Page 41 of 416

39
Sleutel
De sleutel kunt u gebruiken om de centrale
vergrendeling via het slot te bedienen om de
auto te ontgrendelen of vergrendelen.
Dezelfde sleutel dient ook voor het openen
en sluiten van de tankdop en het starten of
afzetten van de motor.
Sleutel, afstandsbediening
De knoppen van de afstandsbediening
werken niet meer als het contact aan staat.
Uitklappen/inklappen van
de sleutel
Als u niet op de knop drukt, kan de
afstandsbediening beschadigd raken.
Wat is het verschil tussen
volledige en selectieve
ontgrendeling?
F Druk op deze knop om de sleutel uit of in te klappen. Bij selectieve ontgrendeling worden of de
cabinedeuren
of de deuren van de laadruimte
(opzij en achter) ontgrendeld. Bij volledige ontgrendeling worden alle
deuren
van de auto (voor, opzij en achter) ontgrendeld.
Het gescheiden ontgrendelingssysteem
tussen cabine en laadruimte is een
veiligheidsmaatregel.
Het dient om de toegang te beletten tot het
deel van de auto waar u zich niet bevindt.
Met de sleutel met afstandsbediening kunt de auto
ontgrendelen of vergrendelen door de centrale vergrendeling
te bedienen via het portierslot of met de afstandsbediening. De sleutel met afstandsbediening dient tevens voor de
lokalisatie van de auto, het openen en sluiten van de tankdop
en het starten of afzetten van de motor, en maakt deel uit van
de diefstalbeveiliging.
2
Toegang tot de auto
Page 42 of 416

40
Het ontgrendelen wordt bevestigd door het
gedurende ongeveer twee seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden
gelijktijdig de buitenspiegels uitgeklapt.
Instellingen
Standaard is de selectiviteit tussen
cabine en laadruimte geactiveerd.
Volledig ontgrendelen
Selectiviteit van cabine en
laadruimte uitgeschakeld.
Met de sleutel
F Draai om de auto volledig te ontgrendelen
de sleutel in de richting van de voorzijde
van de auto.
F
T
rek ver volgens aan de portiergreep om het
portier te openen.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt niet
uitgeschakeld. Het alarm wordt geactiveerd
als een portier wordt geopend en kan worden
uitgeschakeld door het contact aan te zetten.
Met de afstandsbediening
F Voor het activeren van deze selectiviteit tussen cabine en
laadruimte zet u het contact aan
en houdt u deze knop meer dan
twee seconden ingedrukt.
Het verklikkerlampje er van gaat aan.
Er klinkt een geluidssignaal en, afhankelijk van
de uitrusting, verschijnt er een melding waarin
wordt bevestigd dat het verzoek is uitgevoerd. F
D
ruk op een van deze knoppen
(afhankelijk van de uitvoering)
om de auto te ontgrendelen.Met de afstandsbediening,
uitvoeringen met elektrisch
bedienbare schuifdeur(en)
F Druk, om de auto volledig
te ontgrendelen zonder de
schuifdeur te openen, op deze
knop.
F
H
oud om de auto
volledig te ontgrendelen
en de schuifdeur te
openen, de knop
ingedrukt tot de
schuifdeur opengaat.
F Voor het deactiveren van deze selectiviteit en terug te gaan naar
volledige ontgrendeling zet u het
contact aan en houdt u deze knop
meer dan twee seconden ingedrukt.
Het verklikkerlampje er van gaat uit.
Toegang tot de auto
Page 43 of 416

41
Selectief ontgrendelen
Met de afstandsbediening
F Druk om alleen de cabinedeuren te ontgrendelen
één keer op deze knop.
Als uw auto hiermee is uitgerust:
Met de afstandsbediening,
uitvoeringen met elektrisch
bedienbare schuifdeur(en)
F Druk, om alleen de laadruimte
te ontgrendelen zonder de
schuifdeur te openen, op deze
knop.
F
H
oud om alleen
de laadruimte te
ontgrendelen en de
schuifdeur te openen de
knop ingedrukt tot de
schuifdeur opengaat.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door het
gedurende ongeveer twee seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de
uitvoering van de auto, de buitenspiegels
elektrisch uitgeklapt.
Ontgrendelen
Met de sleutel
Met de afstandsbediening
F Druk op deze knop om de auto te ontgrendelen.
F
D
raai om de auto te ontgrendelen de sleutel
in de richting van de voorzijde van de auto.
F
T
rek ver volgens aan de portiergreep om het
portier te openen.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt niet
uitgeschakeld. Het alarm wordt geactiveerd
als een portier wordt geopend en kan worden
uitgeschakeld door het contact aan te zetten.
Selectiviteit van cabine
en
laadruimte geactiveerd.
F
D
ruk op deze knop om alleen de
laadruimte te ontgrendelen.
F
Druk
nogmaals op deze knop
om de laadruimte (opzij en
achter) te ontgrendelen.
2
Toegang tot de auto
Page 44 of 416

42
Vergrendelen
Met de sleutel
F Draai om de auto volledig te ontgrendelen de sleutel in de richting van de achterzijde
van de auto.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt niet
ingeschakeld.
Met de afstandsbediening
F Druk op deze knop om de auto volledig te vergrendelen.
Let erop dat niets of niemand het correcte
sluiten van de ruiten in de weg staat.
Wees extra alert op kinderen, zodat deze
zich tijdens het bedienen van de ruit niet
kunnen bezeren.
Als een portier of deur, of de achterklep
niet goed is gesloten (behalve de rechter
achterdeur):
-
g
aat, bij stilstaande auto en
draaiende motor, dit lampje
branden in combinatie met een
waarschuwingsmelding die enkele
seconden wordt weergegeven,
-
g
aat, als de auto rijdt (rijsnelheid
hoger dan 10
km/h), dit lampje
branden in combinatie met
een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding die enkele
seconden wordt weergegeven.
Het rijden met vergrendelde portieren kan
in noodgevallen de toegang tot het interieur
voor de hulpdiensten bemoeilijken.
Verlaat om veiligheidsredenen (kinderen in
de auto) de auto nooit, zelfs niet voor een
korte tijd, zonder de sleutel mee te nemen.Met de afstandsbediening,
uitvoeringen met elektrisch
bedienbare schuifdeur(en)
F Druk op deze knop en houd de knop ingedrukt
tot de schuifdeur
opengaat om zowel de
auto te ontgrendelen als
de schuifdeur te openen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door het
gedurende ongeveer twee seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden
gelijktijdig de buitenspiegels uitgeklapt.
Als uw auto niet is uitgerust met een
alarmsysteem, wordt het vergrendelen bevestigd
door het gedurende ongeveer twee seconden
blijven branden van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van de auto, worden
de buitenspiegels tegelijkertijd ingeklapt.
Als een van de deuren of de achterklep nog
geopend is, werkt de centrale vergrendeling niet.
Als de auto is vergrendeld en per ongeluk
wordt ontgrendeld zonder dat binnen ongeveer
30
seconden een van de portieren wordt geopend,
wordt de auto automatisch weer vergrendeld.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt
in dat geval weer ingeschakeld (inclusief
de interieurbeveiliging, zelfs als u deze had
uitgeschakeld).
Het automatisch in- en uitklappen van de
buitenspiegels kan worden uitgeschakeld door het
PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Toegang tot de auto
Page 45 of 416

43
Inschakelen van de supervergrendeling van de
auto:
F
D
raai de sleutel richting de achterzijde van
de auto.
F
D
raai binnen vijf seconden de sleutel
nogmaals in de richting van de achterzijde.
Met de afstandsbediening
Vergrendelen van de auto:
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de
uitvoering, de buitenspiegels elektrisch
ingeklapt.
Inschakelen van de supervergrendeling van de
auto:
Als uw auto niet is uitgerust met
het alarmsysteem, wordt de
supervergrendeling bevestigd door het
gedurende ongeveer 2
seconden branden
van de richtingaanwijzers.
Zorg er voor dat het sluiten van de ruiten niet
gehinderd wordt door voorwerpen of personen.
Zorg er met name voor dat kinderen zich tijdens
het bedienen van de ruiten niet kunnen bezeren.
Lokaliseren van de auto
Met deze functie kunt u uw auto op afstand
lokaliseren, wat vooral praktisch is bij weinig
licht. De auto moet minimaal 5
seconden
vergrendeld zijn.
Verlichting inschakelen met
de afstandsbediening
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto.
Druk kort op deze knop om de
verlichting via de afstandsbediening
in te schakelen (inschakelen van
het parkeerlicht, het dimlicht en de
kentekenplaatverlichting).
Met de sleutel
Door deze knop een tweede keer
in te drukken ter wijl de verlichting
nog brandt, wordt de verlichting
via de afstandsbediening weer
uitgeschakeld.
F
D
ruk op deze toets.
F
Druk
binnen vijf seconden na
het vergrendelen nogmaals op
deze knop. F
D
ruk op deze knop.
Hierna zullen gedurende ongeveer tien
seconden de plafonniers gaan branden en de
richtingaanwijzers gaan knipperen.
Supervergrendeling
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
werken de binnen- en buitenportiergrepen
niet.
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
is ook de vergrendelingsschakelaar in het
interieur buiten werking.
Schakel daarom nooit de supervergrendeling
in als er zich iemand in de auto bevindt.
2
Toegang tot de auto
Page 46 of 416

44
Diefstalbeveiliging
Elektronische startblokkering
In de afstandsbediening is een chip aangebracht
die over een geheime code beschikt. Om te kunnen
starten, moet bij het aanzetten van het contact deze
code worden herkend door de startblokkering.
Een aantal seconden na het afzetten
van het contact blokkeert dit systeem het
motormanagementsysteem zodat bij een eventuele
inbraak de motor niet kan worden gestart.
Bij een storing in het systeem
wordt u gewaarschuwd door dit
verklikkerlampje in combinatie met
een geluidssignaal en een melding
op het display.
Uw auto kan dan niet gestart worden. Neem zo
snel mogelijk contact op met het PEUGEOT-
netwerk.
Noodbediening(en)
Vergrendelen van het
bestuurdersportier
F Steek de sleutel in het portierslot en draai deze rechtsom.
Ontgrendelen
F Steek de sleutel in het portierslot en draai deze linksom. Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt
niet uit-/ingeschakeld als u de auto met de
sleutel opent/sluit.
Het alarm wordt geactiveerd als een portier
wordt geopend en kan worden uitgeschakeld
door het contact aan te zetten.
Vergrendelen van het
voorpassagiersportier
F Open het portier.
F
V
er wijder de dop op de zijkant van de deur.
F
S
teek de sleutel (zonder te forceren) in het
vergrendelingssysteem en draai het geheel.
F
V
er wijder de sleutel en plaats de dop terug.
F
S
luit het portier en controleer van buitenaf
of de auto correct is vergrendeld.
Hiermee kunt u de portieren mechanisch
vergrendelen en ontgrendelen in het geval van
een storing in de centrale vergrendeling of van
de accu.
Toegang tot de auto
Page 47 of 416

45
Ontgrendelen
Gebruik de binnenportiergreep.
Vergrendelen van de
schuifdeur
F Controleer of de elektrische kinderbeveiliging (indien aanwezig) niet is
ingeschakeld.
F
O
pen de deur.
F
V
er wijder de dop op de zijkant van de deur.
F
S
teek de sleutel (zonder te forceren) in het
vergrendelingssysteem en draai het geheel.
F
V
er wijder de sleutel en plaats de dop terug.
F
S
luit de deur en controleer van buitenaf of
de auto correct is vergrendeld.
Ontgrendelen
F Gebruik de binnenportiergreep.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de kinderbeveiliging.
Vergrendelen van de
achterdeuren
F Controleer of de elektrische kinderbeveiliging (indien aanwezig) niet is
ingeschakeld.
F
O
pen de linker achterdeur.
Ontgrendelen
F Gebruik de binnenportiergreep.
Probleem met de
afstandsbediening
Na het losnemen en weer aansluiten van de
accukabels, het ver vangen van de batterij
van de afstandsbediening of een storing in de
afstandsbediening kan de auto niet meer met
de afstandsbediening worden ontgrendeld,
vergrendeld en gelokaliseerd.
F
O
ntgrendel of vergrendel de auto eerst met
de sleutel in het slot.
F
S
ynchroniseer vervolgens de
afstandsbediening.
Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-
netwerk als de storing niet is verholpen.
Synchroniseren
F Ontgrendel het bestuurdersportier met de sleutel.
F
D
ruk op een van de knoppen van
de afstandsbediening.
F
S
teek de sleutel (zonder te forceren) in het
vergrendelingssysteem op de zijkant van de
deur en schuif het geheel omhoog.
F
V
erwijder de sleutel.
F
S
luit de deur en controleer van buitenaf of
de auto correct is vergrendeld.
2
Toegang tot de auto
Page 48 of 416

46
F Zet de sleutel in de stand 2 (Contact).
F Z et het contact uit en ver wijder de sleutel uit
het contactslot.
De batterij vervangen
Batterij ref.: CR1620 / 3 V.
A ls de batterij van de
afstandsbediening leeg is, wordt u
gewaarschuwd door dit lampje op het
dashboard, een geluidssignaal, en
een melding op het display.
De afstandsbediening werkt nu weer volledig.
Gooi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze bevatten
metalen die schadelijk zijn voor het
milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal
verzamelpunt.
F
W
ip het deksel met een kleine
schroevendraaier bij de uitsparing los.
F
V
erwijder het deksel.
F
V
er wijder de lege batterij uit de houder.
F
P
laats de nieuwe batterij in de juiste richting
in de houder.
F
K
lik het deksel op de afstandbediening vast.
"Keyless entry and start"
Afstandsbediening
Met de afstandsbediening kunt u de centrale
vergrendeling bedienen om de auto op afstand
te ontgrendelen of vergrendelen.
De afstandsbediening dient tevens voor de
lokalisatie en het starten van de auto en maakt
deel uit van de diefstalbeveiliging.
Wat is het verschil tussen
volledige en selectieve
ontgrendeling?
Bij volledige ontgrendeling worden alle
deuren
van de auto (voor, opzij en achter) ontgrendeld.
Toegang tot de auto