Page 169 of 416

167
Aan de Top Tether kan de bovenste riem
(indien aanwezig) van het kinderzitje worden
bevestigd. Dit systeem beperkt het naar voren
kantelen van het kinderzitje bij een frontale
aanrijding.
Met de ISOFIX-bevestigingen kan een
kinderzitje veilig, degelijk en snel in uw auto
worden gemonteerd.
De ISOFIX-kinderzitjes beschikken over twee
sloten die aan de twee bevestigingsringen A
vóór kunnen worden verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn bovendien voorzien
van een Top Tether (bovenste riem) die kan
worden vastgemaakt aan bevestigingsring B.
Kinderzitje vastmaken aan de Top Tether:
-
v
er wijder de hoofdsteun en berg deze op
alvorens het kinderzitje op deze plaats te
bevestigen (vergeet niet de hoofdsteun
weer aan te brengen nadat u het kinderzitje
weer hebt verwijderd),
-
v
oer de riem van het kinderzitje over
de rugleuning van de zitplaats, tussen
de openingen voor de pennen van de
hoofdsteun door,
-
m
aak de haak van de bovenste riem vast
aan de ring B a c h t e r,
-
t
rek de bovenste riem strak. Bij een onjuist geplaatst kinderzitje is
de bescherming van het kind bij een
aanrijding niet meer gewaarborgd.
Houd u nauwkeurig aan de
montagevoorschriften die zijn vermeld in
de gebruiksaanwijzing van het kinderzitje.
Raadpleeg het locatieoverzicht voor
meer informatie over de bevestiging van
ISOFIX-kinderzitjes in uw auto.
5
Veiligheid
Page 170 of 416

168
Door PEUGEOT
aanbevolen ISOFIX-
kinderzitjes
PEUGEOT levert een reeks ISOFIX-
kinderzitjes met artikelnummer die zijn
goedgekeurd voor uw auto.
Raadpleeg tevens de montage-instructies
van de fabrikant van het kinderzitje voor
het aanbrengen en verwijderen van het
zitje."
RÖMER Baby- Safe Plus met ISOFIX-basis "
(lengtecategorie: E)
Categorie 0+: vanaf geboor te tot 13 kg.
Dit kinderzitje wordt met de rug in de
rijrichting geplaatst met behulp van een ISOFIX-basis die aan de ogen A wordt bevestigd.
De basis is voorzien van een in hoogte
verstelbare steun die op de vloer van de auto rust.
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd met een veiligheidsgordel. In dat geval wordt het
zitje zonder basis met de driepuntsgordel op de zitplaats van de auto bevestigd. "
RÖMER Duo Plus ISOFIX "
(lengtecategorie: B1 )
Groep 1: van 9 tot 18kg
Dit zitje wordt uitsluitend met het gezicht in de rijrichting geplaatst.
Het wordt verankerd aan de ringen A en met de bovenste riem, de TOP TETHER, aan de ring B.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand. Dit kinderzitje kan ook worden gebruikt op
zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX- bevestigingspunten. In dat geval moet het
zitje met de driepuntsveiligheidsgordel op de stoel van de auto worden bevestigd. Stel de
voorstoel zo af dat de voeten van het kind de rugleuning niet kunnen raken.
Veiligheid
Page 171 of 416

169
Zitplaatsen geschikt voor ISOFIX-kinderzitjes
Conform de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de auto
voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een letter (A
t /m G ).
Gewicht van het kind/leeftijdsindicatie
Tot 10 kg
(categorie 0)
Tot ± 6 maanden Tot 10 kg
(categorie 0) < 13 kg
(groep 0+)
Tot ± 1 jaar 9 - 18 kg (categorie 1)
Van ca. 1 tot 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswiegrug in de rijrichting
rug in de rijrichting"Met het gezicht in de rijrichting"
ISOFIX-lengtecategorie F G C D E C D A B B1
1e zitr ij Tweezitsbank
Geen ISOFIX
Individuele stoel Geen ISOFIX
2e zitrij met
tweezitsbank op 1e zitrij Buitenste zitplaats
links X
IUF
Middelste zitplaats Geen ISOFIX
Buitenste zitplaats rechts X
IUF
2e zitrij met
tweezitsbank op 1e zitrij Buitenste zitplaats
links IL IL
(4)IL IL (4)IL IUF
Middelste zitplaats Geen ISOFIX
Buitenste zitplaats rechts IL IL
(4)IL IL (4)IL IUF
5
Veiligheid
Page 172 of 416
170
Gewicht van het kind/leeftijdsindicatie
< 10
kg
(groep 0)
Tot ongeveer 6
maanden < 10
kg
(groep 0) < 13
kg
(groep 0+)
Tot ongeveer 1
jaar9-18
kg (groep 1)
Van 1
tot ongeveer 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg (1)rug in de rijrichting rug in de
rijrichting gezicht in de
rijrichting
ISOFIX-lengtecategorie F G C D E C D A B B1
1e zitrij (a) Individuele
passagiersstoel of tweezitsbank met
passagiersairbag
uitgeschakeld " OFF" Zonder ISOFIX
met
passagiersairbag
ingeschakeld " ON" Zonder ISOFIX
2e zitrij Buitenste zitplaats links
XIL (3) IL (2) IL IL (2) I U F, I L
Middelste zitplaats (b) XIL (3) IL (2) IL IL (2) I U F, I L
Buitenste zitplaats rechts XIL (3) IL (2) IL IL (2) I U F, I L
Veiligheid
Page 173 of 416
171
Gewicht van het kind/leeftijdsindicatie
< 10
kg
(groep 0)
Tot ongeveer 6
maanden < 10
kg
(groep 0) < 13
kg
(groep 0+)
Tot ongeveer 1
jaar9-18
kg (groep 1)
Van 1
tot ongeveer 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg (1)rug in de rijrichting rug in de
rijrichting gezicht in de
rijrichting
ISOFIX-lengtecategorie F G C D E C D A B B1
3e zitrij Vaste stoel en bank
achter Buitenste zitplaats
links X
XXI U F, I L
Middelste zitplaats (b) X
XXI U F, I L
Buitenste zitplaats rechts X
XXI U F, I L
Vaste eendelige bank Buitenste zitplaats
links X
X XX
Middelste zitplaats (b) X
X XX
Buitenste zitplaats rechts X
XX X
5
Veiligheid
Page 174 of 416

172
(a)Raadpleeg de huidige wetgeving in uw
land alvorens een kinderzitje op deze
plaats te bevestigen.
(b) Als een kinderzitje op de middelste
zitplaats is bevestigd, kunnen de buitenste
zitplaatsen niet worden gebruikt.
IUF Zitplaats geschikt voor de bevestiging
met behulp van de bovenste riem van een
universeel ISOFIX-kinderzitje met het
"gezicht in de rijrichting".
IL Zitplaats geschikt voor van een semi-
universeel gehomologeerd ISOFIX-
kinderzitje:
-
m
et de rug in de rijrichting, bevestigd
met behulp van een bovenste riem of
een steun,
-
m
et het gezicht in de rijrichting,
voorzien van een steun,
-
e
en reiswieg voorzien van een
bovenste riem of een steun.
X Zitplaats die niet geschikt is voor het
plaatsen van een ISOFIX-kinderzitje uit de
aangegeven gewichtscategorie.
(1) Als een reiswieg op deze plaats wordt
bevestigd, kunnen één of meer zitplaatsen
van dezelfde zitrij mogelijk niet meer
gebruikt worden.
(2) Uitsluitend geschikt voor bevestiging
achter de bestuurdersstoel. Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de ISOFIX-
bevestigingen
en in het bijzonder de
bevestiging van de bovenste riem.
Ver wijder de hoofdsteun en berg
hem op alvorens een kinderzitje met
een rugleuning te bevestigen op een
passagiersstoel.
Plaats de hoofdsteun terug zodra het
kinderzitje is verwijderd.
Legenda(3) Uitsluitend geschikt voor bevestiging
achter de bestuurdersstoel bij uitvoeringen
met individuele passagiersstoel.
(4) De voorstoel moet zo zijn afgesteld dat het
kind op de 2e zitrij de stoel niet raakt en de
stoel er voor (met de voorstoel afgesteld
op de 2 inkepingen in het midden van de
schuif).
Veiligheid
Page 175 of 416

173
Veiligheidsadviezen
Kinderzitjes
Onjuiste bevestiging van een kinderzitje brengt de
veiligheid van het kind in gevaar in geval van een
botsing.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of gesp
van de veiligheidsgordel onder het kinderzitje zit;
dat zou de stabiliteit van het zitje in gevaar kunnen
brengen.
Zorg er voor dat de veiligheidsgordels of het tuigje
van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten, worden
vastgemaakt waarbij de speling ten opzichte van
het lichaam van het kind zoveel mogelijk moet
worden beperkt.
Zorg er bij het bevestigen van het kinderzitje met
de veiligheidsgordel voor dat de veiligheidsgordel
correct tegen het kinderzitje is gespannen en dat
de gordel het kinderzitje stevig op zijn plaats houdt.
Schuif de passagiersstoel, wanneer deze versteld
kan worden, indien nodig naar voren.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoende
ruimte tussen de voorstoel en:
-
e
en kinderzitje dat met de rug in de rijrichting
wordt geplaatst,
-
d
e voeten van het kind wanneer het kinderzitje
in de rijrichting wordt geplaatst.
Schuif daartoe de voorstoel naar voren en zet de
rugleuning ervan, indien nodig, meer rechtop.
Houd voor een optimale bevestiging van een
kinderzitje in de rijrichting de afstand tussen de
rugleuning van het kinderzitje en de rugleuning van
de stoel van de auto zo klein mogelijk. Verwijder de hoofdsteun alvorens een kinderzitje
met een rugleuning te plaatsen op een
passagiersstoel.
Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om te
voorkomen dat de hoofdsteun door de auto vliegt
bij krachtig afremmen.
Vergeet niet de hoofdsteun weer te bevestigen
nadat het kinderzitje weer is verwijderd.
Kinderen voorin
De regelgeving met betrekking tot het ver voer van
kinderen op de voorpassagiersstoel verschilt per
land. Houd u aan de regels die gelden in het land
waar u zich bevindt.
Schakel de airbag vóór aan passagierszijde uit
zodra een kinderzitje met de rug in de rijrichting
op de voorpassagiersstoel wordt geplaatst.
Anders kan een kind bij het afgaan van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de autogordel moet
over de schouder van het kind liggen zonder de
hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
PEUGEOT adviseert u een stoelverhoger
met rugleuning te gebruiken voorzien van een
gordelgeleider ter hoogte van de schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
-
g
een kinderen zonder toezicht achter in een
auto,
-
n
ooit een kind of een dier in een auto achter
wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in
de zon staat,
-
de
sleutels nooit binnen bereik van de kinderen
achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te voorkomen dat de
achterportieren per ongeluk geopend worden.
Zorg er voor dat de achterzijruiten niet verder dan
voor 1/3
deel worden geopend.
Plaats zonneschermen op de achterste
zijruiten om uw jonge kinderen tegen de zon te
beschermen.
5
Veiligheid
Page 176 of 416

174
Mechanisch kinderslot
Beide schuifdeuren zijn voorzien van een
kinderslot om het openen van binnenuit te
verhinderen.
Elektrische
kinderbeveiliging
De elektrische kinderbeveiliging,
die met de afstandsbediening kan
worden ingeschakeld, voorkomt
dat de deuren achter (schuifdeuren
en achterdeuren of achterklep) van
binnenuit worden geopend.
De elektrische kinderbeveiliging,
die met de afstandsbediening kan
worden ingeschakeld, voorkomt dat de
elektrisch bedienbare schuifdeur(en)
van binnenuit kunnen worden geopend.
Activeren
F Druk bij ingeschakeld contact op deze knop.
Uitschakelen
F Druk nogmaals bij ingeschakeld contact op deze toets.
Ter bevestiging gaat het verklikkerlampje van de knop
branden en wordt er een melding weergegeven.
Zolang de kinderbeveiliging actief is, blijft dit lampje
branden.
Het blijft mogelijk de portieren van buitenaf te openen.
Het lampje van de toets gaat uit in combinatie
met een melding die het uitschakelen bevestigt.
Het lampje blijft uit zolang de elektrische
kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
Bij een ernstige aanrijding wordt de
elektrische kinderbeveiliging automatisch
uitgeschakeld.
Als het lampje een ander signaal geeft, wijst dit op
een storing in de elektrische kinderbeveiliging
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Dit is een op zichzelf staand systeem dat in
geen geval in de plaats komt van de centrale
vergrendeling.
Ga niet rijden als de schuifdeur is geopend.
Controleer bij het aanzetten van het contact
altijd de stand van de kinderbeveiliging.
Ver wijder bij het verlaten van de auto altijd de
contactsleutel, zelfs wanneer u de auto maar
even verlaat.
Vergrendelen
Draai de knop op de zijkant van de
schuifdeur omhoog.
Ontgrendelen
Draai de rode knop op de zijkant van
de schuifdeur omlaag.
Veiligheid