Page 161 of 590

4
159
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
4
Rijden
Rijden
4-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto ................ 160
Lading en bagage .................. 165
Rijden met een aanhangwagen (auto's
zonder trekhaakpakket;
inclusief Réunion)................ 166
Rijden met een aanhangwagen (auto's
met trekhaakpakket;
behalve Réunion) ................ 167
4-2. Rijprocedures Contactslot (auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop) ............................ 173
Startknop (auto's met Smart entry-systeem
en startknop) ....................... 175
EV-modus .............................. 179
Hybridetransmissie ................ 181
Richtingaanwijzerschakelaar ..183
Parkeerrem ............................ 184
Brake Hold ............................. 187
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar...................... 189
AHB (Automatic High Beam) ..193
Schakelaar mistlampen ......... 196
Ruitenwissers en -sproeiers .. 197
Achterruitenwisser en -sproeier ......................... 200
4-4. Tanken
Openen van de tankdop ........ 2024-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense .............. 204
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) . ..................209
LTA (Lane Tracing Assist)....... 219
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik .................... 229
Snelheidsbegrenzer ............... 241
RSA (Road Sign Assist) ......... 243
BSM (Blind Spot Monitor)....... 248
Toyota Parking Assist-sensor ..252
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert).......................... 259
PKSB (Parking Support Brake) ...... 264
Parking Support Brake-functie (voor stilstaande objecten)... 269
Parking Support Brake-functie (voor voertuigen die
achterlangs rijden) ............... 272
Rijmodusselectieschakelaar... 274
GPF-systeem (benzineroetfilter) ................. 275
Ondersteunende systemen .... 276
4-6. Rijtips Rijden met een hybrideauto ... 281
Rijden in de winter.................. 283
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 159 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
Page 162 of 590

160
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
4-1.Voordat u gaat rijden
■Starten van het hybridesysteem
Blz. 173, 175
■Rijden
1 Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in stand D.
(Blz. 181)
2 Deactiveer de parkeerrem wanneer
deze in de stand voor handmatige
bediening staat. ( Blz. 184)
3 Laat het rempedaal geleidelijk
opkomen en trap langzaam het gas-
pedaal in om de auto in beweging te
brengen.
■Tot stilstand brengen van de auto
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in.
2 Activeer indien nodig de parkeer-
rem.
Zet de selectiehendel in stand P als er gedu-
rende langere tijd wordt gestopt. ( Blz. 181)
■Parkeren van de auto
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in om
de auto volledig tot stilstand te bren-
gen.
2 Activeer de parkeerrem ( Blz. 184)
en zet de selectiehendel in stand P.
( Blz. 181)
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3 Zet het contact UIT om het hybri-
desysteem uit te schakelen. 4
Laat het rempedaal langzaam opko-
men.
5 Vergrendel de portieren nadat u
gecontroleerd hebt of u de sleutel
bij u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling indien
nodig wielblokken.
■Wegrijden op een steile helling
omhoog
1 Activeer de parkeerrem en zet de
selectiehendel in stand D.
2 Trap het gaspedaal geleidelijk in.
3 Deactiveer de parkeerrem.
■Rijden met een gunstig brandstofver-
bruik
Houd er rekening mee dat hybrideauto's ver-
gelijkbaar zijn met conventionele auto's en
dat het belangrijk is dat u niet plotseling acce-
lereert, enz. ( Blz. 281)
■Rijden in de regen
●Rijd voorzichtig als het regent, omdat het
zicht dan minder is, de ruiten beslagen
kunnen zijn en de weg glad kan zijn.
●Rijd extra voorzichtig wanneer het begint
te regenen, de weg kan dan immers bij-
zonder glad zijn.
●Matig uw snelheid bij het rijden in de
regen, tussen band en wegdek kan er zich
dan immers een waterfilm vormen die het
sturen en remmen kan bemoeilijken.
■Beperken van het vermogen van het
hybridesysteem (Brake Override-sys-
teem)
●Wanneer het gaspedaal en rempedaal
gelijktijdig worden ingetrapt, wordt het ver-
mogen van het hybridesysteem mogelijk
beperkt.
●Er wordt een waarschuwingsmelding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay ter-
wijl het systeem in werking is.
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden de
onderstaande procedures:
Rijprocedure
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 160 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
Page 163 of 590

161
4
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
■Begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal (Blz. 106, 112)
Milieuvriendelijk rijden is gemakkelijker te
realiseren door in de zone ECO-acceleratie
te blijven. Verder is het door binnen de zone
ECO-acceleratie te blijven gemakkelijker om
een goede ECO-score te behalen.
●Bij het wegrijden:
Trap, terwijl u binnen de zone ECO-accelera-
tie blijft, het gaspedaal geleidelijk in en acce-
lereer tot aan de gewenste snelheid. Door
niet overmatig snel te accelereren, kan er
een goede ECO-score voor het wegrijden
worden behaald.
●Tijdens het rijden:
Laat, nadat u de gewenste snelheid hebt
bereikt, het gaspedaal los en rijd met een
constante snelheid binnen de zone ECO-
acceleratie. Door binnen de zone ECO-acce-
leratie te blijven, kan er een goede ECO-
score voor het rijden met constante snelheid
worden behaald.
●Bij het tot stilstand brengen van de auto:
Door bij het decelereren het gaspedaal
vroegtijdig los te laten, kan er een goede
ECO-score voor het tot stilstand brengen van
de auto worden behaald.
■Inrijden van uw nieuwe Toyota
Voor een maximale levensduur van de auto
adviseren wij rekening te houden met onder-
staande aanwijzingen:
●De eerste 300 km:
Voorkom plotseling sterk afremmen.
●De eerste 800 km:
Rijd niet met een aanhangwagen. (alleen
auto's met trekhaakpakket)
●De eerste 1.000 km:
• Rijd niet met extreem hoge snelheden.
• Vermijd plotseling sterk accelereren.
• Rijd niet langdurig met een constante snel- heid.
■Rijden in het buitenland
Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in het
desbetreffende land geldende wettelijke
voorschriften en controleer of de juiste brand-
stof verkrijgbaar is. ( Blz. 422)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg hebben.
■Bij het starten van de auto
Houd het rempedaal altijd ingetrapt als de
auto stilstaat en het controlelampje
READY brandt. Dit voorkomt kruipen van
de auto.
■Tijdens het rijden
●Zorg ervoor dat u, voordat u wegrijdt,
blindelings het gas- en rempedaal kunt
vinden.
• Als u per ongeluk in plaats van het rem- pedaal het gaspedaal intrapt, zal de
auto onverwacht accelereren, wat een
ongeval tot gevolg kan hebben.
• Bij het achteruitrijden draait u wellicht uw lichaam, waardoor het bedienen van
de pedalen moeilijk wordt. Zorg dat u de
pedalen altijd goed kunt bedienen.
• Zorg dat u altijd in de juiste houding achter het stuur zit, ook als de auto
maar kort hoeft te rijden. Zo kunt u rem-
en gaspedaal goed bedienen.
• Trap het rempedaal met uw rechtervoet in. Wanneer u het rempedaal met uw
linkervoet intrapt, kan in een noodgeval
uw reactie vertraagd worden, waardoor
een ongeval kan ontstaan.
●De bestuurder moet extra goed letten
op voetgangers als de auto alleen wordt
aangedreven door de elektromotor
(tractiemotor). Aangezien er geen
motorgeluiden zijn, kunnen voetgangers
de beweging van de auto misschien
onjuist inschatten.
●Rijd niet met de auto over licht ontvlam-
bare materialen en parkeer de auto ook
niet in de buurt van dergelijke materialen.
Het uitlaatsysteem en de uitlaatgassen
kunnen zeer heet worden. Deze hete
onderdelen kunnen brand veroorzaken
als er licht ontvlambaar materiaal aanwe-
zig is.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 161 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
Page 164 of 590

162
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
WAARSCHUWING
●Schakel het hybridesysteem tijdens nor-
maal rijden niet uit. Door het uitschake-
len van het hybridesysteem tijdens het
rijden verliest u niet de controle over het
stuurwiel of de remmen. De stuurbe-
krachtiging werkt echter niet meer. Hier-
door zal het sturen veel zwaarder gaan
dan normaal. Zet in dat geval de auto
aan de kant zodra dit veilig kan.
In geval van nood, bijvoorbeeld als de
auto onmogelijk op de normale manier
tot stilstand kan worden gebracht:
Blz. 366
●Rem bij het afdalen van een steile hel-
ling af op de motor (schakelstand B) om
een veilige snelheid te bewaren.
Het continu gebruiken van de remmen
kan leiden tot oververhitting en een ver-
minderde remwerking. ( Blz. 181)
●Verstel het stuurwiel, de stoel en de bin-
nen- en buitenspiegels niet tijdens het
rijden.
Als u dat wel doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen.
●Controleer altijd of alle passagiers hun
armen, hoofd en andere lichaamsdelen
binnen de auto houden.
■Rijden op glad wegdek
●Door plotseling remmen, accelereren en
sturen kunnen de banden hun grip ver-
liezen, met controleverlies tot gevolg.
●Door plotseling accelereren, afremmen
op de motor als gevolg van schakelen,
of wijzigingen in het motortoerental kan
de auto in een slip raken.
●Trap, nadat u door een plas bent gere-
den, het rempedaal lichtjes in om ervoor
te zorgen dat de remmen goed werken.
Door natte remblokken kan de remwer-
king afnemen. Remmen die aan één kant
van de auto nat zijn en niet goed werken,
kunnen de besturing bemoeilijken.
■Bedienen van de selectiehendel
●Laat de auto niet achteruit rollen als een
van de vooruitversnellingen is ingescha-
keld of vooruit rollen terwijl de selectie-
hendel in stand R staat.
Als u dit toch doet, kan een ongeval of
schade aan de auto het gevolg zijn.
●Zet de selectiehendel tijdens het rijden
niet in stand P.
Als u dat wel doet, kan er schade aan
de transmissie ontstaan waardoor u de
controle over de auto kunt verliezen.
●Zet de selectiehendel tijdens het voor-
uitrijden niet in stand R.
Als u dat wel doet, kan er schade aan
de transmissie ontstaan waardoor u de
controle over de auto kunt verliezen.
●Zet de selectiehendel tijdens het achter-
uitrijden niet in een vooruitversnelling.
Als u dat wel doet, kan er schade aan
de transmissie ontstaan waardoor u de
controle over de auto kunt verliezen.
●Als u tijdens het ri jden de selectiehendel
in stand N zet, wordt het hybridesys-
teem uitgeschakeld. Er kan niet op de
motor worden afgeremd als het hybri-
desysteem is uitgeschakeld.
●Zet de selectiehendel niet in een andere
stand als het gaspedaal is ingetrapt. Als
de selectiehendel in een andere stand
dan P of N wordt gezet, kan de auto
onverwacht snel accelereren, waardoor
een ongeval en dodelijk of ernstig letsel
kunnen ontstaan.
■Als u een piepend of krassend geluid
hoort (remblokslijtage-indicatoren)
Laat de remblokken zo snel mogelijk nakij-
ken en indien nodig vervangen door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
De remschijven kunnen beschadigd raken
als de remblokken niet op tijd worden ver-
vangen.
Het rijden met een auto waarvan de rem-
blokken en/of de remschijven de slijtageli-
miet hebben overschreden, is gevaarlijk.
■Bij stilstaande auto
●Trap het gaspedaal niet onnodig in.
Als de selectiehendel in een andere
stand dan P of N staat, kan de auto
onverwacht in beweging komen, waar-
door er een ongeval kan ontstaan.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 162 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
Page 165 of 590

163
4
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
WAARSCHUWING
●Voorkom het ontstaan van ongevallen
door het wegrollen van de auto, houd
altijd het rempedaal ingetrapt zolang het
controlelampje READY brandt en acti-
veer de parkeerrem indien nodig.
●Voorkom voor- of achteruitrollen van de
auto bij stoppen op een helling, waar-
door een ongeval kan ontstaan: trap
altijd het rempedaal in en activeer de
parkeerrem indien nodig.
●Voorkom dat de motor met een te hoog
toerental draait.
Als de motor met een hoog toerental
draait terwijl de auto stilstaat, kan het
uitlaatsysteem oververhit raken, het-
geen brand kan veroorzaken als er
brandbaar materiaal aanwezig is.
■Als de auto geparkeerd is
●Laat geen brillen, aanstekers, spuitbus-
sen of blikken frisdrank in de auto liggen
als deze in de zon geparkeerd staat.
Dit kan resulteren in het volgende:
• Een aansteker of spuitbus kan gas gaan lekken, waardoor brand kan ontstaan.
• De temperatuur in de auto kan zo hoog oplopen dat kunststof brillenglazen en
kunststof monturen kunnen vervormen
of barsten.
• Blikjes frisdrank kunnen openbarsten, waardoor de inhoud in het interieur
terechtkomt. Bovendien kan de vloeistof
kortsluiting in de elektrische componen-
ten van de auto veroorzaken.
●Laat geen aanstekers achter in de auto.
Als een aansteker in het dashboard-
kastje of op de vloer ligt, kan deze per
ongeluk gaan branden als er bagage
wordt geplaatst of een stoel wordt afge-
steld en brand veroorzaken.
●Plak geen parkeerschijven op de voor-
ruit of andere ruiten. Plaats geen reser-
voirs zoals luchtverfrissers op het instru-
mentenpaneel of dashboard. Deze par-
keerschijven of re servoirs kunnen als
een lens werken en brand veroorzaken
in de auto.
●Laat geen portier of ruit open als het
gebogen glas van naastliggende gebou-
wen voorzien is van een gemetalli-
seerde film, bijvoorbeeld een zilverkleu-
rige folie. Weerkaatst zonlicht kan van
het glas een lens maken en brand ver-
oorzaken.
●Activeer altijd de parkeerrem, zet de
selectiehendel in stand P, schakel het
hybridesysteem uit en vergrendel de
auto.
Laat uw auto niet onbeheerd achter als
het hybridesysteem in werking is.
Als de auto is geparkeerd met de selec-
tiehendel in stand P, terwijl de parkeer-
rem niet is geactiveerd, zou de auto in
beweging kunnen komen, wat kan lei-
den tot een ongeval.
●Raak de uitlaatpijp niet aan als het con-
trolelampje READY brandt of direct na
het uitschakelen v an het hybridesys-
teem.
Anders kunt u brandwonden oplopen.
■Als u even gaat slapen in de auto
Schakel altijd het hybridesysteem uit.
Anders zou u per ongeluk de selectiehen-
del kunnen verplaatsen of het gaspedaal
in kunnen trappen, waardoor een ongeval
zou kunnen ontstaan of het hybridesys-
teem oververhit zou kunnen raken en
brand kan ontstaan. Verder kunnen uitlaat-
gassen in een slecht geventileerde omge-
ving in de auto terechtkomen, wat kan lei-
den tot de dood of ernstig gevaar voor de
gezondheid.
■Bij het remmen
●Rijd voorzichtiger wanneer de remmen
nat zijn.
De remweg neemt toe als de remmen
nat zijn en bovendien kan vocht ertoe
leiden dat de ene kant van de auto ster-
ker afgeremd wordt dan de andere kant.
Ook de werking van de parkeerrem kan
door vocht in negatieve zin beïnvloed
worden.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 163 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
Page 166 of 590

164
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
WAARSCHUWING
●Rijd niet te dicht achter een andere auto
als het elektronisch geregelde remsys-
teem niet werkt en vermijd afdalingen
en scherpe bochten die afremmen
noodzakelijk maken.
In dit geval kan de auto nog wel worden
afgeremd, maar moet er een grotere
kracht op het rempedaal worden uitge-
oefend dan normaal. De remweg zal
ook langer zijn. Laat uw remmen onmid-
dellijk repareren.
●Het remsysteem bestaat uit 2 of meer
afzonderlijke hydraulische systemen:
als een van de systemen uitvalt, werkt
het andere systeem/werken de andere
systemen nog wel. In dat geval moet het
rempedaal krachtiger worden ingetrapt
dan gewoonlijk en neemt ook de rem-
weg toe. Laat uw remmen onmiddellijk
repareren.
■Als de auto vast komt te zitten
Laat de wielen niet overmatig doorslippen
als een aangedreven wiel los van de grond
komt of als de auto vastzit in bijvoorbeeld
zand of modder. Anders kunnen de onder-
delen van het aandrij fsysteem beschadigd
raken en kan de auto plotseling naar voren
of achteren schieten en een ongeval ver-
oorzaken.
OPMERKING
■Tijdens het rijden
●Trap tijdens het rijden niet tegelijkertijd
het gaspedaal en het rempedaal in,
anders neemt het vermogen van het
hybridesysteem mogelijk af.
●Gebruik het gaspedaal niet om de auto
op een helling op zijn plaats te houden
en trap daartoe ook niet het rempedaal
en het gaspedaal gelijktijdig in.
■Bij het parkeren
Activeer altijd de parkeerrem en zet de
selectiehendel altijd in stand P. Anders kan
de auto onverwachts accelereren als het
gaspedaal per ongeluk wordt ingetrapt.
■Vermijd schade aan onderdelen van
de auto
●Draai het stuurwiel niet gedurende lan-
gere tijd in een van beide richtingen
tegen de aanslag aan.
Anders kan schade aan de stuurbe-
krachtigingsmotor ontstaan.
●Rijd zo langzaam mogelijk over oneffen-
heden in de weg om schade aan de wie-
len, de onderzijde van de auto, enz. te
vermijden.
■Als u tijdens het rijden een lekke
band krijgt
Een lekke of beschadigde band kan leiden
tot de onderstaande situaties. Houd het
stuurwiel stevig vast en trap het rempe-
daal geleidelijk in om de auto tot stilstand
te brengen.
●Het kan moeilijk zijn om de auto onder
controle te houden.
●De auto kan abnormale geluiden maken
of trillen.
●De auto kan abnormaal gaan overhellen.
Informatie over wat u moet doen in het
geval van een lekke band ( Blz. 386,
396)
■Overstroomde wegen
Rijd niet op wegen die na zware regenval
e.d. zijn overstroomd. Indien u dat toch
doet, kan de auto hierdoor ernstig worden
beschadigd.
●Motor slaat af
●Kortsluiting in elektrische componenten
●Motorschade door onderdompeling in
water
Na het rijden op een overstroomde weg of
als de auto vast is komen te zitten in mod-
der of zand, moet het volgende worden
nagekeken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige:
●Remwerking
●Veranderingen in het peil en de kwaliteit
van de olie en vloeistoffen voor de
motor, de hybridetransmissie, enz.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 164 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
Page 167 of 590

165
4
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
Wanneer de onderstaande ongewone
bediening plaatsvindt terwijl het gaspe-
daal wordt ingetrapt, wordt het vermo-
gen van het hybridesysteem mogelijk
beperkt.
• Als de selectiehendel in stand R
*
wordt gezet.
• Wanneer de selectiehendel vanuit stand P of R in een andere stand
voor vooruitrijden, zoals stand D
*,
wordt gezet.
Als het systeem ingeschakeld wordt,
verschijnt er een melding op het multi-
informatiedisplay. Lees de boodschap
en volg de instructie op.
*: Afhankelijk van de situatie is het wellicht niet mogelijk om de selectiehendel in een
andere stand te zetten.
■Wegrijregeling
Wanneer de TRC wordt uitgeschakeld
( Blz. 277), werkt ook de wegrijregeling niet.
Als het u niet lukt om met behulp van de weg-
rijregeling weg te rijden in modder of op verse
sneeuw, deactiveer dan de TRC ( Blz. 277),
zodat de auto in zo'n geval makkelijker weg-
rijdt.
OPMERKING
●Smering van de lagers en de wielophan-
ging (indien mogelijk) en de werking van
alle koppelingen, lagers, enz.
Wegrijregeling
Lading en bagage
Lees onderstaande informatie
over voorzorgsmaatregelen, laad-
vermogen en belading zorgvuldig
door:
WAARSCHUWING
■Zaken die niet in de bagageruimte
vervoerd mogen worden
De volgende zaken kunnen brand veroor-
zaken als ze in de bagageruimte vervoerd
worden:
●Jerrycans met benzine
●Spuitbussen
■Voorzorgsmaatregelen bij opbergen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ertoe leiden dat de peda-
len niet goed kunnen worden ingetrapt, dat
het zicht van de bestuurder wordt gehin-
derd of dat de bestuurder of passagiers
door voorwerpen geraakt worden, wat een
ongeval kan veroorzaken.
●Vervoer lading en bagage indien moge-
lijk altijd in de bagageruimte.
●Stapel bagage in de bagageruimte nooit
hoger dan de rugleuningen.
●Plaats als u de achterstoelen neerklapt
geen lange voorwerpen direct achter de
voorstoelen.
●Leg geen lading of bagage op de vol-
gende plaatsen:
• In de voetenruimte bij de bestuurder
• Op de voorpassagiersstoel of de achter- stoelen (als er goederen op elkaar
gestapeld worden)
• Op de bagageafdekking
• Op het instrumentenpaneel
• Op het dashboard
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 165 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
Page 168 of 590

166
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
WAARSCHUWING
●Zorg dat alle voorwerpen die zich in het
passagierscompartiment bevinden, zijn
opgeborgen of vastgezet.
●Sta nooit toe dat er personen in de
bagageruimte meerijden. De bagage-
ruimte is niet ontworpen om personen te
vervoeren. Personen dienen plaats te
nemen op een zitplaats en een gordel
op de juiste manier om te doen.
■Lading en gewichtsverdeling
●Overlaad uw auto niet.
●Verdeel het gewicht gelijkmatig.
Een onjuiste belading kan de besturing
en de remwerking in negatieve zin beïn-
vloeden, waardoor een ongeval met
dodelijk of ernstig letsel zou kunnen ont-
staan.
Rijden met een
aanhangwagen (auto's
zonder trekhaakpakket;
inclusief Réunion)
Toyota adviseert u niet met een
aanhangwagen te rijden.
Toyota adviseert u bovendien
geen trekhaak te laten monteren
voor het gebruik van bijvoorbeeld
een fietsendrager. Uw auto is niet
ontworpen voor het rijden met een
aanhangwagen of het gebruik van
op de trekhaak bevestigde fietsen-
dragers en dergelijke.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 166 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM