Page 209 of 256

27
Om problemen tijdens het afspelen of de
weergave te voorkomen, is het raadzaam om
bestandsnamen aan te maken met minder dan 20
tekens en zonder speciale tekens (bijv.: " ?.; ù).
Gebruik uitsluitend USB-toetsen met de
bestandsindeling FAT32 (File Allocation Table).Gebruik bij voorkeur de originele USB-
kabels van het externe apparaat.
CD-speler (afhankelijk van de uitrusting).
Om een gebrande CDR of CDRW te kunnen
afspelen moet bij het branden bij voorkeur
de standaard ISO 9660 niveau 1, 2 of de
standaard Joliet zijn geselecteerd.
Als de schijf met een andere standaard is
gebrand, kan hij mogelijk niet correct worden
afgespeeld.
Gebruik bij één disc altijd dezelfde standaard
voor het branden en selecteer bij het branden
altijd de laagste snelheid (maximaal 4x) voor
een optimale geluidskwaliteit.
Gebruik bij een multisessie- CD altijd de
standaard Joliet.
Telefoon
Koppelen van een
Bluetooth®-telefoon
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder
handelingen die de volle aandacht vragen,
zoals het koppelen van een Bluetooth-
telefoon aan het Bluetooth-handsfree
systeem van het audiosysteem, uitsluitend
uitvoeren bij stilstaande auto en
ingeschakeld contact.
Activeer de Bluetooth-functie van uw telefoon
en zorg er voor dat deze "zichtbaar is voor
iedereen" (configuratie van de telefoon).
Procedure via de telefoon
Selecteer de naam van het systeem
in de lijst van gedetecteerde
apparaten.
Accepteer op het systeem het verzoek om een
verbinding met de telefoon te maken.
Voltooien van het koppelen, ongeacht of
dit vanaf de telefoon of het systeem wordt
gedaan: controleer of de door het telefoon
en het systeem weergegeven code
identiek zijn.
Procedure via het systeem
Druk op Telefoon om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op " Bluetooth zoeken ".
Of Selecteer " Zoeken".
Er verschijnt een overzicht van de
waargenomen telefoon(s).
Als het koppelen niet is gelukt, wordt
geadviseerd de Bluetooth-functie van uw
telefoon even uit te zetten en opnieuw te
activeren. Selecteer de naam van de telefoon
in de lijst.
Verbinding delen
Het systeem stelt 3 verbindingsprofielen voor
de telefoon voor:
-
"Telefoon " (handsfree-set, uitsluitend
telefoon),
-
"Streaming " (streaming: draadloos
afspelen van audiobestanden van de
telefoon),
-
"Gegevens mobiel internet ".
.
CITROËN Connect Nav
Page 210 of 256

28
Selecteren van het profiel; "Gegevens
mobiel internet " is vereist voor online
navigatie, nadat u eerst op uw smartphone
het delen van de mobiele dataverbinding
hebt geactiveerd.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op " OK" om te bevestigen.
Afhankelijk van het type telefoon wordt u
gevraagd om de overdracht van uw contacten
en berichten wel of niet te accepteren.
Automatisch opnieuw verbinden
Als bij terugkomst in de auto de laatst
aangesloten telefoon weer in de auto
aanwezig is, wordt deze automatisch
herkend en binnen ongeveer 30
seconden
na het aanzetten van het contact is de
koppeling automatisch tot stand gebracht,
(Bluetooth ingeschakeld).
Wijzigen van het verbindingsprofiel: Druk op Telefoon om de
hoofdpagina weer te geven. Druk op de toets "
OPTIES" om de tweede
pagina weer te geven.
Selecteer " Blutooth-verbinding "
voor het weergeven van een lijst van
gekoppelde apparatuur.
Druk op de toets "details".
Selecteer één of meer profielen.
Druk op " OK" om te bevestigen.
De mogelijkheid van het systeem om maar
één profiel te koppelen, hangt af van de
telefoon.
Als dit niet mogelijk is, worden standaard alle
drie de verbindingsprofielen geselecteerd.
De beschikbaarheid van de diensten is
afhankelijk van het netwerk, de simkaart
en de compatibiliteit van de gebruikte
Bluetooth-apparaten. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van uw telefoon of
neem contact op met uw provider voor meer
informatie over de beschikbare functies.
Profielen die compatibel zijn met het
systeem: HFP, OPP, PBAP, A 2DP,
AVRCP, MAP en PAN. Kijk op de website van het merk voor meer
informatie (compatibiliteit, aanvullende
instructies, enz.).
Beheer van telefoonverbindingen
Met behulp van deze functie kan een apparaat
met het systeem worden verbonden of de
verbinding worden verbroken, en kan een
koppeling ongedaan worden gemaakt.
Druk op Telefoon
om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES" om de tweede
pagina weer te geven.
Selecteer " Blutooth-verbinding "
voor het weergeven van een lijst van
gekoppelde apparatuur.
Selecteer de naam van de telefoon
in de lijst om de koppeling ongedaan
te maken.
Druk er nogmaals op om de telefoon
weer te koppelen.
Verwijderen van een telefoon
Selecteer de prullenbak rechts
boven op het scherm om een
prullenbak naast de geselecteerde
telefoon weer te geven.
CITROËN Connect Nav
Page 211 of 256

29
Druk op de prullenbak naast de
geselecteerde telefoon om deze
telefoon te verwijderen.
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en wordt
er een pop-upvenster op het scherm geopend.Druk kort op de toets telefoon op het
stuur om het gesprek aan te nemen.
En Houd de toets
telefoon op het stuurwiel langer
ingedrukt om het gesprek te
weigeren.
Of Selecteer " Gesprek beëindigen " op
het touchscreen.
Bellen
Gebruik de telefoon bij voorkeur niet onder
het rijden.
Parkeer de auto.
Gebruik de toetsen op het stuur wiel om
te bellen.
Bellen van een nieuw
nummer
Druk op Telefoon om de
hoofdpagina weer te geven.
Voer het nummer in via het digitale
toetsenbord.
Druk op " Bellen" om het nummer te
bellen.
Bellen van een contact
Druk op Telefoon om de
hoofdpagina weer te geven.
Of houd de toets
op het stuurwiel langer ingedrukt.
Selecteer " Contact".
Selecteer het gewenste contact in de
weergegeven lijst. Selecteer " Bellen".
Bellen van een recent
gebruikt nummer
Druk op Telefoon om de
hoofdpagina weer te geven.
Of Houd de toets
op het stuurwiel langer ingedrukt.
Selecteer " Oproepen".
Selecteer het gewenste contact in de
weergegeven lijst.
U kunt altijd rechtstreeks met uw telefoon
bellen. Zet in dat geval de auto uit
veiligheidsoverwegingen stil.
Beheren van contacten/
items
Druk op Telefoon om de
hoofdpagina weer te geven.
Selecteer " Contact".
Selecteer " Aanmaken " om een
nieuw contact toe te voegen.
.
CITROËN Connect Nav
Page 212 of 256

30
Voer op het tabblad "Telefoon" de
telefoonnummers van het contact in.
Voer op het tabblad " Adres" de adresgegevens
van het contact in.
Voer op het tabblad " Email" de e-mailadressen
van het contact in.
Met de functie " Email" kunt u de
e-mailadressen van uw contacten
invoeren, maar u kunt met het systeem
geen e-mailberichten versturen.
Berichten beheren
Druk op Telefoon om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES" om de tweede
pagina weer te geven.
Selecteer " Berichten" om de
berichtenlijst weer te geven.
Selecteer het tabblad " Alle" of
" Ontvangen " of "Verzenden ".
Selecteer de detailweergave van het
bericht dat u in een van deze lijsten
hebt geselecteerd.
Druk op " Beantwoorden " om
een door het systeem opgesteld
snelbericht te versturen. Druk op "
Bellen" om het nummer te
bellen.
Druk op " Afspelen " om het bericht
te beluisteren.
De toegang tot " Berichten" is afhankelijk
van de compatibiliteit van de smartphone
met het systeem van de auto.
De benodigde tijd voor het ophalen van uw
berichten of e-mailberichten is afhankelijk
van de smartphone.
De beschikbaarheid van de diensten is
afhankelijk van het netwerk, de simkaart
en de compatibiliteit van de gebruikte
Bluetooth-apparaten.
Controleer in de handleiding van uw
smartphone en in de informatie van uw
provider over welke diensten u beschikt.
Snelberichten beheren
Druk op Telefoon om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES" om de tweede
pagina weer te geven.
Selecteer " SMS-berichten " om de
berichtenlijst weer te geven. Selecteer "
Te laat", "Aangekomen ",
" Niet beschikbaar " of "Overig " met
de mogelijkheid voor het aanmaken
van nieuwe berichten.
Druk op " Aanmaken " om een nieuw
bericht te schrijven.
Selecteer het bericht dat u in een
van deze lijsten hebt geselecteerd.
Druk op " Overbrengen " om de
ontvanger(s) te selecteren.
Druk op " Beluisteren " om het
bericht te beluisteren.
E-mailberichten beheren
Druk op Telefoon om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES" om de tweede
pagina weer te geven.
Selecteer " Email" om de
berichtenlijst weer te geven.
Selecteer het tabblad " Ontvangen"
of " Verzenden " of "Ongelezen ".
Selecteer het bericht dat u in een van deze
lijsten hebt geselecteerd.
CITROËN Connect Nav
Page 213 of 256

31
Configuratie
Audio-instellingen
Druk op Instellingen om de
hoofdpagina weer te geven.
Selecteer " Audio-instellingen ".
Selecteer " Equalizer".
Of
" Balans "
Of
" Geluid ".
Of
" Spraak ".
Of
" Beltonen ".
Druk op " OK" om de instellingen op
te slaan. De verdeling van het geluid (of de
ruimtelijke verdeling dankzij het Arkamys
©-
systeem) in de auto is belangrijk voor de
kwaliteit van de weergave en biedt de
mogelijkheid de weergave af te stemmen
op het aantal inzittenden.
Uitsluitend beschikbaar in de configuratie
met luidsprekers voor en achter.
De audio-instellingen Equalizer (6
optionele geluidsprofielen) en Bass ,
Medium en Tr e b l e zijn voor elke
geluidsbron verschillend.
Schakel " Loudness " in of uit.
De instellingen voor " Balans" (Alle
passagiers, Bestuurder en Alleen vóór)
zijn voor alle geluidsbronnen gelijk.
Schakel " Geluid touchscreen ",
" Snelheidsafhankelijke
volumeregeling " en "Extra ingang " in
of uit.
Geïntegreerd audiosysteem: het Sound
Staging-systeem van Arkamys© zorgt voor
een betere geluidsverdeling in het interieur.
Configuratie van de profielen
Het configureren van de profielen mag,
om veiligheidsredenen en vanwege het
feit dat deze handeling volledige aandacht
van de bestuurder vraagt, uitsluitend
worden uitgevoerd bij stilstaande auto .
Druk op "
Beluisteren " om het
bericht te beluisteren.
De toegang tot " Email" is afhankelijk van
de compatibiliteit van de smartphone met
het systeem van de auto. Druk op Instellingen
om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES" om de tweede
pagina weer te geven.
Selecteer " Configuratie van de
profielen ".
Selecteer " Profiel 1", "Profiel 2 ", "Profiel 3 " of
" Gemeenschap. prof. ".
Druk op deze toets om een
profielnaam in te voeren met het
virtuele toetsenbord.
Druk op " OK" om te bevestigen.
Druk op deze toets om een
profielfoto toe te voegen.
Plaats een USB-stick met daarop de
foto in de USB-aansluiting.
Selecteer de foto.
Druk op " OK" om toestemming te
geven voor de overdracht van de
foto.
Druk nogmaals op " OK" om de
instellingen op te slaan.
.
CITROËN Connect Nav
Page 214 of 256

32
Het kader voor de profielfoto heeft een
vierkante vorm, het systeem past de
oorspronkelijke vorm van de foto aan dit
vierkant aan.Druk op deze toets om het
geselecteerde profiel te initialiseren.
Bij de profielinitialisatie wordt Engels als
taal ingesteld.
Selecteer een " Profiel" (1, 2 of 3) om dit te
koppelen aan " Audio-instellingen ".
Selecteer " Audio-instellingen ".
Selecteer " Equalizer".
Of
" Balans "
Of
" Geluid ".
Of
" Spraak ".
Of
" Beltonen ".
Druk op " OK" om de instellingen op
te slaan.Wijzigen van de instellingen
van het systeem
Druk op Instellingen om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES" om de tweede
pagina weer te geven.
Selecteer " Schermconfiguratie ".
Selecteer " Animatie".
Inschakelen of uitschakelen:
" Automatische tekstweergave ",
Selecteer " Lichtsterkte ".
Verplaats de cursor om de
lichtsterkte van het scherm en/of het
instrumentenpaneel in te stellen.
Druk op Instellingen om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES" om de tweede
pagina weer te geven.
Selecteer " Systeemparam .".
Selecteer " Eenheden" om de eenheden voor
afstand, verbruik en temperatuur te wijzigen.
Selecteer " Fabrieksinstellingen " om terug te
keren naar de begininstellingen. Wanneer het systeem wordt teruggezet
op "Fabrieksinstellingen" wordt standaard
de Engelse taal ingeschakeld alsmede
de graden in Fahrenheit en wordt de
spaartijd (zomer) van de dagrijverlichting
uitgeschakeld.
Selecteer " Systeeminfo " om de versie van
de in het systeem geïnstalleerde modules te
controleren.
De taal selecteren
Druk op Instellingen om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES" om de tweede
pagina weer te geven.
Selecteer " Ta l e n" om de taal te
wijzigen.
Datum instellen
Druk op Instellingen om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES" om de tweede
pagina weer te geven.
Selecteer " Instellen tijd-datum ".
CITROËN Connect Nav
Page 215 of 256

33
Selecteer "Datum".
Druk op deze toets om de datum in
te stellen.
Druk op " OK" om te bevestigen.
Selecteer het weergaveformaat voor
de datum.
Het instellen van de datum en tijd is alleen
mogelijk als "GPS-synchronisatie" is
uitgeschakeld.
Instellen van de tijd
Druk op Instellingen om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES" om de tweede
pagina weer te geven.
Selecteer " Instellen tijd-datum ".
Selecteer " Tijd".
Druk op deze toets om de tijd in te
stellen met het virtuele toetsenbord.
Druk op " OK" om te bevestigen. Druk op deze toets om de tijdzone in
te stellen.
Selecteer het weergaveformaat voor
de tijd (12h/24h).
Zomertijd in- of uitschakelen (+1
uur).
Schakel de GPS-synchronisatie
(UTC) in of uit.
Druk op "
OK" om te bevestigen.
Het systeem schakelt niet automatisch
over op zomertijd/wintertijd (afhankelijk
van het verkoopland).
Kleurthema's
Afhankelijk van de uitrusting en uitvoering Om veiligheidsredenen kan de procedure
voor het wijzigen van het grafische thema
uitsluitend worden uitgevoerd bij een
stilstaande auto .
Druk op Instellingen om de
hoofdpagina weer te geven. Selecteer "
Thema's".
Selecteer het kleurthema in de lijst
en druk ver volgens op " OK" om te
bevestigen.
Bij elke wijziging van het kleurthema wordt
het systeem opnieuw opgestart, waarbij
het scherm tijdelijk zwart wordt.
Veelgestelde vragen
Hieronder vindt u de antwoorden op de meest
gestelde vragen over uw systeem.
.
CITROËN Connect Nav
Page 216 of 256

34
Navigatie
VR A AGANTWOORDOPLOSSING
De route wordt niet berekend. De navigatiecriteria kunnen tegenstrijdig zijn
met de huidige plaatsbepaling (bijv. geen
tolwegen ter wijl de auto zich op een tolweg
bevindt).Controleer de criteria in het menu "Navigatie".
De POI's worden niet aangegeven. De POI's zijn niet geselecteerd.Selecteer de POI's in de lijst met POI's.
Het geluidssignaal van de "Gevarenzones"
functioneert niet. Het geluidssignaal is niet geactiveerd of het
volume is te laag.Activeer het geluidssignaal in het menu
"Navigatie" en controleer het stemvolume in de
audio-instellingen.
Het systeem stelt bij belemmeringen geen
alternatieve routes voor. Er wordt geen rekening gehouden met de
actuele verkeersinformatie.Configureer de functie " Verkeersinfo" in het
overzicht met criteria (Zonder, Handmatig of
Automatisch).
Ik word gewaarschuwd voor een
"Gevarenzone" die niet op mijn route ligt. Het systeem meldt alle "Gevarenzones" die
zich buiten de route in een bepaalde zone
rondom de auto bevinden. Hierdoor worden
ook "Gevarenzones" gesignaleerd die zich
op nabij gelegen wegen of op parallelwegen
bevinden.
Zoom in op de kaart om de exacte positie van
de "Gevarenzone" te kunnen bepalen. Selecteer
"Op de route" om de waarschuwingen buiten de
route uit te schakelen of om de tijdsduur tussen
het moment van de melding en het passeren van
de gevarenzone te verkorten.
Sommige files op de route worden niet direct
gemeld.Bij het opstarten heeft het systeem enkele
minuten nodig om de verkeersinformatie te
ontvangen.Wacht tot de verkeersinformatie goed wordt
ontvangen (weergave van de icoontjes van de
verkeersinformatie op de kaart).
In bepaalde landen is alleen voor
de hoofdwegen (autosnelwegen...)
verkeersinformatie beschikbaar. Dit is volkomen normaal. Het systeem
is afhankelijk van de beschikbare
verkeersinformatie.
CITROËN Connect Nav