Page 337 of 590

335
6
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
●In de volgende situaties kunnen de presta-
ties worden beïnvloed.
• In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of elektromag-
netische velden aanwezig zijn.
• Als u een draagbare radio, mobiele tele- foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiemiddel bij u draagt.
●Wanneer de auto geparkeerd is, kan het
langer duren voordat de waarschuwing
verschijnt of verdwijnt.
●Wanneer de bandenspanning snel daalt,
zoals bij een klapband, dan verschijnt de
waarschuwing mogelijk niet.
■Waarschuwingen bandenspannings-
waarschuwingssysteem
De eventuele waarschuwing van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem is geba-
seerd op de rijomstandigheden. Daarom laat
het systeem mogelijk zelfs een waarschu-
wing zien wanneer de bandenspanning niet
laag genoeg is of wanneer de druk hoger is
dan de druk die was ingesteld tijdens het initi-
aliseren van het systeem.
Bij het vervangen van banden of velgen
moeten de bandenspanningssensoren
en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssenso-
ren en -zenders geplaatst worden,
moeten de identificatiecodes van deze
componenten worden geregistreerd in
de bandenspanningswaarschuwings-
systeem-ECU en moet het banden-
spanningswaarschuwingssysteem wor-
den geïnitialiseerd. Laat de identifica-
tiecodes van de
bandenspanningssensoren en -zenders
registreren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige. ( Blz. 338)
■Vervangen van banden en velgen
Als de identificatiecode van de bandenspan-
ningssensor en -zender niet is geregistreerd,
werkt het bandenspanningswaarschuwings-
systeem niet correct. Na ongeveer 10 minu-
ten rijden gaat het waarschuwingslampje
lage bandenspanning gedurende 1 minuut
knipperen en het blijft daarna branden om
aan te geven dat er een storing in het sys-
teem aanwezig is.
Plaatsen van bandenspannings-
sensoren en -zenders
OPMERKING
■Repareren of vervangen van banden,
velgen, bandenspanningssensoren, -
zenders en ventieldopjes
●Neem voor het verwijderen en plaatsen
van wielen, banden of bandenspan-
ningssensoren en -zenders contact op
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige omdat de bandenspan-
ningssensoren en -zenders beschadigd
kunnen raken als er niet voorzichtig
mee wordt omgegaan.
●Vergeet niet de dopjes weer op de ven-
tielen aan te brengen. Als de ventieldop-
jes niet geplaatst worden, dan kan er
water in de bandenspanningssensoren
terechtkomen en kunnen ze vast gaan
zitten.
●Vervang ventieldopjes alleen door het
voorgeschreven type ventieldopje.
Anders kunnen de dopjes vast komen te
zitten.
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang bij het vervangen
van de band de bandenspanningssensor
en -zender. ( Blz. 335)
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 335 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
Page 338 of 590

336
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
■Het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem moet worden geïni-
tialiseerd onder de volgende
omstandigheden:
Verwisselen van voor- en achterwie-
len met een verschillende banden-
spanning.
Als de bandenmaat wordt aangepast.
Als de bandenspanning wordt gewij-
zigd (bijvoorbeeld wanneer de rijs-
nelheid of de belading verandert).
Wisselen tussen twee sets geregis-
treerde wielen.
Als het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem wordt geïnitialiseerd,
wordt de actuele bandenspanning als
referentiespanning beschouwd.
■Initialiseren van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem
1 Breng de auto op een veilige plaats
tot stilstand, zet het contact UIT,
wacht gedurende ten minste onge-
veer 15 minuten en voer de proce-
dure uit.
2 Breng de banden op de voorge-
schreven spanning bij koude ban-
den. ( Blz. 426)
Breng de banden op de voorgeschreven
spanning voor de banden in koude toestand.
Deze spanning vormt de referentiespanning
voor het bandenspanningswaarschuwings-
systeem.
3Zet het contact AAN.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer
de auto rijdt.
4Druk op / (verticaal display)
of / (horizontaal display)
van de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel en selecteer
.
5 Druk op / (verticaal display)
of / (horizontaal display) om
“Vehicle Settings” (voertuiginstellin-
gen) te selecteren en houd vervol-
gens ingedrukt.
6 Druk op / om “TPWS set-
ting” (instelling TPWS) te selecteren
en druk vervolgens op .
7 Druk op / om “Setting Pres-
sure” (druk instellen) te selecteren.
Houd vervolgens ingedrukt tot
het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning 3 keer knippert.
Vervolgens wordt er een melding weergege-
ven op het multi-informatiedisplay. “--” wordt
op het multi-informatiedisplay weergegeven
voor de bandenspanning van elke band ter-
wijl de initialisatie wordt uitgevoerd.
Initialiseren van het
bandenspannings-
waarschuwingssysteem
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 336 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
Page 339 of 590

337
6
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
8Rijd rechtuit (met zo min mogelijk
bochten naar links en rechts) met
een snelheid van ten minste onge-
veer 40 km/h gedurende ongeveer
10 tot 30 minuten.
Zelfs als er niet wordt gereden met een snel-
heid van ongeveer 40 km/h of hoger, kan de
initialisatie worden voltooid als er gedurende
langere tijde met de auto wordt gereden.
Parkeer de auto op een veilige plaats gedu-
rende ongeveer 15 minuten als de initialisa-
tie na 1 uur of langer rijden niet is voltooid en
rijd vervolgens nogmaals met de auto met
het contact AAN. ( Blz. 339)
■Initialisatieprocedure
●Voer de initialisatie uit na het op spanning
brengen van de banden.
Zorg er daarnaast voor dat de banden
koud zijn bij de initialisatie en bij het aan-
passen van de bandenspanning.
●Als u het contact tijdens de initialisatie per
ongeluk UIT hebt gezet, dan is het niet
noodzakelijk de resettoets in te drukken,
omdat de initialisatie automatisch herstart
wordt wanneer het contact de volgende
keer AAN wordt gezet.
●Als u per ongeluk de resettoets indrukt
wanneer initialiseren niet nodig is, breng
de banden dan op de juiste spanning wan-
neer ze koud zijn en voer opnieuw de initi-
alisatie uit.
●Als tijdens het bepalen van de positie van
elke band, waarbij de bandenspanningen
niet worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay, de spanning in een band
daalt, gaat het waarschuwingslampje lage
bandenspanning branden.
■Als het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem niet goed is geïnitiali-
seerd
●In de onderstaande situaties duurt het vol-
tooien van de initialisatie mogelijk langer
dan gebruikelijk of is initialisatie niet moge-
lijk. (Normaal gesproken moet er gedu-
rende ongeveer 10 tot 30 minuten met de
auto worden gereden om de initialisatie te
voltooien.) Rijd nog een poosje door als de
initialisatie na ongeveer 30 minuten nog
niet is voltooid.
• Het voltooien van de initialisatie duurt mogelijk langer als er met de auto over een
onverharde weg wordt gereden. • Als er tijdens de initialisatie achteruit wordt
gereden, worden de tijdens de initialisatie
verzamelde gegevens gewist en duurt het
langer dan gebruikelijk voordat de initiali-
satie is voltooid.
• Als er met de auto in druk verkeer wordt gereden of in een andere situatie waarbij
andere auto's vlakbij u rijden, duurt het
mogelijk een poosje voordat het systeem
de bandenspanningssensoren en -zenders
van uw auto herkent.
Parkeer de auto op een veilige plaats gedu-
rende ongeveer 20 minuten als de initialisatie
na ongeveer 1 uur rijden niet is voltooid en
rijd vervolgens nogmaals met de auto.
●In de volgende situaties wordt de initialisatie
niet gestart of is de initialisatie niet goed
voltooid en werkt he t systeem niet goed.
Voer de initialisatieprocedure nogmaals uit.
• Als het waarschuwingslampje lage ban- denspanning niet 3 keer knippert wanneer
wordt geprobeerd om de initialisatie te
starten.
• Als het waarschuwingslampje lage ban- denspanning gedurende ongeveer 1
minuut knippert en vervolgens blijft bran-
den wanneer er na de initialisatie gedu-
rende ongeveer 20 minuten met de auto is
gereden.
●Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de initialisatie
niet kan worden voltooid na het uitvoeren
van de bovenstaande procedure.
WAARSCHUWING
■Bij het initialiseren van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem
Initialiseer het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem niet zonder eerst de
banden op de voorgeschreven spanning te
brengen. Anders kan het voorkomen dat
het waarschuwingslampje voor de lage
bandenspanning niet gaat branden terwijl
de bandenspanning te laag is, of wel gaat
branden terwijl de bandenspanning in orde
is.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 337 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
Page 340 of 590

338
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
De bandenspanningssensoren en -zen-
ders zijn voorzien van een unieke iden-
tificatiecode. Bij het vervangen van een
bandenspanningssensor en -zender is
het noodzakelijk om de identificatie-
code te registreren.
De identificatiecodes kunnen worden
geregistreerd via van het multi-
informatiedisplay.
Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand, wacht gedurende ten minste
ongeveer 15 minuten en voer de proce-
dure uit.
1Druk op / (verticaal display)
of / (horizontaal display)
van de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel en selecteer
.
2 Druk op / (verticaal display)
of / (horizontaal display) om
“Vehicle Settings” (voertuiginstellin-
gen) te selecteren en druk vervol-
gens op .
3 Druk op / om “TPWS set-
ting” (instelling TPWS) te selecteren
en druk vervolgens op . 4
Druk op / om “Identifying
Each Wheel & Position” (elk wiel en
elke positie vastst ellen) te selecte-
ren. Houd vervolgens inge-
drukt tot het waarschuwingslampje
lage bandenspanning 3 keer lang-
zaam knippert.
Vervolgens wordt er een melding weergege-
ven op het multi-informatiedisplay.
Als de registratie wordt uitgevoerd, gaat het
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning gedurende ongeveer 1 minuut knippe-
ren en blijft het vervolgens branden. -- wordt
op het multi-informatiedisplay weergegeven
voor de bandenspanning van elke band.
5 Rijd rechtuit (met zo min mogelijk
bochten naar links en rechts) met
een snelheid van ten minste onge-
veer 40 km/h gedurende ongeveer
10 tot 30 minuten.
De registratie is voltooid wanneer het waar-
schuwingslampje lage bandenspanning
dooft en de bandenspanning van elke band
wordt weergegeven op het multi-informatie-
display.
De registratie duurt in bepaalde gevallen
mogelijk langer dan ongeveer 1 uur, bijvoor-
beeld wanneer de auto gedurende langere
tijd heeft stilgestaan voor verkeerslichten,
enz. ( Blz. 339)
Initialiseer het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem nadat u de identificatiecodes
hebt geregistreerd. ( Blz. 336)
Registreren van identificatie-
codes
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 338 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
Page 341 of 590

339
6
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
■Bij het registreren van identificatiecodes
●Controleer voordat u de identificatiecode-
registratie uitvoert of er zich geen velgen
met bandenspanningssensoren en -zen-
ders in de buurt van de auto bevinden.
●Initialiseer het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem nadat u de identificatieco-
des hebt geregistreerd. Als het systeem is
geïnitialiseerd voordat de identificatieco-
des zijn geregistreerd, zijn de geïnitiali-
seerde waarden ongeldig.
●De banden zijn na het voltooien van de
registratie warm. Laat daarom de banden
afkoelen voordat u de initialisatie uitvoert.
■Annuleren van de identificatiecodere-
gistratie
●Bedien het multi-informatiedisplay en
selecteer “Identifying Each Wheel & Posi-
tion” (elk wiel en elke positie vaststellen)
om de identificatiecoderegistratie na het
starten te annuleren. ( Blz. 338)
●Als de identificatiecoderegistratie is gean-
nuleerd, knippert het waarschuwings-
lampje lage bandenspanning gedurende
ongeveer 1 minuut wanneer het contact
AAN wordt gezet en blijft vervolgens bran-
den. Het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem werkt wanneer het waar-
schuwingslampje lage bandenspanning
dooft.
●Als het waarschuwingslampje zelfs na
enkele minuten niet uitgaat, is de identifi-
catiecoderegistratie mogelijk niet goed
geannuleerd. Start de identificatiecodere-
gistratieprocedure nogmaals om de regis-
tratie te annuleren en zet het contact vóór
het rijden UIT.
■Als identificatiecodes niet goed zijn
geregistreerd
●In de onderstaande situaties duurt de iden-
tificatiecoderegistrati e mogelijk langer dan
gebruikelijk of is registratie niet mogelijk.
(Normaal gesproken moet er gedurende
ongeveer 10 tot 30 minuten met de auto
worden gereden om de identificatiecodere-
gistratie te voltooien.)
Rijd nog een poosje door als de identifica-
tiecoderegistratie na ongeveer 30 minuten
rijden nog niet is voltooid.
• Het voltooien van de registratie duurt mogelijk langer dan gebruikelijk als er met
de auto over een onverharde weg wordt
gereden. • Als er tijdens de regi
stratie achteruit wordt
gereden, worden de tijdens de registratie
verzamelde gegevens gewist en duurt het
langer dan gebruikelijk voordat de registra-
tie is voltooid.
• Als er met de auto in druk verkeer wordt gereden of in een andere situatie waarbij
andere auto's vlakbij u rijden, duurt het
mogelijk een poosje voordat het systeem
de bandenspanningssensoren en -zenders
van uw auto herkent.
• Als er zich in of vlakbij de auto een velg met een gemonteerde bandenspannings-
sensor en -zender bevindt, is de registratie
van de identificatiecodes voor de gemon-
teerde velgen wellicht niet mogelijk.
Parkeer de auto op een veilige plaats gedu-
rende ongeveer 20 minuten als de identifica-
tiecoderegistratie na ongeveer 1 uur rijden
niet is voltooid en voer vervolgens de identifi-
catiecoderegistratieprocedure nogmaals uit.
●In de volgende situaties wordt de identifi-
catiecoderegistratie niet gestart of is de
registratie niet goed voltooid en werkt het
systeem niet goed. Voer de identificatieco-
deregistratieprocedure nogmaals uit.
• Als het waarschuwingslampje lage ban- denspanning niet 3 keer langzaam knip-
pert wanneer wordt geprobeerd om de
identificatiecoderegistratie te starten.
• Als het waarschuwingslampje lage ban- denspanning gedurende ongeveer 1
minuut knippert en vervolgens blijft bran-
den wanneer er na de identificatiecodere-
gistratie gedurende ongeveer 10 minuten
met de auto is gereden.
●Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de identificatie-
coderegistratie niet kan worden voltooid na
het uitvoeren van de bovenstaande proce-
dure.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 339 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
Page 342 of 590

340
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Uw auto is uitgerust met een banden-
spanningswaarschuwingssysteem
waarmee door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige identificatie-
codes kunnen worden geregistreerd
voor een tweede wielenset, bijvoor-
beeld een set winterbanden.
Na registratie van de tweede wielenset
kan een van deze twee sets worden
geselecteerd voor gebruik met het ban-
denspanningswaarschuwingssysteem.
■Bedrijfscondities voor de functie
Deze functie voert de wijzigen van
de wielenset alleen uit als een
tweede wielenset is geregistreerd.
Als er geen tweede wielenset is
geregistreerd, wordt er niets gewij-
zigd wanneer deze functie in het
menu wordt geselecteerd.
Alleen een wijziging tussen beide
geregistreerde wielensets is moge-
lijk. De wielensets kunnen niet wor-
den gemengd.
■Wijzigen van wielenset
1 Laat de gewenste wielenset onder
de auto monteren.
2 Druk op / (verticaal display)
of / (horizontaal display)
van de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel en selecteer
. 3
Druk op / (verticaal display)
of / (horizontaal display) om
“Vehicle Settings” (voertuiginstellin-
gen) te selecteren en druk vervol-
gens op .
4 Druk op / om “TPWS set-
ting” (instelling TPWS) te selecteren
en druk vervolgens op .
5 Druk op / om “Identifying
Each Wheel & Position” (elk wiel en
elke positie vastst ellen) te selecte-
ren. Houd vervolgens inge-
drukt tot het waarschuwingslampje
lage bandenspanning 3 keer lang-
zaam knippert. Gaat branden nadat
het 1 minuut heeft geknipperd.
Na 2 minuten wordt de registratie van de
tweede bandenset uitgevoerd. Het waar-
schuwingslampje lage bandenspanning
dooft en -- wordt op het multi-informatiedis-
play weergegeven voor de bandenspanning
van elke band.
Wielenset selecteren
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 340 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
Page 343 of 590

341
6
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
6Initialiseer het bandenspannings-
waarschuwingssysteem.
(Blz. 336)
Wanneer de instellingen van de banden-
spanning van de gemonteerde band wijzi-
gen, moet de initialisatie worden uitgevoerd.
Bij een zelfde bandenspanning is initialisatie
niet nodig.
7 Rijd rechtuit (met zo min mogelijk
bochten naar links en rechts) met
een snelheid van ten minste onge-
veer 40 km/h gedurende ongeveer
10 tot 30 minuten.
De registratie van de tweede wielenset is
voltooid wanneer het waarschuwingslampje
lage bandenspanning dooft en de banden-
spanning van elke band wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay.
■Verklaringen voor het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem
Blz. 563
De bandenspanning staat vermeld op
het label op de portiersponning aan
bestuurderszijde, zoals aangegeven.
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturing
Bandenspanning
Zorg ervoor dat de banden de
juiste spanning hebben. De
bandenspanning moet ten minste
eenmaal per maand gecontroleerd
worden. Toyota beveelt u echter
aan de bandenspanning eens per
twee weken te controleren.
( Blz. 426)
Informatielabel
bandenspanning
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 341 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
Page 344 of 590

342
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
■Gevolgen van een onjuiste banden-
spanning
Het rijden met een onjuiste bandenspanning
kan de volgende gevolgen hebben:
●Een onveilige auto
●Beschadiging van de aandrijflijn
●Kortere levensduur van de banden als
gevolg van slijtage
●Hoger brandstofverbruik
●Verminderd rijcomfort en een slechte
handling
Als een band vaak moet worden opgepompt,
laat deze dan controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■Instructies voor het controleren van de
bandenspanning
Let bij het controleren van de bandenspan-
ning op het volgende:
●Controleer de bandenspanning alleen als
de banden koud zijn.
Als uw auto ten minste 3 uur heeft stilge-
staan of niet meer dan 1,5 km heeft gere-
den, kunt u de bandenspanning voor
koude banden correct aflezen.
●Gebruik altijd een bandenspanningsmeter.
Het is moeilijk te bepalen of een band de
juiste bandenspanning heeft op basis van
alleen het uiterlijk.
●Het is normaal dat de spanning van een
band na een rit is opgelopen aangezien
warmte wordt gegenereerd in de band.
Laat na het rijden geen lucht uit de banden
lopen om de spanning te verlagen.
●Verdeel de passagiers en het gewicht van
de bagage gelijkmatig over de auto.
WAARSCHUWING
■Een goede bandenspanning zorgt
voor een langere levensduur van de
banden
Houd de bandenspanning op de juiste
waarde.
Als de banden niet de juiste spanning heb-
ben, kunnen onderstaande zaken zich
voordoen. Dit kan leiden tot een ongeval
waarbij dodelijk of ernstig letsel kan ont-
staan.
●Overmatige slijtage
●Ongelijkmatige slijtage
●Slecht rijgedrag
●Mogelijke klapband door oververhitting
●Luchtlekkage tussen de band en velg
●Wielvervorming en/of beschadiging van
de band
●Groter risico op beschadiging van de
band tijdens het rijden (als gevolg van
voorwerpen op het wegdek, verbin-
dingsstukken of scherpe randen in het
wegdek, enz.)
OPMERKING
■Controleren en op de juiste spanning
brengen van de banden
Plaats na controle altijd de ventieldopjes.
Zonder de ventieldopjes kan er vuil en
vocht in het inwendige van de ventielen
doordringen. Hierdoor kan de afdichting in
gevaar komen, wat kan leiden tot een
lagere bandenspanning.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 342 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM