Page 17 of 256

15
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Waarschuwing
kans op
aanrijding/
Active Safety
Brake Knipperlicht.
Het systeem is in bedrijf. De auto remt kort af om de snelheid van de
aanrijding met de voorligger te beperken.
Permanent, in combinatie
met een melding en een
geluidssignaal. Er is een storing in het systeem.
(3) uitvoeren.
Waarschuwing
kans op
aanrijding/Active
Safety Brake Permanent, in combinatie met
een melding.Het systeem is uitgeschakeld via het
configuratiemenu van de auto.
Dynamische
stabiliteitscontrole
(DSC/ASR)Knipperlicht.
De afstelling van de DSC/ASR wordt
ingeschakeld als er sprake is van
verlies van grip of koersstabiliteit.
Permanent.
Dit duidt op een storing in het DSC-/ASR-systeem.(3) uitvoeren.
Dynamische
stabiliteitscontrole
(DSC/ASR)Permanent. De systemen DSC en ASR zijn
uitgeschakeld. Druk op de toets om de systemen DSC en
ASR in te schakelen.
De systemen DSC en ASR worden
automatisch ingeschakeld als de motor wordt
gestart.
Als het systeem is uitgeschakeld, wordt het
automatisch opnieuw ingeschakeld bij een
snelheid van ongeveer 50
km/h.
(1) : zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats en zet het contact af.
(2): neem contact op met het CITROËN-netwerkr of een gekwalificeerde werkplaats.
(3) : ga naar het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
Page 18 of 256

16
Bandenspanning
te laagPermanent, in combinatie met
een geluidssignaal en een
melding.De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de
bandenspanning.
Reset na het afstellen van de druk het
controlesysteem.
+
Bandenspanning
te laagKnippert en brandt vervolgens
permanent, in combinatie met
het waarschuwingslampje
Service. Er zit een storing in de functie: de
bandenspanning wordt niet meer
gecontroleerd.
Controleer zo snel mogelijk de
bandenspanning en 3.
Voorgloeien
dieselmotor Permanent.
Hoe lang het lampje brandt,
is afhankelijk van de
weersomstandigheden. Het contact is aan.
Wacht met starten tot het waarschuwingslampje uitgaat.
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af.
Zet het contact ver volgens weer aan en wacht opnieuw
tot het lampje uitgaat voordat u de motor start.
Airbag
voorpassagier
(ON)
Permanent.
De airbag vóór aan passagierszijde
is geactiveerd.
De schakelaar staat in de stand
"ON ". Plaats in dit geval GEEN kinderzitje
met de "
rug in de rijrichting " op de
voorpassagiersstoel – risico op zwaar
letsel!
Airbag
voorpassagier
(OFF) Permanent.
De airbag vóór aan passagierszijde
is uitgeschakeld.
De schakelaar staat in de stand
"OFF ". U kunt een kinderzitje met de "rug in de
rijrichting" plaatsen, behalve in het geval van
een storing in het airbagsysteem (brandend
waarschuwingslampje Airbags).
Airbags Permanent. Een van de airbags of
gordelspanners is defect. (3) uitvoeren.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Instrumentenpaneel
Page 19 of 256

17
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Laag
brandstofniveau Permanent, in combinatie met
een geluidssignaal en een
melding.
Als u niet tankt, gaat dit
lampje elke keer als u het
contact aanzet weer branden,
klinkt er een geluidssignaal en
verschijnt er een melding.
Het geluidssignaal en de
melding worden steeds vaker
herhaald naarmate het niveau
in de tank verder naar nul
zakt. Als het lampje gaat branden zit er
nog ongeveer 5
liter brandstof in de
tank (reservevoorraad). Tank bij de eerstvolgende gelegenheid om
een lege brandstoftank te voorkomen.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg
is
, hierdoor kunnen het emissieregelsysteem
en het injectiesysteem beschadigd raken.
Waarschuwing
verlaten
rijstrook Knippert in combinatie met
een geluidssignaal.
Er wordt een rijstrookmarkering aan
de rechterzijde overschreden. Draai het stuur wiel de andere kant op om de
auto weer in het juiste spoor te brengen.
+ Lane depar ture
warning-
systeem
Permanent, in combinatie met
het lampje Service.
Het Lane Departure Warning-
systeem is defect. (3) uitvoeren.
Mistachterlicht Permanent. Het mistachterlicht is ingeschakeld.
1
Instrumentenpaneel
Page 20 of 256
18
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Groene waarschuwingslampjes
Stop & Star tPermanent.Wanneer de auto stopt, zet het Stop &
Start-systeem de motor in de STOP-stand.
Lampje knippert tijdelijk. De STOP-modus is momenteel niet
beschikbaar of de START-modus
wordt automatisch geactiveerd.
Richtingaanwijzer
linksKnippert, met geluidssignaal.De lampen zijn ingeschakeld
Richtingaanwijzer
rechtsKnippert, met geluidssignaal.De lampen zijn ingeschakeld.
Parkeerlichten Permanent. De lampen zijn ingeschakeld.
Dimlicht Permanent. De lampen zijn ingeschakeld.
Mistlampen
vóór Permanent.
De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld.
Blauwe waarschuwingslampjes
GrootlichtPermanent. Het grootlicht is ingeschakeld.
Instrumentenpaneel
Page 21 of 256
19
Voet op
rempedaalPermanent.
Geen of onvoldoende druk op het
rempedaal.Bij een elektronisch gestuurde versnellingsbak moet de
selectiehendel in stand N staan om de motor te starten.
Bij een automatische transmissie, draaiende motor en
vóór het vrijzetten van de parkeerrem de selectiehendel
uit stand P halen.
Knipperlicht.Als u de auto met een elektronisch gestuurde
versnellingsbak op een helling te lang
probeert tegen te houden door het gaspedaal
in te trappen, raakt de koppeling over verhit.Gebruik het rempedaal en/of de parkeerrem.
Automatische
ruitenwissers Permanent.
De automatische stand van de
ruitenwissers vóór is geactiveerd.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Zwarte/witte waarschuwingslampjes
1
Instrumentenpaneel
Page 22 of 256

20
Meters
Onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator wordt weergegeven
op het instrumentenpaneel. Afhankelijk van de
uitvoering van de auto:
-
d
e kilometerteller geeft de resterende
kilometers tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan of de afgelegde afstand
sinds de vorige verstreken onderhoudsdatum,
voorafgegaan door het teken “-”.
-
e
en waarschuwingsmelding geeft de
resterende kilometers en de tijd tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt aan of
verstreken is.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus OorzaakActies/Opmerkingen
OnderhoudssleutelGaat tijdelijk branden
bij het aanzetten van
het contact.De afstand tot de
eerstvolgende beurt
is tussen de 3000 en
1000
km.
Brandt permanent, bij
het aanzetten van het
contact. De onderhoudsbeurt
moet binnen 1000
km
worden uitgevoerd. Laat spoedig een
onderhoudsbeurt aan
uw auto uitvoeren.
+
Onderhoudssleutel
knippertKnippert en brandt vervolgens
permanent, bij het aanzetten
van het contact.
(Bij BlueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor, in combinatie
met het waarschuwingslampje
Service).Het tijdsinter val
tot de volgende
onderhoudsbeurt is
overschreden. Laat zo spoedig
mogelijk een
onderhoudsbeurt aan
uw auto uitvoeren.
De weergegeven afstand (in kilometers of
mijlen) wordt berekend op basis van het
aantal afgelegde kilometers en de verstreken
tijd sinds de laatste onderhoudsbeurt.
De waarschuwing kan ook worden
weergegeven als het einde van het
onderhoudsinterval in tijd nadert.Op nul zetten van de
onderhoudsindicator
Na elke onderhoudsbeurt moet de
onderhoudsindicator weer op nul gezet worden.
Als u zelf het onderhoud van uw auto uitvoert:
F
zet
het contact af,
F
h
oud de knop op het uiteinde van de
lichtschakelaar ingedrukt,
F
z
et het contact aan; de kilometerteller begint
terug te tellen,
F
l
aat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto en
wacht minimaal 5
minuten. Het op 0 zetten
van de onderhoudsindicator zal anders
niet worden geregistreerd.
Instrumentenpaneel
Page 23 of 256

21
F Selecteer in het menu Rijverlichting/Auto het tabblad
" Snelkoppelingen " en daarna
" Diagnose ".
De onderhoudsinformatie wordt weergegeven
op het scherm.
Motorolieniveaumeter
(afhankelijk van de uitvoering)
Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter
wordt bij het aanzetten van het contact eerst
de onderhoudsindicator weergegeven en
vervolgens gedurende enkele seconden het
motorolieniveau.
Een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30
minuten niet heeft gedraaid.
Olieniveau correct
Te laag olieniveau
Als het motorolieniveau te laag is, verschijnt
een melding op het instrumentenpaneel, gaat
het lampje Ser vice branden en klinkt een
geluidssignaal.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van
de niveaus .
Storing in motorolieniveaumeter
Dit wordt aangegeven met een melding op het
instrumentenpaneel.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als de motorolieniveaumeter niet werkt, wordt
het motorolieniveau niet meer gecontroleerd.
Zolang het systeem niet werkt, moet u het
motorolieniveau controleren met de peilstok in
de motorruimte.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van
de niveaus .Opvragen van
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven op het touchscreen.
AdBlue®-
actieradiusindicatoren
Deze actieradiusindicatoren zijn uitsluitend
aanwezig bij auto's met een BlueHDi-
dieselmotor.
Zodra de reser vevoorraad van het AdBlue
®-
reser voir is aangesproken of een storing in het
SCR-systeem is gedetecteerd, verschijnt bij
het aanzetten van het contact een indicator die
aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer
kunt rijden voordat het opnieuw starten van de
motor automatisch wordt geblokkeerd.
1
Instrumentenpaneel
Page 24 of 256

22
Actieradius tussen 2400 en 600 km
( 1,6 BlueHDi Euro 6.1) Actieradius tussen 800 en 100
km
(1,5 BlueHDi Euro 6.2)
Niet starten van de motor bij een
te laag AdBlue®-niveau
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reservoir leeg is.
Actieradius groter dan 2400 km
Als het contact wordt aangezet, wordt er geen
informatie over de actieradius weergegeven op
het instrumentenpaneel.
Actieradius kleiner dan 2400
km
U kunt de actieradius voor uw auto op
ieder gewenst moment op het touchscreen
controleren. Actieradius tussen 2400 en 800
km
(1,5 BlueHDi Euro 6.2)
Deze meldingen worden vergezeld van het
advies om niet meer dan 10 liter AdBlue bij te
vullen.
F
U h
ebt toegang tot de informatie
via het touchscreenmenu
Rijverlichting/Auto door het
selecteren van het tabblad
" Snelkoppelingen " en dan
" Diagnose ". Zodra het contact wordt aangezet, gaat
het waarschuwingslampje ongeveer dertig
seconden branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding ("NO START
IN en de afstand" of " Vul AdBlue bij: starten
onmogelijk over x km/mijl") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid vloeistof.
Het minimumniveau is bereikt; vul zo snel
mogelijk vloeistof bij.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
waarschuwingslampje branden in combinatie
met een geluidssignaal en een melding ("NO
START IN en een afstand" of " Vul AdBlue bij:
starten onmogelijk over x km/mijl") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid vloeistof. Tijdens het rijden wordt de melding elke
300
km weergegeven zolang er geen vloeistof
is bijgevuld.
Het minimumniveau is bereikt; vul zo snel
mogelijk vloeistof bij.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
waarschuwingslampje branden in combinatie
met een geluidssignaal (1 pieptoon) en een
melding ("NO START IN en een afstand" of
" Vul AdBlue bij: starten onmogelijk over x km/
mijl") die aangeeft hoeveel kilometer of mijl u
nog kunt rijden met de resterende hoeveelheid
vloeistof.
Tijdens het rijden worden het geluidssignaal en
de melding elke 100
km weergegeven zolang
er geen vloeistof is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk additief bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg
raakt en de motor niet meer gestart kan
worden.
Instrumentenpaneel