkant
van het passagierscompartiment
●Plaatsen van een bullbar, sneeuwploeg
of lier
●Wijzigingen aan de wielophanging van
de auto
●Plaatsen van elektronische apparatuur
als een mobiele tweewegradio (zend-/
ontvanginstallatie) of CD-speler
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 43 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
Page 46 of 590

44
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
Belangrijke voorzorgs-
maatregelen in verband
met uitlaatgassen
Uitlaatgassen bevatten stoffen die
schadelijk zijn bij inademing.
WAARSCHUWING
Uitlaatgassen bevatten het schadelijke
koolmonoxide (CO). Dit is een kleurloos en
reukloos gas. Neem de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht.
Als u deze voorzorgsmaatregelen niet in
acht neemt, kunnen er uitlaatgassen in de
auto terechtkomen waardoor de bestuurder
duizelig kan worden en een ongeval kan
veroorzaken, of wat kan leiden tot de dood
of ernstig gevaar voor de gezondheid.
■Belangrijke punten tijdens het rijden
●Zorg ervoor dat de achterklep gesloten
is.
●Als u uitlaatgassen ruikt in de auto, zelfs
als de achterklep gesloten is, moet u de
ruiten openzetten en de auto zo snel
mogelijk laten nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
■Tijdens het parkeren
●Als de auto zich in een slecht geventi-
leerde omgeving of een afgesloten
ruimte bevindt, zoals een garage, moet
u het hybridesysteem uitschakelen.
●Laat bij stilstaande auto het hybridesys-
teem niet langdurig ingeschakeld.
Als dat niet anders kan, parkeer de auto
dan op een open plek en zorg ervoor
dat er geen uitlaatgassen in het interieur
terecht kunnen komen.
●Laat het hybridesysteem niet draaien op
een plaats waar sneeuw de afvoer van
de uitlaatgassen zou kunnen hinderen.
Als sneeuw de afvoer van uitlaatgassen
hindert wanneer het hybridesysteem in
werking is, kunnen er uitlaatgassen in
de auto terechtkomen.
■Uitlaatpijp
Het uitlaatsysteem dient regelmatig te wor-
den gecontroleerd. Laat uw auto nakijken
en repareren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige bij gaten of scheu-
ren als gevolg van co rrosie of beschadi-
gingen aan verbindingsstukken, of bij een
abnormaal geluid aan het uitlaatsysteem.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 44 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
Page 47 of 590

45
1
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
1-2.Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Controlelampje PASSENGER AIR
BAG
De controlelampjes PASSENGER AIR BAG
en ON gaan branden als het airbagsysteem
is ingeschakeld en gaan na ongeveer 60
seconden uit. (Alleen als het contact AAN
staat.)
Aan/uit-schakelaar airbagAuto's zonder Smart entry-systeem en
startknop: Steek de sleutel in de slotci-
linder en zet de slotcilinder in stand
OFF.
Het controlelampje OFF gaat branden
(alleen als het contact AAN staat).
Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Steek de mechanische sleu-
tel in de slotcilinder
en zet de slotcilin-
der in stand OFF.
Het controlelampje OFF gaat branden
(alleen als het contact AAN staat).
■Informatie over controlelampje PAS-
SENGER AIR BAG
Als een van de onderstaande problemen
optreedt, is er mogelijk een storing in het sys-
teem aanwezig. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Het controlelampje OFF gaat niet branden
als de aan/uit-schakelaar van de airbag in
stand OFF wordt gezet.
●Het controlelampje reageert niet wanneer
de aan/uit-schakelaar van de airbag van
ON naar OFF wordt gezet.
Aan/uit-schakelaar airbag
Met dit systeem kan de voorpassa-
giersairbag worden uitgeschakeld.
Schakel deze airbag alleen uit als
er een baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel wordt
gebruikt.
Systeemonderdelen
Uitschakelen van de
voorpassagiersairbag
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 45 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
Page 48 of 590

46
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Plaats vanwege veiligheidsredenen het
baby- of kinderzitje al tijd op een achter-
stoel. Als de achterstoel niet kan worden
gebruikt, mag de voorstoel worden
gebruikt zo lang de aan/uit-schakelaar van
de airbag in stand OFF wordt gezet.
Als de airbag niet handmatig is uitgescha-
keld, kan de kracht die met het activeren
(opblazen) van de airbag gepaard gaat,
dodelijk of ernstig le tsel veroorzaken.
■Als er geen baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel is geplaatst
Controleer of de aan/uit-schakelaar van de
airbag in stand ON staat.
Als de schakelaar in stand OFF staat, zal
de airbag in geval van een ongeval niet
worden geactiveerd, waardoor dodelijk of
ernstig letsel kan ontstaan.
Rijden met kinderen in
de auto
Neem de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht als er kinde-
ren in de auto aanwezig zijn.
Gebruik een passend baby- of kin-
derzitje tot het kind groot genoeg
is om de veiligheidsgordel van de
auto op de juiste wijze te dragen.
U wordt aangeraden om kinderen
op de achterstoelen te vervoeren
om te voorkomen dat ze per onge-
luk tegen onderdelen aankomen,
zoals de selectiehendel en de
ruitenwisserschakelaar.
Gebruik het kinderslot van het ach-
terportier of de blokkeerschake-
laar van de ruitbediening om te
voorkomen dat kinderen het portier
openen tijdens het rijden of per
ongeluk de elektrisch bedienbare
ruit bedienen. (
Blz. 136, 157)
Laat kleine kinderen geen onder-
delen bedienen waarbij lichaams-
delen vast kunnen komen te zitten
of bekneld kunnen raken, zoals de
elektrisch bedienbare ruiten, de
motorkap, de achterklep en de
stoelen.
WAARSCHUWING
■Als er kinderen in de auto aanwezig
zijn
Laat kinderen nooit alleen in de auto ach-
ter en laat ze nooit met de sleutel spelen.
Kinderen zullen wellicht proberen de auto te
starten of de neutraalstand in te schakelen.
Daarnaast kunnen kinderen zich bezeren
als ze met de ruiten of andere systemen in
de auto spelen. Verder kan de temperatuur
in de auto zo hoog oplopen of zo ver dalen
dat dat kinderen fataal kan worden.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 46 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM