20
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Airbags Brandt tijdelijk. Het lampje brandt gedurende
enkele seconden en dooft als
het contact wordt aangezet. Het lampje moet na het starten van de motor uitgaan.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Permanent. Er is een storing in een van de
airbags of de pyrotechnische
gordelspanners. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Airbag vóór aan
passagierszijde Permanent op het
pictogrammendisplay
voor de
veiligheidsgordels en
de airbag vóór aan
passagierszijde. De schakelaar op de zijkant van
het dashboard aan passagierszijde
staat in de stand OFF.
De airbag vóór aan
passagierszijde is gedeactiveerd.
U kunt een kinderzitje met de "rug
in de rijrichting" plaatsen, behalve
in het geval van een storing in het
airbagsysteem (brandend lampje
Airbags). Zet de schakelaar in de stand ON om de airbag vóór
aan passagierszijde in te schakelen. Bevestig in dit
geval op deze zitplaats geen kinderzitje met de "rug
in de rijrichting".
Roetfilter
(diesel)
Permanent, in combinatie
met een geluidssignaal
en een melding van de
kans op verstopping van
het roetfilter..Dit geeft aan dat het roetfilter
verzadigd begint te raken.
Ga om het roetfilter te regenereren, zodra de
omstandigheden het toelaten, met een snelheid van
minimaal 60
km/h rijden tot het lampje dooft.
Permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en de
melding van een te
laag additiefniveau
voor het roetfilter. Dit geeft aan dat het niveau in
het additiefreser voir te laag is.
Laat zo snel mogelijk vloeistof bijvullen door het
PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Instrumentenpaneel
21
Airbag
passagierszijdePermanent.
De schakelaar in het dashboard
aan passagierszijde staat in de
stand "ON". De airbag vóór aan
passagierszijde is geactiveerd.
Plaats in dit geval geen
kinderzitje met de "rug
in de rijrichting" op de
voorpassagiersstoel. Zet de schakelaar in de stand OFF om de
passagiersairbag vóór uit te schakelen.
U kunt nu een kinderzitje met de "rug in de
rijrichting" plaatsen, behalve bij een storing in het
Airbagsysteem (lampje Airbag brandt).
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Dynamische
stabiliteitscontrole
(DSC/ASR)Permanent.De toets is ingedrukt en het
lampje brandt.
De functie DSC/ASR is
uitgeschakeld.
DSC: dynamische
stabiliteitscontrole.
ASR: antislipregeling. Druk op de toets om de functie DSC-/ASR in te
schakelen.
De functie DSC-/ASR wordt automatisch
ingeschakeld als de motor wordt gestart.
Als het systeem is uitgeschakeld, wordt het
automatisch opnieuw ingeschakeld bij een snelheid
van ongeveer 50
km/h.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het elektronisch
stabiliteitsprogramma (DSC) en in het bijzonder de
DSC/ASR.
Dynamische
stabiliteitscontrole
(DSC/ASR)Knippert. De DSC-/ASR-regeling is actief. Het systeem verbetert de tractie en zorgt er voor dat
de auto beter bestuurbaar blijft.
Permanent. Buiten deactivering duidt dit op
een storing in het DSC-/ASR-
systeem. Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
StuurbekrachtigingPermanent.
Er is een storing met betrekking
tot de stuurbekrachtiging. Rijd voorzichtig en met lage snelheid.
Laat uw auto controleren door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
144
Geolokalisatie
Druk langer dan 2 seconden op
d eze toets voor het aanvragen
van hulp bij het stranden van de
auto.
Een gesproken bericht bevestigt dat de oproep
is verstuurd**. Door deze toets meteen opnieuw
in te drukken, wordt de oproep
geannuleerd.
Dit wordt bevestigd door een gesproken
bericht.
Als onafhankelijk van de activering van
de airbags een aanrijding is gedetecteerd
door de airbagregeleenheid, wordt
automatisch een noodoproep verzonden.Werking van het systeem
Bij het aanzetten van het contact
gaat het groene lampje 3
seconden
branden. Dit duidt op een goede
werking van het systeem.
Voor alle landen uitgezonderd Rusland,
Wit-Rusland en Kazachstan. Het rode lampje knippert en dooft
ver volgens: er is een storing in
het systeem.
Het rode lampje blijft branden: ver vang de
noodbatterij.
Voor Rusland, Wit-Rusland en Kazachstan. Het rode lampje blijft branden:
er is een storing in het systeem.
Het rode lampje knippert: de noodbatterij moet
worden vervangen.
In beide gevallen is het mogelijk dat de
noodoproep of pechhulpoproep niet meer
werkt.
Neem zo snel mogelijk contact op met een
gekwalificeerde werkplaats. Bij een storing in het systeem kan er wel
met de auto worden gereden.
Peugeot Connect
Assistance
** Afhankelijk van de geografische dekking
van "Peugeot Connect SOS" en "Peugeot
Connect Assistance" en van de officiële
landstaal die door de eigenaar van de auto
is gekozen.
D
e lijst van de landen waar het systeem
werkzaam is en de lijst van beschikbare
diensten PEUGEOT CONNECT kunt u bij
uw verkooppunt opvragen of op
www.peugeot.nl bekijken. U kunt de geolokalisatie uitschakelen door
gelijktijdig op de toetsen "Peugeot Connect
SOS" en "Peugeot Connect Assistance" te
drukken en ver volgens op "Peugeot Connect
Assistance" te drukken om te bevestigen.
U kunt de geolokalisatie opnieuw inschakelen
door gelijktijdig op de toetsen "Peugeot
Connect SOS" en "Peugeot Connect
Assistance" te drukken en ver volgens op
"Peugeot Connect Assistance" te drukken om
te bevestigen.
Wanneer u uw auto buiten het PSA-
netwerk hebt gekocht, raden wij u aan de
beschikbaarheid van deze diensten door
een PSA-dealer te laten controleren en
eventueel configureren. In een meertalig
land kunt u het systeem laten configureren
in de officiële landstaal van uw voorkeur.
Veiligheid
160
Uitschakelen
F Zet het contact af en steek de sleutel in de schakelaar voor het uitschakelen van de
airbag aan passagierszijde.
F
D
raai deze in de stand OFF.
F
H
oud de schakelaar in deze stand en
verwijder de sleutel.
Bij het aanzetten van het contact
brandt dit waarschuwingslampje in
het pictogrammendisplay voor de
veiligheidsgordels. Het blijft branden
zolang de airbag is uitgeschakeld.
Schakel voor de veiligheid van uw kind de
airbag aan passagierszijde altijd uit als u
een kinderzitje met de rug in de rijrichting
op de voorstoel plaatst.
Anders kan het kind ernstig of fataal
gewond raken bij het afgaan van de
airbag.
Opnieuw inschakelen
Als u het kinderzitje hebt ver wijderd, zet dan
met afgezet contact de schakelaar weer op
ON om de airbag opnieuw in te schakelen
en zo de veiligheid van de voorpassagier te
garanderen.
Bij het aanzetten van het
contact gaat dit lampje in het
pictogrammendisplay voor de
veiligheidsgordels gedurende
ongeveer één minuut branden om
aan te geven dat de airbag vóór aan
passagierszijde is ingeschakeld.
Veiligheid
165
ZitplaatsenGewicht van het kind en leeftijdsindicatie
< 13 kg
(groep 0 (b) en 0+)
Tot ongeveer 1
jaar9 -18
kg
(g r o e p 1) Van 1
tot
ongeveer 3
jaar15 -25
kg
(groep 2) Van 3
tot
ongeveer 6
jaar22-36
kg
(groep 3) Van 6
tot
ongeveer 10
jaar
1e zitrij (c)
Met individuele
voorpassagiersstoel
met passagiersairbag uitgeschakeld " OFF" U
UUU
met passagiersairbag ingeschakeld " ON" X
UFUFUF
Met zitbank, middelste zitplaats met passagiersairbag
uitgeschakeld " OFF" X
XXX
met passagiersairbag ingeschakeld " ON" X
XXX
Met bank, buitenste zitplaats met passagiersairbag
uitgeschakeld " OFF" U
UUU
met passagiersairbag ingeschakeld " ON" X
UFUFUF
2e zitrij Buitenste zitplaats links
UUUU
Middelste zitplaats UUUU
Buitenste zitplaats rechts UUUU
3e zitrij Buitenste zitplaats links
UUUU
Middelste zitplaats UUUU
Buitenste zitplaats rechts UUUU
5
Veiligheid
170
Gewicht van het kind/leeftijdsindicatie
< 10
kg
(groep 0)
Tot ongeveer 6
maanden < 10
kg
(groep 0) < 13
kg
(groep 0+)
Tot ongeveer 1
jaar9-18
kg (groep 1)
Van 1
tot ongeveer 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg (1)rug in de rijrichting rug in de
rijrichting gezicht in de
rijrichting
ISOFIX-lengtecategorie F G C D E C D A B B1
1e zitrij (a) Individuele
passagiersstoel of tweezitsbank met
passagiersairbag
uitgeschakeld " OFF" Zonder ISOFIX
met
passagiersairbag
ingeschakeld " ON" Zonder ISOFIX
2e zitrij Buitenste zitplaats links
XIL (3) IL (2) IL IL (2) I U F, I L
Middelste zitplaats (b) XIL (3) IL (2) IL IL (2) I U F, I L
Buitenste zitplaats rechts XIL (3) IL (2) IL IL (2) I U F, I L
Veiligheid
309
Laadschot ....................................................................11 2
Laadzone ........................................................... 3
9 - 40, 62
Laden accu
.......................................................... 289-290
Lampen (vervangen)
..........................272-273, 278, 280
Lamp vervangen (achterdeuren)
...............................278
Lamp vervangen (kofferklep)
.....................................280
Lane Departure Warning System (LDWS)
......... 2
6, 222
Lekke band
.......................................................... 260-265
Lendensteun .................................................................. 88
Lichtschakelaar
.................................................... 26, 13 0
Lokaliseren van de auto
............................................... 43
Luchtfilter (vervangen)
................................................ 250
Luchttoevoer (bediening)
.............................117-11 8 , 12 0
Luchtrecirculatie
........................................... 11
7-11 8 , 12 0
Luchtverdeling
...................................................... 117-11 8L
Make-upspiegel .......................................................... 109
Matten .................................................................. 108, 181
Meldingen
...................................................................... 32
Menu
........................................................................\
...... 13
Menu's (audio)
..................................................... 4-5, 4-6
Menustructuren display
................................................ 13
Milieu
...................................................................... 4 6, 127
Mistachterlicht
.................................... 1
31, 278, 280, 282
Mistlampen vóór
....................26, 131, 134-135, 274, 277
Moduwork
................................................................ 94-97
Monteren allesdragers
........................................ 24
3 -244
Motoren ........................................................................\
294
Motorkap
...................................................................... 246
Motorkap, openen
....................................................... 24
6
Motorkapsteun
............................................................ 246
Motorolie
........................................................ 15, 248-249
Motoroliedruk
................................................................ 15
Motorolieniveaumeter
................................................... 30
Motorolieniveau, controle
............................................. 30
Motorruimte
................................................................. 247
M P3
(CD)
....................................................................... 10
M
ultifunctioneel display (met autoradio)
........................4M
Niveau brandstofadditief diesel ..........................250-251Niveau koelvloeistof ........................................... 2 9 -30, 249Niveau koplampsproeiervloeistof .....................140, 249
Niveau remvloeistof .................................................... 249
Niveau ruitensproeiervloeistof
.........................140, 249
Niveaus controleren
............................................ 24
7, 249
Niveaus en controles
.......................................... 247, 249
Niveau stuurbekrachtigingsvloeistof
..........................249
Noodbediening achterklep
........................................... 8
0
Noodbediening portieren
............................ 4
4 - 4 5 , 57- 5 9
Noodoproep
........................................................ 14
3 -14 4
Noodprocedure starten
.............................................. 288
Noodremassistentie
.................................... 145 -14 6, 2 21
Nulstelling dagteller
~ Dagteller resetten
............................................. 33
-34
N
Oliefilter (vervangen) .................................................. 250
Olieniveau ...................................................... 3
0, 248-249
Oliepeilstok
.................................................... 30, 248-249
Olieverbruik
......................................................... 248-249
Onderhoudscontroles
................................................... 27
Onderhoudsindicator
.............................................. 2 7, 2 9
Onderhoudsindicator resetten
.....................................29
Ontdooien
............................................................. 8 6, 120
Ontgrendelen
................................. 39-42, 46-48, 50-54
Ontgrendelen van binnenuit
........................61- 62, 67-70
Ontluchten brandstofsysteem
....................................257
Ontwasemen
............................................................... 12
0
Opbergvakken
................. 9
4, 98, 10 6 -107, 10 6 -109, 110
Opbergvakken portieren .....................................108, 110
Openingshoek 90/180/250°
......................................... 78
O
pschakelindicator
..................................................... 18
8
Opslaan van de snelheid
............................................ 202
Overzicht gewichten
..........................295-296, 298-299
Overzicht zekeringen
.......................................... 283-287O
Parkeerhulp achter ............................................. 22 7-229
Parkeerhulp achter met grafische weergave en geluidssignalen
..........................228-229
Parkeerhulp vóór
................................................. 228-229
Parkeerlichten
....................130, 273 -275, 278, 280, 282
Passagiersairbag
.......................................................... 20
Passagiersairbag uitschakelen
..................15 4, 159 -16 0
PEUGEOT Connect Nav
................................................ 1
PEUGEOT Connect Radio
............................................. 1
Plafonniers
.......................................... 128 -12 9, 279, 282
Plancher cabine
.......................................................... 282
Portieren
........................................................................\
63
Portieren openen
........................... 3
9, 50, 63, 66 -70, 79
Portieren ontgrendelen ............................................6 8 -70
Portieren sluiten
............ 50, 54-55, 63 - 66, 69 -70, 77-79
Profielen
.................................................................. 3 4, 18
Programmeerbare verwarming
.................... 81, 125 -127
Pyrotechnische gordelspanners
................................ 15
3
P
Radio ................................................. 23 -24, 27, 7, 11, 4- 6
Radiozender .................................................... 23 -25, 7, 4
RDS
..................................................................... 2
4-25, 7
Regelmatige controles
........................................ 250-252
Regeneratie roetfilter
.................................................. 2 51
Remblokken
........................................................ 2
51-252
Remlichten ........................................................... 278-282
Remmen
.................................................. 14, 19, 251-252
Remschijven
........................................................ 251-252
Reservewiel
....................... 234, 260, 266-268, 271, 305
Reservoir koplampsproeiers
......................................249
Reservoir ruitensproeiers
........................................... 249
Resetten bandenspanningscontrolesysteem
........... 23
5
Resetten van het traject
................................................ 36
Richtingaanwijzers
........... 2
6, 132, 273, 276 -278, 280, 282
Rijadviezen
........................................................... 17
6 -178
Rijverlichting
................................................................ 13 0
Roetfilter
.............................................................. 25
0-251
Ruitensproeier achter
................................................. 13 9
Ruitensproeiers
........................................................... 140R
.
Trefwoordenregister