Page 33 of 416

31
Actieradiusindicatoren AdBlue®
Zodra de reser vevoorraad van het AdBlue®-
reser voir is aangesproken of een storing in het
SCR-systeem is gedetecteerd, verschijnt bij
het aanzetten van het contact een indicator die
aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer
kunt rijden voordat het starten van de motor
automatisch wordt geblokkeerd.
Als gelijktijdig een storing wordt gedetecteerd
en het AdBlue
®-niveau laag is, wordt de laagste
actieradius weergegeven.
Niet starten van de motor bij een
te laag AdBlue®-niveau
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reservoir leeg is.
Actieradius groter dan 2.400 km
Als het contact wordt aangezet, wordt er geen
informatie over de actieradius weergegeven op
het instrumentenpaneel. Druk op deze knop om de actieradius tijdelijk
weer te geven.
Actieradius tussen 2.400
en 600
km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat
het verklikkerlampje branden in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld: "Vul brandstofadditief bij: Starten
geblokkeerd over 1.500 km") die aangeeft
hoeveel kilometer u nog kunt rijden met de
resterende hoeveelheid vloeistof. Bij instrumentenpaneel met LCD-display wordt
"NO START IN" weergegeven.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
300
km weergegeven zolang er geen vloeistof
is bijgevuld.
Het minimumniveau is bereikt; vul zo snel
mogelijk vloeistof bij.
Actieradius kleiner dan 600 km
Als het contact wordt aangezet, gaat dit lampje
knipperen in combinatie met een geluidssignaal
en een melding (bijv.: " Vul brandstofadditief
bij: Starten geblokkeerd over 600 km") die
aangeeft hoeveel kilometer u nog kunt rijden
met de resterende hoeveelheid vloeistof.
Met touchscreen
U hebt toegang tot de informatie via
het menu Rijden/Auto .
1
Instrumentenpaneel
Page 34 of 416

32
Bij uitvoeringen met een instrumentenpaneel
met LCD-display wordt "NO START IN"
weergegeven.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden herhaald zolang er geen AdBlue
is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg
raakt en de motor niet meer gestart kan
worden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
® (BlueHDi-
motoren) , en in het bijzonder het bijvullen
ervan.
Niet star ten van de motor in verband met
een te laag AdBlue
®-niveau
Als het contact wordt aangezet, gaat
dit lampje knipperen, in combinatie
met een geluidssignaal en de
melding " Vul brandstofadditief bij:
Starten geblokkeerd". Bij uitvoeringen met een instrumentenpaneel
met LCD-display wordt "NO START IN"
weergegeven.
Het AdBlue
®-reser voir is leeg: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem.
Om de motor weer te kunnen starten moet
het reser voir met minimaal 4
liter AdBlue
®
worden gevuld.
Als een storing in het SCR-
emissieregelsysteem wordt
gedetecteerd
Er wordt automatisch een
startblokkeringssysteem geactiveerd als
meer dan 1.100
km is gereden nadat de
storing in het SCR-emissieregelsysteem
is bevestigd. Laat het systeem controleren
door een PEUGEOT-dealer of door een
gekwalificeerde werkplaats. Als een storing wordt gedetecteerd
Deze lampjes gaan branden in combinatie met
een geluidssignaal en de melding "Storing
emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven zodra de storing voor de eerste keer
wordt gedetecteerd en ver volgens steeds bij
het aanzetten van het contact zolang de storing
niet is verholpen.
In het geval van een tijdelijke
storing verdwijnt de waarschuwing
tijdens de volgende rit na controle
van de zelfdiagnose van het SCR-
emissieregelsysteem.
Instrumentenpaneel
Page 35 of 416

33
Tijdens de toegestane rijfase
(tussen 1.100 en 0 km)
Als een storing in het SCR-systeem is bevestigd
(nadat 50
km is gereden ter wijl de melding van
de storing permanent wordt weergegeven), gaan
deze lampjes branden en knippert het lampje
AdBlue in combinatie met een geluidssignaal
en de weergave van een melding (bijv. "Storing
emissieregeling: Starten geblokkeerd over
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden weergegeven zolang de storing in
de SCR-emissieregeling niet is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven
zodra het contact wordt aangezet.
Neem zo snel mogelijk contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u dit niet doet, kan de motor niet meer
worden gestart. Starten geblokkeerd
Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan
deze lampjes branden en knippert het lampje
AdBlue in combinatie met een geluidssignaal
en de melding "Storing emissieregeling:
Starten geblokkeerd".
Bij uitvoeringen met een instrumentenpaneel
met LCD-display wordt "NO START IN"
weergegeven.
U hebt de limiet van de toegestane rijfase
overschreden: het startblokkeringssysteem
voorkomt dat de motor kan worden gestart.
Om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk dat u contact opneemt met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.Kilometerteller en dagteller
De kilometerteller en dagteller worden
gedurende 30 seconden weergegeven bij het
afzetten van het contact, bij het openen van het
bestuurdersportier en bij het vergrendelen en
ontgrendelen van de auto.
Kilometerteller
Deze teller geeft de totale kilometerstand van
de auto aan.
300
km") die aangeeft hoeveel kilometer of mijl u
nog kunt rijden voordat het starten van de motor
wordt geblokkeerd.
Bij uitvoeringen met een instrumentenpaneel
met LCD-display wordt "NO START IN"
weergegeven.
1
Instrumentenpaneel
Page 36 of 416

34
Dimmer
dashboardverlichting
Op het instrumentenpaneel
F Druk bij ingeschakelde verlichting op deze knop A om de lichtsterkte te verlagen.
F
D
ruk bij ingeschakelde verlichting op deze
knop B om de lichtsterkte te verhogen.
Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte
is bereikt.
Met het touchscreen
F Selecteer in het menu Instellingen de optie
" Lichtsterkte ".
F
S
tel de helderheid af door op de
pijlen te drukken of de cursor te
bewegen.
F
D
ruk op " Bevestigen" om de
instellingen op te slaan en het
menu te verlaten.
Dagteller
Deze teller geeft het aantal gereden kilometers
weer sinds de bestuurder de teller op 0 heeft
gezet.
F
D
ruk bij aangezet
contact op deze knop tot
de dagteller op 0
staat.Met dit systeem kunt u de lichtsterkte van de
dashboardverlichting handmatig aanpassen
aan het licht van de omgeving.
U kunt het scherm ook uitschakelen. Dit gaat
als volgt:F
D
ruk op de toets Instellingen.
F
Selecteer Scherm
uitschakelen .
Het scherm wordt volledig uitgeschakeld.
Druk nogmaals op het scherm (op een
willekeurig gedeelte) om het weer in te
schakelen.
Instrumentenpaneel
Page 37 of 416

35
Op het instrumentenpaneel
F Druk op deze toets.
Met toetsen op het stuurwiel
F Druk op de rolknop op het stuurwiel.
Boordcomputer
Weergave van de informatie
Doe het volgende om achtereenvolgens de
verschillende functies van de boordcomputer
weer te geven:
F
D
ruk op deze knop op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar .
Geeft informatie over de actuele rit (actieradius,
actueel brandstofverbruik, gemiddeld
brandstofverbruik enz.).
-
A
ctuele informatie:
•
actieradius,
•
a
ctueel brandstofverbruik,
•
t
eller van het Stop & Start-
systeem.
- T raject 1:
• g emiddelde snelheid,
•
g
emiddeld brandstofverbruik,
•
a
fgelegde afstand, tijdens het
eerste traject.
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto kan
ook een 2
e traject worden weergegeven.
-
T
raject 2:
•
g
emiddelde snelheid,
•
g
emiddeld brandstofverbruik,
•
a
fgelegde afstand, tijdens het
tweede traject.
De trajecten 1
en 2 zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
Traject 1
kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor
een dagelijks verbruik en traject 2
voor een
maandelijks verbruik.
1
Instrumentenpaneel
Page 38 of 416

36
Traject resetten
Met instrumentenpaneel met
LCD- display
F Druk de knop op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar langer dan
twee seconden in zodra het traject wordt
aangegeven.
F
O
f druk langer dan twee seconden op deze
toets.
Met instrumentenpaneel met
LCD-tekstdisplay
Met instrumentenpaneel met
LCD-tekst- of matrixdisplay
F Druk de knop op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar langer dan
twee seconden in zodra het traject wordt
aangegeven. F
O
f druk langer dan twee seconden op de
rolknop op het stuurwiel (afhankelijk van
de uitvoering).
Enkele definities
Actieradius
(km of mijl)
Aantal kilometers dat u nog met de
resterende hoeveelheid brandstof
kunt rijden (berekend op basis van
het gemiddelde verbruik over de
laatste afgelegde kilometers).
Deze waarde kan schommelen door
een gewijzigde rijstijl of het rijden op
een helling, waardoor het momentele
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
F
D
ruk zodra het gewenste traject wordt
aangegeven de resettoets van het
instrumentenpaneel langer dan twee
seconden in.
Instrumentenpaneel
Page 39 of 416

37
Datum en tijd instellenAls de actieradius minder dan 30 km bedraagt,
v erschijnen streepjes op het display. Na het
tanken van minimaal 8
liter brandstof wordt de
actieradius opnieuw berekend en weergegeven
als deze meer dan 100
km bedraagt.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als tijdens
het rijden de streepjes continu worden
weergegeven.
Actueel brandstofverbruik
(mpg of km/l of l/100 km)
B erekend over de laatste seconden.
Deze functie wordt alleen weergegeven bij
snelheden vanaf 30
km/h.
Gemiddeld brandstofverbruik
(mpg of km/l of l/100 km)
B erekend sinds de laatste nulstelling
van de dagteller.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de dagteller.
Afgelegde afstand
(km of mijl)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de dagteller.
Teller Stop & Start
of (minuten/seconden of uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met het Stop & Start-
systeem, houdt een teller bij hoelang de STOP-
stand tijdens een rit is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact
aanzet weer op nul gezet.
Zonder audiosysteem
F Houd deze toets ingedrukt.
F
D
ruk op een van deze toetsen
om de te wijzigen instelling te
selecteren.
F
D
ruk deze toets kort in om te
bevestigen.
F
D
ruk op een van deze toetsen
om de instelling te wijzigen en
bevestig dit nogmaals om de
nieuwe instelling op te slaan.
1
Instrumentenpaneel
Page 40 of 416

38
Met PEUGEOT Connect
Radio
Met PEUGEOT Connect Nav
F Selecteer het menu Instellingen .
F
Sel
ecteer "Datum en tijd ".
F
Sel
ecteer " Datum" of "Tijd".
F
S
electeer het formaat van de weergave.
F
W
ijzig de datum en/of de tijd met het
numerieke toetsenbord.
F
Be
vestig met " OK".
Het instellen van de datum en tijd is alleen
mogelijk als de GPS-synchronisatie is
uitgeschakeld.
F
D
ruk op de toets " OPTIES" om de
secundaire pagina te openen.
F
Sel
ecteer "Instellen tijd-
datum ".
F
S
electeer het tabblad " Datum" of "Tijd".
F
W
ijzig de datum en/of de tijd met het
numerieke toetsenbord.
Extra instellingen
U kunt het volgende wijzigen:
Het weergaveformaat voor de datum en de tijd
(12
H/24 H).
De tijdzone.
De GPS-synchronisatie in- of uitschakelen.
Het systeem schakelt niet automatisch
over op zomertijd/wintertijd (afhankelijk
van het land).
Overschakelen naar zomer- of wintertijd is
mogelijk door de tijdzone te wijzigen.
Met audiosysteem
F Druk op de toets " 5" of " 6" om het menu
Configuratie display , te selecteren en
bevestig uw keuze door op de knop OK te
drukken.
F
D
ruk op de toetsen " 5" of " 6" en " 7" of " 8"
om de gewenste waarden voor de datum en
de tijd in te stellen en druk op de toets OK
om uw keuze te bevestigen.
F
D
ruk op de toets MENU
om het hoofdmenu
weer te geven.
F
D
ruk op de toets "
7" of " 8" om het menu
" Persoonlijke instellingen – configuratie "
te selecteren en bevestig ver volgens uw
keuze door op de toets OK te drukken.
Instrumentenpaneel