Page 49 of 416

47
Het gescheiden ontgrendelingssysteem
tussen cabine en laadruimte is een
veiligheidsmaatregel.
Het dient om de toegang te beletten tot het
deel van de auto waar u zich niet bevindt.
Bij selectieve ontgrendeling worden of de
cabinedeuren
of de deuren van de laadruimte
(opzij en achter) ontgrendeld.
Instellingen
Standaard is de selectiviteit tussen
cabine en laadruimte geactiveerd.
Volledig ontgrendelen
Met elektrisch bedienbare
schuifdeur(en)
F Druk, om de auto volledig
te ontgrendelen zonder de
schuifdeur te openen, op deze
knop.
F
H
oud om de auto
volledig te ontgrendelen
en de schuifdeur te
openen, de knop
ingedrukt tot de
schuifdeur opengaat.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door het
gedurende ongeveer twee seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden
gelijktijdig de buitenspiegels uitgeklapt.
F
V
oor het activeren van deze
selectiviteit tussen cabine en
laadruimte zet u het contact aan
en houdt u deze knop meer dan
twee seconden ingedrukt.
Het verklikkerlampje er van gaat aan. Er klinkt een geluidssignaal en, afhankelijk van
de uitrusting, verschijnt er een melding waarin
wordt bevestigd dat het verzoek is uitgevoerd.
F
V
oor het deactiveren van deze
selectiviteit en terug te gaan naar
volledige ontgrendeling zet u
het contact aan en houdt u deze
knop meer dan twee seconden
ingedrukt.
Het verklikkerlampje er van gaat uit.
Selectiviteit van cabine en
laadruimte uitgeschakeld.
F
D
ruk op een van deze
knoppen (afhankelijk van
de uitrusting) om de auto
te ontgrendelen.
2
Toegang tot de auto
Page 50 of 416

48
Selectief ontgrendelen
Selectiviteit van cabine en
laadruimte ingeschakeld.
F
D
ruk om alleen de
cabinedeuren te ontgrendelen
één keer op deze knop.
Als uw auto hiermee is uitgerust:
Met elektrisch bedienbare
schuifdeur(en)
F Druk, om alleen de laadruimte
te ontgrendelen zonder de
schuifdeur te openen, op deze
knop.
F
H
oud om alleen
de laadruimte te
ontgrendelen en de
schuifdeur te openen de
knop ingedrukt tot de
schuifdeur opengaat.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door het
gedurende ongeveer twee seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de
uitvoering van de auto, de buitenspiegels
elektrisch uitgeklapt.
Ontgrendelen
Met elektrisch bedienbare
schuifdeur(en)
F Druk op deze knop en houd de knop ingedrukt
tot de schuifdeur
opengaat om zowel de
auto te ontgrendelen als
de schuifdeur te openen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door het
gedurende ongeveer twee seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden
gelijktijdig de buitenspiegels uitgeklapt. F
D
ruk op deze knop om de auto te
ontgrendelen.
F
D
ruk op deze knop om alleen de
laadruimte te ontgrendelen.
F
Druk
nogmaals op deze knop
om de laadruimte (opzij en
achter) te ontgrendelen.
Toegang tot de auto
Page 51 of 416

49
Vergrendelen
F Druk op deze knop om de auto volledig te vergrendelen.
Als u deze knop ingedrukt
houdt, worden de ruiten
gesloten (afhankelijk van de
uitvoering). Als u de knop
loslaat, stopt de beweging van
de ruit.
Let erop dat niets of niemand het correcte
sluiten van de ruiten in de weg staat.
Wees extra alert op kinderen, zodat deze
zich tijdens het bedienen van de ruit niet
kunnen bezeren. Als een portier of deur, of de achterklep
niet goed is gesloten (behalve de rechter
achterdeur):
-
g aat, bij stilstaande auto en
draaiende motor, dit lampje
branden in combinatie met een
waarschuwingsmelding die enkele
seconden wordt weergegeven,
-
g
aat, als de auto rijdt (rijsnelheid
hoger dan 10
km/h), dit lampje
branden in combinatie met
een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding die enkele
seconden wordt weergegeven.
Het rijden met vergrendelde portieren
kan in noodgevallen de toegang tot
het interieur voor de hulpdiensten
bemoeilijken.
Verlaat om veiligheidsredenen
(kinderen in de auto) de auto nooit,
zelfs niet voor een korte tijd, zonder de
afstandsbediening mee te nemen.
Als uw auto niet is uitgerust met een
alarmsysteem, wordt het vergrendelen
bevestigd door het gedurende ongeveer
twee seconden blijven branden van de
richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van de auto,
worden de buitenspiegels tegelijkertijd
ingeklapt. Als een van de deuren of de achterklep
nog geopend is, werkt de centrale
vergrendeling niet.
Als de auto is vergrendeld en per ongeluk
wordt ontgrendeld zonder dat binnen
ongeveer 30
seconden een van de
portieren wordt geopend, wordt de auto
automatisch weer vergrendeld.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt
in dat geval weer ingeschakeld (inclusief
de interieurbeveiliging, zelfs als u deze
had uitgeschakeld).
Het automatisch in- en uitklappen van de
buitenspiegels kan worden uitgeschakeld
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
2
Toegang tot de auto
Page 52 of 416

50
Supervergrendeling
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
werken de binnen- en buitenportiergrepen
niet.
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
is ook de vergrendelingsschakelaar in het
interieur buiten werking.
Schakel daarom nooit de supervergrendeling
in als er zich iemand in de auto bevindt.
Vergrendelen van de auto:
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de
uitvoering van de auto, de buitenspiegels
elektrisch ingeklapt.
Inschakelen van de supervergrendeling van de
auto:
Als uw auto niet is uitgerust met
het alarmsysteem, wordt de
supervergrendeling bevestigd door het
gedurende ongeveer 2
seconden branden
van de richtingaanwijzers. Als u deze knop ingedrukt
houdt, worden de ruiten
gesloten (afhankelijk van de
uitvoering). Als u de knop
loslaat, stopt de beweging van
de ruit.
Let erop dat niets of niemand het correcte
sluiten van de ruiten in de weg staat.
Wees extra alert op kinderen, zodat deze
zich tijdens het bedienen van de ruit niet
kunnen bezeren.
" Keyless entry and start"
met de elektronische
sleutel op zak
Met dit systeem kunt u de auto ontgrendelen en
vergrendelen en de motor starten ter wijl u de
afstandsbediening op zak houdt.
F
D
ruk op deze knop.
F
D
ruk binnen vijf seconden na het
vergrendelen nogmaals op deze
knop. De functie handsfree-toegang werkt niet
als het contact A AN (stand Accessoires) is
gezet met de knop "START/STOP".
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over het star ten en
afzetten van de motor, Keyless entr y
and star t en in het bijzonder de stand
A AN van het contact.
De centrale vergrendeling/ontgrendeling
en supervergrendeling werken niet:
-
a
ls het contact is aangezet,
-
a
ls een van de te openen
carrosseriedelen nog geopend is,
-
a
ls een sleutel van het Keyless entry
and start-systeem zich nog in de auto
bevindt.
Als de auto is vergrendeld en per
ongeluk wordt ontgrendeld (met de
afstandsbediening of via het Keyless
entry and start-systeem), wordt de auto
binnen 30
seconden automatisch weer
vergrendeld tenzij binnen deze tijd een
portier wordt geopend.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt
in dat geval weer ingeschakeld (inclusief
de interieurbeveiliging, zelfs als u deze
had uitgeschakeld).
Toegang tot de auto
Page 53 of 416

51
Het in- en uitklappen van de
buitenspiegels kan worden uitgeschakeld
door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Verlaat om veiligheidsredenen (kinderen
in de auto) de auto nooit, zelfs niet voor
een korte tijd, zonder de Keyless entry
and start-afstandsbediening mee te
nemen.
Wees bedacht op diefstal als de Keyless
entry and start-afstandsbediening zich
binnen het detectiebereik bevindt terwijl
uw auto ontgrendeld is.
Om te voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel ontladen raakt, gaan
de "Keyless entry"-functies over in de
waakfase als de auto langer dan 21 dagen
niet is gebruikt.
Om de functies weer te activeren,
dient u op een van de knoppen van de
afstandsbediening te drukken of de motor
te starten ter wijl u de afstandsbediening
tegen de noodlezer houdt.Volledig ontgrendelen
Selectiviteit van cabine en
laadruimte uitgeschakeld.
F
P
laats, om de auto te ontgrendelen, terwijl
u de afstandsbediening op zak hebt binnen
de detectiezone A , uw hand achter een van
de handgrepen (voorportier, handbediende
schuifdeur of achterdeur).
F
T
rek aan de handgreep om het portier/de
deur te openen.
Met elektrisch bedienbare
schuifdeur(en)
F Trek, om de auto te ontgrendelen, ter wijl u
de afstandsbediening op zak hebt binnen
de detectiezone A , aan de handgreep en
laat deze weer los om de desbetreffende
elektrisch bedienbare schuifdeur in
beweging te zetten.
2
Toegang tot de auto
Page 54 of 416

52
Met achterklep
Het ontgrendelen wordt aangegeven door
het gedurende enkele seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels uitgeklapt en wordt het
alarmsysteem uitgeschakeld.
Selectief ontgrendelen
F Trek, om de auto te ontgrendelen, ter wijl u
de afstandsbediening op zak hebt binnen de
detectiezone A , aan de handgreep van de
achterklep.
F
O
pen de achterklep. Selectiviteit van cabine
en
laadruimte ingeschakeld.
F
P
laats, om alleen de cabine te
ontgrendelen, terwijl u de afstandsbediening
op zak hebt binnen de detectiezone A of
B , uw hand achter een handgreep van het
linker of rechter voorportier.
F
T
rek ver volgens aan de handgreep om het
portier te openen.
De vergrendelingsstatus van de
laadruimte blijft ongewijzigd. F
P
laats, om alleen de laadruimte
te
ontgrendelen, terwijl u de afstandsbediening
op zak hebt binnen de detectiezone A, B of
C , uw hand achter een handgreep van de
linker of rechter schuifdeur.
F
T
rek aan de handgreep om de
desbetreffende deur te openen.
Afhankelijk van de uitvoering worden
de buitenspiegels alleen uitgeklapt,
wanneer de cabine ontgrendeld en het
alarmsysteem uitgeschakeld wordt.
Toegang tot de auto
Page 55 of 416
53
Met elektrisch bedienbare
schuifdeur(en)
F Trek, om de laadruimte te ontgrendelen,
ter wijl u de afstandsbediening op zak hebt
binnen de detectiezone A en B , aan de
deurhandgreep en laat deze weer los om
de desbetreffende elektrisch bedienbare
schuifdeur in beweging te zetten.
Met een achterklep
Het ontgrendelen wordt aangegeven door
het gedurende enkele seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
F
T
rek, om de laadruimte
te ontgrendelen,
ter wijl u de afstandsbediening op zak
hebt binnen de detectiezone C , aan de
handgreep van de achterklep.
F
O
pen de achterklep.
Ontgrendeling
F Plaats, om de auto
te ontgrendelen, terwijl
u de afstandsbediening op zak hebt binnen
de detectiezone A , uw hand achter een van
de handgrepen (voorportier, handbediende
schuifdeur).
F
T
rek aan de handgreep om het portier/de
deur te openen.
2
Toegang tot de auto
Page 56 of 416

54
Met elektrisch bedienbare
schuifdeur(en)Met achterdeuren Met achterklep
F Trek, om de auto te ontgrendelen, ter wijl u
de afstandsbediening op zak hebt binnen
de detectiezone A , aan de handgreep en
laat deze weer los om de desbetreffende
elektrisch bedienbare schuifdeur in
beweging te zetten.
Het ontgrendelen wordt aangegeven door
het gedurende enkele seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels uitgeklapt en wordt het
alarmsysteem uitgeschakeld.
F
T
rek, om de auto te ontgrendelen, ter wijl u
de afstandsbediening op zak hebt binnen de
detectiezone A , aan de handgreep van de
achterklep.
F
O
pen de achterklep.
F
P
laats, om de auto
te ontgrendelen,
met de afstandsbediening binnen de
detectiezone A , uw hand achter de
handgreep van de achterdeur.
F
T
rek ver volgens aan de handgreep om de
achterdeur te openen.
Als een portier of deur, of de achterklep
niet goed is gesloten (behalve de rechter
achterdeur):
-
g
aat, bij stilstaande auto en
draaiende motor, dit lampje
branden in combinatie met een
waarschuwingsmelding die enkele
seconden wordt weergegeven,
-
g
aat, als de auto rijdt (rijsnelheid
hoger dan 10
km/h), dit lampje
branden in combinatie met
een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding die enkele
seconden wordt weergegeven.
Vergrendelen
F Druk, als de afstandsbediening zich binnen het detectiegebied A bevindt, met uw
vinger op de merktekens van een van de
portiergrepen (voorportier(en), handmatig
bedienbare schuifdeur(en)) om de auto
volledig te vergrendelen.
Toegang tot de auto