Page 65 of 590

63
1
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
■Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
U moet bij het plaatsen van het zitje mogelijk
gebruikmaken van een blokkeerclip. Volg de
aanwijzingen van de fabrikant van het baby-
of kinderzitje. Als uw zi tje niet over een blok-
keerclip beschikt, kunt u deze kopen bij een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige: blokkeer-
clip voor baby- of kinderzitje.
(onderdeelnr. 73119-22010)
■Onderste ISOfix-bevestigingspun-
ten (ISOfix-baby- of kinderzitje)
Voor de buitenste zitplaatsen achter
zijn onderste bevestigingspunten aan-
wezig. (Merktekens geven aan waar de
bevestigingspunten zich in de stoelen
bevinden.)
■Plaatsing met onderste ISOfix-
bevestigingspunt (ISOfix-baby- of
kinderzitje)
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesloten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kinder-
zitje niet binnen de “universele” catego-
rie valt (of de benodigde informatie
staat niet in de tabel), raadpleeg dan de
“voertuiglijst” van de fabrikant van het
baby- of kinderzitje voor de diverse
mogelijke montageposities of doe
navraag naar de compatibiliteit bij de
verkoper van het zitje. ( Blz. 51, 52)
1 Verwijder indien mogelijk de hoofd-
steun indien deze de werking van
het baby- of kinderzitje hindert. Zet
anders de hoofdsteun in de hoogste
stand. ( Blz. 147)
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan dodelij k of ernstig letsel
tot gevolg hebben.
●Laat kinderen niet met de veiligheids-
gordel spelen. Als de veiligheidsgordel
om de nek van het kind draait, kan het
kind stikken of ernstig letsel oplopen.
Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet
kan worden losgemaakt, knip de gordel
dan door met een schaar.
●Controleer of de gesp goed in de gor-
delsluiting is vergrendeld en of de veilig-
heidsgordel niet gedraaid is.
●Beweeg het baby- of kinderzitje naar
links en naar rechts en naar voren en
naar achteren om te controleren of het
goed is geplaatst.
●Verstel de rugleuning niet meer nadat
het baby- of kinderzitje is geplaatst.
●Controleer als er een zitkussen
geplaatst is altijd of de schoudergordel
over het midden van de schouder van
het kind loopt. De gordel mag niet langs
de nek van het kind lopen, maar mag
ook niet van de schouder van het kind
vallen.
●Volg bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje altijd de gebruiksaanwijzing
van de fabrikant.
Baby- of kinderzitje vastgezet
met een onderste ISOfix-
bevestigingspunt
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 63 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
Page 66 of 590

64
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
2Verwijder de klepjes van de bevesti-
gingspunten en plaats het baby- of
kinderzitje op de stoel.
De stangen worden achter de klepjes van de
bevestigingspunten geplaatst.
3Beweeg het baby- of kinderzitje na
het plaatsen naar achteren en naar
voren om te controleren of het goed
vastzit. ( Blz. 63)
■Bevestigingspunten bovenste
gordel
Voor de buitenste zitplaatsen achter zijn
bevestigingspunten voor de bovenste
gordel aanwezig.
Gebruik de bevestigingspunten voor de
bovenste gordel bij het vastmaken van
de bovenste gordel.
Bevestigingspunten bovenste gordel
Bovenste gordelWAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan dodelij k of ernstig letsel
tot gevolg hebben.
●Verstel de rugleuning niet meer nadat
het baby- of kinderzitje is geplaatst.
●Controleer bij het gebruik van de onder-
ste bevestigingspunten of er geen
vreemde voorwerpen rond de bevesti-
gingspunten aanwezig zijn en of de gor-
del niet klem zit achter het zitje.
●Volg bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje altijd de gebruiksaanwijzing
van de fabrikant.
Met een bevestigingspunt voor
de bovenste gordel
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 64 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
Page 67 of 590

65
1
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
■Bovenste gordel vastmaken aan
het bevestigingspunt voor de
bovenste gordel
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesloten handleiding.
1 Auto's met afdekscherm van de
bagageruimte: Verwijder het afdek-
scherm van de bagageruimte.
(Blz. 302)
2 Zet de hoofdsteun in de hoogste
stand.
Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun
indien deze de plaatsing van het baby- of
kinderzitje of de bovenste gordel hindert.
( Blz. 147)
3 Zet de haak vast aan het bevesti-
gingspunt voor de bovenste gordel
en trek de bovenste gordel aan.
Controleer of de bovenste gordel goed vast-
zit. ( Blz. 63)
Wanneer u het baby- of kinderzitje plaatst
terwijl de hoofdsteun omhoog staat, zorg er
dan voor dat de bovenste gordel onder de
hoofdsteun door loopt.
Haak
Bovenste gordel
4 Auto's met afdekscherm van de
bagageruimte: Plaats het afdek-
scherm van de bagageruimte.
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg hebben.
●Bevestig de bovenste gordel stevig en
controleer of de gordel niet gedraaid is.
●Bevestig de bovenste gordel uitsluitend
aan het bevestigingspunt voor de
bovenste gordel.
●Verstel de rugleuning niet meer nadat
het baby- of kinderzitje is geplaatst.
●Volg bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje altijd de gebruiksaanwijzing
van de fabrikant.
●Wanneer u het baby- of kinderzitje
plaatst terwijl de hoofdsteun omhoog
staat, zet dan, nadat de hoofdsteun
omhoog is gezet en het bevestigings-
punt voor de bovenste gordel vervol-
gens is vastgemaakt, de hoofdsteun
niet in een lagere stand.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 65 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
Page 68 of 590

66
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
1-3. Noodoproep
1-3.Noodoproep
*1: Indien aanwezig
*2: Werkt binnen het eCall-dekkingsgebied. De systeemnaam kan per land verschil-
lend zijn.
Microfoon
Toets SOS
*
Controlelampjes
Luidspreker
*: Deze toets is bestemd voor communicatie met de eCall-medewerker.
Andere SOS-toetsen van overige syste-
men van een auto hebben geen betrek-
king op het apparaat en zijn niet bestemd
voor communicatie met de eCall-mede-
werker.
■Automatische noodoproepen
Als een airbag wordt geactiveerd, belt
het systeem automatisch het eCall-con-
trolecentrum.
* De medewerker van het
controlecentrum ontvangt de locatie
van de auto, het tijdstip waarop het
ongeval plaatsvond en het VIN van de
auto, en probeert de inzittenden van de
auto te spreken om de ernst van de
situatie te beoordelen. Als de inzitten-
den niet in staat zijn om te communice-
ren, behandelt de medewerker de
oproep als een noodgeval, neemt hij of
zij contact op met de dichtstbijzijnde
hulpdiensten (112, enz.) en verzoekt hij
of zij om assistentie ter plaatse.
*: In sommige gevallen kan er geen oproep worden verzonden. ( Blz. 67)
■Handmatige noodoproepen
Druk in een noodsituatie op de toets
SOS om het eCall-controlecentrum te
bellen.
* De medewerker van het contro-
lecentrum zal de locatie van uw auto
bepalen, de situatie beoordelen en de
benodigde hulpdiensten sturen.
Open de afdekking voordat u op de
toets SOS drukt.
Als u per ongeluk op de toets SOS hebt
gedrukt, zeg dan tegen de medewerker dat
er geen sprake is van een noodgeval.
eCall*1, 2
eCall is een telematicadienst die
gebruikmaakt van gegevens van
het Global Navigation Satellite Sys-
tem (GNSS) en ingebouwde cellu-
laire technologie, waardoor de vol-
gende noodoproepen mogelijk
zijn: automatische noodoproepen
(automatische melding van een
aanrijding) en handmatige
noodoproepen (door het indrukken
van de toets SOS). Deze dienst is
door regelgeving van de Europese
Unie verplicht gesteld.
Systeemonderdelen
Noodoproepdiensten
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 66 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
Page 69 of 590

67
1
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging*: In sommige gevallen kan er geen oproep worden verzonden. ( Blz. 67)
Wanneer het contact AAN wordt gezet,
gaat het rode controlelampje gedu-
rende 10 seconden branden en gaat
vervolgens het groene controlelampje
branden om aan te geven dat het sys-
teem is ingeschakeld. De controlelamp-
jes geven het volgende aan:
Als het groene controlelampje gaat
branden en blijft branden, is het sys-
teem ingeschakeld.
Als het groene controlelampje twee-
maal per seconde knippert, wordt er
een automatische of handmatige
noodoproep gedaan.
Als het rode controlelampje brandt
op een ander moment dan direct na
het AAN zetten van het contact, is er
mogelijk een storing in het systeem
aanwezig of is de back-upbatterij
mogelijk leeg.
Als het rode controlelampje gedu-
rende ongeveer 30 seconden knip-
pert tijdens een noodoproep, is de
verbinding verbroken of is het signaal
van het mobiele netwerk te zwak.
De levensduur van de back-upbatterij is
hooguit 3 jaar.
Controlelampjes
WAARSCHUWING
■Wanneer er mogelijk geen
noodoproep wordt verstuurd
●In de volgende situaties kunnen moge-
lijk geen noodoproepen worden gedaan.
Neem in dergelijke gevallen op een
andere wijze contact op met hulpdien-
sten (112, enz.).
• Zelfs als de auto zich in het dekkingsge- bied van het mobiele-telefoonnetwerk
bevindt, kan het moeili jk zijn om contact
te leggen met het eCall-controlecentrum
als de ontvangst slecht is of de lijn bezet
is. In dergelijke gevallen krijgt u mogelijk
geen contact met het eCall-controlecen-
trum en kunt u dus geen noodoproepen
doen en kunnen hulpdiensten niet wor-
den ingeschakeld, ook al probeert het
systeem verbinding te maken met het
eCall-controlecentrum.
• Wanneer de auto zich buiten het dek- kingsgebied van het mobiele-telefoon-
netwerk bevindt, kunnen er geen
noodoproepen worden verzonden.
• Wanneer er een storing aanwezig is in de bijbehorende apparatuur (zoals het
paneel van de toets SOS, de controle-
lampjes, microfoon, luidspreker, DCM,
antenne of op de apparatuur aangeslo-
ten bedrading) of deze beschadigd of
kapot is, kan er geen noodoproep wor-
den geplaatst.
• Tijdens een noodoproep doet het sys- teem herhaaldelijk een poging om con-
tact op te nemen met het eCall-controle-
centrum. Als er echter als gevolg van
een slechte ontvangst geen contact kan
worden gelegd met het eCall-controle-
centrum, kan het systeem mogelijk
geen contact maken met het mobiele
netwerk en wordt de noodoproep beëin-
digd zonder dat er verbinding is
gemaakt. Het rode controlelampje knip-
pert gedurende ongeveer 30 seconden
om aan te geven dat de verbinding is
verbroken.
●Als de spanning van de 12V-accu
afneemt of als de accu is losgenomen,
kan het systeem mogelijk geen verbin-
ding maken met het eCall-controlecen-
trum.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 67 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
Page 70 of 590

68
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
1-3. Noodoproep
WAARSCHUWING
●Het noodoproepsysteem werkt mogelijk
niet buiten de EU. Dit hangt af van de
beschikbare infrastructuur in het land.
■Als het noodoproepsysteem wordt
vervangen door een nieuw exemplaar
Het noodoproepsysteem moet worden
geregistreerd. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
■Voor uw veiligheid
●Rijd voorzichtig.
De functie van dit systeem is om u te
helpen bij het plaatsen van een
noodoproep bij ongevallen, zoals een
verkeersongeval of een plotseling
medisch noodgeval. Het systeem biedt
de bestuurder en de passagiers op
geen enkele wijze bes cherming. Rijd
voorzichtig en doe voor uw veiligheid
altijd uw veiligheidsgordel om.
●Geef bij noodgevallen uw leven en de
levens van anderen topprioriteit.
●Wanneer u een branderige lucht of
anderszins een vreemde lucht ruikt,
verlaat dan de auto en zoek onmiddellijk
een veilige plek op.
●Als de airbags worden geactiveerd ter-
wijl het systeem normaal werkt, ver-
zendt het systeem een noodoproep. Het
systeem verzendt ook een noodoproep
als de auto van achteren wordt aange-
reden of als de auto over de kop slaat,
zelfs als de airbags niet worden geacti-
veerd.
●Plaats om veiligheidsredenen geen
noodoproep tijdens het rijden.
Wanneer u tijdens het rijden belt, kan
het zijn dat u het stuurwiel niet goed
kunt bedienen, waardoor er een onge-
val kan ontstaan.
Breng de auto tot stilstand en controleer
of de omgeving veilig is alvorens een
noodoproep te plaatsen.
●Vervang zekeringen altijd door de voor-
geschreven zekeringen. Als u andere
zekeringen gebruikt, kan er kortsluiting
in het circuit optreden en kan er brand
ontstaan.
Wanneer u het systeem gebruikt terwijl er
rook is of sprake is van een ongewone
geur, kan er brand ontstaan. Stop onmid-
dellijk met het gebruik van het systeem en
neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
OPMERKING
■Voorkomen van schade
Voorkom dat er vloeistof op het paneel van
de toets SOS, enz. komt en sla er niet
tegenaan.
■In geval van een storing in het paneel
van de toets SOS, de luidspreker of
de microfoon tijdens een
noodoproep of een handmatige
onderhoudscontrole
Het is wellicht niet mogelijk om
noodoproepen te doen, de systeemstatus
te bevestigen of te communiceren met de
medewerker van het eCall-controlecen-
trum. Als de apparatuur beschadigd is,
neem dan contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 68 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
Page 71 of 590

69
1
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging
■GegevensverwerkingsschemaServer
Opslag
Verwerking
DCM
1 Activering van gegevensuitwisseling gebeurt middels het inschakelen van een
dienst in de app “MyT by Toyota” of door een dienst aan te schaffen waarvoor
gegevens moeten worden verzameld.
2 De server activeert de dienst in de DCM en bepaalt welke voertuiggegevens
worden verzameld.
3 De desbetreffende voertuiggegevens worden verzameld door de DCM.
4 De gegevens worden gedeeld met de server.
5 De gegevens worden opgeslagen op de server.
6 De gegevens worden verwerkt op de serv er om de dienst te kunnen leveren.
7 De verwerkte gegevens worden aan de klant gepresenteerd.
Ga naar de Toyota-website of neem contact op me t een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor een
overzicht van de beschikbare diensten in uw regio.
Overzicht systeem van toegevoegde diensten
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 69 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
Page 72 of 590

70
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
1-3. Noodoproep
Uitvoeren van de regelgeving
Gebruikersinformatie uitvoering regelgeving, bijlage 1, DEEL 3Conformiteit
1. BESCHRIJVING IN VOERTUIG GEÏNTEGREERD ECALL-SYSTEEM
1.1.
Overzicht, werking en functionaliteiten van het in het
voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-
systeem
O
1.2.De op 112 gebaseerde eCall-dienst is een publieke
dienst van algemeen nut die gratis beschikbaar is.O
1.3.
Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde
eCall-systeem is standaard ingeschakeld. Bij een
ernstige aanrijding wordt het systeem automatisch
geactiveerd door signalen van sensoren in het voer-
tuig. Het wordt ook automatisch geactiveerd als de
auto is voorzien van een TPS-systeem dat niet werkt
bij een ernstige aanrijding.
O
1.4.
Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde
eCall-systeem kan indien nodig ook handmatig worden
geactiveerd. Instructies voor het handmatig activeren
van het systeem
O
1.5.
Als door een ernstige systeemstoring het in het voer-
tuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-systeem
wordt uitgeschakeld, kr ijgen de inzittenden van het
voertuig de volgende waarschuwing
O
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 70 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM